REISVERSLAG
CHILI, BOLIVIE: 5 maart 2004 - 26 maart 2004
(De gebroeders De Paepe : Bart en Martin)

Patagonië is een streek verdeeld over Argentinië en Chili. We
bezoeken voornamelijk het Chileens gedeelte. Twee dagen trekken
we uit om de Moreno gletsjer te bezoeken, in het Argentijnse deel
van Patagonië. Het tweede deel van de reis gaat van Noord-Chili
via de Boliviaanse Altiplano naar La Paz. Een ommetje via Buenos
Aires brengt ons dan terug naar huis.
Chili kent iedereen als een boon van 4.300 km lang en maximum
200 km breed. Van Peru tot aan Kaap Hoorn met langs de ene kant
de Grote Oceaan en langs de andere kant het Andesgebergte. Het
huisvest de Atacama woestijn, het droogste gebied op aarde in
het noorden en Patagonië, het 'einde van de wereld' in het zuiden.
We beperken ons tot deze twee regio's van Chili, alhoewel het
land veel meer te bieden heeft.
Als er prijzen genoteerd worden, weet dan dat 1 EURO = 730 Chileense
pesos en 3,5 Argentijnse pesos.
We starten onze reis in Chili-Patagonië. De twee vierkantjes
op de kaart tonen de bezochte streken in Chili. Het reisverhaal
voor Bolivië
vindt je terug bij dit land.

Dag
1 -----Vrijdag 5 maart -----Landegem
- Madrid
Deinze
station is ons vertrekstation naar Zaventem. Daar merken we dat
we eigenlijk twee uur te vroeg de trein nemen. Ik had me mislezen:
de vlucht naar Madrid vertrekt pas om 19h25 ipv 17h25. Niettemin
beslissen we toch de trein te nemen en ons vrouwen uit te wuiven.
Eenmaal in de luchthaven nestelen we ons een 4-tal uur aan het
venster van het panoramisch restaurant. Daarna vliegen we op Madrid
alwaar we de nachtvlucht nemen van 23h50 naar Santiago de Chili.
We nemen ons pa's slaappilleken.
Dag
2 -----Zaterdag 6 maart-----
Madrid - Santiago de Chili - Punta Arenas
Ik
zit op de gangstoel en de vensterplaats is nog vrij tot er kort
voor opstijgen een graschreerd en nerveus japannerken naast
mij komt plaatsnemen. Ze is stil en zegt niets en ondertussen
begint ons pa's slaappilleken te werken. Bart zit iets verderop.
Een zeven uurtjes later is het morgenontbijt op het vliegtuig.
We hebben +/- goed geslapen en mijn vraag aan t'japannerken: 'did
you sleep well?', is het sein tot een woordenstroom vanuit haar
dunne, kleine lijf tot we landen in Santiago, een drie tal uur
later.
Verhalen
van de medemens:
'I am not from Japan' zegt het japannerken, 'but from China'.
'My name is Liu Xiaoli' en ze geeft me haar naamkaartje. Ze
komt dus uit China, werkt in Duitsland en is getrouwd met een
Chileense freelance fotograaf. Ze vindt de Duitsers onsympathiek
en de wurst en schweinepuppefleisch begint op haar heupen (maag)
te werken. Maar als ik zeg dat dit nog altijd beter is dan kat
en hond eten in China met Sars als gevolg, dan lacht ze groenekes.
Daarentegen vindt ze de Belgen sympathiek en ze heeft reeds
Antwerpen bezocht. De gids die haar groep toen begeleidde zei
dat Antwerpen komt van de 'hand werpen'. Dit wist ik niet. Ze
drinkt graag bier, beweert ze. Jaja denk ik, ik zal u ne keer
bij Pol steken. Verder gaat het over de klassieke koetjes en
kalfjes. Ze trekt naar het toilet ter opfrissing, niet vooraleer
ze grabbelt en zoekt in haar dagrugzakje: 'I need an important
pil'. Seconden later realiseert ze zich dat die pil-opmerking
toch geen alledaags gespreksthema is tegenover een vreemdeling
als ik en ze weet niet goed hoe haar te gedragen.
Op
de luchthaven van Santiago moeten we ons opnieuw inchecken
naar Punta Arenas. We moeten door de bagage hall. 'Zouden we niet
eens naar de bagageband kijken of onze rugzakken er niet zijn?',
vraagt Bart. Je moet weten dat ze ons in Brussel gezegd hadden
dat onze bagage wordt doorgecheckt tot in Punta Arenas. Zien we
toch wel onze twee rugzakken naast de band staan, als 'niet-opgevraagd'.
Wij ze onmiddellijk gerecupereerd en ze opnieuw laten inchecken.
Stel je voor dat we toevallig niet gekeken hadden en de juffrouw
van de check-in in Zaventem geloofd, waren we mooi in Punta Arenas
geland zonder rugzak … Ge moet altijd een beetje geluk hebben
op zo'n reizen. Maar we laten het niet aan ons hart komen en drinken
er een Cristal op, een Chileens biertje. Chileens? Lokaal bier?
Hoogstwaarschijnlijk behoren de brouwerijen van de 'lokale' bieren
ondertussen tot onze nationale biertrots, de groep Interbrew.
Globalisatie noemt men dat.
Via een tussenlanding in Puerto Montt, landen we tegen de vooravond
in Punta Arenas. We verkiezen onmiddellijk door te rijden
per bus naar Puerto Natales, drie uur verder. De bus is volzet
en als laatsten moet er één van ons op de grond zitten (foto).
We wisselen af: elk zijn half uur. We maken tijdens de bustrip
al kennis met de Patagonische grassteppen. Waar er begroeiing
is, zijn de bomen allemaal scheefgewaaid volgens hetzelfde scenario:
kromme stam en de kruin uit de haak gewaaid. De helft van de bomen
ligt plat in de steppe: neergebliksemd of omvergewaaid.
En na trein, vliegtuig en bus sluiten we 2 lange dagen af in Hostel
La Cumbre te Puerto Natales waar we de overnachtingsprijs
naar beneden onderhandelen van 24.000 pesos naar 18.000 pesos.
We eten lekker in El Rincon de Tata: steak met spiegeleiren!
Dag
3 -----Zondag 7 maart-----
Puerto Natales
T'is
zondag en t'is kalm in P. Natales. Vanuit Belgie had ik maanden
geleden al e-mail verkeer gehad met Path@gone (foto),
de reisorganisatie in P. Natales
die de slaapplaatsen reserveert in het park Torres del Paine,
waar we morgen naartoe gaan. Want het kan nog al eens druk zijn
in dit favoriete park en geen bed betekent verplicht een tent
huren en op de camping overnachten. Wij dus naar het bureel van
Path@gone waar alles netjes geregeld is, inclusief de overnachtings-vouchers.
We bestellen meteen de trip naar de Moreno gletsjer van volgende
week, in Argentijns Patagonië.
De rest van de dag wordt slenteren door P. Natales, een gat van
19.000 inwoners en belangrijk voor twee dingen: de vertrekbasis
naar het park Torres del Paine en als aanleg/vertrekhaven van
de cruiseboten die vanuit Puerto Montt vier dagen tussen de Chileense
fjorden varen. De nazomer geeft milde temperaturen: we schatten
rond de 15°. We eten vis in El Maritimo, niet zonder te starten
met Chili's nationale aperitiefdrank: pisco sour, een coctail
van pisco, citroensap (djeruk nipis), suiker en eiwit.
We bereiden ons en onze rugzak voor op de trektocht van morgen
en de volgende dagen. Bart krijgt een SMS binnen: Club-Anderlecht
1 - 0. We telefoneren naar België en beseffen dat zo'n GSM
speelding u toelaat te praten met het thuisfront vanuit
het einde van de wereld, alsof ge naast hen staat.
Dag
4 -----Maandag 8 maart -----Puerto
Natales - PN Torres del Paine - Refugio Pehoe
Vroeg
uit bed: 5h50. De bus naar Torres del Paine pikt ons op aan ons
hostel rond 7h. We zitten tesamen met een horde Amerikanen + gids.
Op de T-shirt van een Amerikaan staat "antibushist", op een tweede
staat "CRAP". Een nogal luidruchtige bende. Na een paar pick-ups
langs de hostelletjes in de buurt, is de bus vol met trekkers
en is het 112 km noordwaarts rijden langs een gravelbaan. Het
wordt een tocht door de meestal boomloze grassteppe. We zien veel
nandu's (stuisvogels), kudden guanaco's (soort llama's), gieren
en een enkele vos. Twee uur later komen we aan de ingang van het
park, bij Laguna Amarga, en betalen we de ingangsfee. We
bevinden ons in Zuid Amerika's meest gerenommeerde park …
Parc
Nacional TORRES DEL PAINE

… allé, dat lezen we toch in diverse reisgidsen en leren we
van mensen die hier al geweest zijn. Op de weg ernaar toe hebben
we het park al kunnen bewonderen vanuit de verte en we zien
reeds zijn spectaculaire pieken: de drie granieten Torres del
Paine (de 'Torens van Paine', naar de naam van de vroegere boer
die hier zijn schapen liet grazen) die 2.800 meter loodrecht
boven de steppe uitsteken (foto genomen bij zonsopgang). Tevens
zien we de tweede attractie van het park: Los Cuernos (de 'Hoornen'),
bergen in de vorm van hoornen. De trekpaden (trails) slingeren
zich door fijnbos, langs gletsjers, over kolkende rivieren,
door sompige steppes en dan terug klimmen naar ongelooflijke
uitkijkposten over gletsjermeren. Voortdurend heb je besneeuwede
bergen op de achtergrond. Dit park levert schitterende natuur
op. Je kan kiezen tussen het 'circuit', een 7 tot 8 daagse rondtrek
in het park, maar wij kiezen voor de W-trek, een trekking in
de vorm van een W waar je de meeste hoogtepunten van het park
aandoet. We zullen in totaal 4 dagen trekken met rugzak van
refugio tot refugio, alwaar we slapen in stapelbedden. Slaapzak
is vereist. Achtereenvolgens slapen we in Refugio Pehoe, Refugio
Los Cuernos en Refugio
Chileno.
Bij
Laguna Amarga stapt een deel van de trekkers af de bus, maar wij
doen de W-trek in de andere richting en blijven op de bus zitten
die ons 20 km verder brengt naar Pudeto waar we de catamaran
nemen over het Pehoe-meer naar de refugio Pehoe, onze startplaats.
Het weer is uitstekend: een zo goed als wolkenloze hemel (uitzonderlijk
in dit deel van Patagonië) maar een sterke wind steekt op. De
overtocht op de catamaran-boot duurt een half uur en de sterke
wind verandert in een stormwind. Er komen zowaar golven op het
meer. Op het bovendek moet je hard de reling vastnemen, het water
spat over de boot en dus ook op ons, maar het zicht op de Cuernos
doet alle narigheid vergeten. Het is middag als we toekomen in
Refugio Pehoe. Na een korte administratie met de vriendelijke
uitbater van dit houten gebouwtje worden we een kamer toegewezen.
We slapen in een kamer met vier stapelbedden, waarvan er reeds
twee ingenomen zijn. Op dit ogenblik zijn onze twee slaapburen
niet aanwezig. We
laten de rugzakken op onze kamer en vatten de namiddagtocht aan
met een dagrugzak richting de Grey gletsjer. We stappen twee dikke
uren tegen de sterke wind in maar ons getrek wordt beloond met
een prachtig zicht op de Grey gletsjer (foto) die
met zijn hoge ijsschotsen uitmondt in het Grey meer. Het is een
prachtige gletsjer die zich onderscheidt van de Eurpese en de
Nieuw-Zeelandse omdat hij enorm is en omdat de eindhectometers
bestaan uit aaneengeklitte ijsschotsen, iets wat ik nog niet gezien
heb bij andere gletsjers. De gletsjers uit de Canadese Rockies
zijn weliswaar even groot, maar zonder de schotsen. Niet meer
dan een kwartiertje kunnen we genieten van dit prachtzicht want
de harde wind in ons gezicht doet ons rechtsomkeer maken. Nog
twee uur later komen we terug toe in Refugio Pehoe na een toch
lastig en heuvelachtig parcours. We hebben honger en zijn moe,
maar de organisatie in zo'n een refugio is uitstekend: reserveer
je avondeten, je ontbijt en je lunchpakket voor onderweg en klaar
is kees. We kopen water bij voor morgen.
Verhalen
van de medemens:
S'avonds zitten alle trekkers van die dag tesamen in het eetzaaltje
van de refugio, voor en na het eten, te babbelen, te klagen,
spelletjes te spelen, kennis te maken, bier te drinken, te lachen,
aan hun voeten te prutsen, enz.
Op deze refugio zitten ook veel trekkers wiens laatste trekdag
het is en nu de avondcatamaran nemen om door de laatste bus
opgepikt te worden en terug te keren naar P. Natales. Zij hebben
de W-trek vanuit de andere richting gedaan. Dit vertelt ons
een Noorse blondine.
En onze slaapburen, dat blijken twee Fransen te zijn, twee Nordisten
uit de streek van Rijsel die voor hun job in Parijs wonen. Ze
zijn zelfs sympathiek en vertellen dat ze, zoals ons, ook Vlamingen
zijn. Hun grootouders spraken zelfs nog nederlands, beweren
ze. En de kloe is dat ze beiden in Saint Cloud wonen,
de gemeente grenzend aan Boulogne-Billancourt waar ik een jaar
gesleten heb. Zij vertrekken morgen met de ochtendcatamaran
richting P. Natales en dan trekken ze door naar Argentinië.
Dag
5 -----Dinsdag 9 maart-----
Refugio Pehoe - Refugio Los Cuernos
Vandaag
wordt het 15 km stappen in 7 uren. We nemen uitgebreid ontbijt
en tevens afscheid van onze sympathieke Nordisten/Parijzenaars.
Dan starten we een ander been van de W-trek en het gaat over een
golvend parcours door fijnbos, van hetzelfde soort bos langs de
Garden Route in Zuid-Afrika. Het weer is schitterend: windstil
en om en bij de 20°. Onuitgegeven voor dit deel van de wereld.
Stilaan verdwijnt het Pehoe meer uit ons zicht. Een dikke twee
uur later arriveren we aan de hangbrug over een kolkende rivier.
Net ervoor sla ik mijn voet om: slechte voeten kan je je hier
niet permitteren. Ik leg een tapeverband, geleerd van Danny N.
mijn kinesist. Langs de overkant van de wiebelbrug beslissen we
om een uurtje de Valle Frances vallei in te trekken, dit
wil zeggen dat we linksop gaan en dan zullen terugkeren naar de
hangbrug om dan verder te trekken tot aan de volgende refugio.
De Valle Frances (Franse vallei) is ook één van de attracties
van het park want de vallei ligt tussen de 3.050m hoge Paine
Grande en de iets lagere Cuernos del Paine. Na een
tijdje stappen krijgen we tussen de bossen door uitzicht op de
Frances gletsjer die de voedingsbron is van de kolkende rivier
die we daarnet overgestoken zijn. Het is stil, er zijn weinig
trekkers in de omtrek en we beslissen ons lunchpakket te verorberen
met de gletsjer, de Paine Grande en de Cuernos als buren.
We keren terug naar de hangbrug en trekken verder richting refugio
Los Cuernos. Het tweede deel is zwaarder dan de voormiddag. Maar
de uitkijkpunten op het grootste meer van het park, Nordenskjöld
meer, zijn geweldig. Zijn pastelkleur en de besneeuwde pieken
op de achtergrond maken het prentje compleet. De stilte en de
natuurpracht doen ons mijmeren, eenzelfde gevoel als toen we genoten
van de stilte en het oneindig zicht op de Devil's Garden Trail
in Arches NP in Utah. De laatste kilometer is uitermate zwaar
want we vergissen ons van pad en komen terecht in een rotsblokken
woestijn langs de oevers van het meer. Ondanks de focus op mijn
stappen, slaat mijn voet terug om. Lichte paniek, maar we doen
door en de pijn gaat over. Ondertussen houdt ook de knie van Bart
goed stand in zijn basketbrace. Moe en verbrand van de zon komen
we uiteindelijk aan in de refugio Los Cuernos. De douche
die daarop volgt, is de beste van maanden. Voor het avondeten
genieten we van de Cuernos die vlak voor onze refugio uit de grond
rijzen. De kleur van de bergen is eigenaardig. De wanden zijn
beigekleurig, terwijl de hoornen chocoladekleurig zijn. Dit kleurverschil
was ons al opgevallen tijdens de trek.
The
Horns (De Hoornen)-------- Nordenskjöld
meer en De Hoornen -Nordenskjöld
meer
Verhalen
van de medemens:
Vannacht zullen we in onze kamer met 8 slapen in stapelbedden
van twee hoog. Onze metgezellen zijn leden van de Britse Navy
die met hun vloot de Falkland eilanden controleren. Als onderdeel
van hun trainings/ontspannings-programma staat een trektocht
door dit park op hun menu. Ze zijn beleefd maar afstandelijk.
We wachten aan de grote tafel in het eetzaaltje tot ons eten
geserveerd wordt. Er komen twee ijzeren meiden binnen: ik zie
oorringen, neusringen, oorlelringen, staven door de mond. Ze
spreken duits. Omdat mijn duits niet zo goed is, kan ik hen
niet vragen of ze ook tepelringen dragen…
Naast Bart zit een boekenverslindende Italiaanse Duitse die
Sofie noemt. Sofie woont in Italie, in het noordoosten van het
land. Ik neem akte van haar woorden dat er daar ongeveer 570.000
duitstaligen wonen; maar italiaans neemt stilaan toch de bovenhand.
Sofie is bijna rond met het volledig circuit door het park van
8 dagen. Ze trekt ook onze richting uit morgen en overmorgen.
Het avondeten wordt geserveerd en plots komen zich 4 Zuid-Afrikanen
langs mijn kant aan de tafel zetten. Andrej is de leukste van
het gezelschap en spreekt afrikaans. Hilariteit alom als wij
nederlands en hij afrikaans tegen elkaar praten: moe nie veel
zwans nie. Ondertussen is naast Sofie een knappe Britse komen
zitten en Andrej trekt alle registers open om met haar op een
goed blaadje te staan. Na het eten blijven we verderlullen met
dit bont gezelschap en de (uitstekende) Chileense rode wijn,
verkocht in tetrapack, maakt de tongen nog losser. Als we Andrej
nog een glaasje meer aanbieden, ontlokt hem dit de volgende
oneliner: 'dit is goed foor hart en siel'.
De knappe Britse noemt Fiona en verlaat meer en meer haar gesprekspartner
Andrej voor ons. Fiona doet ook het ganse circuit in het park
en trekt daarna nog een paar maanden verder in Zuid-Amerika.
Wij zijn trouwens grote uitzonderingen met ons vakantie-tje
van drie weken. De meesten zijn tussen de drie en de twaalf
maanden onderweg. Op zulke momenten ben ik in staat een papier
te tekenen om mijn job op te geven en een jaar op pad te trekken.
Al een eind in de avond komt er zich plots onopvallend een Tsjechische
schone nestelen tussen Bart en mij. Ze luistert naar de naam
Pètra en heeft meteen Bart's aandacht. Ze kan boeiend vertellen
over haar avonturen en is een echte wereldreizigster. Ze is
maanden op pad. Ze vraagt een sigaret aan Bart. Hij geeft er
haar vijf.
Het is vrij laat in de avond als wij onze stapelbedden opzoeken
en de rest van de tafelgenoten hun tent.
Dag
6 -----Woensdag 10 maart -----Refugio
Los Cuernos - Refugio Chileno
Vandaag terug 15 km te stappen en afgelegd in ongeveer 7 uren.
Wat gebeurt er in Patagonië? Ozongat, opwarming van de Aarde,
broeikassen, … feit is dat
er terug een windstille dag is met strakblauwe hemel. We smeren
ons in met factor 20. S'voormiddags trekken we verder langs
het meer met de Scandinavische naam: Nordenskjöld, op en af, maar
weinig keien en rotsblokken en dus deze keer geen omgeslagen voeten,
trouwens verpakt in tape. De vegetatie blijft fijnbos. We steken
een brede gletsjerrivier over maar ik slier op één van de rotsblokken
uit en beland met één voet in het water. Dit wil zeggen schoen
uit en droge kousen aan of uw voet komt vol met blaren te staan.
Buiten onze verwachting hebben we weinig last van onze 12kg wegende
rugzakken. Ondertussen is het zwakke ras al ons voorbij gelopen:
eerst Fiona en dan Sofie. Wij nemen inderdaad onze tijd en genieten
maximaal van de omgeving. Trouwens sommige trekkers met zware
rugzakken kunnen we gewoon niet volgen. Sofie weet ons nog te
vertellen dat ze last heeft van haar grote teen en ze waarschijnlijk
haar teennagel zal verliezen. Ze zegt het schitterend als volgt:
'the nail will probably abandon'.
De poema leeft in dit park maar is onzichtbaar. Volgens
Bart is de poema niet meer dan een extreem grote kat die "konijnen
verschalkt". Deze definitie van de poema wou ik u niet onthouden.
Het pad splitst zich en we nemen de kortste weg naar de volgende
refuge alhoewel Lonely Planet afraadt om de upper trail te nemen,
maar veeleer aanraadt het pad verder te volgen langs het meer
(de lower trail). Maar het pad is zeer goed te volgen en we zijn
blij met onze beslissing. S'middags openen we terug onze lunchbox
op een strategische plek. Voor zulke momenten doe je het allemaal:
eten in volle natuur 'met uitzicht'.
De
'upper trail' brengt ons in totaal ander gebied: het fijnbos
wordt geruild voor sompige pampa. We komen in open steppe. Vanop
de hoogte zien we in de verte Hotel Las Torres, ons eindpunt van
morgen. Het terrein is vlak en dit deel van de trail blijkt een
overgangsstuk te zijn naar het derde deel van de dagtrip, een
pad met zicht op een prachtige vallei (foto) waarin zich
ook de refugio Chileno bevindt. Plots is het landschap volledig
veranderd en trekken we richting een kolkende rivier die langs
de refugio passeert. Het worden de laatste honderden lastige meters
van vandaag. Bij een rustpauze op een rotsblok zien we zowaar
twee Andeese Condors boven onze hoofden cirkelen, de grootste
vogels op deze planeet, exemplaren
die we ook zagen boven de Colca Canyon nabij Arequipa in Peru.
Het zijn prachtexemplaren en ze naderen vrij dicht zodat we ze
goed kunnen zien en filmen.
We komen aan in refugio Chileno na terug een overweldigende
dag. We slapen nu in stapelbedden van drie hoog in een ruime refugio.
Bij aankomst moet Bart onmiddellijk iets eten van de honger en
valt de kok aan: croque monsieur's zijn zijn deel.
Verhalen
van de medemens:
Fiona zit in P. Natales want ze maakt het circuit niet volledig
rond wegens te vermoeid. Sofie zit een camping verder waardoor
ze dichter bij hèt doel zit van morgen: de Mirador Las Torres.
Dit is een must do in het park en het orgelpunt van iedere trekker.
Een lastig pad brengt u tot aan de voet van de drie Paine Torens
die dan voor u zo'n slordige 2.800 m hoog uitsteken.
De Zuid-Afrikanen met Andrej: niet meer gezien De Navy boys:
niet meer gezien. In de plaats van de afwezigen krijgen we een
horde luidruchtige Duitsers (kent ge andere?) in de plaats.
Ze hebben ons vannamiddag voorbij gestoken op het pad in een
soort Duits marstempo.
We raken in gesprek met een Nederlands koppel op wereldreis
met nog 5 maanden te gaan: van Nederland naar Indonesie, Nepal,
Indië, Australië, Nieuw-Zeeland, Antarctica, Chili, Zuid-Amerika.
Ons bakkes valt open van bewondering, interesse en jaloezie.
Plots duikt Pètra op: ze kampeert hier op het terrein en ze
gaat morgen ook naar de Mirador. Net als ons wil ze om 5h s'morgens
vertrekken om bij zonsopgang aan de torens te zijn. Ze blijft
een aanstekelijke vertelster. Tijdens het avondeten maken we
met zijn allen kennis met een Zweeds koppel, mensen van ongeveer
65 jaar. Dit geeft ons hoop. En plots weerklinkt Pink Floyd
als achtergrondmuziek. De avond kan niet meer stuk.
Dag
7 -----Donderdag 11 maart -----Refugio
Chileno - Mirador Las Torres - P. Natales
Weeral
vroeg op, zeer vroeg: 4h50. We willen de Torres del Paine zien
bij zonsopgang en het is eerst nog twee uur stappen in t'pekkedonker,
al klimmend naar de uitkijkpost. Het is helemaal niet koud. Onze
mijnwerkerslampen leveren goed resultaat en we kunnen het pad
vrij goed volgen. Plots steekt Pètra ons voorbij: een korte begroeting
en weg is ze. We stappen 1 uur door het bos tot we aan een morenenveld
komen, ofte een slagveld van rotsblokken. En bovenaan dit veld
is de uitkijkpost op de torens. Het lijkt ondoenbaar om dit mijnenveld
te beklimmen, laat staan het meest efficiente pad te vinden. Want
de rode bollen die op de rotsen geverfd worden om de beste route
aan te geven, missen we in het donker zodat we letterlijk onze
eigen weg banen. We eten wat vloeibaar krachtvoer van Bart en
dat was nodig. 1u20' verder vallen we al hijgend neer op de top
van dit rotsenveld, aan de Mirador Las Torres (zie foto
in dag 4). Maar het loont de moeite terecht: op korte afstand
zien we de drie massieve granieten torens als fiere soldaten boven
de rest uitsteken. Aan
de voet ligt een gletsjermeertje. Ik tel een 15-tal andere vroegklimmers,
sommigen met fotoapparaat+statief, om de geweldige kleurveranderingen
te zien op de wanden van de torens bij zonsopgang. Eerst rood,
dan wat zachter, dan nog iets bleker tot de normale 'dagkleur'
bruin bereikt wordt. Een foto elke 10' zou een palet van roodvarianten
opleveren. We genieten een uurtje van dit zicht en dalen dan terug
af via die verdomde rotsblokken die mijn knieën zwaar belasten.
Nu de tendinitis in mijn achillespezen verdwenen lijkt, beginnen
mijn kniebanden raar te doen. Twee uurtjes later halen we onze
rugzakken op in de refugio, betalen de rekeningen en dalen verder
richting eindpunt van deze trektocht. Inmiddels is het terug zeer
warm geworden en is er geen vleugje wind: de ------Martin+Bart
op Mirador Las Torres
wereld op zijn kop. Het moest hier verdorie koud zijn en regenen
en waaien om ter hardst. Maar nee, we trekken verder in korte
broek. Plots heeft Bart drummingen en moet de natuur zijn
gang laten gaan. Gewapend met een rol wc-papier achter een rots,
doet hij zijn gevoeg. We stappen verder en komen aan op ons eindpunt:
op de terreinen van het sjieke Hosteria
Las Torres. Er rest ons nog de minibus te nemen tot aan de
ingang van het park te Laguna Amarga, 7km verder. We komen toe
waar we vertrokken zijn: de W-trek zit erop. Te Laguna Amarga
nemen we terug de bus naar P. Natales, met toevallig dezelfde
chauffeur van een week geleden. Wat ons opvalt is dat alle voorruiten
gesplet zijn door de steenslag van die onverharde wegen.
Carglass moet hier gouden zaken doen of net niet want niemand
lijkt zijn ruiten te vervangen. We rijden terug door de bijna
boomloze steppe en plots verandert het weer: het wordt bewolkt
tot zwaar bewolkt. We zien vanuit de bus het park verdwijnen in
een wolkendek en noch de Torres, noch de Cuernos zijn volledig
zichtbaar. We hebben blijkbaar de juiste week uitgekozen.
Bart op weg naar het eindpunt,
na 3d stappen
We keren terug naar ons Hostel La Cumbre. Blijkt dat ze ons een
dag later verwachtten, en er is geen plaats meer vanavond: alles
volzet. Eén telefoontje naar een collega volstaat om ons een paar
blokken verder te laten overnachten in een achteraf gezien beter
en properder hostel. Maar dit is bijzaak, hoofdzaak is dat we
een geweldige week achter de rug hebben en dat we nog steeds fysische
inspanningen aankunnen. Dat moet gevierd worden met 'lomo a lo
pobre': biefstuk met spiegelei en frieten + van die geweldige
Chileense rode wijn.
Verhalen
van de medemens:
We zijn Sofie nog tegengekomen in het parkje verbonden aan het
Hosteria Las Torres op het einde van de tocht. Ze is doodop
na 8 dagen trekken. We trakteren haar op een fris colaatje.
Ze doet haar schoenen uit en we zien haar grote teen uit de
kousen priemen. Ze doet haar kousen uit en dan zien we dat haar
voeten en tenen vol staan met blaren: nooit gezien. Op elke
teen, 10 in totaal, staan blaren; ook op haar hielen. Ik moet
er met haar fotoapparaat een foto van nemen. Ze vertelt verder
dat ze vrijwilligerswerk wil doen in Bolivië, waar ze na een
paar dagen rusten in P. Natales, naartoe trekt. Ze gaat niet
in op onze uitnodiging om samen te eten in P. Natales. Ze is
van het éénzaat-type. Toffe meid. Pètra moet nog ergens
in het park vertoeven want ze wou nog een rotsmuur beklimmen.
Alle anderen zien we niet meer terug: verschwunden.
Dag
8 -----Vrijdag 12 maart-----
P. Natales - Perito Moreno
We gunnen ons geen rust. Weeral om 6h30 uit ons bed want de tourbus
komt ons ophalen om vandaag
de grens over te steken naar Perito Moreno, Argeninië, waar de
befaamde en beruchte Moreno gletsjer ligt. De 6 andere passagiers
zijn Chilenen op vakantie. De rit duurt 5 uur tot in El Calafate,
de uitvalsbasis voor de Moreno gletsjer, die 80 km verderop ligt.
Aan de grens (na 60 km) geen noemenswaardige problemen of tijdverlies:
we krijgen er een paar stempels bij in ons paspoort. Beide douaneposten
(foto) liggen temidden de patagonische steppe of pampa en
ver van de bewoonde wereld. Quasi tot aan El Calafate rijden we
door een onmetelijke, bijna boomloze, grassteppe die voor mij
nog het meest vergelijkbaar is met de savanne van Serengeti, Tanzania.
De wind en andere natuurelementen hebben er vrij spel en slechts
enkele dieren en planten (grassen) overleven hier. Steeds dezelfde
dieren zien we terug: nandu's, guanaco's, soms schapen, geen vee.
Dit is het grote niets, tot aan de einder. En daarom juist is
het zo speciaal.
We komen op de middag aan in El Calafate, waar we een half
uurtje rusten. Daarna vertrekken we richting Moreno gletsjer.
En we zullen het geweten hebben … want de chauffeur verwittigt
ons dat hij via de radio hoorde dat het vandaag dè dag was 'to
see a big show'. De media, die geheimdoenerij, het niet juist
weten wat hij bedoelt, … het maakt ons nerveus en scherpt onze
verwachtingen.
DE
MORENO GLETSJER

Het is een prachtig stuk: nooit gezien, en uniek in zijn soort.
Hij is ten eerste mooi wit, zonder morenen of rotsblokken op
zijn vacht. Ge ziet hem werkelijk starten uit de achterliggende
bergketen, naar beneden komen, dwars door zijn eigen gletsjermeer
priemen tot aan het vasteland. Hij is breeeeed en zo dichtbij
als je op de dichtst bijzijnde houten uitkijkposten staat. Hij
heeft drie zijden: links houdt hij de ene helft van het meer
tegen, rechts de ander helft, en vooraan botst hij tegen het
vasteland. En die ijsschotsen dan: net als de Grey gletsjer
(zie dag 4), vormen de schotsen muren van wit-blauw ijs van
60 meter hoog!! Van ver lijkt het een enorme witte muur, van
dichterbij zie je de spleten, spelonken, tunnels tussen de schotsen.
Zo'n zicht vergeet je nooit meer.
En tijdens de zomer kraakt, piept en schoffelt de gletsjer door
de temperatuurverschillen overdag en valt er ook af en toe eens
een stuk ijs in het water. Maar vandaag is het anders. Door
de combinatie van een hete zomer, een hete nazomer en de druk
van het water van het ene gletsjermeer, smelt/breekt de gletsjer
af op zijn zwakste plaats, namelijk vooraan waar hij het smalst
is. Het water vindt een weg van het ene meer naar het andere
(van links naar rechts) en op dat moment is de waterkracht sterker
dan het ijs en wordt op één dag kathedralen van ijs afgekalfd,
die in het water verdwijnen, golven veroorzaken en als kleine
ijsbergen het meer afdrijven. De gletsjer wordt letterlijk ondermijnd
door waterkracht.
En net op die dag, een geluk uit de duizend, zijn wij aanwezig.
De show kan beginnen…
Filmfragment
Moreno Gletsjer
…
en volk dat er is. De media berichtgeving heeft zijn doel niet
gemist want de overgrote meerderheid van de aanwezigen zijn lokalen.
En wie komen we daar tegen: de vier Zuid-Afrikanen met Andrej
op kop. Ook hun monden vallen open van dit spektakel. De twee
uren dat we mogen blijven van de tourchauffeur zijn zo voorbij.
Het gekraak van het ijs, het gebulder van het water is overweldigend.
Ganse ijsschotsen kalven af en vallen met een gedruis in het water.
Het water heeft ondertussen een tunnel gesleten onder het ijs
en beukt verder tegen de voorkant. En plots verdwijnen nog meer
tientallen meters brede schotsen in het watergeweld. Ik weet niet
of ik door de camera moet kijken dan wel rechtstreeks moet toekijken
en mijn camera 'mikken' op dit natuurgeweld. We hebben ogen en
zintuigen tekort om dit te capteren. Dit verlaat nooit meer ons
netvlies en mogen ons tot de grootste chansards rekenen
dat we de juiste dag uitkozen om hier te zijn. We horen vanuit
Belgie dat dit evenement zelfs in het nieuws te zien is geweest.
Het is ondertussen half vier geworden en we moeten terugkeren
naar El Calafate, waar we overnachten.
Verhalen van de medemens:
We verkennen El Calafate, de hoofdstad van Argentijns Patagonië.
Het is gemakkelijk: alles is geconcentreerd langs de hoofdweg
Av Libertador. Winkelkes, cafés, restaurants. Plots komt er
iemand uit een café gespurt: Andrej. 'Die gletsjer was
reuzeskoon, nie?' Absoluut Andrej, absoluut. 
We bemerken een Argentijn die lurkt aan een pijpje. We denken
dat hij een soort waterpijp smoort
(met van dat wit poeder erin), maar tot onze grote verwondering
blijkt het een theepotje te zijn (foto). Hij is verwonderd
omdat we niet weten dat dit een aloud Argentijns gebruik is.
We mogen zelfs proeven. Het is een sympathieke kerel die geen
woord engels spreekt, maar gebarentaal maakt veel goed. Het
zuigpijpje gaat tot onderaan de tas die afgedekt is met een
dekseltje waarin de thee ligt. Daarover giet hij heet water
uit zijn thermos en klaar is kees.
Wie in Argentinië is moet vlees eten. Argentinië heeft de beroemdste
en meest kwalitatieve veestapel ter wereld. En dat weet ook
mijn werkgever, Rousselot, die in Argentinië een fabriek heeft
die gelatine produceert uit runderhuiden. In Gent maken we gelatine
van varkenszwoerden en -poten. In Rick's Café eten we ons te
pletter aan een blafte van een steak van 750 gram met
groentenbuffet voor amper 17 pesos (5 €). Het vlees is uitstekend.
De wijn erbij eveneens. Ik krijg niet alles op, maar Bart maakt
dat er op ons borden geen spierken vlees meer overblijft.
Ondertussen krijgen we het gezelschap van een kaalhoofdige Spanjaard,
uit Barcelona. Hij gelijkt wonderwel op Peter Hoogland. Op de
achtergrond horen we Coldplay. Wat een dag!
Dag
9 -----Zaterdag 13 maart-----
El Calafate - Puerto Natales
Alweer
vroeg op om de bus van 6u10 te halen terug naar P. Natales. Het
is een gecharterd minibusje met 15 zitjes, maar we zijn slechts
met zijn vieren: nog twee treksters zullen ons vergezellen. De
chauffeur lijkt een rock-fan want op dit ochtendlijk uur legt
hij CD's op van Guns&Roses (Child of mine!) en U2. Op de terugreis
zien we de zon opgaan in de pampa, die rood gekleurd wordt.
Na 4 uur rijden door de pampa komen me beelden voor de geest van
gelijkaardige stroken in Texas en New Mexico. We komen aan dezelfde
grensovergang van gisteren en moeten onze exit-stempel halen.
Dan doen de douaniers een bareel omhoog waar de ketting zo verroest
is dat ze er gegarandeerd volgend jaar afvalt. 5 kilometer verder
staat de barak, want meer is dat niet, van de Chileense
douane van wie we terug een aankomststempel krijgen. De Chileense
douaniers checken Bart's dagrugzak. Er wordt ons verteld dat we
verwisselen van minibus. Onze chauffeur keert terug naar Argentinië
en onze nieuwe Chileense chauffeur komt al aangelopen. Goed geregeld,
zeg ik. De twee treksters gaan naar NP Torres del Paine en wij
rijden met z'n tweëen nog een uur terug naar P. Natales, inclusief
een miauwend kattejong die de chauffeur in een kartonnen doos
meevoert. We vragen ons af hoe de reisbureaus onder elkaar die
verplaatsingen regelen.
Ik check mijn GSM op berichtjes en zie dat Martine, Tom
en Pol me niet vergeten zijn een verjaardag te wensen. Ik word
49 jr en bevind mij ergens op het einde van de wereld. Maar veel
tijd om dit te overpeinzen hebben we niet, want we stoppen al
in P. Natales en keren terug naar ons Hostel, waar we ons eigen
filmen (foto). De rest van de namiddag hebben we volgemaakt in
Café Melissa bij gebrek aan beters (alles gesloten). S'avonds
hebben we geëten in restaurant Indigo (ons aangeraden door de
Zuid-Afrikanen) met zicht op het meer en op de zonsondergang,
wat voor een romantische noot zorgde op mijn verjaardag, weliswaar
met mijn broer tegenover mij ipv Martine. T'Leven kan hard zijn.
Als afsluiter van deze merkwaardige week zijn
we in disco El Tunel een pisco sour en een pescola gaan
drinken. --Bart
+ Martin ( 49 jr geworden)
En dan naar bed en we mogen uitslapen s'anderendaags: wat een
meevaller …
Dag
10 -----Zondag 14 maart-----
Punta Arenas
… meevaller??? Het is juist overgang naar winteruur dit weekend
en we zijn een uur te vroeg op om de bus te nemen naar Punta Arenas.
Dan maar naar TV gekeken in de woonkamer van de eigenaars van
het hostel, naar een samenvatting van de sportmomenten. Om 9h
stappen we de bus op om 3 uur later te arriveren in Punta Arenas.
Terug van weggeweest. Aan het busstation worden we aangeklampt
door een verhuurder van een hostel: The
Blue House, en we gaan in op zijn aanbod. We wandelen rond in
P. Arenas een stad van 121.000 inwoners maar zo dood als ne pier
op zondag. We lopen daar schier alleen maar de felle kleuren
waarin de huizen/restaurants geverfd worden, valt op. Zo is ons
hostel volledig in het blauw geschilderd. We stappen tot aan de
Straat van Magellaan (foto) die de Grote Oceaan
verbindt met de Atlantische Oceaan. Aan de overkant ligt Vuurland,
dan Kaap Hoorn en dan Antarctica: we bevinden ons inderdaad op
het einde van de wereld. Trips naar Antarctica worden georganiseerd
van hieruit of vanuit het Argentijnse Ushuaia. We beslissen om
s'avonds sjiek te gaan eten, in een door LP aangeraden restaurant:
Remezon. De kelner brengt een vakkundig gesheekte pisco
sour met daarna king crab, beversteak, guanacosteak met de gepaste
wijn. Het is een terechte afsluiter van het eerste deel van onze
reis. Patagonië zit erop maar heeft voor altijd een plaats in
ons hart veroverd. Morgen vliegen we naar Calama in de Atacama
woestijn.
Verhalen
van de medemens:
In The Blue House ontmoeten we twee Amerikanen, uit Colorado
en Montana. Ze houden vooral van klimmen en trekken. De twee
Deense meiden die ook aan tafel aanschuiven zijn een 5-tal maanden
weg en doen na Zuid-Amerika ook Australië en Nieuw-Zeeland aan.
Typische gevallen van: gestudeerd, diploma gehaald, maar eerst
efkes de wereld zien en dan pas gaan werken.
Dag
11 -----Maandag 15 maart-----
Punta Arenas - Calama
Punta
Arenas - Calama: 3.500 km hogerop en we blijven nog steeds in
hetzelfde land! In Europa had je op die afstand al een tiental
landen doorkruist. De vlucht is om 7h40, dus terug vroeg uit de
veren. Bart's ochtendritueel lijkt altijd hetzelfde: suf en zwijgzaam
tot er een tas koffie onder zijn neus verschijnt, dan wordt hij
wakker. We nemen om 6h een taxi. De luchthaven van P. Arenas is
een compact, klantvriendelijk gebouw. We vliegen op een airpass
van Lan Chili, de Chileense vliegtuigmaatschappij, die 250 US$
kost voor drie binnenlandse vluchten. Pas op: P. Arenas - Calama
wordt beschouwd als twee vluchten, want alle vluchten transiteren
via Santiago.
Het wordt een transportdag: P. Arenas - Santiago (aankomst 12h)
via een tussenlanding in P. Montt. Dan om 14h onze vlucht naar
Calama (aankomst 17h) via een tussenlanding in Antofagasta. In
Santiago luchthaven drinken we een pint in dezelfde bar als in
het heengaan. Tijdens de vlucht zijn de stewardessen toch bijzonder
vriendelijk: 'Welcome on board ladies and gentlemen, boys and
girls'. Bij de tussenlanding in P. Montt doet het vliegtuig
een manoever die ik nog niet meegemaakt heb. Het landt en op het
einde van de landingsbaan neemt het doodleuk een U-turn en taxiet
terug op de landingsbaan naar het luchthavengebouw. De vluchten
zijn zo goed als wolkenvrij en we zien het landschap veranderen
van bergachtig, groen, meren - ten zuiden van Santiago - tot woestijn,
droog, bruin - ten noorden van Santiago. De Andes blijft constant
zichtbaar aan onze rechterzijde. We landen in Calama en
nemen een taxi naar ons hostel. De intrede in een levendige stad
van 131.000 inwoners op 2.700 m hoogte, onder een hete zon, feestelijker
en modieuzer dan het zuiden, met echte verkeersvrije winkelstraten,
zorgt toch voor een schok(je) bij ons. Lonely Planet opent het
hoofdstuk over Calama in zijn Shoestring gids met de volgende
zin: 'It never rained in Calama'. En dit moet je letterlijk nemen
want de stad ligt in de Atacama woestijn, de droogste plek op
Aarde. Toeval wil dat ik enkele weken voor vertrek op National
Geographic een programma zag over de droogste plek op Aarde, gebaseerd
op meteorologische metingen. Een plaatsje in de Atacama woestijn,
ten noorden van Calama, kreeg de titel: 'droogste plek ter wereld'.
We reserveren eerst ons bezoek van morgen aan de grootste open-put
kopermijn ter wereld: Chuquicamata, kortweg 'Chuqui', 15 km buiten
t'stad. We
gaan daarvoor naar de toeristische dienst en de vrouw ter plaatse
belooft ons plechtig dat ze morgenvroeg onze plaatsen zal reserveren,
'want nu zijn de diensten in Chuqui gesloten'. 'By the way' zegt
ze, jullie zijn zo groot en hebben zo mooie blauwe ogen. Ze gaat
drie treden de trap op om op gelijke hoogte te komen van Bart.
En lachen en goefelen. We maken ons uit de voeten en doen
een eerste verkenning van het stadje. Onze droge kelen leiden
ons naar een café, de zoveelste uit de rij met geblindeerde deuren.
We stappen binnen en we zien een horde kort gerokte serveersters
die blijkbaar schrikken dat er twee vreemdelingen binnenterten
en dan nog van die twee lange. Onze eerste reactie: we zitten
in het verkeerde etablissement. Maar neen, -Calama
en zijn electriciteitsnet
we worden twee pinten (elk 75cl) geserveerd en daar blijft het
bij. De jongedames keren terug naar hun barkrukje en wachten op
de volgende bestellingen. Het café wordt uitsluitend bevolkt door
mannelijke klanten, de meesten redelijk zochte en luidruchtig.
Een korte enquete leert ons dat deze cafés er gekomen zijn om
de duizenden (mannelijke) mijnwerkers van het nabijgelegen Chuqui
visueel te bevredigen, met de nadruk op visueel. En ondanks de
zekere 'meerwaarde' die deze bars bieden, is de prijs van de pint
er goedkoper dan in Patagonië. Allen daarheen.
Dag
12 -----Dinsdag 16 maart-----
Calama - Chuqui - San Pedro de Atacama
We
hebben slecht geslapen: veel lawaai s'nachts, een bel, deuren
die toeslaan en ook nog een vuile douche. Mijn keuze van hostel
is deze keer slecht geweest. We ontbijten in de voetgangersstraat
op een terrasje. De zon is uiteraard van de partij en het wordt
(zeer) warm. We ontmoeten Jaime, een jonge dichter die zijn poëzie
tracht te slijten. We wijzen hem af. We verkennen verder het stadje
want onze 'taxi collectivo' vertrekt pas rond 12h30 richting Chuqui
waar onze begeleide toer start om 14h. Op een terrasje lopen we
Jaime terug tegen het lijf; de man blijft sympathiek, herinnert
ons nog even aan zijn poëzie en het feit dat hij binnen 10jr een
heel bekende Chileense dichter zal zijn. We lachen ne keer. Het
is ver tijd om onze taxi collectivo te vinden en we lopen Jaime
voor de derde keer tegen het lijf. We kunnen er niet meer onderuit
en kopen een bundeltje. De man is wreed content maar we
vermoeden dat het elkaar telkens tegenkomen, niet toevallig was.
Chuquicamata is een verlaten stad, met ingeslagen ruiten,
grafiti. Maar dit is normaal want vorig jaar zijn alle mijnwerkers
moeten verhuizen naar Calama voor wel twee heel speciale redenen:
1. Het bedrijf hanteert de ISO 14000 norm die dicteert dat industriële
activiteit en woonactiviteit niet op één plaats mogen
2. Er is plaatsgebrek om de afvalstenen, éénmaal het koper uit
de steen is, kwijt te geraken. Ze gaan gewoon het stadje bedelven
onder de stenen … wat amper vijf jaar gaat duren.
We
komen rond 13h aan bij het kantoortje die de toeristen opvangt.
We willen onze toer bevestigen maar 'sorry, you are not on the
list and the trip is full'. Jamaar, heeft de toeristische dienst
van Calama niet gebeld? En we overlopen samen de lijst van namen
en zien dat we er onderaan aan toegevoegd zijn. 'Oh yes I remember,
we got the telephone from Calama but the tourbus was already full
and we put you on the waiting list'. Asjemenou: spookbeelden
van gelijkaardige situaties bij de dolfijnen in Kaikoura, bij
de afdaling van de Grand Canyon komen opzetten. Situaties waar
we telkens in extremis meekonden. Wat zal het nu zijn? Je gaat
het niet geloven maar om vijf voor twee is iedereen op haar lijst
afgepunt - wegens aanwezig - behalve twee toeristen. En dus kunnen
we mee!! De toer duurt een uur en ik ga jullie met een aantal
statistieken rond de oren slaan, want dit is een indrukwekkende
onderneming:

Na
een uur is de toer afgelopen en spijtig genoeg mogen we het industrieel
extractieproces niet bezoeken.
Een taxi collectivo brengt ons terug naar Calama. De taxichauffeur
is een bijzonder goedlachse man die het voortdurend heeft over
de chicas (de meisjes). We moeten hem wel goed uitleggen waar
België ligt want daar heeft hij nog niet van gehoord. 'How
are the chicas in Belgium?' lacht hij.
Het is vandaag Marte's verjaardag, mijn petekind. Marte wordt
8 jaar: proficiat. Papa Bart pleegt een telefoontje naar zijn
dochter.
Het is 15h30 en om 18h nemen we de bus naar San Pedro de Atacama,
een goede 100 km verder aan de voet van de Andes. Ondertussen
gaan we een pint drinken en stappen een café binnen...
...
een rockcafeetje in Calama (de naam niet genoteerd):
Aan de muur hangt een grote poster van Jimi Hendrix, een video
staat op van Metallica op groot scherm en één tafeltje is bezet
door lokalen. We zetten ons aan de bar en vragen een pint. Een
Escudo ditmaal, 50cl, en hoewel dit allemaal bekende lokale
merken zijn, drinken we waarschijnlijk bier van een Belgische
groep … We knopen een gesprekje aan met de juffrouw achter den
toog die geen woord engels spreekt; het wordt moeilijk. Maar
haar lach en uitstraling zijn aanstekelijk en tegelijk aantrekkelijk:
ze valt in onze smaak en we denken dat dit wederzijds is.
Ik vraag Led Zeppelin en zonder dralen wordt de video 'The Song
remains the same' opgezet. We genieten. We praten nog over en
weer in een soort spaans-engels-vlaams taaltje en ze vraagt
of ze haar favoriete groep mag opzetten: Rush. Nooit van gehoord,
maar het blijkt een Amerikaanse hardrock formatie te zijn. Maar
de manier waarop ze dit vraagt in haar eigen café, met een zekere
onderdanigheid en tegelijkertijd met een stralende blik en de
duim omhoog van 'dit is zeer goed', geeft haar een cachet die
we niet verwachten van een barmeisje in een rockcafé. Als we
weggaan krijgen we spontaan twee kussen, wat niet evident is
in een café bevolkt met lokalen. Een vrouw met klasse.
We
reppen ons naar de bus want die twee vrije uren waren zo voorbij.
Op weg naar de bus herkent Bart voor de derde maal een bedelaar
en geeft hem een tik op de rug. Hij kijkt verwonderd op en tegelijkertijd
op een biljet van 500 pesos die Bart hem onder zijn neus duwt.
De man verschiet hem een breuk en lijkt zijn geluksdag te hebben
na zoveel goedheid.
De rit naar San Pedro de Atacama duurt een kleine twee
uur, dwars door een bruine, platte woestijn (zie foto rechts).
In de bus filosoferen we dat telkens afscheid nemen van sympathieke
mensen zoals uit het rockcafeetje, maar ook van trekkers uit het
Torres del Paine park of van elders, lastig wordt. Goede mensen
die je waarschijnlijk
nooit meer terug ziet.
Het is in de vooravond en donker als we San Pedro binnenrijden.
Er ontplooit zich een andere wereld voor ons open. Het plaatsje
telt 2.500 inwoners maar al vlug blijkt dit een vaste stek te
zijn van rugzakkers die van hieruit de streek willen verkennen.
Alle wegen zijn onverhard en de straten smal. We zoeken en vinden
een uitstekend hostelletje (Katarpe) waar we de slechte overnachting
in Calama vergeten. We gaan eten in openlucht in short en T-shirt
en genieten van een pisco sour en steak. De sterrenhemel is prachtig.
Wat een contrast tussen 'rockin' Calama en dit latino, stoffig
nest. Het bevalt er ons onmiddellijk.
Dag
13----- Woensdag 17 maart -----San
Pedro de Atacama
San
Pedro (foto) ligt op 2.500 m hoogte als een oase in de
Atacama woestijn, aan de voet van de Andes. Het heeft iets hippie-achtigs,
iets rustigs, iets dat u langer doet blijven dan gepland, een
'kalm-aan' sfeer. De trekkers-toeristen zijn er in de meerderheid
en ge wandelt door de straatjes als in uw achtertuin. Iedereen
sleept er zich een beetje voort over de zanderige baantjes onder
een staalblauwe hemel, waar het woord 'wolk' nog moet uitgevonden
worden.
Het is 9h s'morgens en San Pedro slaapt nog. We beslissen dan
maar om het museum 'Gustavo Le Paige' te bezoeken. Gustaaf
was een Belgische priester-archeoloog die in 1955 de Zuid-Amerikaanse
universiteiten kwam helpen met opgravingen, wetende dat in dit
zo goed als regenvrij gebied, archeologische vondsten veelvuldig
zijn. De man is ondertussen overleden maar zijn museum staat nog
overeind met pre-colombiaanse kunst (V.C.), en Indiaanse mummies.
Hugo (Schaeck): ze verwachten u hier.
Daarna lopen we over het centrale marktpleintje. Er is geen bankinstelling
in San Pedro, vandaar dat er op bepaalde dagen een mobiele bank
op het plein staat: met schotelantenne. We tellen ons geld, rekenen
uit hoeveel we nodig hebben, en (willen) wisselen. Het minibus-bankje
wisselt echter geen euro's, maar daarvoor kunnen we gelukkig terecht
in een paar wisselkantoren. Het postkaart-kerkje is wit geschilderd
en klein. Van binnen is de geur van carboline alom aanwezig:
de spanten van het dak hadden net een beurt gekregen. In de verte
zien we de met sneeuw bedekte pieken van enkele vulkanen waaronder
de perfect kegelvormige, 5.900 m hoge Licancabur. Is het
van al die simpele schoonheid? Feit is dat Bart zijn fototoestel
ergens laat liggen en foetsjie. Niet getreurd, hij had
net een nieuwe film gestoken en we zijn geen foto's kwijt. Op
naar een digitaal toestel, Bart. We worden aangesproken door een
fietsrijdende lokale die ons haar restaurantje voor deze middag
aanbeveelt. Waarom niet, en we gaan er de dagschotel eten. Achter
die simpele gevels van de huizen/restaurants gaan mooie, groene
binnentuinen schuil. Na de lunch bezoeken we een aantal reisbureautjes
en we bestellen/onderhandelen al onze trips. Vandaag en morgen
rond San Pedro en daarna de start van de driedaagse jeepreis door
de Boliviaanse Altiplano.
 Het
is 15h: tijd om naar de bus te gaan voor onze eerste trip, een
bezoek aan de Valle de la Luna (de Maanvallei). (foto
links). We doen eerst een aantal uitkijkplaatsen in de buurt
om tegen zonsondergang in de Maanvallei te zijn, niet al te ver
buiten San Pedro. Eén van de uitkijkpunten geeft een mooi zicht
op de Atacama zoutvlakte. Daarna rijden we het park binnen van
de Valle de la Luna en als de Maan er inderdaad zo uitziet dan
gelijkt ze op: woestijn in alle bruinschakeringen, speciale rotsfiguren,
geen sprietje gès, boomloos, zandduinen. We moeten
de hoogste duin beklimmen om vanop het hoogste punt de zonsondergang
mee te maken (foto rechts) en tevens de ondergang van de
temperaturen van zo'n 40° in de zon tot koud, eenmaal de zon onder
is. Het terrein en het uitzicht doet me denken aan Death Valley's
Zabrisky point en de 20-mule trail. Eerst wordt de woestijn donker
maar uiteindelijk moeten de Andes toppen er ook aan geloven.

Satelietfoto van San Pedro de Atacama en
omstreken
Verhalen
van de medemens:
In de vallei en op de bus ontmoeten we Zwitsers, Chilenen, Engelsen,
Amerikanen en Duitsers. Die laatste zoeken geen contact. Allen
zijn maanden onderweg. Het Engels koppel vertelt dat ze in Argentinië
beroofd werden door straatboeven, met het pistool op hun hoofd.
Ze lijken nog onder de indruk te zijn. Van het oudere Amerikaanse
koppel moeten we een foto nemen met de woestijn als achtergrond.
'Head and legs or legs only' tracht ik grappig te zijn. En zijle
serieus: 'Head and legs'.
Morgen moeten we op een onmenselijk uur op voor ons bezoek aan
de El Tatio geysers. We gaan iets eten en bestellen per abuis
een vegetarische schotel. Maar Sting op de achtergrond maakt
veel goed. We zitten vroeg in bed.
Dag
14 -----Donderdag 18 maart
-----San Pedro de Atacama
Bart
wordt 42 jaar vandaag en hij moet op het onmogelijke uur van 3h30
uit zijn bed (foto links) want om 4h vertrekt de bus naar
de El Tatio geysers, s'werelds hoogste op 4.800 m tussen
de Andespieken. Twee uur doet de minibus over de 100km, over onverharde
bergwegen dwars door de Chileense hoogvlakte. Het busje zit eivol
met 11 toeristen en Bart's lange benen zitten gekneld, ondanks
dat hij de beste plaats krijgt. We worden tijdens de rit dooreengeschud
en van na-slapen is geen sprake. Net voor zonsopgang komen we
toe op de geyserplek. We zien veel rookpluimen, maar geen spuiters.
Als de zon opkomt is het contrast van de waterdamp tegen de
Martin + Bart (42 jr geworden) om 4h s'morgens----staalblauwe
hemel wel origineel (foto rechts), maar als je Yellowstone
en Rotorua in Nieuw-Zeeland gezien hebt, verbleken deze geysers
tot ordinaire grommers en overkokers. We balen. Bart had iets
leukers verkozen op zijn verjaardag.
We troosten ons met een door de
chauffeur origineel klaargemaakt
ontbijt waar de warme melk niet uit de termos komt maar uit tetrapack-dozen
die in de geysers gelegd worden om op te warmen. Grote hoogten
brengen mij altijd een kakmoment mee. En nu is het weer niet anders:
plots moet het gebeuren en gewapend met een rol wc-papier zoek
je een eenzame, grote rotsblok op. Uw gevoeg doen op 4.800 m tussen
grommende kookpotjes heeft ook iets. Het doet ons filosoferen
over onze beste kakmomenten. Bart herinnert zich zijn 'drol van
het jaar' in de Jarselmair woestijn in Indië. En uiteraard herinneren
we ons zijn drummingen op de laatste trekdag in het Torres
del Paine park (zie dag 7). Ik herinner me mijn heroïsch gevecht
tegen de hoogteziekte op de Kilimanjaro, die me constante scheiterij
gaf. En op de laatste dag, de dag van de aanval op de top, moest
ik s'nachts herhaaldelijk bij -15° de natuur zijn gang laten gaan.
Een ander boeiend kakmoment was op de hoogste berg van Bali: Gunung
Agung. Iedereen laat op zijn manier een stempel achter.
Verhalen
van de medemens:
Onze 9 medepassagiers zijn drie Brazilianen, 1 Chileen, een
Engels koppel en 2 Duitsers en nog iemand. De Brazilianen nemen
een korte vakantie en die leidt naar Chili (gelijk wij naar
Spanje op vakantie zouden gaan). Ze spreken vrij goed Spaans
en Engels. Het sympathieke Engelse koppel vertelt dat het nieuwjaarsnacht
had doorgebracht aan de Grey gletsjer in het PN Torres del Paine.
Ze deden gletsjerijs in hun whisky, zeggen ze. Ze klagen over
het slechte weer die ze hadden in het park met windsnelheden
tot 140 km/uur. En wij stoefen dat we zomerweer gehad hebben.
We
stappen met zijn allen de minibus in voor de rit terug naar San
Pedro. De terugrit is mooier dan de geysers. De Chileense Altiplano
toont ons gekleurde bergtoppen (van de mineralen), witte bergtoppen
(van de sneeuw), vicunas
(foto) een beschermde llama soort), zigzaggend tussen de
andespieken. Dichter naar San Pedro toe krijgen we een zicht op
de Atacama zoutwoestijn en de Maanvallei. De laatste 20 km gaan
steil naar beneden.
(Altiplano betekent hoogvlakte en is een
specifiek natuurfenomeen in het Andesgebergte. In plaats van diepe
valleien tussen bergen, liggen in de Andes hoogvlaktes tussen
de 4.000 en 5.000 m hoogte die als het ware het gebied tussen
de bergpieken (van 6 à 7.000 m) opvullen.)
We zijn terug om 11h30 en eten rechtover ons hostel in een lokaal
volksrestaurantje kip en steak van de barbecue, voorafgegaan door
een sopa (soep). S'namiddags bellen we naar huis want vanaf morgen
geen mobiele telefoon meer (Bolivië heeft geen roamingconventies
met Belgische operators). We nemen ook een lange siesta. Bart
langer dan mij, want ik huur een mountainbike en rij naar
Devil's Gorge, 7 km verderop. Meer moet dat niet zijn in deze
loden hitte. Ik moet dan nog wegenhulp spelen voor een gestrande
Chileense medemens: VW kever tot aan de as in de modder bij het
oversteken van een riviertje. Ik beloof hem plechtig naar San
Pedro terug te rijden en de politie te verwittigen om een takelwagen
te sturen. Ik kom mijn belofte na.
Verhalen
van de medemens:
S'avonds kijken we in de winkelkes voor kadootjes en we lopen
het Engels koppel tegen het lijf. We beslissen om samen te gaan
eten. We verklappen dat het Bart's verjaardag is. Er wordt getrakteerd
(ook het restaurant geeft een gratis pisco sour), we trakteren
terug en de stemming wordt 'losjes'. Matt en Helen, zo heten
ze, zijn al maanden onderweg maar hun uiteindelijk doel is emigratie
naar Australië. Na Zuid-Amerika doen ze Australië aan. Ze hebben
beiden hun werk opgegeven in Engeland en willen een nieuwe toekomst
uitbouwen in Australië. Ze hopen ter plaatse aan een werkvisum
te geraken. Matt, een echte adonis, is 28 jr en 7 jaar jonger
dan Helen! We drinken nog nen laatsten aan de 'bar' in ons hostel
en wisselen e-mailadressen uit. We hebben ondertussen elkaars
leven verteld en het klikt. Na het Chineesken en Pètra zijn
zij de derde met wie we in de toekomst kunnen e-mailen.
___________________________________________-------___
----- Dag 15 tot 22:_REISVERHAAL
BOLIVIE
________________________________________________________________________
|