CHILI:
feb-maart 2014
Chili is een uitgerekt land aan de westkust van het continent
Zuid-Amerika, ingeklemd tussen de Stille Oceaan en het Andesgebergte.
Het is 4.275 km lang (langste land ter wereld) en gemiddeld 180
km breed. Het vormt grens met Peru, Bolivië en Argentinië.
De noordelijke helft van het superdunne land (ruwweg het deel
boven de hoofdstad Santiago) is gekenmerkt door woestijnen, maanlandschappen,
kopermijnen en bevat de droogste woestijn ter wereld: de Atacama
woestijn. De zuidelijke helft (onder Santiago) is gekenmerkt door
vulkanen, meren, gletsjers en duizenden kanalen die in het land
fjorden uitsnijden. Het uiterste zuiden van Chili eindigt vlakbij
de Zuidpool.
Grondstoffen (vooral koper) en zalm zijn twee belangrijke exportproducten.
China is de grootste klant van het land.
Reeds in 2004 waren we te gast in Chili. We verkenden het uiterste
noorden en het uiterste zuiden (zie
reisverslag
Chili 2004). Deze keer ontdekken we het middengedeelte:
dit wil zeggen het Meren- en Vulkaangebied en de Carretera Austral
- een grintweg en aftakking van de PanAmericana - in afgelegen
Chileens Patagonië.
We verkennen de bonestaak per auto.

DEEL
1: CHILEENS MEREN- EN VULKAANGEBIED
Dag 1----- Zaterdag 8 feb-----
Brussel - Parijs - Santiago de Chile
We vertrekken pas in de namiddag en nemen de trein Gent-St-Pieters
- Brussel Zuid en verder naar Parijs, Charles de Gaulle luchthaven.
Gelukkig geen luchthavenstaking bij onze Franse vrienden. Meer
nog: de Thalys arriveert op tijd en in dezelfde
terminal als onze vlucht naar Santiago de Chili. Dus geen bustransfert
tussen terminals, maar een wandeling naar de nieuwe Air France
thuishaven: Terminal 2E. En hij oogt mooi: geen bunkergevoel zoals
in de andere helft van de luchthaven, maar veel hout en veel rood
tapijt. Tijdens de boarding beginnen plots 3 medereizigers-tenoren
klassieke areas te zingen voor iedereen die het horen kan. Hun
zware stemmen oogsten applaus. Het is een aangename verrassing.
Om 23u15 vertrekt de rechtstreekse nachtvlucht naar Santiago,
eentje van 14,5 uur lang in één ruk! Onze langste
ooit (verder dan Buenos Aires of Tokyo). En wat doet een mens
veertien uur lang op een vliegtuig ... het eerste kadertje is
een feit.
2/3
van een dag op een vliegtuig:
Eigenlijk is er maar één goede 'activiteit'
en dat is slapen. Zo lang mogelijk en met de hulp van een
sloappilleken. En zo vermindert de 14,5 uur plots
met 8 uur; blijft er nog 6,5 uur over. Het avondeten en
ontbijt vermindert de 6,5 uur tot 5 uur.
En die resterende 5 uur - tja - dat moet je verminderen
met lezen (Martine op e-reader en ik mijn weekendkrant).
En dan het entertainment systeem ontrafelen:
-
Maar ik vind geen enkele film naar mijn goesting. Veel
te veel lokale Franse films. Geen recente films die me
aanstaan.
-
Ik duw op 'News': ik zie een nieuwslezer, maar de klank
werkt niet. En mijn liplezen staat nog niet op punt.
-
Ik duw op 'CD Selection' en daar is de keuze beter. Ik
stel een eigen afspeellijst samen met muziek van Jimi
Hendrix, Pink Floyd, uiteraard Led Zeppelin (ja ja Air
France kent het bestaan van de beste groep aller tijden)
en ook van Adele. Wat een stem heeft da meiske.
Wrecking Ball van tongbekkende en tweekende C. Myrus mag
ook niet ontbreken natuurlijk.
En
zo vergaan de resterende 5 uren tot we ...
Dag 2 -----Zondag 9 feb
-----Santiago - Temuco - Pucon -----115
km
... landen om 9u30 lokale tijd in Santiago (4 uur eerder is het
tijdsverschil). Het is inmiddels zondag. Tijd voor een Starbucksken
in de luchthavenhal.
We checken in voor onze lokale vlucht naar Temuco, een stad ongeveer
in het midden van Chili. Aan de gate vernemen we dat de vlucht
2 uur vertraging heeft. In Europa zou dit aanleiding zijn tot
bekvechterij met het luchthavenpersoneel. Hier is iedereen gelaten
en geen zweem van stress bij de stewardeskes aan de balie.
Dit moet dagelijkse kost zijn, op zijn Zuid-Amerikaans. Ik denk
dat omgekeerd, een dag zonder vertragingen, de mensen wel zenuwachtig
maakt.
We landen in Temuco om 16u30. Temuco luchthaven is een
grote loods met één ingang, één bagageband
en één uitgang. Aan de overkant van de straat huren
we onze auto bij Europcar, een Koreaanse KIA. Nu kan de Chili-reis
echt beginnen. Doel vandaag is overnachten in het stadje Pucon
aan het Villaricameer - 115 km verder. Via de
Highway 5 (Ruta 5 of de Panamericana Sur) rijden we naar Freire
waar we de afslag nemen naar Villarica/Pucon. Al na een half uur
rijden doemt de eerste vulkaan als een kolos voor ons op. Het
is de perfect kegelvormige en actieve Villaricavulkaan
(2850 m) met eeuwige sneeuw. We rijden verder tot aan het diepblauwe
Villaricameer, door het stadje Villarica, één van
de oudste steden van Chili. Een uurtje later, via de weg langs
het meer, bereiken we Pucon die ne slag groter is
dan Villarica. Het ziet er ook zwart van t'volk en voelt zeer
toeristisch aan. Naar verluid brengen de Chilenen hier hun zomervakantie
door, op het strand aan het Villaricameer. Een soort Blankenberge
dus.
Vanuit ons hotelkamer in Pucon hebben we zicht op Chili's bekendste
vulkaan. Na 14,5 uur vliegen naar Santiago gevolgd door 1,5 uur
vliegen naar Temuco en dan 2 uur rijden met de wagen naar Pucon,
moeten ze ons vanavond niet in slaap wiegen.
Sprokkels:
- We ontmoeten Hollanders aan de Europcar desk in Temuco. Ze
leveren hun auto in en voor hen zit de vakantie erop. En we
krijgen hun kaart van het Merengebied ... gratis. Asjemenou.
- Onze eerste file is een feit: 10 km voor het stadje Villarica
is het bumper aan bumper. Alsof alle Chilenen daar op vakantie
gaan.
Dag 3 -----Maandag 10 feb -----Pucon:
Villarica vulkaan
De Chilenen komen naar Pucon om te zonnebaden en
om de Villarica vulkaan te beklimmen. In het hoogseizoen klimmen
zo'n 350 mensen per dag naar de top. Wij zijn niet van de partij:
de klim is wel pittig (8 uur heen en terug) maar stijgijzers zijn
soms ook vereist afhankelijk van de weersomstandigheden. We kiezen
voor een trek rondom de vulkaan.
De gids voert ons met de wagen in het Villarica Nat. Park tot
aan de voet van de vulkaan. Van daaruit maken we een zijdelings,
stijgende beweging. Begrijpte? Eerst wandelen we door oeroude
bossen, over uitgedroogde rivieren waar de lava destijds doorheen
gestroomd heeft. We bereiken de boomgrens. In het bos hebben we
nog wat koelte maar eens eruit zijn we overgeleverd aan een hete
dag. We stijgen verder in lavazand over een soort maanlandschap
tot aan een reeks kratermonden. De Villarica is een actieve
vulkaan die lava spuwt uit zijn top maar ook via een resem zijkratertjes.
Op het einde van het pad, op
zo'n 1400m hoogte (totale hoogte is 2850m) krijgen we een schitterend
zicht op verschillende meren en nog meer besneeuwde vulkanen in
de verte. Het is een panorama van 360° met voor ons meren
en vulkanen en acher ons de mega Villarica besneeuwde vulkaantop.
Met de verrekijker zien we tientallen moedigen de vulkaan beklimmen
in één lange rij.
De gids vertelt dat dit deel van Chili 150 actieve en 2000 niet-actieve
vulkanen telt en daarmee instaat voor 10% van s'werelds actieve
vulkanen. Te vergelijking: Indonesië is de nr 1, Chili nr
2 en IJsland nr 3. Er zijn dagelijks lichte schokken. Het land
heeft ook het trieste record van hevigste schok aller tijden op
de schaal van Richter: 9,5. Plots laat de Villarica een
'scheet' want we zien een rook/dampwolk uit zijn topkrater komen.
S'namiddags huur ik een mountainbike en rij de trip naar
Caburgua, een stadje aan het gelijknamige meer, via een
trail van 23 km. Het wordt afzien, niet alleen door een gebrek
aan conditie maar vooral door de hitte en de ruwe weg. Dirt
road noemen ze dat zo mooi in het Engels, maar ik spreek liever
van ne boereslag met veel putten. Het is een opeenvolging
van Quintana-klimmetjes: kort en steil. Ik doe er verdorie
anderhalf uur over.
S'avonds drinken we onze eerste Pisco Sour. Wat Caipirinha
is voor Brazilie en bier voor Belgie, is Pisco Sour voor Chili
(en Peru).
Sprokkels:
- We leren dat Pisco Sour, dè Chileense coctail bij uitstek,
vergeleken wordt met vrouwenborsten: één is te
weinig, drie is teveel.
- Onze gids, een jonge gast van in de 20, zucht als een oude
koe terwijl we de vulkaan beklimmen. We voelen ons sterker dan
hem. Hij verontschuldigt zich want hij zat pas om 3u30 deze
morgen in bed.
- Het bezoek aan de eerste Supermercado is een feit: veel water,
fruit en snacks doen we in.
Dag 4----- Dinsdag 11 feb-----
Pucon - Puyehue -----325 km
Waar we de vorige dagen van een strakblauwe hemel genoten, staan
we vandaag op met een strakgrijze
hemel. Vandaag is een autodag doorheen de streek. We rijden 8
uur over de 325 km, dus op t'gemakske met veel stops.
Ochtendrit: Pucon - Villarrica - Lican Ray - Laka Calafquen
- Conaripe - Panguipulli.
We keren terug van Pucon naar Villarica langs de boorden van het
gelijknamige meer. De 25km lange baan is bezaaid met campings
en cabanas (vakantiehuisjes), allemaal met zicht op. Verderop
bereiken we ons tweede meer (Calafquen) en vervolgen onze weg
tot in Conaripe.
Verschillende borden wijzen er ons op dat we de toeristische 'Circuito
Siete Lagos' (Zeven Meren Circuit) berijden. Veel bochtenwerk,
veel zig zag. We arriveren tegen de middag in het stadje Panguipulli,
twee straten groot, aan het gelijknamige meer. Martine fleurt
op als we op een lokaal marktje stoten.
Namiddagrit: van Panguipulli via Los Lagos naar het Nationaal
Park Puyehue.
Dit deel van de rit leidt ons via de autostrade 'Ruta 5' omdat
er geen alternatieve banen zijn. Tijdens dit traject is niets
te zien. De natuur begint zich pas terug te tonen als we het NP
Puyehue binnenrijden langs het meer met dezelfde naam. De naam
Puyehue in het Spaans is onuitspreekbaar en onverstaanbaar. In
het park rijden we naar een onooglijk dorpje El Taique, ergens
op een heuvelrug. Dit is onze eindbestemming. Ondertussen is de
strakgrijze hemel veranderd in blauw met 50 tinten grijs.
We
overnachten in een lodge op een heuvel, met een ongelooflijk uitzicht
op het meer Lago Rupanco en op de verre Osorno vulkaan
(2600m), terug een besneeuwde reus van een vuurspuwer. De eigenaars
van de lodge zijn Fransen: Michael en Audrey uit Lyon met hun
hond Lea. 10 jaar geleden trokken ze als rugzaktoeristen rond
in Z-Amerika, werden verliefd op het continent, investeerden in
een stuk grond in Chili en bouwden hun hotel van scratch.
Ge moet het maar doen. We maken kennis met de andere gasten, allemaal
Chileense koppels-met-kinderen op zomervakantie. Het wordt gezellig
... zeker na de Pisco Sour en de Malbec wijn.
Sprokkels:
- Ergens onderweg, op een normale geasfalteerde weg, heb ik
meer dan geluk als ik net een put in de weg kan ontwijken. Het
is een put van 1m bij 1m en zo'n 30cm diep, alsof de mannen
van de wegenwerken hem vergeten te vullen zijn.
- Ik ben nu al fan van de Chileense naftestations. De prijs
is inclusief bediening en ze wassen de voor- en achterruit schoon.
- Elke brug en bruggetje (ja elke) die je overrijdt, heeft een
naam 'Puente .....'
Dag 5 -----Woensdag 12 feb
-----Puyehue - Puerto Varas -----225
km
We
nemen afscheid van de Franse eigenaars en laten ons de berg afrollen.
Na 20 km op de nationale weg langs het Puyehue meer, moeten we
via het plaatsje Aguas Calientes, terug een bergrug op. Het worden
18 kronkelende en steile kilometers op onverharde weg (terug van
het boereslagtype-met-veeeel-putten) tot 1990m hoogte.
Ons Kia-atje rammelt langs alle kanten. We rijden door prachtige
bossen met varens en andere regenwoudachtige begroeiingen en langs
kleine, weerspiegelende meertjes. De begroeiing is zeer dicht
en dreigt soms de weg te overgroeien. Het duurt lang vooraleer
we de boomgrens bereiken en toekomen in Antillanca, een
ski-oord met skiliften en lava-hellingen. We klimmen dan nog 3
km verder en bereiken een vulkaankrater. De Chileense vakantiegangers
hebben ons gisterenavond aangeraden om daar een uitgedoofde krater
te bezichtigen. Toch een ontgoocheling die uitgedoofde krater
... er is geen diepte en er valt niet veel te zien of te ruiken.
Gelukkig maakt het zicht op het gebergte en op de verre Osorno
vulkaan iets goed.
We zijn blij als we weer vaste (tarmac)grond bereiken en onze
Kia nog steeds bolt. Na het Antillanca ommetje, rijden we nu rechtstreeks
naar ons eindpunt: Puerto Varas, via Puerto Octay, Frutillar en
Llanquihue, allemaal pittoreske stadjes gelegen aan het grootste
meer van Chili: Lago Llanquihue (spreek uit als 'lan-kie-wee').
Op onze rit hebben we voortdurend de Osorno vulkaan in
ons vizier. Dat wil zeggen van in onze vorige slaapplaats tot
in Puerto Varas, 200 km verder, waar hij te bewonderen is 'van
dichtbij' in alle glorie. Hij is erg vergelijkbaar met de Villarica
vulkaan: bijna evenhoog, mastodont van een berg, kegelvormig en
relatief veel eeuwige sneeuw. In dit decor zien we tevens zijn
buren: meerdere besneeuwde en onbesneeuwde vulkaantoppen.
We affeseren goed en kunnen ons zelfs een bijkomende stop
permitteren in Frutillar, een mooi plaatsje aan het Llanquihue
meer, voor een koffie en een kuchen. Een kuchen is een
taartje met vanillecrème en fruit. In een vorig tijdperk
hebben de Duitsers hier nog 'geregeerd'.
Wat
nu weer met die Duitsers?
Heden telt Chili 17 miljoen inwoners maar in de 19e eeuw
waren dat er slechts 4 miljoen. En die woonden allemaal
in het Noorden van het land. Het middengedeelte en het Zuiden
(Patagonië) waren onbewoond. De Chilenen vonden er
niets beter op dan 17.000 Duitsers te 'importeren' en ze
te settlen in het onbewoond gedeelte van Chili. Vandaar
de Duitse invloeden wat we merken aan de stijl van de kerken
en de officiële gebouwen en aan Duits woordgebruik.
Ze hadden zelfs een Duitse president in Chili van 1850 tot
1861. Aber jawohl.
Het
is late namiddag als we aankomen in Puerto Varas, de grootste
stad uit de streek die het moet hebben van zijn ligging aan het
Llanquihue meer met daarachter de Osorno vulkaan. De uitbaatster
van onze lodge (geen Fransen deze keer maar Chilenen) geeft ons
mee dat de wolkenloze hemel vandaag een echte uitzondering is.
Normalerwijze is het overtrokken met de Osorno-top in de
wolken gehuld en regent het 240 dagen/jaar.
Na terug een ganse dag op tramar smaakt onze Pisco Sour
op een zonneterrasje superlekker. En de Kia, die houdt zich kloek.
Ik denk dat de loszittende delen terug in elkaar gerammeld zijn.
Sprokkels:
- De Zuid-Franse eigenaars van onze lodge hebben nog steeds
de Franse mentaliteit. Het steekt niet nauw: vuile wijnglazen,
hoopjes stof achter de deur, groene aanslag aan de stoeltjes
op het terras, enz.
- Enorm veel lifters staan aan de kant van de Chileense wegen.
Er zijn ook veel mountainbikers te zien.
- Raar maar waar: we zien tefrente frietkoten langs de
Chileense wegen ... waar friet met mayonnaise in puntzakken
verkocht wordt.
Dag 6----- Donderdag 13 feb-----
Puerto Varas----- 215 km
Vandaag
slapen we uit en daarna verkennen we de streek. Rond 10u springen
we in onze Kia en rijden langs het Llanquihue meer naar Ensenada,
50 km verderop. Volgens de Lonely Planet een baan vol met picknick
plaatsjes, kiosken, fruitstalletjes, kuchen, en andere
tentjes van de lokale boeren. Maar niets van dit alles door wegenwerken.
Over de volledige lengte wordt de weg gerenoveerd. We moeten afwisselend
op één vak te rijden en wachten. Verkeerslichten
zijn vervangen door Chilenen die met een rood (PARE) en groen
(SIGA) plakkaat zwaaien.
We stoppen niet in Ensenada, een voorschoot groot, maar rijden
7 km verder naar de watervallen van Petrohuë in het
NP Vicente Perez Rosales. Men had ons gegarandeerd dat
het geen pisserke zou zijn, maar t'is wel een pisserke.
Het enige spectaculaire is de plek waar de (brede) rivier zijn
water perst door een nauwe, 50m lange corridor van zwarte granieten
rotsmuren. Onze timing is echter volledig verkeerd. We bevinden
ons tussen volle busladingen Chinezen (t'kunnen ook Jappen
geweest zijn). Het is er zo druk dat het onmogelijk is om te poseren,
wat voor de Chinezen/Jappen geweldig frustrerend moet zijn.
We zetten ons toerke mé d'en oto verder.
We rijden weg van het meer, langsheen de Petrohuë rivier,
naar Ralun zo'n 35 km landinwaarts. Langs de weg wordt
veel reklame gemaakt voor fly fishing. We rijden door regenwoudbegroeiing
en kijken in de verte op granieten bergen. In Ralun zien we vissers
op de rivier, die hier de allures aanneemt van een smal meer.
We rijden dieper het binnenland in naar Cochamo, 18 onverharde
km's verder. Ons Kia'tje rammelt langs alle kanten want de weg
is zeer ruw, kronkelend, op en neer maar steeds langs de rivier.
We zien gekleurde boeien in de rivier wat wijst op zalmkwekerijen.
Net op het moment dat ik wil terugkeren omdat de weg te slecht
wordt, zien we in de verte een overspanning 'Bienvenida en Cochamo'.
Het is een heel klein dorpje-met-kerkje, gelegen aan de brede
rivier met een vrij zicht op een gigantische vulkaan, geflankeerd
door granieten rotsbergen en beboste bergwanden. Tot nu toe het
meest pittoreske plaatsje van allemaal.
 
Het
is valavond als we ons Zuid-Koreaans Kia'tje inleveren bij Europcar,
een rammelbakske pur sang, maar die is ons toch maar mooi
overal naartoe heeft gereden, verharde weg of niet.
Na het verplichte terrasje wandelen we nogmaals door Puerto
Varas, een te klein stadje om meer dan één avond
te bezoeken en eigenlijk niet groter dan drie blokken. Het zwarte
keistrand zit vol lokalen om van de weinige zonnige dagen te genieten.
Sprokkels:
- Op de parking van de watervallen van Petrohuë, zijn de
voorbehouden plaatsen voor mindervaliden en voor ... zwangere
vrouwen.
- Lokale imkers hebben kleurrijke bijenkorven en honing kan
je overal kopen.
- Puerto Varas heeft een 'dancing café' met opzichtige
reclame van Stella Artois.
Dag 7 -----Vrijdag 14 feb-----
Passage naar Bariloche, Argentinië
Het wordt een druk dagske vandaag met de grensoversteek
naar Bariloche, Argentinië, over vulkaanmeren en dwars door
de Andes via het oudste Nationaal Park van Z-Amerika.
De Lijn kent bij ons trein-tram-bus dagen, in Chili doen ze het
anders: bus-boot dagen in t'meervoud. Alhoewel er maar 100 km
liggen in vogelvlucht tussen Puerto Varas (Chili) en Bariloche
(Argentinië), maken we niet minder dan 3 boottochten en 4
bustransferts. Hier gaan we dan:
BUS
1: voert ons van Puerto Varas naar Petrohuë
over dezelfde baan als gisteren. We schepen in te Petrohuë,
niet meer dan een aanlegkade voor vertrekkende en arriverende
boten.
BOOT 1: is een catamaran geschikt voor >100 passagiers,
brengt ons van Petrohuë naar Peulla. Hij vaart traag
over het Lago Todos Los Santos in het NP Vicente Perez Rosales.
De gids stuwt ons op het dek 'want het regent niet' en dit is
- in het natste deel van Chili - een uitzondering. Maar mij
hoeft ze niet te pushen want de natuur is overweldigend.
De steile bergruggen, dicht begroeid met regenwouden, duiken
in het meer. De blikvanger blijft onze maat de Osorno vulkaan.
En als die uit het zicht verdwijnt, komen andere vulkanen te
voorschijn evenals de Tronador, een gletsjerberg van 3.550m,
de hoogste uit de streek.
Het Todos Los Santos meer is een gletsjermeer, dus heeft het
water de typische melkachtige kleur (zowel in tinten blauw als
groen). Twee uur later leggen we aan in Peulla. Het is inmiddels
middag en lunchtijd.
BUS
2: is een hoogpoter (high clearance) en brengt ons
van Puella (Chili) naar Puerto Frias (Arg). Het wordt
een rammelende rit van 27km lang dwars door de Andes, waarover
de bus een vol uur doet. Nadat we eerst de Chileense douane
passeren, stijgen we geleidelijk aan in de jungle op een onverharde
weg die net breed genoeg is voor onze bus. Tegenliggers zijn
er niet want er mag maar één voertuig tegelijk
op dit stuk weg. We moeten namelijk over een bergpas om aan
de overzijde Argentinië te bereiken. Na een letterlijk
schokkende ervaring en een 20-tal km verder, komen we toe aan
de grens met Argentinië:
o --De grens ligt temidden de jungle,
aangeduid door een houten boogwerk.
o --De gids doet ons uit de bus
stappen en te voet de grens oversteken 'om te stappen zoals
de pioniers het deden'. Die pioniers waren de mensen die als
eersten (jaren 1800) de weg aanlegden en zo de handel stimuleerden
tussen beide landen.
o --We verlaten het NP Vicente
Perez Rosales in Chili om voet te zetten in het NP Nahuel Huapi
in Argentinië. Twee pareltjes van nationale parken.
We dalen nu verder en stoppen in Puerto Frias. Hier passeren
we de Argentijnse douane en worden we overgeladen in een volgende
catamaran ...
BOOT 2: ... en varen over het meertje Lago Frias tot
aan Puerto Alegre, amper 20 min verder. Je krijgt een compact
gevoel als we letterlijk tussen de bergwanden over gletsjerwater
varen tot aan Puerto Alegre.
BUS 3: zijn shuttlebusjes die alle passagiers 3 km verder
brengen van Puerto Alegre tot Puerto Blest waar ...
BOOT 3: ... we inschepen voor de laatste catamarantocht
naar Puerto Panuelo. We bevaren het Lago Nahuel Huapi
en de wolken komen op. We varen in hetzelfde decor als voordien
maar de uitgestrektheid van het meer en de afstanden naar de
oevers maken het minder intiem.
BUS 4: is eigenlijk een auto want tot onze verwondering
worden we opgewacht door iemand van het reisbureau die ons rechtstreeks
naar ons hotel in Bariloche brengt, 25 km verderop. Een service
die we absoluut zien zitten na 13 u onderweg te zijn: deze morgen
om 8u vertrokken en in ons hotel komen we aan om 21u. We voelen
ons een brokke zochte. En nog goed nieuws is dat
ons hotelletje aan de rand van het Nahuel Huapi meer ligt en
we een kamer krijgen met zicht op.


Sprokkels:
- We horen temidden het meer van Todos Los Santos de hoorn van
de catamaran (Boot 1). Ha zegt Martine, zoals de kapitein van
de Costa Concordia die naar zijn lief trompt. Maar in plaats van
tegen een rots te varen, brengt de crew op die manier hulde aan
de pioniers die de oversteek naar Bariloche mogelijk maakten.
Dag 8----- Zaterdag 15 feb
-----Bariloche (Argentinië)
In
2006 bezochten we deze stad een eerste keer met Tjeefken en Tienne
(zie reisverslag Argentinië 2006). Destijds was
Bariloche het startpunt voor ons avontuur doorheen Argentijns
Patagonië. Nu voor ons avontuur doorheen Chileens Patagonië.
Maar vandaag is het vooral uitblazen. Eerst uitslapen en dan wat
ronddretsen in Mitre, de belangrijkste winkelstraat. Er
is veel volk te been want Bariloche is een populair vakantieoord
wegens het klimaat, de nationale parken en de ligging aan het
Nahuel Huapi meer. Het is ook een uitvalsbasis voor avonturiers,
trekkers en rugzaktoeristen. Wat opvalt is het aantal outdoor
winkels in deze stad.
Vanavond
trekken we naar Alberto want volgens onze hotelreceptionist is
dit het bekendste steakhouse in de stad. En hij heeft gelijk.
De filetsteak (Lomo) is zo mals en de Norton wijn zo heerlijk,
dat we deze avond beschouwen als een verlate Valentijn diner.
Amor, amor.
DEEL
2: CHILEENS PATAGONIË VIA DE CARRETERA AUSTRAL


Dag
9----- Zondag 16 feb-----
Bariloche (Argentinië) - Futaleufu (Chili)-----
375 km
Ik
haal de huurwagen af in Bariloche, een Peugeot-je 209. Om tijd
te winnen heb ik gisteren al de paperassen in orde gebracht
èn betaald. Maar het is toch al 9u30 als we de legendarische
Ruta 40 (uitspreken als 'roeta kwarenta') opzoeken.
We rijden naar El Bolson en dan verder naar Esquel - dezelfde
stretch als 8 jr geleden - om dan via de grensovergang, Futaleufu
in Chili te bereiken.
Tot El Bolson rijden we letterlijk door berg en dal. De Cerros
(bergpieken) doemen links en rechts van ons op en de Ruta 40 slingert
zich ertussen, en op en neer. De kleur is overwegend groen en
de pieken sneeuwwit. Het occasionele meer maakt de natuurpracht
compleet.
Van El Bolson naar Esquel rijden we over een opgelapte
Ruta 40 en zien we het landschap veranderen van steile Cerros
en diepblauwe meren in afgesleten heuvels en dorre, bruinachtige
steenlandschappen. Dit zijn de typische kenmerken van Patagonië,
althans het Argentijns deel, langs deze kant van de Andes.
Om
de andere kant van de Andes te bereiken rijden we van Esquel naar
Trevelin en dan via een onverharde weg van 35km naar de grens
met Chili (foto links). De douaneformaliteiten in deze
uithoek van de Andes nemen een uurtje in beslag (Argentijnse en
Chileense tesamen). De Chileense douane inspecteert onze wagen
en de bagage.
De natuur is ondertussen veranderd van bruin naar overwegend groen,
met beboste bergen en wilde rivieren (Futaleufu rivier). Uiteindelijk
rijden we rond 16u het dorpje Futaleufu (Chili) binnen
in een waaw-decor. Hier heeft hamerlinkske temidden de
Andes een kuil gegraven en een paar huizen neergeplant. We zijn
letterlijk omringd door Andespieken met veel dichte bebossing.
Vanuit de tuin van ons hostel zien we zien rafters op de Futaleufu
rivier.


Natuur
rond Futaleufu
Sprokkels:
- De Argentijnse douanier bestudeert de verzekering van onze
huurwagen, stelt me vragen en geeft me tips. Hij spreekt geen
engels en ik geen spaans. Echter allemaal geen probleem: hij
wenkt me om achter zijn bureau komen en hij typt de vragen mooi
in ... Google Translate. Internet als spreekbuis tussen douane
en ons. Geweldig vind ik dat en hij ook, want hij geeft ons
een welgemeende handdruk (en net geen hug) vergezeld
van een brede glimlach. Het is de eerste maal dat ik een goed
gevoel overhoud van een douanebeambte.
- Adriana, de eigenares van ons hostel is een specialleke.
Ze begroet ons met een kus en is moeder alleen met een dochter
van 5 jaar oud. Haar ouders waren diplomaten en ze heeft daardoor
de hele wereld afgereisd: geboren in Kaapstad, Z-Afrika en opgegroeid
in Nederland. Maar ze heeft de Braziliaanse nationaliteit. Ik
kan niet meer volgen.
Dag 10 -----Maandag 17 feb-----
Futaleufu - Coyhaique -----436 km
We starten vroeg om 7u30 want een lange rit staat op het menu.
Eigenlijk is vandaag de officiële start van de trip doorheen
Chileens Patagonië langs de mystieke Carretera Austral. Eerst
een inleiding:
PANAMERICANA - CARRETERA AUSTRAL
De Panamericana is een weg die Alaska in het hoge noorden
verbindt met Vuurland in het uiterste zuiden. Dus een streep
langs de lengte van het Amerikaans Continent. Dit was althans
de bedoeling maar het is vooral in Zuid-Amerika dat de weg
een begrip is: van Colombië in het noorden tot Vuurland
in het zuiden (zo'n 25.000 km).
De Carretera Austral is een aftakking van de Panamericana
tot diep in Chileens Patagonië. Een paar statistieken:
-
Ook genoemd als Ruta 7.
-
1240 km lang, smal en meestal onverhard, van Puerto Montt
naar het eindpunt Villa O'Higgings.
-
De constructie is begonnen in 1976 onder Pinochet met
de bedoeling om de tot dan ontoegankelijke en afgelegen
dorpen met elkaar te verbinden. De bouw duurde 20 jr.
-
De volledige route slingert zich door toendra, tussen
gletsjers, langs fjorden en vereist het gebruik van drie
ferry's over bergmeren. Ruig landschap in al zijn vormen.
-
Ruta 7 loopt paralel met Ruta 40, die andere legendarische
weg dwars door Argentijns Patagonië
langs
de andere kant van de Andes.

We
doen niet de volledige lengte maar starten in Futaleufu
(onuitspreekbaar zonder uw tong te verstuiken) richting Villa
Santa Lucia. Het is meteen onverhard. We rijden langs de Futaleufu
rivier en verder langs het Yelcho gletsjermeer. De mistbanken
hangen nog tussen de bergen. 80 km verder zien we het bordje Villa
Santa Lucia. De weg is zo ruw dat we er een dikke 2 uur over gereden
hebben. Aan dat tempo ... zal het laat worden vanavond.
Het volgend deel is richting La Junta, zo'n 120km verder.
De weg blijft onverhard en de natuur volhardt. Gedurende gans
het traject zijn wegenwerken aan de gang om de Ruta 7 te asfalteren.
Het gevolg is dat we over één rijvak moeten. Wegenwerkers
vervangen verkeerslichten en zwaaien met groene (siga) en rode
(pare) plakkaatjes. Dit betekent nog meer tijdverlies en dus beslissen
we om een geplande korte trektocht niet te doen. In La Junta tanken
we vol. Ik heb een lijstje van alle plaatsen met een tankstation
en het zijn er niet veel. Aan het tankstation komt een zekere
Fernando me vragen of hij mee mag tot in Coyhaique, onze eindbestemming.
Ik twijfel een paar seconden maar beslis om hem mee te nemen.
Het blijkt een goeie gast te zijn.
Het volgend deel is een lang, Camel Trophy-achtig stuk doorheen
het NP Queulat. Dit wordt een apart avontuur. Ten eerste
is dit het natste nationaal park van Chili, met bijna dagelijks
regen, maar vandaag blauwe hemel. De Ruta 7 is hier zo smal dat
ze bijna versmacht wordt door de dichte begroeiing van het regenwoud.
De open plekken tonen de steile cerros (bergpieken) met eeuwige
sneeuw en met gletsjers. We zien de Colgante gletsjer, geprangd
tussen twee bergwanden. We zien zwaarbeladen fietsers 'sterven'
op de hellingen van het park en de weg is zo ruw dat we amper
30 km/u gemiddeld halen. We zitten in t'herte van het gebeuren.
Onderweg zien we tweemaal een wagen met lekke band. En wij hopen
en bidden dat dit ons niet overkomt. We rijden langs onze eerste
fjord van deze vakantie: Queulat Fjord, met zout water uit de
Grote Oceaan. Maar het volgende meer is alweer zoet water. Uiteraard
mankeren de watervallen niet. Dit park is heftig.
We rijden het park uit en Fernando heeft gelijk: de laatste 150
km naar Coyhaique zijn verhard. Wat een verademing voor
ons allen en zeker voor Martine's rug. Het landschap verandert
in een Yosemite Park alike uitzicht. Grote domes,
kale bergpieken en wilde bergrivieren zijn de ingrediënten.
Hier moeten we het hebben van de vergezichten. De vele gevallen
dode boomstronken bevestigen wat Fernando ons vertelt: een brand
vernielde al de bossen van deze streek. Al het groen is 'jong'
groen.
We draaien over de top van een heuvel en zien Coyhaique liggen
in de vallei, een vrij grote stad. We komen aan in ons hostel
'moe maar voldaan'. Het is inmiddels 19u, wat maakt dat we 11,5
uren onderweg geweest zijn zonder echte rust- en eetpauze. Dat
is net geen 40 km/u gemiddeld.



Sprokkels:
- Fernando's Spaans is onverstaanbaar. Met handen en voeten
begrijpen we dat hij werkt voor een depannage dienst (een soort
Garage Wille dus) maar dus eigenlijk zelf moet gedepanneerd
worden.
- Aan een van die wegenwerken met PARE, stoppen we. Ik
stap uit en een vrachtwagenchauffeur die ook wacht, wenkt me.
Het lijkt een sympathieke kerel die interesse toont in ons reisverloop.
Maar de Chileense aap komt uit de mouw: you smoke wiet, marihuana?
Die gast wou me een deel van zijn voorraad verkopen.
- We zien de wegenarbeiders gaten boren in rotsen waar explosieven
in gestopt worden en 'aangestampt' met een lange spil.
Dag 11 -----Dinsdag 18 feb -----Coyhaique
- Puerto Rio Tranquilo -----226 km
Uiteraard staat er geen wegbewijzering langs de baan, dus moeten
we terug een aantal mensen bevragen naar de juiste rijichting,
in een soort vervlaamst Spaans. Maar we geraken uit de vallei
van Coyhaique, en zien dat de landschappen langs de Ruta 7 wijdser
worden. Maar om te vermijden dat ik dezelfde superlatieven gebruik
als de vorige dagen, laat ik de foto's spreken.
We rijden door het Cerro Castilla Nationaal Park:


Daarna rijden we langs het Lago General Carrera, een azuurblauw
meer dat gedeeld wordt met Argentinië.
We
komen aan in Puerto Rio Tranquilo, een rustplaats aan de
oevers van het G. Carrera Meer, gelegen in een prachtige setting
met zicht op de besneeuwde pieken aan de overkant van het meer.
Fietsers
op de Ruta 7
Met
stijgende verbazing zag ik de ene fietser na de andere zwoegen
op de Ruta 7. De voorbije dagen zag ik tientallen eenzaten,
koppels en groepjes op de fiets of de tandem, onherkenbaar
door het stofmasker en de bescherming tegen de zon. Enkel
de contouren van de poep verraden het geslacht.
Ze vreten het stof van elke wagen die passeert. We zien
koppels die soms een km uiteen rijden. Ze staan dikwijls
te voet als er nog maar eens een steile, met keien bezaaide
helling moet beklommen worden op een 35kg zwaar vehikel.
En vele keren staan ze in de berm om een lekke band te wisselen.
We zien normale fietsen, tandems en fietsen met een aangehecht
bagagewagentje (-fietsje). En tot onze onthutsing zien we
een koppel die elk een afgesloten aanhangwagentje-met-kindje
voortsleuren. Het ene kindje was nog een baby-tje. Eigenlijk
onverantwoord om zulke kleine kinderen te onderwerpen aan
zulke ruwe omstandigheden.
En eenmaal is een koppel aangereden door een auto, ergens
in niemandsland, maar gelukkig met een politiepatrouille
ter plaatse die ons een halfuur eerder in een rotvaart was
voorbij gereden.
Ik spreek met verschillende van hen. Ze komen uit alle uithoeken
van deze planeet: Engelsen, Fransen, Chinezen en de onvermijdelijke
Nederlanders. Elk met een intrigerend verhaal. Met dit kadertje
wil ik ode brengen aan deze arbeiders op de fiets. Het
zijn helden.
Sprokkels:
- Aan de ingang van het NP Cerro Castilla worden we tegengehouden
door politie. We houden al onze papieren klaar als het blijkt
te gaan om (vriendelijke) parkwachters. Uit hun Spaans verhaal
en bijhorend foldertje maken we op dat er wel eens Andesherten
de weg oversteken en we voorzichtig moeten zijn. Uiteindelijk
zien we geen enkel hert.
- Vanavond eten we in een restaurantje in Puerto Rio Tranquilo.
Ik vraag en krijg een lokaal biertje en het smaakt lekker. Ik
zie zowaar op het etiket: Bière Belge de Patagonie. En
uit de kleine lettertjes in het Spaans maak ik op dat het recept
Belgisch is.
In datzelfde restaurantje spelen ze rock op de achtergrond van
The Doors èn van Led Zeppelin.
Dag 12----- Woensdag 19 feb-----
NP San Rafael -----152 km
Vanuit
Puerto Rio Tranquilo loopt een weg naar Bahia Exploradores
in het prachtige Nationaal Park San Rafael. De nieuw aangelegde,
onverharde weg loopt 75 km westelijke richting naar het plaatsje
La Teresa waar onze tour start. Het wegje is zo ruw dat we er
2,5 uur over doen en ik ben zo geconcentreerd aan het rijden dat
de overweldigende natuur (foto links) me grotendeels ontgaat.
Ik moet toegeven dat ons huurwagentje niet geschikt is voor dat
soort weg.
In La Teresa worden we de rivier overgezet en even verder schepen
we in voor een daguitstap in het nationaal park, in een soort
oversized speedboot met 8 passagiers (6 Fransen en wij), 2 kapiteins
en Russel de gids. Vanuit de rivier varen we de fjorden binnen
die verbonden zijn met de Grote Oceaan. Dus zout water en getijden.
We passeren zalmkwekerijen en verderop ligt een reusachtig cruiseschip
voor anker.
We zien in het water meer en meer ijsbergen drijven naarmate we
het hoogtepunt van de dag naderen: de San Rafael Gletsjer.
De ijsschotsen varieren van klein naar groot naar zeer groot en
van lichtblauw tot donkerblauw. De meeste schotsen komen los onderaan
de gletsjer en stijgen naar boven. Hoe donkerblauwer ze
zijn, hoe ouder en dus hoe meer druk ze ondergaan hebben.
Inmiddels is de reuzegletsjer al een tijdje in zicht. Hij is zo'n
15 km lang, 2 km breed aan de monding en de ijsmuur is 40 tot
90m hoog. We naderen vrij dicht. En wat van ver een gladde ijsmuur
leek, is in feite een muur met kloven, holten, bruggen, overhangende
ijspegels en alles wat niet glad is. Om de zoveel tijd kraakt
het ijs en vallen er stukken in het water. Dit is leuk voor ons,
toeristen, maar minder leuk voor het klimaat. Want ook deze gletsjer
trekt langzaam terug. We zien het merkteken 1974: tot daar kwam
het ijs in dat jaar. En nu in 2014 moeten we kilometers dichter
varen. Slecht nieuws.

Sprokkels:
- Russel, de gids is Amerikaan en heeft een Chileens lief. Tijdens
het zomerseizoen verzorgt hij deze trips en tijdens het winterseizoen
keert hij terug naar de VS.
- Aan de ijsmuur van de gletsjer haalt Russel plots een fles
Whisky boven. Hij vist ook een klomp ijs uit het water. Ik zou
denken dat hij stukjes ijs van de klomp breekt en in een glas
whisky legt en toast. Nee, het omgekeerde gebeurt: de whisky
wordt in een holte in de ijsklomp gegoten. We moeten dan de
whisky drinken uit de ijsklomp.
- 75 km ten westen van Puerto Rio Tranquilo varen we de Oceaan
op en 75 km ten oosten ligt de grens met Argentinië. Nogmaals
blijkt hoe smal Chili is.
Dag 13 -----Donderdag 20 feb -----Puerto
Rio Tranquilo - Cochrane -----133
km
Op
onze rit naar Cochrane volgt de ene prentkaartfoto de andere op.
Eerst volgen we nog het diepblauwe G. Carrera Meer met geweldige
landschappen erom heen. Daarna gaat het omhoog naar Puerto Bertrand
met veel blinde bochten en steile hellingen. Maar de natuur wordt
nog spectaculairder als we de Rio Baker volgen, één
van Chili's geweldigste en snelst stromende rivieren. Allez, t'is
beter als de foto's spreken, ik moet dan minder schrijven:
Kort
na de middag arriveren we in Cochrane, onze eindbestemming
van vandaag. Het is het laatste stadje op de Carretera Austral.
Daarna volgt de 'eenzame weg' en zijn er enkel nog een paar afgelegen
nederzettingen. In Cochrane is ook het laatste
naftestation. Dus moet je rekenen hoever je met 1 volle tank kan
rijden (en terugkeren) en dat zal voor ons Tortel zijn, een vissersdorpje.
Als we verder willen naar de allerlaatste plaats op de Carretera
Austral (Villa O'Higgings) dan moet je de bus nemen. Zoniet val
je ergens in perdoezen zonder nafte tenzij je jerrykannen
meezeult.
Sprokkels:
- We slapen in een ruime cabana (vakantiehuisje) maar toch zijn
we niet content. De douche is niet meer dan een pisserke, het
water stroomt niet hard genoeg weg, er is geen internet en het
is de duurste overnachting tot nu toe.
- We kiezen s'avonds voor een filetsteak (lomo) in het lokaal
restaurant. We krijgen het taaiste biefstuk ooit, echt niet
te fretten. We hadden gehoopt op een kleine beetje Argentijnse
kwaliteit ... tevergeefs.
Dag 14----- Vrijdag 21 feb-----
Cochrane - Tortel -----122 km
Vandaag
trekken we nog dieper en zuidelijker de Patagonische bossen en
toendra in, naar het vissersdorpje Tortel, het meest zuidelijke
punt van de Carretera Austral die we aandoen.
Het landschap heeft dezelfde ingrediënten als de vorige dagen,
maar op een andere manier geserveerd. Het gaat er wel woester
aan toe met wilde rivieren, brede ravijnen, toendra, kleine meertjes
en veel bossen. De dichte begroeiing met de overhangende boomkruinen
gecombineerd met de zware bewolking, geeft een beklemmend gevoel.
In een open plek zie je nog de Andes en zijn besneeuwde pieken.
Sommige van die open plekken zijn veroorzaakt door brand. Dan
zie je allemaal zilverkleurige stronken op de grond liggen en
nog een paar die rechtstaan. Het rottingsproces zal tientallen
jaren duren.
Het wild langs de Carretera Austral beperkt zich tot welgeteld
één levende Patagonië-haas en veel dode hazen,
waarschijnlijk s'nachts aangetrokken door de koplampen en onder
de wielen terecht gekomen van trucks. Wat een verschil met Patagonië
langs de andere kant van de Andes (zie
Reisverslag Argentinië 2006-dag 7), waar het wild
gruisdikke liep.
Ruta
7, een onverharde weg
We zijn nu al een week aan het rijden op onverharde wegen,
ook ripio, dirt roads of gravelroads genoemd. Bij gravel
moet ik denken aan Roland Garros, maar daar zie ik een biljartglad,
rood terrein met weinig putten.
Ruta 7 onverhard terrein dat betekent geen rode maar grijze
stenen, keien en keitjes, putten. En als je daar over rijdt
in droog weer, krijgt je auto tonnen stof te verwerken van
tegenliggers of overstekers. En uiteindelijk vreten ook
wij mee, want het stof kruipt tot in het interieur. Gelukkkig
is de Ruta 7 niet de meest drukke baan.
Maar het meest vervelende zijn die ribbels (wasbord). Ze
maken dat uw darmen omgewisseld worden met uw maag en uw
anus aan uw naveluitgang zit. Dat is ook de reden dat ons
Peugeot'je een rammelbakske geworden is.
Onze gemiddelde snelheid tot nu toe bedraagt niet meer dan
37 km/u.
Na een eenzame tocht door de wildernis, zien we de huizen van
het dorpje Tortel opduiken. Het is inmiddels kort na de
middag. We moeten onze wagen parkeren aan de ingang van het dorp
en hem daar de volgende twee dagen achterlaten. Tortel bevindt
zich in een baai aan het uiteinde van een fjord en de huizen zijn
gebouwd tegen de heuvelrug, enkel bereikbaar via een wirwar van
houten loopbruggen. We moeten 45' lopen van de parkeerplaats tot
aan ons Hostel en verschillende keren de 'weg' vragen. Het water
in de fjord heeft een melkachtige groene kleur, gletsjerwater
dus.
Sprokkels:
- In Tortel is er nergens wi-fi en kunnen we enkel op het internet
via een stick in de laptop van het hostel. Martine is ontgoocheld
want we hoopten op een Skype met het thuisfront, onze e-mails
lezen, een beetje facebooken, enz.
- 1955, de bouw van het eerste huis in Tortel, mijn geboortejaar.
Dag 15 -----Zaterdag 22 feb-----
Tortel - Cochrane----- 122
km
Voor
het eerst deze vakantie, staan we op met regen. Alhoewel het vlug
stopt, blijft het zwaar bewolkt. Tortel is aanvaard door de Chileense
overheid als Nationaal Monument vanwege zijn ligging, historische
waarde en aparte uitstraling. Als je op de landkaart kijkt dan
zie je dat Tortel aan de zuidpunt ligt van de ijsvlakte van het
San Rafael NP. Uit dat ijsveld vertrekken verschillende gletsjers.
San Rafael Gletsjer, die we op Dag 12 bezochten, ligt aan de noordkant
van het gletsjerpark. Steffens en Jorge Montt zijn twee gletsjers
aan de zuidkant van het ijsveld en die vanuit Tortel kunnen bezocht
worden. Maar omdat we reeds San Rafael gezien hebben, passen we
voor nieuwe gletsjers en bezoeken we vandaag het Isla de los
Muertos (Dodeneiland).
We varen een kwartiertje de fjord in tot aan het eiland waar we
het primitief kerkhof bezoeken. In 1905 kwam hier een 70-tal man
aan wal, uitgestuurd door hun onderneming (houtverwerking). Die
onderneming ging ondertussen failliet en liet deze mensen aan
hun lot over. Door ontbering en scheurbuik zijn ze allen aan hun
einde gekomen. De originele houten kruisen van een aantal graven
staan nog overeind. En that's it. Na een dik uur staan we alweer
in Tortel.
We beslissen - gezien het slechte weer - vandaag reeds terug te
keren naar Cochrane in plaats van morgen. En het is een goede
keuze want we komen terug in zonnig weer terecht.
Op de satelietfoto hieronder zie je duidelijk de littekens
van Chili: de kanalen en fjorden die in het land snijden en
het een appelsienenvel-met-veel-nerven geven. Bemerk het
contrast met het woestijnachtige Argentijns Patagonië. Twee
uitersten qua klimaat, de ene regio ten westen van de Andes, de
andere ten oosten.
Dag 16 -----Zondag 23 feb Cochrane
Omdat
we gisteren al terugkeerden naar Cochrane, hebben we hier nu een
extra dag te spenderen. Martine gaat lopen en heeft veel last
van loslopende straathonden, die denken dat ze een gemakkelijke
kluif hebben. Ik huur een mountainbike en ga 2 uur fietsen naar
Lago Esmeralda, een meertje in de buurt met zicht op een aantal
besneeuwde pieken. Het is zonnig maar met een frisse wind. Ik
besluit toch om in mijn kurte mewkes te rijden. Maar alhoewel
ik constant moet klimmen om uit het dal van Cochrane te geraken,
blijf ik kou hebben. Ik gebruik dan toch maar mijn regenvestje
tegen de kille wind.
S'namiddags is het een luie namiddag.
Sprokkels:
- Hugo is Ogsjo. Zo wil de eigenzinnige eigenaar van het hostel
waar we slapen, zijn voornaam
uitgesproken horen. Het is een bejaarde kerel die spreekt met
slissende tong en grapjes wil maken. Maar we begrijpen hem niet
en hij begrijpt dan niet waarom we geen Spaans spreken. Daardoor
verlopen de gesprekken nogal stroef.
Dag 17 ---Maandag 24 feb -----Cochrane
- Chile Chico - Perito Moreno, Argentinië-----
280 km

Vandaag
keren we terug naar Argentinië. Blikvanger in de terugtocht
is het Lago General Carrera, die we reeds aandeden in dag 11.
De onverharde weg naast het meer tot in het grensstadje Chile
Chico is een van de spectaculairste stukken die we berijden. Het
is een redelijk primitieve weg, vol blinde bochten, afgronden
naast de weg, soms rijdend op meerniveau, dan weer steil zigzaggend
naar boven. In bepaalde delen is de weg uitgehouwen uit de rotsen
of uitgegraven tussen bergwanden. En het azuurblauwe meer met
de besneeuwde pieken van de Andes zijn onze vaste compagnons.
We maken menige fotostops. Ook onze lunchpauze nemen we in dit
decor.
Ondertussen
hebben we een lifter meegenomen. Edoardo, Chileen, is een zwijgzame
mens mede omdat hij geen engels spreekt noch verstaat. We komen
na de middag aan in het grensstadje Chile Chico. We spenderen
er onze laatste Chileense Pesos. We nemen afscheid van Edoardo
en rijden even verder naar de douaneposten van resp. Chili en
Argentinië. De formaliteiten gaan vlot en na een halfuurtje
rijden we Argentinië binnen. Tussen de twee douaneposten
in, nemen we trouwens nog vlug een lifter mee, een Israeliër.
Nen snelle gast, volgens Martine.
Het is niet te geloven, maar éénmaal Chili en de
Andes verlaten, verandert het landschap plots in een bruine zand-
en steenwoestijn. Chili (ten westen van de Andes) krijgt alle
regen, Argentijns Patagonië (ten oosten van de Andes) krijgt
weinig regen. We blijven echter naast het blauwe G. Carrera meer
rijden, dat met Argentinie gedeeld wordt, en hier Lago Buenos
Aires heet.
We komen aan in Perito Moreno waar we overnachten.
Na 8 dagen over de Patagonische wegen, is ons autootje onherkenbaar
geworden en veranderd in een stofbak. Zo durven we overmorgen
de wagen niet inleveren dus vragen we emmers water aan het hotel
en beginnen een schoonmaakoperatie.
Sprokkels:
- Lifters en fietsers, dat zijn zowat de meest voorkomende activiteiten
op en naast de Ruta 7.
Dag 18 -----Dinsdag 25 feb -----Perito
Moreno - Bariloche via Ruta 40 --------815
km
We rijden de identieke rit als 8 jr geleden maar dan in omgekeerde
richting
(zie Reisverslag Argentinië 2006- dag 4). Maar eerst
halen we koeken bij de warme bakker voor onderweg want het wordt
een lange overgangsrit.
Zoals
gisteren reeds gemeld, heeft het Argentijns deel van Patagonië
meer een woestijnklimaat met een wolkenloze hemel, volle zon en
veel wind. Maar het meest in het oog springend is het landschap:
hoe verschilend kan de natuur zijn op pakweg 100km van elkaar.
Gisteren nog bergen, groen en water , rijden we nu door vlakten
van hier tot de einder. De Andes is een echte scherprechter. Okerbruin
is de overheersende kleur en enkel een paar dwergstruiken en mossen
overleven in deze steppen. Eigenlijk is dit het typische beeld
waar Patagonië voor staat.
De Ruta 40 heeft veel kaarsrechte stukken. Ze lopen in
de verte over in de lucht, je weet wel een soort fata morgana
toestand waarbij de baan als het ware smelt, bibbert en overgaat
in het blauw van de lucht.
We zien nu echt wild: gordeldier, emoes, lamas.
De Ruta 40 is gelukkig geasfalteerd...tot we een bordje 'desvio'
(omleiding) tegenkomen. En een tweede en een derde. Ik begin
dit bord te haten want telkens moeten we de onverharde weg op.
Er zijn wegenwerken aan de gang: nieuwe asfaltlagen worden gegoten.
We laten ons niet uit ons lood slaan. De steden op onze wegenkaart
moeten er één na één aan geloven:
Rio Mayo, Gobernador, Teckno, Esquel, El Hojo, El Bolson en uiteindelijk
ons eindpunt Bariloche, na 11 uur rijden. We zijn terug
waar we acht dagen geleden vertrokken zijn. De cirkel is rond
en het avontuur afgelopen.
Sprokkels:
- Hoed af voor ons Peugeot'je die ons over honderden km ruige,
onverharde wegen (ripio), behouden heeft 'thuis' gebracht.
- Chileens Patagonië staat voor avontuur, natuur en ripio.
Geen enkele dag viel uit de toon. De natuur gaf het beste van
zichzelf. Deze regio komt in mijn top drie van mooiste plaatsen
op deze aardkloot.
Dag 19----- Woensdag 26 feb -----Bariloche
Eerste werk onze wagen inleveren en 50 eur bijbetalen voor scharten
op de deur, want ze moeten die uit-simonizeren. Daarna
ons vliegtuigticket van Aerolineas Argentinas herbevestigen want
dit is nodig nadat het uurschema al 3x gewijzigd is sinds ik het
ticket aankocht. De specialiteit van Bariloche is chocolade en
dat merken we aan de vele chocoladewinkels.
In de namiddag gaat Martine de ligzetels opzoeken. Ik ga het Circuito
Chico rijden, een lus van 34km met de meest spectaculaire
zichten op het Lago Nahuel Huapi. Ik neem de bus naar het
startpunt. Met mijn koersbroek van de Federale Verzekeringen
en mijn koerstruitje van Rock Werchter heb ik veel bekijks
op de bus. Bij mijn aankomst, stelt de verhuurder van de mountainbikes
me vragen over mijn conditie en geeft uitleg over het circuit
en de uitzichtpunten. Hij bevestigt dat de trip voortdurend op
en neer gaat en hij benadrukt dit door op een papiertje zoiets
als een electro-cardiogram te tekenen /\/\/\/\/\/\. Ik voel mijn
benen al verzuren. Maar niet getreurd, ik start en al rap word
ik opgenomen in het natuurschoon:
-
Llao Llao is een luxehotel (foto onder links) waar enkel
superrijken, koninklijke gevolgen (o.a. Maxima en Willem-Alexander),
presidenten en rocksterren logeren, gelegen op een heuvel in
een idylisch meer.
-
Verschillende kleinere 'zij-meren' van het grote Nahuel Huapi
Meer
-
Een fabuleus uitzichtpunt (foto onder rechts) die door
meerdere reisgidsen omschreven wordt als het mooiste van het
nationaal park.
34 km is genoeg geweest voor mijn conditieniveau. Bij aankomst
bij de fietsverhuurder word ik getrakteerd op een chocolaatje.


DEEL
3: UITBLAZEN IN RIO
Dag 20----- Donderdag 27 feb -----Bariloche
- Buenos Aires - Rio de Janeiro
Na 2,5 weken Andes, Vulkanen, Meren, Nationale Parken en ripio
(onverharde wegen) is het tijd om uit te blazen op de stranden
van Rio. Deze morgen uitslapen en pakken om tegen half een de
taxi te nemen naar Bariloche Airport.
We vliegen eerst naar Buenos Aires. We landen op de lokale luchthaven
Aeroparque en moeten hier een bustransfert doen naar de internationale
luchthaven Ezeiza. Dan nemen we de vlieger naar Rio de
Janeiro waar we om 1u30 s'morgens landen.
Dag 21 -----Vrijdag 28 feb-----
Rio de Janeiro
We worden gelukkig afgehaald door het reisbureau en naar ons hotel
gebracht. Het is inmiddels 2u in de morgen en het is verbazend
druk op de luchthaven. De hallen zit vol mensen die nog moeten
vliegen. Winkels zijn open. Het lijkt erop dat deze luchthaven
24/24 open is, wat in Europa met de geluidsnormen, ondenkbaar
is.
Het is niet de eerste keer dat we Rio aandoen: zie reisverslag
Brazillië 2009, vanaf dag 12.
Deze morgen verkennen we eerst Copacabana strand (foto
onder links). Ik laat me meteen verlakken voor een
maffiosi deukhoedje door ene Alex, een strandverkoper. Onze eerste
caipirinha op het strand is een feit. En Martine houdt er verbrande
schouders aan over.
S'namiddags wandelen we over het volgende strand, het minder lange
Ipanema strand (foto onder rechts). We besluiten om
een paraplu en stoel te huren want het is toch te heet om zomaar
in de zon te liggen. We zien niets dan mannen rondom ons, koppels
komen zonnen ... t'zijn mannen. Er begint iets te dagen bij ons.
En als we geschoren benen en borsten zien evenals piepkleine zwembroekjes,
dan zijn we het zeker: we zitten op de gay stretch van
het strand. Veel bodybuilders (of steroide-slikkers), geolied,
geschoren en kussend. En wij liggen daar tussen als straight
koppel: wat zonnen maar vooral naar die gasten kijken.
Na een uur of twee sluipen we 'ongezien' weg en slenteren nog
wat verder op het strand. 

Sprokkels:
- Als we deze nacht incheckten, stond er een geschenkje klaar
voor ons: teenslippers in de Braziliaanse kleuren (groen en
geel).
- Op het homostrand zit niet ver van ons een zwartharige meneer,
volledig geschoren: benen, rug en borst (het rare is dat hij
zijn baard laat staan). Maar de stoppels van opkomend haar zijn
duidelijk te zien. Martine denkt, als je over zijn rug wrijft,
dat hetzelfde moet zijn als over een cactus wrijven ...
- Op de stranden van Rio dragen zie je geen monokini's, wel
tepeldekkertjes en reetbroekjes. ALLE leeftijden dragen
die prulletjes. De slogan is: geen blote borsten, wel blote
konten.
- Over de stranden vliegen kleine sportvliegtuigjes met achteraan
reklame op een langes smalle doek. Niemand van de strandgasten
kijkt nog op. Ik wel toen die vliegtuigjes - om extra aandacht
te trekken - trompen zoals een auto. Verschietachtig
de eerste keer en hilarisch.
Dag 22 -----Zaterdag 1 maart
-----Rio de Janeiro
Het is carnaval te Rio deze weekend. Onze aanwezigheid
is puur toeval want dit had ik van te voren niet ingepland. Willen
of niet, je wordt meegezogen in deze gekte.
Deze morgen worden we aangetrokken door het sambalawaai op Copacabana.
Een praalwagen en honderden feestneuzen zakken af naar de boulevard,
die voor het verkeer is afgesloten. Foto's maken van de gekste
groepjes is geen probleem. Meer nog, ze betrekken u in hun feestje.
Ik krijg al rap vleugels omgegord, een rok aangedaan en bunnies
op mijn hoofd neergeplant en dan met twee meiden op de foto. Tussen
haakjes, Martine met drie mannen op de foto! Vanaf de praalwagen
brullen de sambaliedjes uit de boxen. Iedereen probeert een sambapasje
uit.
Carnaval
te Rio de Janeiro
Het carnaval te Rio is geen satire op de politiek of andere
evenementen zoals bvb in Aalst, maar een stoet over een speciaal
aangelegde boulevard van 1 km lang in de binnenstad. Langs
weerszijden staan tribunes, loges en VIP ruimtes. Wij zitten
op één van die tribunes ongeveer in het midden
van de boulevard.
Onze buren zijn Antwerpenaren en Venezolanen en vele anderen.
Raar genoeg hebben we meer contact met Venezuela dan met België.
Het heeft zeker te maken met de (volwassen) mannen in pampers
en voor de rest in hunnen bloten. Ze drinken whisky-cola
uit papflessen en zuigen aan nepborsten van voorbijgangers.
En dit uit het land van Chavez.
Eén na één passeren de sambascholen met
hun show van 1 uur. De nadruk ligt op kleur, kostuums en natuurlijk
sambadansen-met-een-blote-kont. Honderden dansers (per school)
doen mee aan het spektakel en de scholen steken elkaar naar
de kroon qua variëteit aan kostuums, praalwagens en ambiance
creëren. We trekken duust fotos. Op mij maken
de kostuums met de bijgaande kleuren en de praalwagens de
meeste indruk.
Alle tribunes lopen vol om 21u als de eerste school van start
gaat. Dan volgen nog 9 andere scholen tot ... 7u de volgende
morgen. Dus dit gaat zo de ganse nacht door. Tussen iedere
schooldéfilé wordt de boulevard onmiddellijk
schoongemaakt door Rio's vuilniskardienst. De vuilnismannen
lopen onmiddellijk achter de laatste dansers van het défilé,
alsof ze er deel van uitmaken. We hebben er na 7 scholen de
brui aan gegeven. Het is 4u30 en 25° warm. Een uur later
vallen we uitgeput neer in ons hotelbed. Eventjes genoeg van
carnaval.
 


Dag
23 -----Zondag 2 maart -----Rio
de Janeiro
Na de carnavalnacht slapen we uit. Eenmaal uit bed, voelen we
ons toch wat deuzig. Het gaat richting strand
maar voor mij richting massagetafel aan het strand. Als we iet
of wat mens geworden zijn, bezoeken we het Maracana stadium,
waar straks in juni de finale van de wereldkampioenschappen voetbal
zal gespeeld worden. Daar zal België in de finale Brazilië
ontmoeten, die gasten verslaan met 3-1, en wereldkampioen worden.
We nemen de metro naar het stadium en zien dat alle metrostations
veranderd zijn in carnavalruimten waar jongelingen t'zotteke
uithangen. In de treinstellen zelf is het natuurlijk ook fiësta
met jongeren die 'paaldansen'. Hoe zotter, hoe beter. Maar gelukkig
nooit grimmig.
Ondertussen zijn de hele dag door groepen carnavalvierders actief
in de straten van Rio. Iedereen is verkleed in de meest uiteenlopende
en bizarre figuren. We zien jeanetten met netkousen, spiderman,
superman, zorro, napoleon, mannen met krulspelden in hun haar,
met nepborsten, een pijprokende sinterklaas in minirokje, een
duracel konijn, de paus, enz... En wij lopen daar zo gewoontjes
bij.
Na een laatste avondmaal in het Outback restaurant, ploffen we
terug in ons bedde, om slaap te recupereren van vorige
nacht.
Dag 24 -----Maandag 3 maart -----Terugreis:
Rio de Janeiro - Brussel
Onze vlucht vertrekt pas vanavond. Dus hebben we vandaag tijd
om afscheid te nemen van Marcus, die ons 3 dagen voorzien heeft
van strandstoelen en -paraplu. Om te zwijgen van de naar uw stoel
gebrachte waterflesjes en caipirinhas evenals het afspoelen van
het zand van onze voeten.
De lokale TV is ook in carnaval modus:
Maar uiteindelijk breekt het vertrekuur aan om met de wagen afgezet
te worden aan de luchthaven van Rio. We zien de grote wegenwerken
en de nieuwe brug die ze aan het bouwen zijn tegen de Olympische
spelen, om vanuit de luchthaven vlotter de stad te kunnen inrijden.
Dag 25 -----Dinsdag 4 maart-----
Aankomst in Belgie
Net als in het doorgaan nemen we een slaappilletje om deze nachtvlucht
door te komen. We landen veilig in Amsterdam waar we na een vertraagde
treinreis, aankomen in Gent. Daan en Kim staan al klaar in Gent-Sint-Pieters
om ons op te vangen.
Op onzen buik: gien sanse.
FOTOREEKS
CHILI 2014
GRAPPIGE
FOTOS





|