REISVERSLAG
CHILI, BOLIVIE: 5 maart 2004 - 26 maart 2004
(De gebroeders De Paepe : Bart en Martin)

Waar
Chili een relatief ontwikkeld land is, kan dit niet gezegd worden
van Bolivië. Reeds bij de grensovergang is het verschil onmiddellijk
merkbaar. Bolivië is het hoogst gelegen land in de Americas, ruwe
natuur en geïsoleerd. En dezer dagen is omtrent het laatste terug
discussie ontstaan met Chili nadat ex VS-president Jimmy Carter
in Bolivië heeft gezegd dat ze recht hebben op een uitweg naar
zee. Deze uitweg naar zee werd destijds door verschillende oorlogen
met de omringende landen, verloren aan Chili.
Als er prijzen genoteerd worden, weet dan dat 1 EURO = 9,5 Bolivianos.
Het
reisverhaal van Chili
(dag 1 - 14) vind je terug bij dit land.

Dag
15 -----Vrijdag 19 maart -----San
Pedro de Atacama - Laguna Colorado (Bolivië)
Het
Toyota-busje staat netjes geparkeerd voor het reisbureau Pamela
Tours, waar we onze 3-daagse trip naar Uyuni in Bolivië
geboekt hebben. We
blijken met vijf in totaal te zijn: 2 Fransen (Christine en Philippe),
1 Italiaan (Omar) en wij (zie foto). Er is plaats voor
7 personen, dus zitten we ruim. We spreken af wie waar zit en
ik beland naast de chauffeur, wat mij toelaat beter te filmen
vanuit het busje. Bart zit ruim met zijn benen en is content.
We taxeren elkaar. De Fransen zijn een ouder koppel. Zij is een
Zuid-Franse met het leuke accent en hij is een 'randonneur', komt
uit de Alpenstreek en zegt toch zo graag dat hij al menige berg
beklommen heeft. Het is de tweede maal dat ze die trip doen. Ze
spreken alleen frans (de dutsen), enkel Christine kent
een paar woorden engels en spaans. Maar ze vallen wel mee. Omar
is het Bob Geldof type, met stoppelbaard, halflang haar en lijkt
zo weggelopen van de Milanese modedéfilés. Het is een zeer sympathieke
gast.
We vertrekken rond 8h en net buiten San Pedro moeten we de douaneformaliteiten
vervullen. Het is een uurtje aanschuiven want er is ons net een
toeristenbus voor en rap werken kennen ze niet bij de douane,
bij geen enkele ter wereld
denk ik. We stijgen direct van 2.400 m (San Pedro) tot 4.350 m
aan de grens met Bolivië. Deze grenspost is niet meer dan een
barakke , een aftands kot in de Altiplano met twee douaniers.
Daar vervullen we de Boliviaanse formaliteiten. Maar wat een decor
waarin die mensen hier werken. Hier starten ook de onverharde
wegen die drie dagen dienst zullen doen. We ruilen ons busje voor
een echte 4x4 Toyota-jeep en krijgen een andere chauffeur. Dat
zijn zo van die wijzigingen 'en cours de route' waar je op voorhand
geen info over krijgt. Verder komen verschillende jeeps uit de
andere richting toe, die het parcours omgekeerd gereden hebben:
Uyuni - San Pedro.
----------------------------------------------------------Grensovergang
Chili - Bolivië nabij San Pedro
We rijden verder en worden volledig opgeslorpt door de Altiplano.
We zitten nu in het uiterse zuid-west puntje van Bolivië en trekken
noordwaarts, evenwijdig met de Chileense grens. We passeren het
Laguna Blanca (witte meer). De witte schijn van het water
komt van de calciummineralen. Verderop stoppen we aan het Laguna
Verde (groene meer). De groene kleur komt van de kopersulfaatmineralen.
Achter het meer zien we van dichtbij de perfecte kegelvorm van
de vulkaan Licancabur (5.930 m). Verder op de dag stoppen we aan
Sol de Manana, een kleine geyserconcentratie en gaan baden
in de warmwaterbronnen van Polques. Inmiddels zijn we gestegen
tot het hoogste punt op onze trip: net geen 5.000m. Het weder
zit ongelooflijk mee: het is overdag zo'n 20° en windstil. En
stel u voor dat we in zwembroek op ons gemak in de warmwaterbron
stappen waar het water 30° warm is, … op 5.000m hoogte, even hoog
als de Mont Blanc. Surreëel.

Laguna Blanca ----------------------------
Laguna Verde + Vulkaan Licancabur -------Laguna
Colorado
En tussen die meren door biedt de Altiplano je een landschap die
ongezien is. Het is een lappendeken van bruin en groen zich uitstrekkend
tot aan de bergtoppen. Het is boomloos en de vicunas leven er
van korte grassen. Wat mij het meest tot de verbeelding spreekt
is dat de vulkaantoppen amper 1.000 tot 1.500 m hoger uitsteken
boven de Altiplano. En dit voelt aan alsof je heel dicht bij de
top bent en er gewoon met de jeep langsrijdt. Enkel de hoogste
toppen hebben een sneeuwkap.

De
altiplano tussen San Pedro en Uyuni
We
lunchen nabij Polques. De chauffeur maakt telkens het eten klaar
en we gebruiken de kleine koffervloer van de jeep als tafel. We
wanen ons in een andere wereld. S'namiddags rijden we verder door
dit decor tot aan Laguna Colorado (gekleurd meer) waar
we zullen overnachten. Het is een idyllische plek met besneeuwde
vulkaantoppen op de achtergrond, roze flamingo's op het meer,
waarvan de kleur enerzijds rood is (algen) maar ook delen wit
zijn (borax met calcium). Het brakke, ondiepe water met flamingo's
doet mij denken aan hetzelfde beeld in de Ngorongoro krater in
Tanzania.
Het campamento waar we overnachten is zeer basic: geen stromend
water, geen electriciteit, geen douches. Maar we wisten dit op
voorhand. Er zijn drie vleugels en iedere vleugel wordt beheerd
door een Boliviaanse familie die met drie generaties (grootouders,
ouders, kinderen) samenwonen in een (klein) deel van de vleugel.
Van de generatie van de grootouders dragen de oma's steeds een
bolhoed, samen met de typische klederdracht. Die dracht lijkt
mij een tiental rokken en bloezen boven elkaar want ze zien er
allen uit als michelinmannekes. Ondertussen krijgt ondergetekende
te maken met de eerste symptomen van hoogteziekte: geen eetlust
en hoofdpijn. Ik ga vroeg slapen en neem twee perdolans. Het gaat
over. Bart en de anderen hebben minder tot geen last.
Dag
16 -----Zaterdag 20 maart -----Laguna
Colorado - San Juan
Mijn
hoofdpijn is over en ik ben weer de oude. Bart blijft sukkelen
met t'zuur. We verlaten Laguna Colorado. De eerste 20 km
is over geaccidenteerd parcours maar daarna komen we in een gravelwoestijn
terecht. De Altiplano is hier zeer breed geworden en blijkbaar
zijn door de erosie alle stenen verpulverd tot gravel. De ons
omringende bergtoppen tonen ons
een palet aan kleuren, te wijten aan de mineralen die ze bevatten.
We zien de sporen van verschillende pistes door de gravel; je
kan als chauffeur hier een beetje improviseren, zo lang je maar
de juiste richting uitgaat. Plots zien we een aantal kleine rotsformaties
en stoppen aan een komieke rots, geërodeerd in de vorm van een
boom: de Arbol de Piedra (zie foto links). Even
verder stoppen we aan een grotere rotspartij en we worden daar
in de gaten gehouden door schuwe Boliviaanse woestijnkonijnen.
We hernemen de tocht, nog steeds in dit kleurrijke decor van gravel
en bergtoppen. Plots zien we drie jeeps. Enkele andere 4x4's hebben
ons ingehaald en nu beginnen die chauffeurs zowaar te racen tegen
elkaar, door de gravel in ware Dakar-stijl. We laten blijken aan
onze chauffeur dat we liever alleen rijden zoals gisteren zonder
te veel toeristen rond ons hoofd. Hij gaat akkoord. Ondertussen
zien we kudden vicunas met jongen.
De
gekke fietser
En plots zien we een half wonder: uit de tegenovergestelde richting
zwoegt een bepakte fietser zich solo door de Altiplano ???!!!
Hij zwaait zwakjes met de hand. Ik kan mij onmogelijk voorstellen
dat er iemand bestaat die op een hoogte tussen de 4 en 5.000m
zulke inspanningen levert die dubbel zoveel moeite kosten als
op zeeniveau, constant met de zon boven het hoofd wetende dat
de stralingskracht op die hoogte enorm is, op delen van de pistes
die gewoon onberijdbaar zijn voor fietsers. Voor zulke mensen
heb ik een enorme bewondering. Ik hoop dat hij levend en wel
San Pedro bereikt heeft.
We
rijden verder langs drie Altiplano-meertjes die kleuren
naargelang
het mineraal dat ze bevatten. Ook tientallen flamingo's zijn op
post. De omringende sneeuwpieken weerspiegelen in het wateroppervlak
(zie foto). Dit is schitterende natuur. Rond de middag
stopt de gravel-vlakte en wordt het één en al rotswoestijn, waar
de jeep niet rapper dan 10 km/u doorrijdt of zich eerder doortrekt.
Ik vaag me dikwijls af of die veren en die banden het zullen houden.
Maar jawel want na een uur steenverdriet rijden we terug op een
'normale' piste en de chauffeur kiest een plekje uit voor het
middagmaal met zicht op de actieve Ollaguë vulkaan. Actief
betekent dat er constant rookwolken uit de krater komen. Kort
na de lunch rijden we door een kleinere zoutvlakte van 30 km lang
en 6 km breed: Chiguana zoutmeer. We dwarsen ze langs de
langste kant. Temidden die zoutvlakte komt links van ons, vanuit
Chili, de spoorlijn Calama - Uyuni opduiken. De reisgids leert
ons dat hier één trein per week passeert en voor die trein is
een Boliviaanse douanepost gebouwd: Commando Chiguana. En nu volgt
een stuk folklore. Bij gebrek aan werk en uit verveling moet elke
toeristenjeep stoppen en moeten wij de 'commando' binnengaan en
ons paspoort voorleggen. De gegevens worden ijverig genoteerd
in een … gastenboek zeker. Dit volledig overbodig ritueel wordt
door 'kindmilitairen' uitgevoerd. Ik vraag aan onze chauffeur
hoe oud die knaap aan de slagboom zou zijn: 15jr, antwoordt hij.
En de knaap met een speld 'commandante' op, schat ik een jaar
ouder. We verlaten dit lachwekkende oord, dwarsen de spoorlijn
(smalspoor) en rijden een andere richting uit. Tegen valavond
komen we toe in San Juan, een nederzetting in de Altiplano,
waar we zullen overnachten. Het hotel in San Juan is niet meer
dan een slaapvertrek bij particulieren waar ik mijn hoofd stoot
aan deuringangen die amper 1m70 hoog zijn. De kamers zitten vol
vliegen maar er zijn gelukkig ook warmwater douches. En de valavond
brengt koelte met zich mee. s'Avonds eten we kip met frieten met
mayo .
Van
gravel naar steenwoestijn ---------Spoorlijn
Calama - Uyuni ----------------Rokende
Ollaguë vulkaan
Filmfragment:
De Altiplano
Verhalen
van de medemens:
De Fransen uit de jeep zijn echte tettergatten; we hadden
niets anders verwacht natuurlijk. Tijdens de rit kan Philippe
zich niet houden om commentaar te geven en zal er ons steeds
subtiel aan herinneren dat het zijn tweede keer is, dat hij
dat al allemaal kent en dat hij al een paar van die vulkanen
beklommen heeft.
Aan een aantal typische stopplaatsen komen soms nog andere toeristenjeeps
aangereden die dezelfde trip maken. Op één van die stops maken
we kennis met een jong koppel uit Destelbergen: Michael en Barbara.
Ze zijn ook maanden op reis in Zuid-Amerika en hebben één maand
vrijwilligerswerk gedaan bij Boliviaanse straatkinderen. Ze
vertellen dat ook hun fototoestel gestolen werd, in La Paz.
We ontmoeten Michael en Barbara terug in San Juan en besluiten
een café te zoeken in één van de drie straten die het plaatsje
telt. We 'forceren' de ingang van een gesloten café-annex-hostel
en overtuigen de eigenaar om te openen. 'We hebben zo'n dorst',
meneer. De man moet wel eerst pinten gaan halen in een kruidenierswinkelken
want zijn voorraad is op. Uit het hostel komen twee klanten
de café binnen en het blijken ook twee Vlamingen te zijn. Een
antropoloog met zijn vrouw die een lezing gaf in Sucre en nu
eventjes een paar extra dagen verlof neemt.
Temidden de Altiplano, in t'hol van Pluto met zes Vlamingen
in een café zonder bier. Moe keunen. Omar komt
ons ook vervoegen en het wordt een uitbundige avond. En de wereld
is echt klein: via zijn werk kent Bart de dochter van het antropoloog-koppel.
Dag
17----- Zondag 21 maart-----
San Juan - Uyuni
In
de laatste rit van de driedaagse ruilen we de Altiplano voor de
grootste zoutvlakte ter wereld: de Salar de Uyuni. Het
afscheid van de Altiplano is een moeilijk afscheid voor natuurliefhebbers
als ons. De voorbije twee dagen heeft Moeder Natuur ons terug
verrast. En wij denken dat we alles al gezien hadden. Sukkelaars
da we zijn. Dag drie doet ons echter ook een onbekende wereld
induiken. Nog nooit hebben we een zoutvlakte gezien van die proporties.
Salar de Uyuni heeft een oppervlakte van 12.000 km2 (Vlaanderen
meet 13.500 km2) en ligt op een gezellige 3.650m hoogte. Salt
Lake in Utah is s'werelds nummer twee en Salar de Atacama (nabij
San Pedro) is nr 3. Er hangt gezonde spanning in de jeep als we
na een half uurtje rijden uit San Juan, de zoutvlakte oprijden:
- We
rijden van zuidwest onder naar noordoost boven
- Het
valt me direct op dat de vlakte zeer effen is zonder putten
of oneffenheden. De jeeps vlammen er dan ook over
- In
het regenseizoen, die net gepasseerd is, staat de vlakte 15
cm onder water en dan worden de de omliggende bergen weerspiegeld
in het 'zoutmeer'.
-
Het is wit, wit, wit, plat en oneindig. Je waant je op antarctica
met dit verschil dat de temperatuur beter meevalt. Het is terug
heet met een wolkenloze hemel.
- Door
de 'witheid' is een zonnebril onvermijdelijk, zoniet gaan je
ogen kapot aan het weerkaatsende zonlicht
- De
dikte van de zoutkorst varieert van 1m tot 1,80m
- De
vlakte telt een aantal oases, waarvan Isla de Pescadores
er het mooiste van is. Amper een voorschoot groot, stelt de
oase een aantal ongelofelijke jumbo-cactussen voor. Ze groeien
1cm/jaar. De hoogste meet 12m -à 1.200 jaar oud…
- We
lassen een stop in temidden de zoutvlakte en zijn maar een paar
nietige stipjes omringd door zout zover we kunnen zien. Maakt
indruk.
- Een
wirwar van bandensporen is zichtbaar afgedrukt op het zout.
Als ge hier begint verloren te rijden …
- We
bezoeken het zouthotel: muren, meubelen, stoelen, kasten, bedden;
alles gebouwd in zout(blokken). Niet veel zaaks.
- We
rijden langs de zoutpiramides waarbij we ons iets voorstelden
van verschillende meters hoog. Vergeet het: het zijn door arbeiders
met de schop bijeengeschraapte zoutheuveltjes van een halve
meter hoog, die door camions worden opgeladen en waaruit het
zout gezuiverd wordt voor commercieel gebruik.
Een
ferm stuk in de dag verder, komen we aan de 'uitgang' van de zoutvlakte
in het noordoostelijk punt: Colchani, waar ze zout in alle
vormen verkopen aan toeristen. We rijden verder en na een uurtje,
rond 14h in de namiddag, komen we aan te Uyuni. Ondertussen
heeft de chauffeur ons toevertrouwd dat hij door de reisbureaus
wordt ingehuurd om dergelijke trips te rijden. Hij is een zelfstandig
chauffeur. Hij is nog vrij jong maar zegt dat hij al veel rugklachten
heeft. Hij is Boliviaan en verdient 100 US$ per maand, ongeveer
80 EUR.
Uyuni is een aankomst- en vertrekstadje voor toeristen 'in transit'.
Het stadje stelt niet zoveel voor. We boeken onmiddellijk ons
busticket naar La Paz: vertrek vanavond om 20h en dan 13 uur bus
tot in La Paz!? We wisselen al onze Pesos in Bolivianos.
Verhalen
van de medemens:
We hebben afscheid genomen van het Franse koppel die nog diezelfde
nacht de trein terugneemt van Uyuni naar Calama. 'Terug naar
Chili, terug door de Altiplano, Philippe?'. 'Mais oui, c'est
jolie éh'.
We komen terug Michael en Barbara tegen en met ons gevijven
(+ Omar) vullen we de namiddag met de dorst te verdringen. Allen
zijn we het erover eens dat de Altiplano en het zoutmeer prachtige
natuur opgeleverd hebben. Bart zijn hart gaat echter nog steeds
uit naar Patagonië's Torres del Paine. Michael en Barbara denken
reeds na over hun volgende bestemmingen door Zuid-Amerika. Michael
wil onder meer het Amazone woud intrekken, waarschijnlijk via
Peru. Beiden zijn zeker thuis tegen de Gentse feesten en beloven
plechtig ons via e-mail te verwittigen want we hebben nog een
aantal Duvel's tegoed omdat Bart, na verlies van zijn fototoestel,
met twee ongebruikte filmrolletjes zat, die Michael gratis gekregen
heeft.
We
gaan samen eten in een lokaal restaurantje en om 19h30 stappen
we naar de busterminal. Omar rijdt met ons naar La Paz. Van Michael
en Barbara nemen we afscheid want zij nemen de bus naar elders
in Bolivië. We wisselen e-mailadressen uit en we zien wel voor
de Gentse feesten. Een wried wijs koppel.
Ondertussen is bij mij instant diarree komen opzetten. Ik begin
ons laatste avondmaal (met ijsblokken in mijn cola) te verdenken.
Sprinten naar een wc - de bus vertrekt binnen een kwartier - en
twee immodiums slikken, helpen de toestand onder controle te houden.
Het is 20h en we zitten op onze gereserveerde plaats. Het is 8h03
en iemand roept 'vamos' (vertrek); 8h07: vamos, vamos, vamos.
De woorden gaan gepaard met een korte, nijdige intonatie, en weerklinken
vanuit verschillende zetels. Dit is zo lachwekkend, dat we bijna
de slappe lach krijgen. De bus vertrekt en onze lach zal vlug
veranderen in gekreun, bij mij althans. Mijn half verteerd eten
gecombinerd met geschok op de bus over de onverharde wegen zetten
mijn maag en darmen op stelten …
Dag
18----- Maandag 22 maart -----Uyuni
- La Paz
…
ik zie sterretjes en kan niet slapen. Gelukkig houdt mijn diarree
zich koest. Bart slaapt alsof er niets aan de hand is. De bus
last een paar plasstops in. Als ze wat te lang duren: vamos, vamos!
Het daveren over onverharde wegen blijft duren en mijn maagstelsel
heeft van plaats geruild met mijn darmstelsel, denk ik. Het is
4h45 en we komen aan te Oruro. We moeten van de bus! Wat?
'Die bus rijdt toch tot in La Paz?' mompel ik. 'Niet discuteren',
zegt Bart en we volgen de chef. We moeten ons ticket tonen en
mogen mee naar La Paz op een andere bus nadat we een 'transfer
fee' betaald hebben. Omar helpt ons goed mee in onze Spaanse discussies,
maar van dit Boliviaans gekonkelfoes snappen we niet veel.
Ik heb een hekel aan zulke onaangekondigde evenementen.
La Paz ligt nog een goeie 4 uur verwijderd van Oruro, maar gelukkig
langs verharde wegen. Niettemin is het kwaad geschied: mijn darmen
en maag blijven rondjes maken van binnen. Rond 8h30 komen we toe
in de busterminal van La Paz. Bart voelt zich relatief
goed; ik ben geradbraakt. We nemen met Omar een taxi naar een
hotel uit de LP. Ze hebben daar geen kamers met privaat bad, dus
kijken we uit naar iets anders. De derde keuze is de beste: Hotel
Continental in hartje La Paz (85 Bolivianos per kamer/per nacht
of nog geen 9 Euro voor ons beiden per nacht). Omar besluit te
blijven in het eerste hostel omdat het toch maar voor één nacht
is en goedkoop. Morgen vertrekt hij naar het Titicaca meer in
Peru. We nemen afscheid van een zwijgzame, sympathieke Italiaan
die altijd bereid was een handje toe te steken en vele malen zijn
eigen wensen op de tweede rij plaatste. Een mens van goede wil.
We wisselen e-mailadressen uit en hopen hem nog ooit terug te
zien: Ciao.
LA
PAZ
Sucre
is de officiële hoofdstad van Bolivië, maar La Paz met zijn
1.5 miljoen inwoners en grootste stad van t'land is de de-facto
hoofdstad. De hoogste hoofdstad ter wereld: 3.632m boven de
zeespiegel. Het vliegveld ligt nog 400m hoger.
Het inrijden in La Paz is spectaculair. Je komt uit de hoogvlakte
op vlakke wegen aangereden tot in El Alto een voorstad. En plots
gaapt een ravijn in die vlakte en in die ravijn - 400m dieper
- ligt La Paz. De eerste indrukken zijn deze van een kris kras
volgebouwde kloof. Het centrum met twee, drie buildings ligt
op de bodem van de kloof en de wanden zijn volledig volgebouwd
met huizen in alle vormen en materialen en zonder enige structuur,
duidelijk zonder stedebouwkundige voorschriften. Van rand tot
rand is de kloof 5 km breed.
Het centrum en daarrond is één marktplaats waar je alles kan
kopen. Ook veel namaak en piratenwerk. Het is er lawaaierig
en veel te druk. Te veel verkeer, stinkende uitlaatgassen en
toeterende claxons. Gekrioel van marktkramers en klanten. Meer
dan 2 dagen op zo'n plek is niet aan te bevelen. Eenmaal buiten
het centrum, wordt het rustiger.
Verloren lopen in La Paz is onmogelijk. De vlakke hoofdstraat
ligt op de bodem van de put en alle aansluitende straten stijgen.
Je hoeft enkel te dalen naar de hoofdstraat en daar te corrigeren.
Ik
lig uitgeteld op mijn bed in de hotelkamer en kom er niet meer
uit vandaag. Ik heb een hele dag nodig om te recupereren van de
nachtelijke busrit gecombineerd met een weerbarstige 'fauna en
flora'. Bart voelt zich beter en gaat t'stad verkennen. Van de
weinige keren dat ik uit bed kom, zie ik door het hotelraam een
zeer drukke straat met auto's, auto's, auto's, bussen, micros,
taxi's; marktwaren op de beide stoepen van de straat, baby's aan
moeder's borst (tussen de uitlaatgassen), gediscuteer, getoeter.
De overschakeling naar dit soort drukte vergt enige aanpassing.
Bart is terug maar ook niet 100% fit. Hij heeft geld gewisseld
aan een zeer goede koers: 1 EUR = 9,5 Bolvianos. Hij heeft het
centraal marktplein verkend en de omliggende straten. 'T'es
schune', zegt hij.
Dag
19----- Dinsdag 23 maart-----
La Paz
De volgende ochtend heb ik diarree in zijn 'puurste vorm'. Als
twee opgelapten, kiezen we voor de straat en bezoeken de overdaad
aan markten en kraampkes. Alles
is spotgoedkoop in Bolivië, maar veel waren zijn ook nagemaakt
of gecopieerd zoals CD's. Ik koop greatest hits van Guns & Roses
en van Korn voor Tom. We slaan nog een heleboel andere spullen
in voor ons beider huisgezinnen. Bart laat zijn foto's ontwikkelen
tegen 16h. En dit allemaal in een rookwolk van uitlaatgassen en
drukdoende mensen. Driekwart van alle verkeer zijn ofwel bussen
ofwel taxi's. Bij de taxi's heb je de micro's, kleine busjes die
tot 10 personen kunnnen vervoeren. Er zijn twee 'bemanningsleden'
op die busjes: de chauffeur en de roeper. De roeper schreeuwt
constant welke richting ze uit gaan.
De centrale Plaza met de Sint Franciscus kerk is een sober
plein. Tegenover de kerk gaan we internetten. Schuinover mij zit
een Boliviaan pornosites te bekijken. Het blijft bij kijken, zonder
spontane zaadlozingen. Maar vrouwlief komt toe en hij kan niet
rap genoeg alle openstaande websites sluiten en wordt betrapt.
Tja, hij zal het mogen uitleggen. Bart laat voor de derde keer
zijn schoenen poetsen en ik laat mijn baard afscheren. Dit wordt
een kwartier genieten, maar tegelijkertijd heb ik altijd zo'n
onbehaaglijk gevoel over mij van: die barbier heeft mijn leven
in handen.
We zijn om 16h terug in het hotel want een half uurtje later begint
een stadstoer per taxi (panoramic tour), die we gisteren besteld
hebben. We wachten even in de lobby en kijken naar Champions Leage
voetbal. We slaan aan de klap met de baliejuffrouw die daar de
uitspraak van de dag doet: 'I don't like football, but I like
the players'.
We vertrekken met de toer, een chauffeur en een gids, maar moeten
nog efkes wachten op Bart bij de fotowinkel. Die was om 16h niet
klaar met de ontwikkeling. Ondertussen is het beginnen regenen,
de eerste keer van onze vakantie, net op het moment van de stadstoer.
Niet getreurd, en de gids begint te vertellen over de historiek
van de stad. La Paz was een slaapplaats voor de Spanjaarden halverwege
tussen Cusco (Peru) en Sucre (Bolivië) en betekent 'De Vrede'.
Hij beweert dat Ché Guevara hier zijn revolutie voorbereid heeft.
We rijden naar omhoog, de stad uit richting El Alto, de
voorstad die we ook passeerden met de bus vanuit Uyuni. Het regent
ondertussen straf door en maakt het daardoor onmogelijk om te
stoppen op de uitzichtpunten. We zien dan maar delen van de stad
in de kloof liggen vanuit de taxi. De gids vertelt me dat de 10
km lange autostradestrook tussen centraal La Paz en El Alto het
voorbeeld is van het grootste corruptieschandaal in Bolivië. De
aanleg heeft destijds 40 M$ gekost en was geraamd op 2 M$. We
komen 400m hoger toe op de hoogvlakte, in El Alto. El Alto is
de snelstgroeiende stad van het Zuid-Amerikaanse continent en
telt nu al 800.000 inwoners. We rijden dan langs een andere weg
La Paz terug binnen, niet zonder op de rand van de kloof een kort
maar boeiend zicht te zien op de stad, inclusief het verloop van
een voetbalwedstrijd in de voetbaltempel van La Paz, honderden
meter onder ons. Het is inmiddels donker geworden, bedanken de
gids en de chauffeur en laten ons nog eens gaan in een sjiek restaurant
aan prijzen van een Belgisch frietkot.
Dag
20----- Woensdag 24 maart-----
La Paz - Buenos Aires
We
moeten terug uit bed op een onmogelijk uur (4h30), dan de taxi
nemen en naar de luchthaven rijden. Om 7h vertrekt onze vlucht
naar Buenos Aires. We checken in …'Sorry, no seats'. Wat ??!!*$µ£*.
'Did you reconfirm your flight?' vraagt de check-in bediende.
Maar neen, dat is toch niet meer nodig? De meneer blijft er rustig
bij en zegt hoogst serieus: 'You must always reconfirm your flight'.
Hij zet ons als nr 1 en 2 op de wachtlijst en we moeten om 6h
terugkeren. Even onverstoord zegt hij: 'We will do our best to
help you'. En daarmee moeten we het stellen. Het wordt een uurtje
nagelbijten. Klokslag 6h staan we terug aan de check-in balie
… en die man maar op het klavier typen … grommen, zijn hoofd schudden
… ja-knikken …nee-knikken … tot er na zeker 10 min afzien twee
boarding passes uit zijn printer rollen. We zitten op de vlucht,
joepie! Nog vlug de airport tax betalen (25 us$!) en onmiddellijk
naar de gate waar we het vliegtuig instappen.
Eenmaal in het vliegtuig bereid ik de te bezoeken plaatsen voor
in Buenos Aires waar we zullen toekomen rond 14h om s'anderendaags
terug om 14h te vertrekken richting Madrid en zo naar huis. Dus
veel tijd hebben we niet in B. Aires en ik wil zoveel mogelijk
zien in zo kort mogelijke tijd. Ik vraag raad aan mijn gebuur
Sylvia, een Argentijnse, afgestudeerd als accountant. Ze leest
in een boek over US GAAP voor leasing (ingewijden begrijpen waarover
ik het heb) en ze zegt dat ze zich voorbereidt voor een sollicitatiegesprek
bij een telecombedrijf in B. Aires. En morgen trouwt haar beste
vriendin. 'Mijn probleem is om Buenos Aires te bezoeken over twee
halve dagen' zeg ik. Samen en met de Lonely Planet in de hand,
werken we een bezoekplan uit. Ondertussen zijn we geland in Santa
Cruz waar we overstappen op een andere vlieger naar
Buenos Aires. We hebben al 45' vertraging. Sylvia zit nu een aantal
rijen verderop en we spreken af om in Buenos Aires dezelfde
taxi te nemen naar ons hotel; zij rijdt dan door naar haar bestemming.
We landen en halen allen te samen onze bagage en charteren een
taxi. We komen aan bij ons hotel Bolivar in de wijk San Telme.
En we moeten terug afscheid nemen ditmaal van een sympathieke
Argentijnse. Dit zijn de meest vervelende momenten van de reis
en het weegt.
Het hotel wordt goed bevonden: hoge kamers, privaat bad en een
binnenkoer in de open lucht. Maar goed ook want het is zweten
in Buenos Aires. We nemen onmiddellijk een
taxi naar de Recoleta
wijk (goedkoop en vlug alternatief) waar we onze dorst lessen
in het Hard Rock Café. Het obligate T-shirtje wordt mijn deel.
Daarna gaan we tevoet naar het kerkhof van Recoleta waar binnenin
een ommuurd eiland, Argentinië's elite begraven ligt. Het is qua
opzet en reden te vergelijken met het Parijse Père Lachaise, maar
het is er zoveel verzorgder, zoveel
Led Zeppelin in het Hard Rock Café
-------------------------------------Recoleta
kerkhof
sjieker
met de marmeren begraaftombes en zichtbare sarcofagen, met goed
onderhouden en geplaveide wegen. We bezoeken het graf van Evita
Perron.
We nemen de taxi terug naar San Telme en genieten verder op het
San Telme marktpleintje, de plaza. De stad is veel rustiger
dan La Paz met weinig getoeter van de auto's en een stuk beschaafder.
We gaan tevoet naar het centrale deel van de stad, naar het fameuze
Café Tortoni. Dit café is te vergelijken met een grote
Parijse Brasserie. We reserveren meteen ook voor de tango show
van vanavond. Op weg
naar
Tortoni zien we langs alle zijstraten massa's volk toestromen
richting de centraal gelegen Av. de Mayo. Alle straten zijn afgezet
door de Politie en met zijn duizenden neemt de menigte het centrum
in. Helicopters, voetzoekers, spandoeken, gezang, … alle ingredienten
van een betoging. We vragen na en het blijkt een nationale optocht
te zijn tegen martelingen en verdwijningen. Een enorm vouwlint
van foto's wordt ontplooid en boven de hoofden gestoken, waarschijnlijk
van gemartelde of verdwenen medeburgers. De sfeer is grimmig maar
het loopt gelukkig niet uit de hand.
We
zoeken een restaurant en ondervinden eens te meer dat de Argentijnse
steak de beste is. We keren terug naar Café Tortoni en maken er
een spetterende tangoshow mee. Op het podium zit een lifeorkest
van vijf man. De orgelist lijkt de tweelingbroer van Einstein,
de violist en de gitarist lijken normaal, de zanger is de reincarnatie
van Pantani. En een vijftal keer komt er een tangokoppel op de
scène: zij in een lange rok met split tot aan de …eh flamoes
inclusief netkousen en hij in een Armani-pakje. De ingestudeerde
passen zijn onwaarschijnlijk, voor leken als wij. Er wordt tussen
de benen geschopt en geflinkt zonder edele delen te raken, hij
gebruikt haar als middellijn om met haar naaldhakken cirkels op
de scène te trekken, pirouettes worden opgevoerd, het benenspel
maakt Michael Jackson jaloers en sexy blikken worden elkaar gegeven
met de gezichten op exact 3 cm van elkaar.
Dit is een stevige afsluiter van de reis want morgen valt echt
het doek en is het enkel vliegtijd die ons scheidt van thuis.
Dag
21+22 -----Donderdag+Vrijdag 25+26
maart -----Buenos Aires - Madrid
- Brussel
De
vlucht vertrekt om 14h45. S'morgens bezoeken we nog even de plaza
van San Telme en bekijken nog even onze mails in een internetplaatsje
vol met kinderen die spelletjes spelen op de computer. Stipt om
12h staat onze taxichauffeur voor de deur, dezelfde man die ons
gisteren gebracht heeft en met wie we afgesproken hadden om ons
vandaag te komen ophalen.
Op de luchthaven spenderen we onze laatste pesos aan een fles
rode wijn. Nu zijn we echt rudde. We stappen dan maar op de jumbo
747 van Iberia en komen na 11,5 uren vlucht s'anderendaags s'morgens
toe in Madrid. Deze keer heeft pa's slaappil goed gewerkt. Rest
ons nog de vlucht naar Brussel en de trein naar Gent St-Pieters
waar onze vrouwen en Bart's kinderen ons staan op te wachten.
Op onzen buik: gien sanse.
______________________________________________----------------------____________REISVERHAAL
CHILI
__________________________________________________________________________
|