WERELD > OCEANIE > AUSTRALIE > Reisverhaal

REISVERSLAG AUSTRALIË: Juli 2007


Australië staat voor de tweede keer op ons programma omdat we onze dochter en haar lief (Kim & Daan) gaan bezoeken. Die twee verblijven daar al 9 maanden en wisselen reizen af met werken.
We starten waar we twee jaar geleden gestopt zijn: in Adelaide. Dit maakt dat we naadloos onze vorige reis verder zetten, ditmaal dwars door Australië: van Zuid naar Noord, van Adelaide naar Darwin goed voor 3006 km. Doing The Track, noemen de Aussies zo'n onderneming. The Track verwijst naar die ene autostrade die dit land dwarst: de Stuart Highway (volg de rode streep op de kaart hierboven), die we zullen berijden maar ook dikwijls verlaten. En ook de Ghan, de legendarische trein, rijdt van Adelaide naar Darwin.
Vroeger waren deze gebieden één van de meest afgelegen van Australië (Northern Territory). De kleuren wijzigen van rood in het centrum naar groen in het sub-tropische noorden. Dit is de Outback State, de Australische woestijnstaat. Een paar statistieken:
· Er wonen maar 200.000 mensen in een streek die 50 keer zo groot is als België
· Twee steden, Darwin in het noorden en Alice Springs in het centrum, alleen al tellen zo'n 130.000 inwoners.
· Een kwart is Aboriginal, de oorspronkelijke bewoners

1 A$ (Australische Dollar) = 0,6 €. Hierna volgt de roadmovie.

 


THE OUTBACK: Australië dwarsen van zuid naar noord


Dag 1 Woensdag 11 juli -----Brussel - Londen Heathrow - Singapore

Oma is taxichauffeur van dienst naar Landegemstation alwaar we de trein nemen van 15u04 richting Gent en vandaar rechtstreeks naar Zaventem. Op Vlaanderen's feestdag drinken we een koffie in het obligate panoramarestaurant van de luchthaven … om dan te vernemen dat de vlucht naar Heathrow een uur vertraging heeft. Maar onze connectievlucht naar Singapore komt nooit in het gedrang.
We vertrekken vanuit Londen om 22u - na een uitermate strenge controle naar aanleiding van de mislukte terroristenaanval van een paar weken terug - voor een nachtvlucht van net geen 12u naar Singapore.
De vlucht met Qantas Airlines biedt heel wat entertainment aan boord. Iedere passagier heeft zijn TV-schermpje in de zetel voor hem met een keuze uit tientallen films, TV-programma's en ook uit een CD-gamma. Onder de rubriek 'Rock' staan 5 CD's en vind ik (vanzelfsprekend) Led Zeppelin terug met hun Best of CD 'Remasters'. Maar ondanks al dit moois proberen we toch te slapen, met wisselend succes.


Dag 2 Donderdag 12 juli -----Singapore - Adelaide
We zijn nog altijd onderweg en met inbegrip van het tijdsverschil, landen we in Singapore op dag 2 pas om 17u15. Vier uur later hebben we de aansluiting naar Adelaide, onze eindbestemming. Terwijl we door de terminal wandelen, valt mijn oog plots op het woord Spa. Niet die politieke partij van bij ons noch het gelijknamige flessenwater, maar wel het synoniem van Wellness. We bestellen een rugmassage voor mij en een nekmassage voor Martine.
Om 22u30 lokale tijd stappen we in het vliegtuig richting Adelaide voor nog eens 6u vliegen en weeral een nachtvlucht. Ons bioritme is nu helemaal in de war. Slapen gaat niet meer. Ik zie schuin voor mij een Duitser, achteraan in de vijftig, die eerst een whisky drinkt en dan bij zijn eten twee grote blikken bier binnenkapt. De man geeft geen kik en gedraagt zich als nen dertienmoander. Zouden het dan toch übermenschen zijn?


Dag 3 Vrijdag 13 juli -----Adelaide - Copley -----571 km

We landen te Adelaide s'morgens om 6u40 lokale tijd. We zijn al dag 3 en het wordt tijd dat we uit de lucht zijn. Onze verkoudheid, meegebracht van thuis, gecombineerd met een lome maag en een nijdige jetlag doen ons uitzien naar een bestaan op de grond. Maar deze ongemakken worden meer dan gecompenseerd door het gedacht dat Kim en Daan ons staan op te wachten. Allé dat denken we, want bij de uitgang van de terminal staan veel wachtenden … behalve Kim en Daan. De rollen zijn nu omgekeerd: wij wachten hèn op. En ja na een kwartiertje zien we ze vanuit de parking komen aangelopen en verrassen ze ons een tweede keer, nu in positieve zin, met het ontrollen van een doek met daarop: Welcome in Down Under.
We stappen in hun auto en verlaten Adelaide op de plek waar we twee jaar geleden onze vakantie beëindigden en rijden naar de Flinders Ranges. Deze oudste bergketen op Aarde hebben we uitgebreid bezocht in 2005 (zie reisverslag Australië 2005, dag 19). We rijden er daarom voorbij en stoppen voor de overnachting in Copley. We boeken een 'cabin' op het Copley Caravan Park, voor 4 personen met douche en kitchenette (120 A$). Copley is echter niet meer dan één groot huizenblok (foto links). We halen twee quandong taartjes (fruittaartjes), een lokale specialiteit, bij de bakker. We maken mee dat de steenkooltrein door het dorp rijdt. De trein is zo lang dat het 10 minuten duurt vooraleer hij volledig voorbij is. Voor de rest is er niets te beleven. Om 18u s'avonds gaat het licht uit en daalt de temperatuur geleidelijk naar het vriespunt.
In onze cabin verrassen Kim en Daan ons met kangoeroesteak, mayonnaise-patatjes, pastasalade en rijstpap-met-kaneel. En dan dwingt de jetlag ons vroeg naar bed.


Dag 4 Zaterdag 14 juli -----Copley - Marree - Woomera -----300 km
Het is verdomme koud als we uit ons bed kruipen. In deze overgangsstreek naar warmere oorden, zijn de nachten zeer koud (onder nul) en overdag warmt het op tot een magere 20°. Het is dan ook winter, maar gelukkig is de zon alom aanwezig.
Om half acht rijden we noordwaarts en ruilen het Flinders gebergte voor de uitgestrekte, rode Outback. Het eerste plaatsje ligt 50 km verderop en noemt Lyndhurst. We kijken even op maar zijn er al voorbij. Ik schat een huis of 10, inclusief een modern Shell-station. En dan begint een 250 km onverharde weg dwars door de rode woestijn. Het landschap wordt vlak, ruw en zanderig. De begroeiing is minimaal en de kleur verandert naar bruinrood. Sommige delen van het traject zijn bijna een perfecte kopie van de Ruta 40 diep in Patagonië (zie reisverslag Argentinië, dag 5-6). En je hebt geluk als je gemiddeld om het uur een wagen tegenkomt.
Tegen de middag arriveren we in Marree, een afgelegen woestijnplaatsje en ooit een stopplaats voor de legendarische Ghan trein:

Marc Helsen en Marree

Toen journalist/avonturier/wereldreiziger Marc Helsen in 1998 door Australië reed, gaf hij verslag in het Nieuwsblad. Ik heb de wekelijkse verhalen van toen uitgesneden en bijgehouden. Negen jaar later komen ze van pas want we zijn nu in Marree. Marc gaf er destijds een uurtje les over België en Europa, in het lokaal Aboriginal schooltje, in de klas van ene Bin Bullen die hij 'omgekocht' had met een bak bier. Hij ging (veel) pinten drinken in het Great Northern Hotel, een veel te groot hotel voor dit dorp en schreef er over ene Fat Pete, de baruitbater van voormeld hotel.
Ik moest en ik zou in diezelfde bar een pint gaan drinken en zo gebeurde (foto onder). Met vier man sterk bezetten we de bar waar de barkrukken eigenlijk stoelen zijn op hoge poten. Maar Fat Pete is
vertrokken naar andere oorden en heeft de zaak verkocht. Willy is de naam van de huidige uitbater. We drinken uiteraard VB (Victoria Bitter). Willy is een minzaam en sympathiek man en gepensioneerd schapenscheerder. Hij slikt iedere zin voor de helft in en
beëindigt hem steevast met 'yeah'. Ik toon hem het reisverslag van Marc uit het Nieuwsblad van juli 1998. De titel is 'De Wonderen van Marree' en er staat een grote foto van zijn hotel in. Zijn ogen rollen uit zijn kas. 'Published in a Belgian newspaper', zeg ik hem. 'Belgium?' herhaalt hij en lacht. Maar ik ben niet zeker of hij weet waar België ligt. En ken je Bin Bullen?, vraag ik hem. 'Bin died two to three years ago, yeah', antwoordt hij, 'heartattack, yeah'.


 

Na dit uurtje nostalgie vervolgen we onze weg. Vanaf hier rijden we een klein stukje over de legendarische Oodnadatta Track, een onverharde weg door de steeds roder kleurende Outback. De Ood.-Track volgt de oude spoorbedding van de Ghan, de trein die Adelaide met Darwin verbindt. Na 80 km verlaten we de Ood-Track en slaan links af de Borefield Road op en rijden richting Woomera. Na 90 km over de alsmaar ruwer wordende weg waardoor we de gemiddelde snelheid moeten laten zakken tot zo'n 40 km/u, stoppen we aan de Dog Fence, het langste hekwerk ter wereld (5.600 km lang), dubbel zo lang als de Chinese Muur. De reden waarom dit land investeert in een lange afsluiting van 1,5 meter hoog is economisch: de schapen en de wolindustrie beschermen tegen de dingo, een wilde hond die van zijn levensdoel het afbijten van de nek van schapen gemaakt heeft. Ruwweg loopt de afsluiting schuin over Australië van de zuid-west kust tot de noord-oost kust en spreekt men van 'inside the fence' en 'outside the fence'. Vandaag rijden we van binnen naar buiten den droad.-----------------------------------------The Dog Fence
We rijden al schuddend verder over de harde wegribbels en rijden langsheen een verboden gebied. Hier heeft de NASA een onderzoekscentrum en testten de Britten destijds hun raketten. We zien in de verte verschillende lanceertorens. We rijden langs Olympic Dam, Roxby Downs tot in Woomera waar we een aantal raketten zien opgesteld staan in het openlucht museum.

Sprokkels:
- We slapen terug in een cabin op een camping, zonder privé wc/douche (91 A$) . Het is typisch dat campings kamers verhuren met of zonder privé wc/douche of zoals ze dit hier noemen: 'ensuite cabin' (met) of gewoon 'cabin' (zonder). En je moet die Australiërs eens het van origine franse woord 'ensuite' horen uitspreken …
- We stoppen langs de Oodnadatta Track om even de omgeving te filmen en de benen te strekken. We horen plots gerommel in de verte en zien een hoge stofwolk. Het gevaarte komt dichterbij en we zien een roadtrain naderen, een ellenlange vrachtwagen die over de onverharde weg raast. Daan realiseert zich dat onze auto op de baan in plaats van naast de baan staat. Hij spurt er naar toe, springt erin maar nog voor hij de motor kan starten, raast het gevaarte voorbij. Gelukkig heeft de chauffeur de wagen zien staan.
- Daan en ik gaan s'avonds een pint drinken in de bar op de camping. We moeten buiten zitten rond een ijzeren ketel waarin hout brandt. Ik verbrand van voor en vervries van achter. De 4 andere Ozzies trachten te imponeren door de meest vreemde verhalen in de groep te smijten, waaronder:
o Een zoutwaterkrokodil die de kop afbijt van een zoetwaterkrokodil
o En van de krokodillen die ze leren springen, eerst door kiekens aan een koord te hangen en bij gebrek aan kippen hingen ze japanse hoertjes aan de koorden.


Dag 5 Zondag 15 juli -----Woomera - Coober Pedy -----375 km
Vanuit Woomera rijden we de Stuart Highway op. Gisteren en eergisteren was eigenlijk een omweg langs Flinders Ranges maar vooral langs de onverharde tracks om eens te proeven van de echte Outback. Maar ook niet te lang want een 2-wiel aangedreven wagen is toch kwetsbaarder dan een 4x4.
De rit op de Stuart Highway toont ons een Outback zo plat als nen cens, begroeid met lage grassen. Ze noemen zulke begroeiing spinifex. We stoppen even aan Lake Hart waar we zomaar over Australië's belangrijkste spoorlijn kunnen stappen: de spoorlijn van de Ghan, Adelaide - Darwin. Geen hekwerk, geen overgang, zo maar vrij te bewandelen. Ondenkbaar in Europa.
Na vier uur rijden we de eerste stad binnen die we tegenkomen, tegelijk onze eindbestemming van vandaag: Coober Pedy. Dit is niet zomaar een stad, maar de opaalhoofdstad van de wereld, waar iedereen onder de grond slaapt vanwege de verzengende hitte s'zomers. Het kwik stijgt dan tot gemiddeld 40° overdag en daalt s'nachts niet onder de 30°. 'Opaal' en 'ondergronds' zijn twee elementen van de marketing van dit stadje van 3500 zielen en 42 nationaliteiten.
Onze namiddag wordt gevuld door een begeleide toer die ik via internet vanuit België besteld heb. Om 13u starten we en dit maken we mee:

  • de eerste stop is aan het kerkhof waar ene Carl Bratz begraven ligt. S'mans grafsteen is geen steen maar een biervat en het opschrift luidt: 'Have a drink on me'. Moet een geestige kerel geweest zijn.
  • Via de ondergrondse kerk, een 18-hole golfterrein zonder één spierken ges, rijden we het opaal mijngebied op. Opaal wordt gewonnen uit de stenen waarin het blauwachtige, half edelgesteente zich bevindt. Daarvoor worden er door machines kokers in de grond geboord, mooi rond met een diameter van 1 meter en loodrecht tussen de 10 en 30m diep. Met een takel dalen de mijnwerkers in de mijnschacht en zoeken opaalerts. De inhoud van de schachten vormt een mooie kegel afval naast het gat.
  • Er zijn zo'n 1,5 miljoen gaten in de grond geboord en evenveel afvalkegels wat het landschap een onaards zicht geeft. Begeef je s'avonds nooit buiten de stadsgrenzen want het risico dat je een dodelijke val maakt in één van zulke gaten is reël.
  • We vertrouwen op de chauffeur/gids die met de toerbus voorzichtig langs de putten laveert alsof hij door een mijnenveld rijdt. Sommige schachten zijn verbonden door ondergrondse tunnels wat het ontginnen vergemakkelijkt.
  • De tocht gaat verder naar het natuurgebied van de Breakaways. In het oneindige niets van de Outback doemen plots een aantal tafelbergen op in alle tinten van bruin, maar ook in t'wit en t'oranje, lokaal het zout- en pepervat genoemd. In dit decor werden de Mad Max films gedraaid. Achteraf zien we in ons motel twee foto's hangen: één van de Breakaways en één van Mars. De gelijkenis is treffend.
  • Ook de Dogfence is terug van de partij en we zien het hekwerk in een rechte lijn km's ver het landschap in twee verdelen. Wij staan 'outside the fence', de kant van de dingos.

Na de toerrit gaan we in de late namiddag naar de kamer van Radeka's motel, zes meter onder de grond. Vandaag zou het niet echt nodig geweest zijn ondergronds te slapen want de temperatuur op deze winterdag is niet hoger dan 25°. De ondergrondse kamers hebben een hoge zoldering en er wordt constant zuurstof voorzien en zijn daarom ook nooit afgesloten. Er is een opening van 1 meter tussen de deur en de zoldering waardoor niemand echt privacy heeft en je de indruk hebt dat je in één grote zaal slaapt. En wa groate gè, er lag een snurker in de andere kamers…
In het stadje zien we onze eerste Aboriginals, in groepjes bijeen, meestal zittend op de trottoirs. Ze zien er een beetje verwilderd uit met lange baarden en lang haar. Hun huidskleur is zwart. Ze lijken me donkerder van vel dan de meeste Afrikaanse zwarten.

Sprokkels:
- Om 22u zendt een zender in Australië rechtstreeks de Ronde van Frankrijk uit. Het is dan 14u30 in België.
- De gids van onze namiddagtoer heeft een toogzweer. Het is alsof zijn puntige bierbuik elk ogenblik kan uitbreken. Hij mist vooraan een tand of 5 waardoor hij nog meer zijn zinnen inslikt en zijn lispeltaaltje nog iets onverstaanbaarder wordt. Hij rookt als een turk en we horen hem hijgen alsof het gidsen letterlijk een adembenemende job is. Voor de rest gaat alles goed met hem.
- Op de toerbus zit een jong koppel uit Dilbeek. Ze staan beiden in het onderwijs en nemen elk jaar 6 weken verlof om de wereld te verkennen: de sansards.


Dag 6 Maandag 16 juli -----Coober Pedy - Curtin Springs -----650 km
Vandaag is een overgangsrit. We rijden om 8u Coober Pedy uit, de Stuart Highway op richting Alice Springs. De eerste 15 km rijden we door het opaal mijngebied met zijn duizenden opaalkegels. Daarna is de Outback plat en rood en ook een beetje groen door de spinifex.
Mijn 3 compagnons in de wagen zijn drie oud-Chiroleden en dat heb ik geweten. Een klets Chiroliederen wordt uit volle borst gezongen. Tot opeens de mp3 speler 'Rood' van den Marco door de autoboxen jaagt. Er wordt terstond overgeschakeld naar … 'rood, de kleur van jouw lippen' …
Na 285 km komen we aan de eerste stop: Marla. Op de kaart lijkt dit een stadje, in werkelijkheid is het een roadhouse. Dit is niet meer dan een servicestation zoals we die bij ons kennen naast de autostrades, aangevuld met een camping en cabins. Je kan er dus tanken, eten en slapen. That's all you

The Stuart Highway

need. We rijden verder langs de highway, niet meer dan een tweevaksbaan en vooral bereden door de fameuze roadtrains. De langste die we zien is een truck met 4 (ja, vier) aanhangwagens. Deze truckcombinatie is zeker 60 m lang. We rijden ook door Pitjantjatjara Land van de Aboriginals. Deze stotternaam vind ik het vermelden waard. Verder is er weinig verkeer en dit te samen met het oneindige niets van de Outback zouden de chauffeur vlug in slaap doen dommelen.
Verkeersplakkaten maken je daar attent op:
- Fatique is fatal (vermoeidheid is fataal)
- Take a break (neem een pauze)
- Please arrive alive (kom aub levend toe)
- Stay alert, take a rest (blijf alert, neem een rustpauze)
- Stop, Revive, Survive (stop, herleef, overleef)
- Drowsy Drivers Die (versufte chauffeurs sterven)

Na nog eens een 200-tal km, stoppen en eten we aan het volgende roadhouse: Kulgera. Net voordien zijn we de staatsgrens overgereden van South Australia met The Northern Territory, t'herte van t'spel. We mogen meteen de snelheid optrekken van 110 km/u naar 130 km/u. In Erldunda moeten we linksaf de Lasseter Highway op. Na 500 km rechtdoor te hebben gereden, is het belangrijk deze afslag niet te missen. Maar we zijn alert en rijden de goede kant op richting Uluru Rock. Het landschap wordt schraler. We zien veel dode-koe-karkassen liggen in de woestijn. In de late namiddag komen we aan te Curtin Springs, een roadhouse. Hier boeken we een family room-met-ensuite! (170 A$) voor de nacht.

Sprokkels:
- Vandaag staat in het teken van rood, maar dit had je al begrepen. Zo'n mp3-speler met honderd liedjes op de autoboxen aanschakelen is toch een geweldige uitvinding. Gedaan met sleuren van cassettebandjes of cd's.
- 'Kijk, kijk Uluru Rock' roept Daan met een ingehouden spanning in zijn stem. Maar eens te meer verrast Mount Connor menig toerist op weg naar Curtin Springs. Deze tafelberg lijkt erg veel op Uluru Rock.
- De temperatuur s'morgens en overdag is ondertussen zo'n 5 à 7 graden gestegen in vergelijking met de start in Adelaide. Dus s'morgens nog redelijk fris aan de vis maar overdag excellent. Enig nadeel: meer plakvliegen.


Dag 7 Dinsdag 17 juli -----Uluru Rock en The Olgas
We verlaten Curtin Springs en een uur en 100 km later staan we aan de ingang van het Uluru-Kata Tjuta NP. Vandaag bezoeken we twee heilige plaatsen van de Aboriginals:

1. The Olgas:
35 km voorbij Uluru Rock liggen de Olgas. Dit zijn 36 rondborstige rotsblokken die als petanqueballen samengerold liggen. Erosie heeft hen allen een eigen bolachtige vorm gegeven en ze variëren van enkele meters tot 100 m hoog. Roestbruin is de basiskleur maar licht/geen licht laten de kleur van deze afgesleten rotsklompen wijzigen volgens een kleurenpalet van bruin. Doorheen dit spectaculaire landschap maken we een 3 uur durende wandeling, genoemd 'Valley of the Winds'. Over een met stenen bezaaid pad, trekken we geleidelijk aan omhoog tussen de rotsbollen/-blokken. Soms in het duister daar waar het licht niet tussen de Olgas kan, soms omgekeerd. Op het hoogste punt zien we beneden de droge, rode woestijn in contrast met de door de zon beschenen rotsblokken (roestbruin) en de rotsblokken in de schaduw (donkerbruin tot antraciet) aftekenend tegen de helblauwe hemel zonder één wolkje. Tussen de Olgas door gaat de wind zijn gang en begrijpen we de naam van deze trek. Wat ons ook opvalt is de geweldige akoestiek tussen die rotsklompen. Ik hoor duidelijk de gesprekken tussen onze vrouwen ook al lopen ze tientallen meter achter ons.

2. Uluru Rock:
Uluru Rock is de Aboriginal naam voor Ayers Rock en een heilige berg voor deze oerbewoners. Deze gigantische rotsblok, s'werelds tweede grootste monoliet, meet 348 meter hoog en heeft een omtrek van 9,5 km. Hij ligt voor 2/3 onder het zand. Het resterende 1/3 verheft zich boven een volledig plat landschap en hij is dus van ver zichtbaar. We doen de 'base walk', een wandeling van 10 km rondom dienen schuunen kèj. Het is ondertussen een gezellig wintertemperatuurtje geworden van rond de 25°. Van ver lijkt de rots op een gladde bult, maar bij nader toezien vertoont hij toch een paar mankementen. Hij zit vol oneffenheden op zijn rotshuid met veel spleten, kuilen, putten, holen, bulten, grotten. Maar dat neemt niets weg van de magie die hij uitstraalt.
Het is inmiddels tijd geworden om te rijden naar de speciale parkingplaats van waaruit we de zonsondergang kunnen aanschouwen. Als het zover is, staan tientallen auto's netjes naast elkaar geparkeerd met daarvoor honderden mensen van alle ras en kleur, gewapend met fotoapparaat, statief, videocamera, GSM. Nog meer volk zou zeker tot lokale gevechten geleid hebben. Het moet zowat de meest gefotografeerde kei ter wereld zijn. En in het uur voor zonsondergang tot een half uur erna, verandert de kleur van The Rock - door het ijzergehalte - van roodbruin, al over oranje naar donkerbruin en antraciet.

We keren terug naar het Yulura resort waar we overnachten in de Outback Pioneer Lodge in een 4-persoons kamertje met 2x2 stapelbedden voor … 165 A$, de afzetters. Yulura heeft het monopolie van alle slaap- en eetgelegenheden aan de voet van de rots en is verschrikkelijk duur. Maar onze moraal wordt terug opgekrikt door het eten van een vette 'outback' hamburger met frieten in openlucht, geassisteerd door een live éénmansorkest. The Police, Men at Work en vooral 'One' van U2 passeren de revue. En daarna rond 21u30, rap in ons piere, na deze slopende dag.

Sprokkels:
- In Yulara raak ik in gesprek met Nederlanders tot plots nen kleinen zijn hoofd door het raampje van hun huurauto steekt en met een piepstemmetje met diep hollands accent roept: Meneer, ben jij ook Nederlander? 'Neen, Belg', antwoord ik. Er valt een stilte van 3 seconden, de kleinen denkt dat ik van Mars kom, tot zijn vader hem ter hulp komt: 'meneer komt uit België, ons buurland'. Even vlug trekt den kleinen zijn hoofd terug in de wagen.
Hij is wel al in Australië geweest, maar België weet hij niet liggen. Wat is dat toch met die lessen Aardrijkskunde dezer dagen?
- We ontmoeten het Dilbeeks onderwijzerskoppel op de wandeling rond de Rock.
- In een folder lees ik dat s'zomers de gemiddelde temperatuur 37,8° is! Gelukkig is het nu winter. Dit geeft wel koude nachten (gemiddeld 4,7°).


Dag 8 Woensdag 18 juli -----Yulara - Kings Canyon NP----- 350 km
Tegen de middag checken we in in Kings Canyon Resort, een kamer voor 4 zonder ensuite voor 160 A$. Het blijft duur in deze contreien.
Maar het doel van vandaag is de verkenning van Kings Canyon, de mooiste en de grootste ravijn van Australië. We wandelen er de Kings Canyon Rim Walk, een cirkelvormige trek op de rand van de canyon die 4 uur duurt en 7 km lang is. De Kings rivier snijdt een fameuze canyon door de rotsen en mondt uit in een wijde ravijn van 300 m diep.
Het spektakel begint met een steile klim naar de rand van de ravijn. Daar boven gaat onze bewondering minder naar het onder ons gelegen ravijn. Er bestaan spectaculairdere spleten in de grond op deze aardkloot. Maar onze monden vallen open voor de geërodeerde rotsformaties, die als ijscrème bollen aan elkaar plakken. Die ronde formaties zijn zo oud en zo verweerd dat ze eruit zien als mozaïeken, met daartussen horizontale en verticale breuklijnen. Ze zien er soms verrumpeld uit. De overwegende kleur is oranje. De wandeling gaat niet echt over een pad maar continu over afgesleten, platte rotsen. Je wandelt tussen de formaties door en je komt van de ene 'omrotste' plek in de andere. Soms leidt het pad naar de rand van het ravijn die niet beschermd is door een omheining. Uitermate ongeschikt voor mensen met hoogtevrees want aan de rand gaat de ravijnwand loodrecht naar beneden zonder enige bescherming. Er zijn altijd een aantal die-hards die voor een foto zware risico's nemen. Op één van zulke punten zien we een Japans meisje op een overhangende rots zitten voor de ultieme foto. De rotspunt zweeft boven het ravijn. Ik krijg er zelf rillingen van.
In het tweede deel van de trek, wandelen we stroomopwaarts door de canyon gevormd door de Kings rivier. In de canyon groeien palmbomen, gumtrees en varens en vormt de rivier een poel waar je kan in zwemmen. We zien een Schot en een Japanner in het ijskoude water duiken. Dit deel van het traject noemt toepasselijk de 'Hof van Eden'.
In het derde deel van de wandeling lopen we langs de overkant van het ravijn. De ravijnmuur aan de overkant heeft een supergladde wand alsof ze er met de schuurmachine op gezeten hebben en daarna hebben geboend. We zien beneden - als we ons gevaarlijk dicht tegen de ravijnrand begeven - de Hof van Eden liggen. Langs deze kant van de ravijn hebben we ook een geweldig overzicht van de mozaïeken, ijscrème bollen rotsformaties. Ondertussen worden we ingehaald door een meute uitgelaten jongeren van rond de 16 jaar uit de VS. De ravijnrand is nu niet bepaald de plaats om spelletjes te spelen en ik kan zo de paniek en de schrik aflezen van het gezicht van hun begeleidende juffrouw. We eindigen de wandeling via een lange in de rotsen uitgehouwen 'trap' naar beneden.
'Probably one of the best Walks in the Outback' zegt onze reisgids, en ik denk dat ze gelijk hebben. Dit is de tweede uitstekende wandeling in evenveel dagen.

Sprokkels:
- In de 'Hof van Eden', meer bepaald in de poel waar de Schot en de Japanner in gezwommen hebben, wil Daan eens voelen hoe koud het water is. De rand is zo glad dat hij met kleren en al in het water tuimelt. De combinatie van het plotse ijskoude water met het verschieten bij het uitglijden, doet hem paniekerig naar de kant zwemmen/pletsen. Een Amerikaan helpt hem de kant op en berispt hem: 'Read the signs' (lees de waarschuwingen). Hij is nu toch mesnat en springt daarom terug in de poel. Maar niet voor lang, want de koude maakt dat hij rap terug op begane grond is.
- Vandaag ontmoeten we niet minder dan 20 Vlamingen. Eerst een wereldreiziger uit Gent met een vriend die hem hier komt bezoeken en daarna een grote groep 40-ers die net de Giles Trail beëindigd hebben, die uitkomt in de Kings Canyon.


Dag 9 Donderdag 19 juli -----Kings Canyon - Glen Helen -----606 km
Via de Mereenie Loop Road (vergunning nodig want je rijdt door Aboriginal land) en de Larapinta Drive rijden we richting de MacDonell Ranges. Allé, dat hebben we gepland. Maar deze onverharde dirt road heeft een reputatie. Onze diverse gesprekken met locals wijzen allemaal in dezelfde richting: niet geschikt voor 2-wiel aandrijving. Maar we bleven twijfelen tot we vanmorgen onze overnachting gaan betalen aan de receptie. De man achter de balie kijkt naar onze auto en zegt kurkdroog: 'You are gonna ruin your car'. Dat is de druppel die ons doet besluiten om een omweg te maken van 400 km langs de Lasseter en Stuart Highway en geen risico's te nemen.
De prijs die je betaalt om zonder 4x4 door Australië te rijden zijn extra kilometers, gemis aan authenticiteit en natuurpracht en ook beetje gemis aan avontuur.

 

SCAMPI …

… is de naam van de wagen van Kim en Daan. Amaai, hoor ik jullie denken, een eigen wagen?! Ge moet niet amaaien want het is gebruikelijk - als je voor langere tijd in zo'n land verblijft - dat je een tweedehands wagen koopt op de rugzaktoerist-automarkt, georganiseerd in elke grote stad. Je moet wel een beetje uitkijken alhoewel de regels met betrekking tot rijwaardigheid van de wagens dermate zijn, dat je vrijwel nooit een wrak kan kopen. Maar een beetje geluk bij een aankoop helpt natuurlijk.
Zo hebben ze in Nieuw-Zeeland een Toyota Townace gekocht van 20 jaar oud met 350.000 km op de teller. Niet direct hun beste koop geweest. In Australië rijden we rond met een Mitsubishi Magna Executive 6-cilinder van 3.9 liter. Nen machtigen bak uit 1993 met 235.000 km op de teller, gekocht voor 2.600 A$ (1.600 €). Ze hebben hem goed onderhouden en hopen er dezelfde prijs voor terug te krijgen op de automarkt in Darwin. Als het lukt is hun vervoer in Australië gratis geweest, behalve de nafte.
Wat ik geweldig vind aan die wagen zijn de ruitensproeiers. Ze sproeien nog water op de voorruit terwijl de huidige wagens water verstuiven waardoor de helft verloren gaat op de voorruit van de achterligger.
Scampi is de naam van de hond van de eigenaar van appelboomgaarden waar Kim en Daan gewerkt hebben tijdens de fruitpluk.
En ja, tijdens het rijden door de Outback moet je naar iedere tegenligger de bushwave maken: met de hand op het stuur twee vingers in de lucht steken in V-vorm. Cool.

We rijden door tot het Glen Helen Resort via de Namatjira Drive, die paralel loopt met de West MacDonnell gebergten. We overnachten er in een 4-persoons kamer-met-ensuite (210 A$/nacht) dicht bij de plaats waar we s'anderendaags een sectie gaan stappen van de fameuze Larapinta Trek.

Sprokkels:
- Het is gene vetten met de wilde beesten in de Outback. Tot nu toe zien we een enkele kangoeroe, één wilde dromedaris, tamme emoes en veel parkieten. Nog geen dingos en wombats gezien.
- Vandaag terug een Belg gezien.


Dag 10 Vrijdag 20 juli -----Beklimming Mt Sonders
Om 6u wekt de GSM ons. De vrouwen draaien zich nog ne keer in bed, terwijl wij de dagrugzak nemen en de kamer uitsluipen. Met de auto rijden we 25 km verder naar Redbank Gorge alwaar de klim start naar de tweede hoogste berg van de West MacDonnell Ranges (de hoogste is 7 m hoger): Mt Sonders (1.380 m). Deze klim is de laatste sectie van de gekende Larapinta Trek: 223 km lang en loopt dwars door het West MacDonnell gebergte. Na jaren planning is de trek in 2002 officieel geopend. Hij start in Alice Springs en eindigt op Mt Sonders. Hij duurt 12 dagen en wij doen sectie 12, de laatste dag.
De zon begint net wat licht te geven als we de 16 km (H/T) tocht aanvatten. Het is nog koud. De beklimming is geen zig-zag tocht naar boven maar een geleidelijke klim van 8 km lang. Eerst wordt een zijheuvel beklommen, daarna vals plat, daarna een tweede top, dan dalen, dan een derde top, enzovoort tot gans boven. Het geweldige is dat je op de bergkam(men) loopt waardoor je links en rechts de valleien ziet. Naarmate de voormiddag vordert, neemt de warmte toe en naarmate we hoger klimmen, neemt ook de wind toe. We wisselen de koppositie af met een begeleide groep Australiërs, sympathieke no-nonsens-no-worries mensen. Na 4 uur bereiken we de top. De zichtbaarheid is uitstekend, de hemel blauw, geen wolken te bespeuren en het 360° uitzicht adembenemend. We zien de West MacDonnell bergen tot aan de einder, de valleien zijn breed en redelijk groen. We vullen op de top het 'visitor book' in, die opgebergd ligt in een schuif van een gemetst pyramideken van 1,5 m hoog. De afdaling op dit geaccidenteerd terrein met veel losse stenen valt tegen voor mij. Mijn knieën worden zwaar op de proef gesteld. De wandelstokken komen goed van pas. Maar om half twee staan we beneden aan onze auto en moe maar voldaan rijden we terug naar Glen Helen. Dit stuk onverhard weg is in zeer slechte staat; de ribbels zijn eerder golfplaten en onze scampi schudt en beeft zich te pletter, maar overleeft het.

In de late namiddag bezoeken we de grootste kloof van de MacDonnel Ranges: Ormiston Gorge. Het loopt er vol walibies (mini kangoeroes) en zoals het een kloof past is er ook een groot waterhole of waterpoel. Je mag er in zwemmen maar het water is er terug ijskoud! De steile wanden van de kloof zijn zo geërodeerd alsof ze er met messen in gekliefd hebben.


BERGEN IN AUSTRALIË

Flinders Ranges, The Olgas, Kings Canyon, MacDonnell Ranges, Katherine Gorges NP, Kakadu NP en nog vele anderen wedijveren allemaal met de titel van oudste gebergten op Aarde. Het is alsof hier de wereld ontstaan is. Een feit is dat het allemaal ronde, afgesleten, verweerde, zwaar geërodeerde gebergten zijn. Daarom ook zijn ze niet zo hoog. Verdere handelsmerken zijn de vele canyons, ravijnen of kloven ('gorges' genoemd), de loodrechte ravijnwanden, overhangende kliffen en de rode/oranje kleur. De kloven zijn te voet of met de wagen bereikbaar. Het zijn dus totaal andere gebergten dan bij ons de Alpen bvb. En alhoewel de kloven en gaten er gekomen zijn door rivieren, is de waterstand zeer laag. De meeste kreken die we onderweg tegenkomen - en het zijn er heel wat - zijn meestal uitgedroogd.

Sprokkels:
- De naijver tussen Nieuw-Zeelanders en Australiërs is nog maar eens tot uiting gekomen. Twee voorbeelden:

1.Tijdens de beklimming/afdaling krijg ik tweemaal een opmerking over mijn pet waarop Nieuw-Zeeland staat. Zelfs als ik zeg dat ik uit België kom, willen ze me doen geloven dat mijn pet een beetje uitdagend is.
2. Daan vertelt tegen de gids van het groepje Australiërs, die met ons haasje over spelen tijdens de beklimming van Mt Sonders, dat hij Mount Cook in N-Z niet beklommen heeft omdat het 6.000 NZ$ kost voor een permit. En die gids fijntjes: '6.000 NZ$, that's something like 10 A$?'.

- Vandaag is in dit gat een legertje Vlamingen toegekomen. Ik denk dat ze de helft van de motelkamers bezetten. Hun gids (van Aussietours) is een Bruggeling die hier al lang woont. We praten wat bij tijdens Happy Hour in de bar van het resort. De man blijkt een soliede kennis te hebben van zijn tweede vaderland. De gids zijn buik is zo groot dat ik vermoed dat de man zijn lid sinds jaren enkel nog kan voelen maar niet meer kan zien.
Het valt op hoeveel eigen volk we hier al ontmoet hebben.


Dag 11 Zaterdag 21 juli -----Glen Helen - Alice Springs
De MacDonnell Ranges zitten vol kloven. We rijden vanuit Glen Helen naar Alice Springs en onderweg bezoeken we de mooiste ervan:

  • Ochre pits (Okerputten) en Serpentine Gorge (Serpentine Kloof): gewoon mooie kloofjes zonder meer. MAAR WAT GEBEURT ER? In dit gat ontmoeten we terug een lading Vlamingen uit een tourbusje. In al mijn reizen ben ik nog nooit zoveel landgenoten tegengekomen als nu.
  • Standley Chasm (Standley's Spleet) is ontegensprekelijk moeders mooiste. Het is een onwaarschijnlijk nauwe kloof (4 m breed) met verticale rotswanden (we schatten 40 m). Het pad er naar toe loopt door een droge bedding van een rivier versierd met de witte stammen van de eucalyptusboom en vol enorme keien. Eenmaal aangekomen in de nauwe kloof staan al tientallen toeristen paraat. Dit komt omdat iedereen de lichtinval wil zien van de zon. Die kan maar een 2-tal uur zijn licht in de spleet werpen: van 12u tot 14u.
    Even verderop in de kloof verhinderen enorme rotsblokken de doorgang aan de modale toerist. Maar Daan en ik exploreren verder, klimmen over rotsen en zien verderop zij-ingangen tussen de ravijnmuren. Geen toeristen in deze kloven, die vrij ontoegankelijk zijn door die vormloze, metershoge rotsblokken op de bodem van de kloof. De bomen groeien er uit de rotsspleten. Ik stop, maar Daan klimt dieper in de kloof tot de natuur hem ook dwingt te stoppen wegens onoverkomelijke obstakels.

  • Simpsons Gap is ook een kloof onderweg maar we beslissen om de Gap morgen te bezoeken op een originele manier.

We rijden Alice Springs binnen, het centrum van het rode centrum. Alice is het geografische middelpunt van Australië. Heb je een dartsbord in de vorm van het land dan heeft Alice de maximumscore. De stad ligt aan de Todd rivier, een brede stroom die t'stad dwarst. Er is maar één probleempje: hij is continu uitgedroogd. Dit is onze eerste stad die naam waardig sinds de start 9 dagen geleden. En bij het passeren van de eerste winkelkes fleuren de vrouwen op. Nog meer contentement is er voor het door Kim gehuurde 'deluxe appartment' voor amper 180 A$/nacht: ruime living, keuken, 2 slaap- en badkamers, balkon. S'avonds kijken we naar het evenement van het jaar: de rugbymatch tussen Australië en Nieuw-Zeeland. De kiwi's doen de haka, de Maori-dans vooraleer de match begint, een prachtig schouwspel. Deze adrenaline-dans doet hen winnen met 26-15. Ondertussen is ons sixpacksken VB leeg.


Dag 12 Zondag 22 juli -----Alice Springs

Gisteren bezochten we niet Simpsons Gap (Simpsons Gat) omdat we vandaag met zijn allen op 3 verschillende manieren ons doel willen bereiken:

1. Daan stapt de 24 km van Alice naar Simpsons Gap. Dit is ook de eerste sectie van de Larapinta Trek. Hij vertrekt om 7 u s'morgens en wil er rond 13u toekomen.
2. Ik huur een fiets en rij ernaar toe via een mountainbike route. De afstand enkel is 21 km; het parcours licht glooiend.
3. De vrouwen winkelen eerst en nemen dan de auto en rekenen op een half uur.

Ik rij om half zeven Daan naar de start van de Larapinta Trek. Ik zie hem verdwijnen in het halfduister en keer terug.
Rond 9u huur ik een mountainbike en bezoek eerst de must-do's in Alice (foto links): Old Telegraph Station, Anzac Hill, … en dan neem ik de excellente en verharde VTT-route naar Simpsons Gat. De lichtrode, ruwe asfalt past uitstekend bij het bush-landschap richting MacDonnell gebergte. Ik rij door de spinifex, langs struiken en langs de zo typische witte-stam eucalyptus bomen. De temperatuur is niet hoger dan 20 à 22° ondanks de volle zon. Een koud windje verhindert hogere temperaturen. Een dik uur later zie ik inderdaad in de verte een gat in het MacDonnell gebergte van onze vriend Simpsons.
Rond 13u ontmoeten we elkaar op het rendez-vous punt, de autoparking. Na de pic-nic bezichtigen we het doel van de tocht en zien we inderdaad van essentent een gat geslagen in de bergwand. Hamerlinksken heeft weeral eens toegeslagen. Langs de andere zijde loopt de bush gewoon door.
In de late namiddag keren we naar Alice terug en trekt een lawaaierige cowboy Saloon onze aandacht: The Outback meets The West. In mijn verbeelding zie ik al een gevecht tussen de lokale helden maar het blijkt een live orkest te zijn. We drinken er een paar VB's, eten er apenoten en zien de tent vollopen want zondagavond is dè uitgangsavond voor de Australiers.

DE ABORIGINALS

Niemand weet wanneer juist de Aboriginals in Australië zijn terechtgekomen. Men vermoedt dat ze van Aziatische (Indonesische) oorsprong zijn. Ze waren zowat de enige bewoners in dit land tot in 1788 Engeland besloot gedetineerden naar Sydney te sturen. Dit is het begin van de Europese kolonisatie en het einde van Aboriginal-land.
Ze bevolken vooral de Outback en in Alice en alle dorpen/steden noordwaarts, zien we ze rondhangen op de pleinen en in grootwarenhuizen. Ze hebben een negatief imago, lijken maar wat rond te slenteren, te leeghangeren en bier te drinken. Maar misschien zien we slechts een minderheid rondzwalpen en mogen we niet in de val trappen van de veralgemening.
Ze hebben spijtig genoeg hun uiterlijk niet mee. Ze zijn zwart-zwart, hebben lange, onverzorgde baarden, lopen blootvoets en vormen voor mijn part de missing link in Darwin's evolutietheorie.
Maar ondertussen hebben ze toch een paar dingen bekomen van de regering. Ze hebben heel wat land teruggekregen, hun taal, kunst en cultuur komt in de kijker en ze krijgen overheidsgeld. Hopelijk kunnen ze daarmee (over)leven.

Sprokkels:
- In de cowboy Saloon naar de WC gaan is pure misleiding. Je duwt aan de klink om de deur te openen en na wat duwen en feuten blijkt de klink langs de verkeerde kant van de deur te zitten. Ik kom binnen en zie 4 toiletten, 4 lavabo's en 2 handdrogers. Ik wil mijn handen wassen, draai aan de kraan maar het water komt uit de lavabo naast mij. Ik zie de handdrogers en laat me terug vangen. Ik duw de knop in van de linkse maar het is de rechtse die in gang schiet. Outback humor.
- Ik kijk vanaf 22u30 live naar de eerste Pyreneënrit op een Australische TV-post en zie de beklimmingen van de Col de Pailhères en Plateau de Beille met een afvallingskoers op deze laatste. Contador wint voor Rasmussen, duidelijk de beste klimmers. De Australiër Cadel Evans valt door de mand. Drie jaar geleden - toen Armstrong won - stonden we zelf langs de kant van de weg op Plateau de Beille. Wat een adrenaline-ervaring toen (Zie verslag 'Franse Pyreneeën' dag 2).


Dag 13 Maandag 23 juli -----Alice Springs - Tennant Creek -----530 km

We staan op, ontbijten, pakken, laden in de auto, sluiten de mp3 speler aan en oefenen de bushwave: we zijn klaar om de Stuart Highway te berijden. De richting is noordwaarts en het valt op dat de rode Outback verandert in groene Outback. We rijden inderdaad meer en meer het tropisch gedeelte van het land binnen, zeker nadat we aanduidingen zien dat we de Steenbokskeerkring overschrijden. Opvallend zijn ook de talloze termietenheuvels in de bush. Tijdens de autoritten speelt muziek van de mp3 speler en ik verdenk de vrouwen ervan te wachten totdat de willekeurige shuffle van het toestel kiest voor 'Rood' van den Marco want dan is het kot te klein en zingen ze - als de grootste fans op de eerste rij van een concert - woord voor woord het lied mee.
We stoppen over halverwege in Barrow Creek omdat onze reisgids vermeldt dat er daar een speciale Outback café is. We komen er aan en zien een aftands benzinestation en twee golfplaten schuren. Meer is er niet. We lezen op de linkse schuur: Barrow Creek Hotel. Hier een hotel? En op de rechtse schuur staat een pijl naar de Barrow Creek Pub. In de pub worden de muren recht gehouden door visitekaartjes, papieren geld en zien we talloze geschreven 'I was here'-berichten. Toch een van de meer excentrieke pubs in deze contreien.
We stoppen een tweede keer. Nu aan de Devil's Marbles (Duivelsknikkers). Dit zijn granieten bollen van gesmolten lava - lees ik in de informatie kiosk - die na miljoenen jaren erosie er nu uitzien als afgeronde, gespleten rotsbollen. Leuk om eens door te lopen, op en tussen te kruipen.
We komen aan in Tennant Creek, één van de bekendste goudzoekerssteden, en slapen nog eens in een 4-persoons cabin-met-ensuite op het Outback Caravan Park (130 A$). Toch een contrast na onze luxe bedstede in Alice Springs. Het valt op dat de temperatuur een stuk hoger is en drinken daarom noodgedwongen een VB en als hij leeg is, drinken we nog één. Allé, ons sixpacksken is er terug aan voor de moeite.
Duivelsknikkers weerspiegeld

 


Daan heeft zonet van één knikker twee Duivelsknikkers gemaakt

Sprokkels:
- Deze morgen drinken we nog een koffietje in Alice en als we naar onze wagen stappen, zien we een portefeuille met zonnebril liggen op een bank in de autovrije winkelstraat. Nog 5 min gewacht maar er komt niemand opdagen. We hebben alles dan maar afgegeven op het politiekantoor.
- Diezelfde morgen gebruiken we de publieke toiletten. Je moet weten dat elk dorp, stad een publiek toilet heeft, proper en mèt WC-papier, ten behoeve van de toerist en de reizende Australiër. In Alice openen en sluiten de publieke WC's elektrisch. Eénmaal binnen schiet er muziek aan en zegt een stem: 'you have 10 minutes'. Als je binnen de 10 min uw gevoeg gedaan hebt, steek je je handen onder een zeepvaatje die pfft zegt en een drolletje zeep spuwt; dan spoel je je handen onder een waterkraan die ook via een oogcensor automatisch aanschiet. En tenslotte, uiteraard automatisch, droog je je handen onder een luchtblazer. Je duwt op de 'open'-knop en ge staat terug buiten. Klaar is kees.


Dag 14 Dinsdag 24 juli -----Tennant Creek - Mataranka -----545 km

Om 8u rijden we al op de Stuart Highway naar onze volgende bestemming, een goede 500 km verderop. Na gisteren de steenbokskeerkring, overschrijden we vandaag een imaginaire lijn in Renner Springs. Hier wordt algemeen aangenomen dat de droge, rode Outback overgaat in de tropische, groene Outback met zijn twee seizoenen: regen- en droogseizoen. De vegetatie liegt er niet om: de spinifex is vervangen door groene struiken, bomen en nog meer termietenheuvels en ik zie de eerste 'creek' mèt water. En pas op: groene outback duidt op de begroeiing; de grond blijft rood. De vele dode kangoeroes langs de weg - overreden door roadtrains - verraden wildlife in deze streken.
We zien langs de autostrade een aantal andere kreten om u wakker te houden:
- Drive refreshed
- Enjoy your rest
- Drive safely
- Take a spell
We stoppen s'middags in Daly Waters. Daar is de alombekende Daly Waters Pub. Terug een excentrieke outback café maar veel meer gecommercialiseerd dan gisteren in Barrow Creek. De pub zelf hoeft geen behangpapier aan de muren. Daarvoor hangen er teveel bankbriefjes plus alle mogelijke attributen die reizigers achterlaten, inclusief slipjes en BH's. We drinken 4xxxx en bestellen elk een reuzehamburger. En wa groate gè? Plots verschijnt een buslading Vlamingen in het café en dat doet ons vlug naar buiten sluipen waar we onder de bomen onze hamburgers verorberen. Dit is mijn eerste reis waar ik meer Vlamingen dan Hollanders tegenkom. Blijkbaar ligt Ozzie goed in de markt bij ons.
Nog verder in Daly Waters, in en rond de pub vind je evidentie van de droge Outback humor:
- Dogs, please read, you are not allowed inside
- Free beer tomorrow, mate
- If we ain't open, it is probably because we're closed
- Don't complain about the service, 'cos there is none
Op de locale politiewagen staat 'crimestopper' geschreven.
Het is heet en we klagen voor de eerste keer over de temperatuur. We komen tegen 15u aan te Mataranka. Daar zwemmen we in de warmwaterbronnen temidden het regenwoud. Een meer dan welgekomen zegen na twee dagen 'on the road'. We overnachten hier. Voor de eerste keer moeten we de airco aansteken in onze cabins-met-ensuite (145 A$)


 

Kim zwemt in de warmwaterbronnen van Mataranka

 

Dag 15 Woensdag 25 juli----- Mataranka - Katherine -----100 km
We rijden s'morgens door naar Katherine, 100 km verderop. We vertrekken in de mist! Maar die is na 10 min al uitgeklaard en vervangen door een helblauwe hemel. Op de strook van de Stuart Highway naar Katherine steken we een roadtrain voorbij van 4 (vier) tankwagens aan elkaar. Die moet zowat een 60m lang geweest zijn en die steek je niet in een paar seconden voorbij. Op de achterste tankwagen hangt een bord: 'If you don't see my mirrors, I can't see you'.
Katherine is een middelgrote stad waar we s'voormiddags inkopen doen. S'namiddags trekken we naar het 30 km verder gelegen Katherine Gorge NP (ook Nitmiluk NP genoemd), een pareltje in de rode woestijn. De Katherine rivier heeft op 30 km afstand 13 kloven uitgesleten in het gebergte. We huren een kano en bezoeken er twee van gedurende een halve dag. Bij de inschrijving valt me op dat er letterlijk staat geschreven dat het water uit de rivier drinkbaar is. We doen de reddingsvesten aan en zien ons peddelen op een brede en diepe rivier wat niet kan gezegd worden van de rivieren/kreken die we tot nu toe gezien hebben. Deze is gevuld met water. De wanden van de kloven zijn hoog en steil en zijn net als alle andere gebergten tot nu toe: oud, verweerd en enorme breuklijnen waarin bomen groeien.
Voor de tweede kloof moeten we de boot dragen want rotsblokken in stroomversnellingen scheiden de kloven van elkaar. Maar een slimme Australiër fluistert ons toe dat we enkel onze peddels moeten meenemen want er liggen vrije kano's aan het begin van de tweede kloof. En inderdaad, de man heeft gelijk en dit spaart ons 20 min gesleur met kano's. De tweede kloof is nauw (The Narrows) en indrukwekkender dan de eerste. We pauzeren op een klein strandje en zwemmen een rondje in het lauwe water. Het is rond 17u als we de waterpret afsluiten en onze boten terug inleveren.
S'avonds gebruiken we de (gas)barbecue naast onze cabin-met-ensuite (135 A$) op het River View Caravan Park en het wordt een lange en gezellige babbelavond.


The Narrows (Katherine Gorge Nationaal Park)


Sprokkels / Tour:


Ik lees deze morgen in de krant dat Vino bloeddoping gebruikt heeft. Weeral schandaal, nu door ne stomme kazak. Gaat dit nu nooit eindigen? En Rasmussen wordt ook al verdacht, lees ik.
De Tour is in Australië een belangrijke gebeurtenis met 3 gekende renners in het peloton: McEwen, O'Grady en vooral Cadel Evans aan wie ze eerst potentiële tourwinst toeschreven, maar nu temperen tot podiumplaats. Cadel is geboren in Katherine, het plaatsje waar we nu overnacht hebben. Zelfs Tom Boonen geeft vlotjes interviews weg in het engels. Ik kijk tot een stuk in de nacht naar de rechtstreekse uitzending van de derde Pyreneënrit en zie Contador, Evans en Leipheimer ten onder gaan tegen Rasmussen op de flanken van de Aubisque.

"Moedige Cadel's finale gooi naar geel "


Dag 16 Donderdag 26 juli----- Katherine - Kakadu NP -----295 km

We rijden via Pine Creek en de Kakadu highway het Kakadu NP in. Het is het grootste nationale park in Australië met zijn 20.000 km2 en werelderfgoed. Van tijdens de voorbereiding van de reis spookt de naam Kakadu al door mijn hoofd omdat het zo leuk klinkt in … het Gents: kèkedoe.
Het park samenvatten in één zin is onbegonnen werk. Het is werelderfgoed geworden omwille van de natuur maar ook wegens het culturele belang. Het herbergt namelijk de mooiste collectie rotskunst van de Aboriginals over de eeuwen heen. Door het park stroomt een grote tropische rivier: The South Alligator. Hij is verantwoordelijk voor talloze species van planten en dieren gaande van de vlieg/mug (vervoeg ons in onze strijd: 'dood aan alle muggen en vliegen, wereldwijd') tot zoet- en zoutwater krokodillen. Verder wonen er veel Aboriginal clans in deze streek. Qua natuur heb je het Arnhem Land Plateau die tussen 30 m en 300 m boven de vlakte uitsteekt. De vlakte is savanne-achtig bos die wijzigt naargelang het droog- of regenseizoen is. En tot slot heeft het park duizenden km2 overstromingsgebied om de overstromingen tijdens het regenseizoen van de estuaria en van de rivieren op te vangen. Het lijken enorme moerassen en doen me denken aan de Everglades.
Rond de middag bezoeken we Nourlangie Rock. Hier bezoek je twee dingen:
- de mooist bewaarde Aboriginal rotstekeningen
- een uitkijkpunt op het park met zijn savanne begroeiing en in de verte het Arnhem Land Plateau
We wandelen het cirkelvormige circuit en zijn onder de indruk van de overhangende rotsen (dwellings) waaronder veel vroeger de Aboriginals woonden en leefden. Onderweg zien we een kangoeroe met een jong in haar buidel. Geweldig om te zien hoe het jong haar kopje uit de buidel steekt, ons ziet en even vlug verdwijnt om daarna terug te komen piepen.
Daarna rijden we naar het Gagudju Lodge Cooinda, het enige resort in de omtrek aan de oevers van de The South Alligator rivier, waar we een cabin-zonder-ensuite geboekt hebben (75A$). Het lijkt net een cellenblok en wij hebben cel nr 24, een kamertje van 3 op 3 m. Gelukkig dient het enkel om in te slapen. De rest van de namiddag gaan we naar de zwemkom, de bar, … want in deze oorden is het jaarrond 34° gemiddeld heet. Redelijk vast weer noem ik dat. Booserken zou hier maar een half-time job hebben. We zitten nu echt in het tropisch gedeelte van Australië, de Top End zoals ze dit gebied hier noemen.
S'avonds genieten we van de zonsondergang aan de South Alligator rivier.

Sprokkels:
- Aan de zwemkom worden twee talen gesproken: engels en nederlands (van Nederlanders en Vlamingen). Ik blijf verbaasd over de aantrekkingskracht van Down Under in onze contreien.
- S'avonds aan de openluchtbar is er plots opschudding. Alle armen wijzen in dezelfde richting, naar een slang. Haar barbezoek wordt niet op prijs gesteld. Een kwartier lang wordt er geen bier verkocht want iedereen heeft haar in het vizier. Tot hij of zij besluit haar habitat in de bush op te zoeken. Ik schat ze een meter lang en ze geeft ons gratis rillingen over de rug.
- Tijdens onze ritten over de Stuart Highway zijn we vele malen langs of over de legendarische spoorweg Adelaide-Darwin gereden, maar tot vandaag nog niet de Ghan express gezien.


Dag 17 Vrijdag 27 juli----- Kakadu NP
Tijdens het regenseizoen stijgt het waterpeil gemiddeld 2 à 3 meter. Het onderscheid tussen rivier en overstromingsgebied is niet te maken. Tijdens het droogseizoen zakt het waterpeil en verschijnen lis- en rieteilanden en delen van de rivieren drogen uit waardoor er lagunes/meren ontstaan zonder toevoer of afvoer van water. Ze noemen dit hier een Billabong. Het is op een Billabong van de South Alligator rivier dat we een zonsopgang-boottocht maken. Om half zeven s'ochtends zitten we al op de boot en zien eerst de zonsopgang. Daarna meanderen we verder tussen de rieteilanden en hier ontplooit zich een spektakel waarvan ik het bestaan niet afwist. Het watervogelbestand is hier eindeloos en in grote getale aanwezig. We zien reigers, pelikanen, ooievaars en al hun lookalikes in alle maten en gewichten; we zien arenden en typische andere vogels met rare bekken of rare staarten in alle kleuren. En niet af en toe één maar voortdurend draaien we onze hoofden rond. De gids heeft het over het grootste watervogelgebied ter wereld. Ik heb neiging om hem te geloven. We zien mangroves en alle bomen worden weerspiegeld in het kalme water. En het is niet genoeg want we zien ook zoet- èn zoutwater krokodillen. Deze laatste komen uit de riviermondingen landinwaarts gezwommen. Ze noemen ze ook estuaria-krokodillen. De gids vertelt dat een krokodil tot een jaar zonder eten kan en teert op het vet uit zijn staart. De twee uur durende tocht is in een handomdraai voorbij. Een absolute aanrader.


S'namiddags bezoeken we Ubirr. Op weg ernaar toe bezoeken we het Aboriginal 'Bowali' Visitor Centre met uitleg over hun cultuur en over het wildlife in het park. Daarna doen we een 1 uur durende wandeling doorheen oude rotsformaties die me doen denken aan de 'pancakes' in Nieuw-Zeeland (zie reisverslag dag 12). We wandelen naast de East Alligator rivier die de grens vormt met het ontoegankelijke Arnhem Land Plateau tenzij je een Aboriginal permit hebt. Daarna bezoeken we de rotsformaties van Ubirr waarop terug tekeningen van de Aboriginals te zien zijn (tot 20.000 jaar oud). We zien opnieuw overhangende rotsen en holen waar vroeger de Aboriginals leefden of zich verscholen voor de stormen. Maar het doel van vandaag is om de top van de rotsformatie bereiken. Want éénmaal op de top hebben we een 360° uitzicht over Kakadu NP en Arnhem Land. We zien de savanne begroeiing, de moerasachtige gebieden en in de verte het Arnhem Plateau die uit de vlakte opstijgt. We blijven er een uurtje rondhangen en maken er tevens zonsondergang mee. Een buitengewoon prachtige afsluiter van de dag.
We moeten echter nog een 70 km in het donker rijden naar onze slaapplaats, The Aurora Kakadu Lodge. Maar onze cabins-met-ensuite (225 A$) zijn gelukkig ruim en luxueus, omringd door palmbomen. Maar we kunnen er niet van genieten want we kruipen onmiddellijk in bed.

Sprokkels:
- Dit deel van het Kakadu NP noemt in de taal van de Aboriginals: Ngurrungurrudjba. Verstuik vooral uw tong niet met al die medeklinkers en spreek uit als 'Noor-roon-goo-rooj-bar'.
- De Australiërs worden gek nu Cadel Evans terug kans maakt op de overwinning nadat ook Rasmussen uit de Tour is verdwenen. En ik word zot omdat de wielersport ongeloofwaardiger dan ooit wordt.


Dag 18 Zaterdag 28 juli -----Darwin -----225 km

Het is stil in de auto als we richting Darwin rijden want Kim & Daan realiseren zich dat 10 maanden Australië en Nieuw-Zeeland bijna voorbij zijn. Hun droomjaar kent echter een verlengde van 2 maanden in Azië (Thailand, Maleisië, Indonesië). Eind september plannen ze hun thuiskomst. Wij realiseren ons dat de 3 weken vakantie er binnenkort op zit voor ons.
Na de benen gestrekt te hebben in Humpty Doo, arriveren we in Darwin, de hoofdstad van de Northern Territory. We boeken een motel (190 A$) en verkennen het centrum. Kim en Daan dweilen alle internet cafés en alle hostels af om hun A4-tje op te hangen voor de verkoop van hun Scampi. Wij doen een klassieke toer van het centrum zoals die beschreven staat in onze reisgids en passeren de winkelstraten, de haven, een openlucht cinema en het kustpark. Veel staat in het teken van WOII en van de verwoesting van de stad in 1974 door een cycloon.
S'avonds gaan we allen uit eten in Cullen Bay, zowat het Knokke van Darwin, waar de rijken hun yachten parkeren. Maar wat ons echt interesseert is het eten op ons bord en het uitzicht op de baai. En omdat we drie weken braaf geweest zijn, beslissen we om vanavond het uitgangsleven te testen in Darwin centrum, in Mitchell street. De ene café/bar naast de andere met live muziek. We drinken pinten, ontmoeten er een Vlaams koppel, verbroederen, drinken pinten, vergapen ons aan de schaars geklede Australische vrouwen en drinken pinten.

Sprokkels:
De Australiërs hebben neiging om woorden af te korten:
o Breakfast wordt brekkie
o Globetrotter wordt globie
o Kilometers worden K's
o Cigarettes worden ciggies
o Mosquitos worden mozzies
o Freshwater crocodile wordt freshie
o Saltwater crocodile wordt saltie


Dag 19 Zondag 29 juli -----Darwin
We slapen uit en daarna kiezen de vrouwen voor het winkelen en de mannen voor de fiets.
Met de fiets rijden we over speciaal aangelegde 'bikeroutes' langsheen de kust naar East Point Reserve en Nightcliff. Na drie weken vakantie en teveel pinten drinken is mijn fietsconditie serieus gesleten. Na een halve dag fietsen is het genoeg geweest en bellen we de vrouwen: 'we zitten nog in een shopping centre 'à la Wijnegem' horen we hen enthousiast zeggen. Daan!, zeg ik, 'ze goan ons renneweren'. Maar zover komt het gelukkig niet.
We bezoeken de nachtmarkt Mindil Beach Night Market. Allé nachtmarkt, eigenlijk avondmarkt van 17u tot 21u op één van Darwin's bekendste, zwoele stranden. Weeral één van de zovele marktjes, denk
Skyline Darwin vanaf East Point Reserve

ik, maar ik dwaal. Tussen de palmbomen ontdekken we veel eetkraampjes - ik eet een hamburger, scampi's en noedels - originele kadostandjes, en vooral goede live groepen. Ik onthou:

° de drummer en de didgeridoo speler die te samen een ongelooflijk mooi optreden geven en ons daardoor verleiden hun CD te kopen.
° de éénpersoons gitaarspeler die de zachtere liedjes van Led Zeppelin covert.

Daarbij vormen een volle maan en een rood kleurende hemel na de zonsondergang gecombineerd met inspelend-op-de-tropische-temperaturen-aangepaste-kledij van de lokale vrouwen, een onverwacht heuglijk einde van onze Ozzie-vakantie.
S'avonds laat worden de valiezen gemaakt en in plaats van 2 sportzakken, hebben we er nu 4 mee. Daan en Kim hebben hun huishouden meegegeven vooraleer naar Azië af te zakken. En om 23 u is het zover. We vertrekken richting Darwin luchthaven …

Dag 20 Maandag 30 juli -----Darwin - Sydney
… waar we om 1u30 (s'morgens) vertrekken richting Sydney. We worden uitgezwaaid door Kim en Daan wiens Australisch avontuur ook eindigt (na verkoop van hun auto) en volgende week vliegen op Bangkok en daar hun Aziatische epiloog starten.
We landen s'morgens om 6u15 te Sydney en omdat onze vlucht naar Heathrow pas opstijgt om 17u, nemen we een vrije dag: Sydney revisited. We nemen de metro naar t'stad en rond half acht zijn we al op Circular Quays en zien we het gezicht van Sydney: de Opera en de Harbor Bridge. Mooie foto's vind je op mijn vorig reisverslag, dag 3-4). Het is zonnig maar koud en we vluchten een koffiehuis binnen en daarna een shopping centre om pas rond 10u terug buiten te komen. We hangen de rest van de dag rond in de buurt van de Quays, picnicken in het stadspark The Gardens en doen een terrasje. Het is een zonnige winterdag in Sydney en de zon perst er een 20° uit. Het gemeenschappelijke aan dit alles is dat we het Operagebouw en de stalen Havenbrug geen minuut uit het oog verliezen.
Maar ook hier komt een einde aan en de metro brengt ons terug naar de realiteit: tijd om naar huis te gaan.

Dag 21 Dinsdag 31 juli----- Sydney - via Bangkok en Heathrow - Brussel
Het goede aan goedkope vliegtuigticketten - die je maanden op voorhand bestelt - is dat ze goedkoop zijn. Een nadeel is dat de vliegroutes soms tijdsverslindend zijn en dat is hier het geval. Want van Sydney vliegen we naar Londen via Bangkok wat in totaal 9 u +12 u = 21 u vliegen is. Daarvoor vlogen we 4 u van Darwin naar Sydney en daarna nog een vlucht naar Brussel van 1 u. We zijn redelijk zochte als we aan de bagageband van Zaventem staan te wachten en slechts 2 van ons 4 zakken zien verschijnen. Twee zakken zijn in Londen achtergebleven en s'anderendaags netjes thuis afgeleverd door Aviapartner. No worries, mate.