REISVERSLAG
MOTOTRIP WESTKUST AMERIKA
1994 + 1995
1991
was een eerste en voorzichtige aanzet met het bezoek aan mijn
broer en zijn vriendin - op wereldreis voor een jaar - in Indonesië.
Maar vanaf 1994 is er geen houden meer aan. Dit is een speciaal
jaartal voor ons omdat het de start betekent van jaarlijkse min
of meer avontuurlijke reizen naar alle uithoeken van deze aardkloot.
Dus het jaar dat onze frank valt: er is meer te zien in het leven
dan Landegem. Het waarom lees je in het kadertje 'Santa Barbara'
bij dag 23.
Het begint allemaal in de Verenigde Staten van Amerika op een
Honda Shadow moto. Twee jaar tereke doorkruisen we de westkuststaten:
Californie, Arizona, New Mexico, Colorado, Utah, Nevada. Het is
telkens april / mei en sneeuw en koude worden afgewisseld met
zon en hitte:
van
bevroren vingertoppen tot verbrande oorranden
En
niet te vergeten de prachtige natuur. Er bestaat geen enkel werelddeel
waar het beste van de natuur zo goed beschermd wordt (nationale
parken), zo relatief dicht bij elkaar ligt en zo mooi is. Waar
het iedere dag opnieuw feest is voor de natuurliefhebber, rondrijdend
in een ander decor.
De
bikers van dienst: Johan (John of Lou), Pol (Fluimken) en Martin.
Martine volgt ons met de auto, waarin ook onze bagage verdwijnt.
Martine stuurt, geniet van de landschappen en filmt! Vergeet niet
dat 1 mijl = 1,6 km.
Martine,
Pol, Johan
Twee
jaar gebiked: ziehier het verslag.
Vertrekdag
----- --6000 mijl -----Motel
8
Brussel-Los Angeles,
weliswaar
niet per moto maar met American Airlines. We vertrekken in Zaventem
om 13h35 en 9 uren tijdsverschil maken dat we nog dezelfde dag
en 6.000 mijl verder aankomen te Ontario (nabij Los Angeles) ondanks
een tussenlanding in Chicago.
We volgen trouw Nora, afgevaardigde van Mattemburgh Easyrider,
het kantoor waar we onze moto's gehuurd hebben, tot in Asusa,
waar de motoren afgeleverd worden. Inmiddels hebben we onze huurauto
reeds getest, een rode Mercury. Dit gaat echter niet zonder slag
of stoot. Ons internationaal rijbewijs alleen is onvoldoende en
niemand heeft zijn nationaal rijbewijs bij. Een lichte vorm van
paniek wordt echter rap tenietgedaan door onze gedegen ervaring
in Amerikareizen. Gebeld naar huis om onze nationale rijbewijzen
te faxen en het werkt. Met een copij van ons nationaal rijbewijs
+ ons internationaal rijbewijs krijgen we de huurwagen.
Nora, één van de vele uitgeweken 'hollanders', wenst
ons de eerste goede nacht toe. We krijgen geen kruiske
en geen nachtzoen - waarschijnlijk niet in de prijs inbegrepen
- maar wel een leuk motelletje in de plaats: Motel 8.
Dag
2 ----- --------5
mijl -----Motel 8
Hollywood - Beverly Hills - Santa Monica
We
akklimatizeren. S'morgens wachten Nora, haar man en nog twee andere
motorhuurders - ook Hollanders - ons op bij het motel. In dit
deel van Los Angeles wanen we ons in een vroegere Nederlandse
kolonie met veel spaanssprekenden (hispanics) en enkele lokalen
die Engels spreken en zich Amerikanen noemen.
Vandaar gaat het naar Bert's (uitgesproken als 'Buirds')
motorzaak: we ontvangen, fier als een gieter, onze prachtige motoren,
Honda Shadow VT 1100cc - 3 stuks. Na de vervanging van John's
startknooppuntelektriciteitsdoosje, start zijn moto weer
voortreffelijk. We rijden onze eerste 5 mijlen: iedereen weird'em.
Tegen
de middag nemen we de huurwagen en bezoeken Hollywood.
Allé dat willen we maar onze start is vals, veroorzaakt
door een defekt kofferslot van de huurwagen. Stel u voor een kofferslot
die enkel electrisch vanuit de wagen te bedienen is zonder manueel
alternatief! De nervositeit vanwege deze gemiste start stijgt.
Ik bel vanuit een garage naar de verhuurder op de luchthaven die
me antwoordt dat we de wagen terug moeten inleveren. Terug naar
Ontario waar we een nieuwe huurwagen krijgen. Maar bij nazicht,
gelukkig ter plaatse, blijkt dat die geen reservewiel heeft. Uit
pure schaamte en medelijden geven ze ons een splinternieuwe Volvo
940 uit hun topgamma: for the same price and very sorry again.
You're welcome.
Op
de Walk of Fame zoeken we in het troittoir naar dè ster
met onze naam, maar vinden niets. Dan maar onze ontgoocheling
wegspoelen in het Hard Rock Café waar we natuurlijk een
T-shirtje kopen. We rijden verder door de aangrenzende gemeente
Beverly Hills waar ze niet kijken op een villa min of meer.
Trouwens de meeste villa's zijn ommuurd en vanaf de straat is
er niet zoveel te zien, laat staan een Julia Roberts of een Harrison
Ford. We rijden nu terug richting oceaan, naar Santa Monica
(3rd avenue, weeral winkeltjes). In het naar 'huis' rijden passeren
we Venice Beach.
Dag
3 -------------455 mijl-----
Motel 8
Los Angeles - Prescott
De
jetlag is verantwoordelijk dat we om 4h s'ochtends zo fris als
een hoentje zijn en om 7h reeds de baan op zijn. Het wordt een
lange rit met 5 tankbeurten. Nadat we uit de mengelmoes van highways
geraken in Los Angeles, gaat het richting Mojave woestijn. Het
is heet en we rijden via Palm Springs naar 29palms, recht de woestijn
in. Aangekomen in 29palms rijden we door het Joshua Tree park.
Een vlak woestijngebied bezaaid met bleke rotsformaties, coyotes
en de prachtige Joshua bomen, een soort cactusbomen. Het is ons
eerste bezoek aan een Nationaal Park en we zijn meteen onder de
indruk. We voelen nu al dat onze vakantie niet meer stuk kan.
De
typische Joshua Tree die enkel hier groeit, staat ook afgebeeld
op de gelijknamige doorbraak LP van U2. En het onooglijke
en sympathieke Twentynine Palms midden in de woestijn aan
de rand van het Joshua Tree NP, wordt bezongen door Robert
Plant op zijn prachtige Fate of Nations CD.
Na
29 Palms (foto links) dwarsen we een woestijngebied van
100 mijl (Zuid Mojave desert) waar we in totaal 3 auto's
gekruist hebben; waar we van de ene zachte heuvelrug naar de andere
rijden en ons telkens afvragen wat er na de volgende heuvel zal
komen. Of heel platte wegen, die kaarsrecht lopen tot zover ons
oog kan zien. Stil, rustig, eindeloos. Het is daar ergens dat
we Martine vragen vooruit te rijden en ons dan te filmen terwijl
we komen aangereden
als echte macho's (foto rechts).
We krijgen toch min of meer de slappe lach als we merken dat Martine
op het dak van haar Volvo huurwagen is gekropen en ons vandaar
staat te filmen.
S'middags
stoppen we in Hope, een andere naam voor t'hol van Pluto.
We horen tot onze stomme verbazing door de caféradio 'The
way to your heart' van Soulsister. We rijden in Parker over de
Colorado rivier. We rijden terug in de min of meer bewoonbare
wereld. We hebben inmiddels ook Californië geruild voor Colorado
zo herkenbaar aan zijn:
- cactusbomen: een centrale stam en twee zijarmen
- de langste stukken rechte weg (van kim tot einder en omgekeerd)
- autostrades waarvan de ene rijrichting soms honderden meter
van de andere ligt
- altijd boven de 30°
Dan volgen onze eerste wijde haarspeldbochten en na 455 mijl komen
we aan te Prescott.
Dag
4 --------------510 mijl -----Best
Western
Prescott - Moab
We
vertrekken om 7h met de zon, maar t'is koud. We rijden via Jerome
en Sedona. Deze streek wordt de Red Rock Area genoemd:
rode bergketens, veel leisteen, terug lange kaarsrechte wegen,
typische decors voor westerns.
We zijn al een tijdje aan het klimmen en we komen in de sneeuw
terecht met vrieskou. We stoppen en veranderen van kledij, maar
het kwaad is reeds geschied: we zullen ons niet meer echt kunnen
verwarmen. Het wordt nog kouder, we ver-ijsen. We hebben
quasi bevroren vingertopjes.
De straffe koude heeft duidelijke sporen op ons nagelaten, behalve
op Martine die knusjes met de auto rijdt. We stoppen nog voor
de middag in Winslow want mijn vingers zijn verstijfd.
Pol kan niet piessen want hij vindt zijn dingske
niet; het is verschrompeld bij al die kou. En als hij het eindelijk
vindt, kan hij hem niet vastpakken want zijn vingers zijn stijf.
We bekomen een beetje en laten ons nog fotograferen aan een origineel
Route 66 verkeersbord.
We
rijden verder door Painted Desert, een desolaat woestijngebied
op 2000m hoogte met op de achtergrond gekleurde rotsbergen (foto
links). Prachtig decor maar het blijft koud. De
grote hoogte speelt ons vandaag - en de komende dagen - parten:
zonnig maar koud. Onze vingertopjes en knieën krijgen het
hard te verduren. We dachten gisteren op lange stukken rechte
weg gereden te hebben, maar de weg door Painted Desert is één
recht golvend lint van 78 mijl! Altijd maar rechtdoor en rechtdoor
en rechtdoor: de einder blijft einder (foto rechts).
Aan alles komt een einde dus ook aan rechte banen. We rijden door
naar het 4-cornerspoint. Dit is de enige plek in Amerika
waar 4 staten samenkomen in 1 punt: Colorado, Arizona, Utah en
New Mexico. Zoals iedereen doen wij ook de apestand: een hand
in één staat, een andere hand in een andere staat,
een voet .... De eerste kraampjes komen eraan en een autochtone
Navajo indiaan schenkt ons een eigenhandig geschetste tekening,
zomaar.
We rijden door tot Moab waar we ovenachten.
Dag
5 -------------54 mijl -----Best
Western
Moab
In
Moab trekken we een volledige dag uit voor het Arches National
Park. Dit park bevat 1500 natuurlijke bogen gevormd door de
erosie van de zachtste rotslagen door wind en extreme temperaturen,
en gaande van 1m tot 102m overspanning. De mooiste collectie bogen
kan je zien vanop een speciaal aangelegde route door het park.
We maken vele stops onderweg en wandelen dikwijls van de baan
weg, tussen de rotsformaties. We maken kennis met de Twin Arches,
Balanced Rock en zoveel meer. We
maken die dag tevens 3 wandelingen, waaronder de tocht naar Delicate
Arch, de mooiste onder de bogen. Deze wandeling is een echte
must. Je trekt er over de fameuze 'slick
Delicate Arch (Courtesy)
rocks',
gladde, geërodeerde rotsformaties, langs smalle richels,
onder 'dwellings' (overhangende rotsen) om uiteindelijk de prachtige
delicate boog te bewonderen.
Een andere prachtwandeling is de Devils Garden Trail gekenmerkt
door stilte, onmetelijke vergezichten en ... verloren gelopen.
Op een bepaald moment kunnen we noch vooruit, noch achteruit en
hebben we toch een serieus risico genomen door ons vanop een rotspunt
naar beneden te laten glijden, vallen, springen. Gelukkig komen
we een ander (Duits) koppel tegen die ook de weg kwijt is. Vereende
krachten redden ons.
Balanced Rock
Sprokkels:
* Moab is een typisch western-stijl stadje waar je na 21h
geen eten meer kan krijgen. Op dat moment wisten we niet dat
Moab in een andere tijdzone lag (1 uur later dan California).
Geen steakhouse meer gevonden. Overal een bordje: 'Sorry,
we're closed'. Uiteindelijk vinden we toch een Italiaan en
eten pasta.
* Met de stoelgang is alles OK; de stank is op zijn amerikaans:
groots en indringend. En we moeten voor elkaar niet onderdoen.
Dag
6-------------- 120 mijl -----Sunset
Inn
Moab
Nabij
Moab ligt ook het grootste en ruigste park van Amerika: Canyonlands.
Het is het enige park dat nog 'wild' is, ttz ongerepte natuur,
zeer moeilijk te ontdekken, onverharde wegen, veel wild. Het is
de som van honderden canyons in alle mogelijke breedtes en lengtes,
gevormd door de Colorado rivier en de Green rivier. Het geeft
de spectaculairste vergezichten met de nadruk op ver. We verplaatsen
ons in 1 dag naar drie zulke uitzichtpunten, bereikbaar op verharde
wegen:
- Dead Horse point: vanuit de hoogte zie je enorme en diepe
meanders van de Colorado rivier. Het is nog altijd één
van de mooiste uitzichtpunten in Amerika. Absoluut niet te missen
als je in de buurt bent.

-
Grand View punt: onmetelijk vergezicht van 180° op Canyonlands
- Upheaval Dome: kraterachtige toestand, waar tot op heden
door geleerden nog geen sluitende verklaring voor gevonden is.
De wegen waarop we met de moto rijden, zijn nogal glibberig omdat
ze pas gerepareerd worden, namelijk door hete teer in de spleten
te laten vloeien.
In de late namiddag bezoeken we de winkeltjes in Moab waar we
een tweede keer blijven overnachten. Maar wel in een ander motel:
we ruilen de Best Western in voor het goedkopere de Sunset Inn.
De eerste kado's worden gekocht.
Sprokkels:
* Pol zijn spiksplinternieuwe Visa-kaart mankeert en
ze kan voor de rest van de reis niet meer gebruikt worden
om te betalen. Vreemd genoeg wel om cash mee uit de muur te
halen.
* We verbroederen met enkele autochtonen in Woody's tavern,
een rockcafeetje.
* In Utah, langs de weg, staat vele malen te lezen: Buckle
up, it's the LAW! (Autogordels aandoen, het is de wet). Dit
wordt onze lijfspreuk voor het vervolg van de vakantie. Bij
het instappen in de auto wordt - in koor - de wet herhaald,
geprezen en toegepast.
* S'avonds gaan we eten in een sjiek restaurant op een heuveltop
met een geweldig zicht op het stadje Moab. Als we aan de ober
vragen om de rest van een fles wijn mee te nemen, wordt ons
dit verboden: Open alcool containers are against the LAW!
Een prachtig en 'vrij' land, maar wel veel wetten. Trouwens
LAW wordt uitgesproken als LOO.
Dag
7 --------------310 mijl
-----Best Western
Moab - Torrey
Zoals
elke vakantie in Amerika staat er elke dag een uitgebreid ontbijt
op het menu, slaan we het middagmaal over en eten we s'avonds
t'bieste de rug uit.
Vandaag bezoeken we het laatste vergezicht op Canyonlands,
op weg naar onze volgende bestemming:
--------The Needles: de muren
van de canyons zijn geërodeerd in de vorm van pilaren (naalden)
Wat verderop (in Amerika toch direkt 100 mijl) ligt Natural
Bridges Park. Het verschil met Arches NP is dat hier de bogen
ontstaan zijn door watererosie. Bij onze wandeling door dit park
hebben we serieus de afstand en moeilijkheidsgraad onderschat
waarbij we dan nogmaals verloren lopen, maar toch het goede pad
vlug terugvinden. Het is tot dan toe de zwaarste wandeling. Op
onze tocht zien we 'holes in the rock' en ook een geweldige 'flamoes
in the rock'. Beneden in de canyon zien we een mooie partij bloeiende
cactussen, één der mooiste exemplaren zou later
blijken. Op de canyonvloer staat ook een paal met een bak erop
waarin een bezoekersboek ligt. We vullen ook onze naam in en waar
we vandaan komen. Leuk om al die namen eens te overlopen en daartussen
Belgen te zoeken (die we niet vinden). We klimmen terug uit de
canyon maar komen veel te laat toe op onze afspraak boven bij
Martine, die wacht aan de wagen en redelijk paniekerig doet. We
hebben inderdaad de tijd serieus onderschat.
Daarna
vervolgen we onze weg via de fameuze Route 95, de mooiste
panoramische weg in Utah. Het is een baan die zich slingert tussen
roestbruine rotsformaties, bergen en canyons. Ge kijkt er niet
naar zoals bij een vergezicht, nee je rijdt temidden van deze
natuurmastodonten en je voelt je één worden met
de natuur.
We rijden de Colorado rivier over en even verder moeten we stoppen
voor een auto met aanhangboot in brand. De weg is afgezet en we
moeten een uur wachten tot de pompiers aankomen om het wrak te
blussen. Voor ons een interessant intermezzo, minder voor de eigenaar
van de wagen en de boot. We vervolgen onze reis en voor het eerst,
niet voor het laatst, zien we veekuddes grazen in de weiden en
langs de kanten van de weg. Een beetje onwennig laveren we tussen
die kuddes, schrik dat er misschien een kalf plots de weg zal
oversteken.
Sprokkels:
* Eigenlijk willen we overnachten te Hanksville, maar alles
is volzet omdat er s'anderendaags een soort autorace is. In
den donkeren zijn we dan maar verder gereden tot Torrey,
net voorbij de ingang van Capital Reef NP.
* We hebben gelachen met de staat van het materiaal van de
pompiers die het brandend voertuig met boot blussen: een oude,
krakende pompierwagen met nieuwe flikkerlichten, waar ze stenen
achter de vier wielen steken om hem op zijn plaats te houden.
Als ze beginnen te spuiten (na de 10e poging zeker), blijken
hun slangen vol gaten te zitten en zien we meer fonteinen
dan water uit de spuitmond komen. Aldoch een zekere verbetenheid
kenmerkt deze goede mensen en ze slagen er uiteindelijk in
het wrak te blussen, alhoewel het zo goed als uitgebrand is.
* Pol, als echte dier- en vleeskenner, omschrijft de loslopende
veestapels als uitermate gevaarlijk. Hij herkent naast de
kalveren ook enkele muddens (naar t'schijnt nogal domme
en onvoorspelbare beesten). En die zijn, volgens Pol, nog
een graad straffer. Er schijnt niets mee aan te vangen te
zijn: dommer dan dom, doen alles konteverkierd en zijn
dus uitermate ontoerekenbaar als ze moto's zien voorbij rijden.
We zijn gewaarschuwd.
Dag
8 --------------160 mijl -----Bryce
Canyon Lodge
Torrey - Bryce Canyon
S'morgens
bezoeken we Capital Reefs National Park. Aan de ingang
van het park is het gebouw van het Visitor Centre vervangen door
een bus-op-een-paal, waarin gevraagd wordt een bijdrage te leggen.
Dagelijks wordt de bus 'geledigd' door parkrangers. Capital Reefs
is een eigenaardig natuurverschijnsel: een langgerekte massieve,
omhooggestoken aardkorst van meer dan 100 mijl lang en van hoofdzakelijk
gele en groene kleur. De bereidbare weg in het park is amper een
25 mijl lang, de rest is te voet te exploreren. We maken een wandeling
in de Grand Wash, een enge canyon waarvan de muren tientallen
meter hoog zijn en de hemel een blauwe streep.
S'namiddags zetten we onze tocht verder richting Bryce Canyon
via Route 12, een ander pareltje. De baan loopt door canyons
en gaat over een bergpas van 3.000 m tussen metershoge muren eeuwige
sneeuw en met duizelingwekkende vergezichten over o.a. Capital
Reefs. Terug koud met - je weet wel - vingertopjes maar ondanks
dit is het rijden in deze natuur per moto een voorrecht en zoveel
intenser als met de auto.
We komen aan te Bryce Canyon en slapen in het midden van het park
gelegen sjieke Bryce Canyon Lodge.
Dag 9-------------- 0 mijl -----Bryce
Canyon Lodge
Bryce Canyon
Bryce
Canyon valt ons enorm in de smaak en is stevige concurrentie
voor de Grand Canyon. Het is niet alleen prachtig maar ook compacter
en overzichtelijker. Het ligt op 2000 m hoogte en is nog gedeeltelijk
bedekt met flarden sneeuw die pas tegen eind mei volledig zal
gesmolten zijn. Het is een verzameling van Hoodoos, door erosie
gevormde rotspilaren, in alle tinten van rode kleuren en in alle
mogelijke lengtes en vormen. Het is sprookjesachtig: je ziet in
al deze rotsformaties kastelen, koningen, amfitheaters.
S'morgens rijden we op de weg door het park, van het ene gezichtspunt
naar het andere. S'namiddags maken we een prachtige wandeling
(Navaja Loop Trail) en dalen af tot diep in de canyon waar
we langsheen en doorheen de sprookjestuin wandelen. Indrukwekkend.
Sprokkels:
* In de vooravond worden we onverwacht begeleid door een kudde
herten die aan 60 km/h meelopen met de wagen. Dat is tegelijkertijd
schrikken en toch verrassend, want zulke dingen maak je niet
alle dagen mee, zelfs niet in Amerika. Ze lopen zo'n 200 m
langs de weg naast onze auto en steken dan plots en masse
de baan over. Op de rem, pieeeeep, en raken net het laatste
hert niet. Ons hart klopt in overdrive. We verstaan plots
de zin en het nut van het verkeersbord: opgelet voor herten.
* S'avonds worden we aangetrokken door een restaurant met
een groot paneel: Fine Food and Fun. Wij daar naar toe. Nooit
een triestigere tent meegemaakt: we zitten gans alleen, ze
hebben nog geen 'permit' om alcohol te schenken, noch om langer
dan 22h open te blijven. Rap een hamburger gegeten met cola
en weg.
Van pure ellende drinkt Pol s'avonds zijn hoestsiroopke: cola+whysky.
Dag
10------------ 65 mijl -----Mount
Carmel Inn
Bryce Canyon - Zion National Park
Het
wordt een snelle en korte rit richting Zion National Park.
Een prachtige rode bergketen waar ook de wegen in rode asfalt
gegoten zijn, om één geheel uit te maken met de
omgeving. Het wordt een geweldige rit langs een spectaculair klif
- en canyonlandschap; smalle, bochtige en soms zeer steile wegen;
tunnels; gekerfde monolieten alsof ze het gerimpeld vel hebben
van een tachtigjarige (checkerboard mesa); bloeiende cactussen
en bergrivieren. We worden even melancholisch.
We hebben dan s'namiddags twee trektochten gemaakt (Watchman Trail
en Canyon Overlook Trail). De laatste had de verrassing van de
dag in petto: na een hele tijd klimmen komt ge op een soort plateau
en op het einde van het plateau sta je aan de rand van een ravijn
met een spectaculair zicht op de Zion Canyon.
We onthouden vooral 3 kenmerken van Zion: Rood-Roze / Massief
/ Gekerfd.
We slapen in De Mount Carmel Inn, het goedkoopste motelletje uit
de reeks: 26 $ voor 3 personen, voor 1 overnachting.
Dag
11------------ 267 mijl-----
Red Feather Lodge
Zion National Park - Grand Canyon
Vandaag
is een overgangsrit naar de Grand Canyon: één van
de vele hoogtepunten uit onze reis. In Cameron, een handelspost
net voor de ingang van het Grand Canyon National Park,
stoppen we voor een rustpauze en winkelen in een soort indianen-warenhuis.
Dan rijden we door de bossen van het Nationaal Park en rijden
eerst naar Tusajan, een dorp aan de zuidkant van de canyon. We
zoeken slaping en bezoeken dan de IMAX movie: op een reuzescherm
wordt het ontstaan van de Grand Canyon geschetst met spectaculaire
beelden: zeer de moeite waard.
We bereiden ons al mentaal voor op de twee-daagse trektocht in
de Canyon, gepland voor morgen. Tevens moeten we ons van een overnachting
verzekeren op de bodem van de canyon in Phantom ranch. Dat is
gemakkelijker gezegd dan gedaan als je weet dat je 11 maanden
op voorhand moet reserveren voor een plaats daar beneden. Wijle
naar de information desk van het Visitor Centre in de Grand Canyon
Village. Parkrangers zeggen ons dat er nog een waterkans zou kunnen
zijn op voorwaarde dat we ons s'anderendaags lijfelijk om 6h s'morgens
komen aanbieden om eventuele annulaties op te vullen. Die rangers
zijn wel vriendelijk maar kunnen verdorie goed uw verwachtingspijl
voeden.
In de namiddag volgt dan de confrontatie met de Canyon zelf. We
rijden langs de route van de South Rim en bezoeken de talloze
uitzichtpunten: onze monden vallen letterlijk open voor zoveel
natuurschoon. Er wordt niet veel gebabbeld: dit is volmaakte en
immense pracht zover het oog reiken kan. En heel diep in de canyon
stroomt de Colorado rivier. We geraken er niet op uitgekeken en
pas als het donker wordt keren we terug en vergrijpen ons s'avonds
aan een T-bone steakje van om en bij de 600 gram in het Bright
Angel restaurant, aan de rand van de Canyon.
Sprokkels:
* Onderweg laveren we terug tussen de veekuddes die langs
de weg grazen. En terug komen de mudden ter sprake met hun
ongekende capaciteiten. Tijdens deze hoogstaande gesprekken
over het dierenleven, refereer ik naar een ander, niet onbeminnelijk
dier: den tsick. Een in onze streek toch gewaardeerd
hondenras. We vragen ons af of de kruising tusssen nen mudden
en nen tsick, nen tsuck gedoopt, geen prachtexemplaren
zou opleveren.
* Met Prof. Drs. P. van Brussel hebben we het ook over een
ander diersoort: de muilezel, een beest die gebruikt wordt
om voorraden en personen te transporteren in en uit de Grand
Canyon. De muilezel blijkt een kruising te zijn tussen een
mannelijke ezel en een merrie. Het muildier, alzo de Professor,
is de kruising tussen een vrouwelijke ezel en een hengst.
Men is nooit te oud om te leren.
* Ter afsluiting van de dierenwereld: regelmatig liggen kadavers
van paarden, herten langs de weg. Blijkbaar komt niemand die
weghalen en dienen ze als voedsel voor de raven en de gieren.
Dag
12-13 ---------17 mijl (te voet)-----
Phantom Ranch
Tweedaagse trektocht in de Grand Canyon
Dus
wij (Martin en Pol) vroeg uit de veren en reeds om half zes zijn
we bij de reservatiebalie. Maar er is concurrentie: er staan er
al twee voor ons. Die mannen hebben daar waarschijnlijk overnacht.
En tussen half zes en zes uur komen er welgeteld 12 mensen bij.
Zestien angstige gezichten kijken toe als een bloedserieus kijkende
vrouwelijke ranger het gordijn openschuift en lakoniek vraagt
of we allemaal komen voor een reservatie in de Phantom ranch.
Ik had nog nooit gezien dat 16 mensen tegelijkertijd 'ja' knikken.
We moeten in de rij gaan staan in volgorde van binnenkomen. De
twee eerste roepen iets van joepie: er is plaats voor hen. Dan
is het onze beurt. Ik bekijk haar, zij mij en aan dat ene spiertje
dat verroert in haar wezenloos gezicht, weet ik dat het noppes
is. En inderdaad ze zegt dat er geen plaats meer is en dat ze
ons op een 'waiting list' gaat plaatsen. Ze herhaalt dit aan alle
andere 12 wachters en voegt eraan toe dat we om 7h30 moeten terugkeren,
onze allerlaatste kans. Diezelfde twaalf en wij zijn daar terug
om stipt 7h 25. En wat er toen gebeurde, hebben we nog altijd
niet goed begrepen. Haar wezenloos gezicht is veranderd in een
deugnietachtige tronie; ze vraagt ons allemaal te luisteren (overbodige
vraag natuurlijk) en in een soort 'is everybody happy' - sfeer
roept ze dat iedereen naar beneden kan. Algemeen geroep en ambiance.
De ranger wil duidelijk meedelen in de vreugde en begint ze daar
toch niet te vragen: Do you like this? Yeeeeeeehhh. Do you really
like this? Yeeeeeeeeeh. Vlug onze reservaties gepakt en inmiddels
gesnopen dat ze ons allemaal in stapelbedden in één
kamer gaan stoppen (Women and men together, is that a problem?
Noooooooooooo). Allen daarginds.
Rond tien uur starten we met de afdaling via de kortste en steilste
route: South Kaibab Trail, 7 mijl of 11 km. Het is een
pad die niet in canyons loopt maar letterlijk langs klippen en
op in de rots uitgehouwen paadjes. Er is geen water en geen schaduw.
De trail beklimmen (uit de Canyon trekken) wordt sterk afgeraden.
Daarom keren we langs de (langere) Bright Angel Trail terug. Kaibab
trail biedt echter - by far - de mooiste zichten en doet diverse
malen ons hart sneller kloppen: van de inspanning en van de pracht.
Ons rugzakje bevat vooral water, eten en zonnecrème. Het
is heet en onze oorrandjes (earrims) verbranden. Het laatste ijs
aan onze vingertoppen smelt weg. Hoe dieper we de canyon intrekken,
hoe beter we de prachtige, diepgroene Colorado rivier zien met
zijn stroomversnellingen tussen bruine rotsmuren. Gans beneden
moeten we een hangbrug van 132m lang en 1m breed over om dan Phantom
ranch aan de andere oever binnen te wandelen. Beneden is het
+/- 35°, en we steken onze voeten in de ijskoude Colorado
en genieten verder van de natuur, van ons verblijf en van de typische
ambiance in Phantom ranch met de andere backpackers. S'avonds
eten we stoemp in de eetruimte.
S'anderendaags
zijn we stijf, maar iedereen zegt natuurlijk dat hij fit is. Maar
hoe we heelhuids 16 km naar boven zouden doorkomen is nog een
open vraag. We vertrekken om half zeven s'morgens - t'moet rond
de 25° geweest zijn - over de hangbrug naar de Bright Angel
Trail. De eerste mijlen zijn a piece of cake. Maar
daarna begint het klimwerk ons parten te spelen. Halverwege de
klim uit de canyon passeren we Indians Garden Campground, een
kampeerplaats voor trekkers met een tent. Vanaf
de kampeerplaats is het nog 5 mijlen steil klimmen naar de rand.
Ik ga het kort houden: we hebben niet veel van de natuur meer
gezien noch genoten. Pol zoekt constant achter zijn tweede adem
en maar vindt hem niet, Martine houdt haar kranig maar komt bijna
niet meer vooruit, ik ijl iets van de ontdekking van de eeuw,
een pollieluhumar uitzichtpunt of zoiets. Enfin, na 7 uren
klimmen onder een loodzware zon slepen we ons boven waar de aanwezige
toeristen drie prevelende zombies - blik op oneindig - zien verdwijnen.
We speuren redelijk.
Beneden in de Grand Canyon aan de oever van de Colorado rivier,
s'morgens om 7h
Sprokkels:
* We hebben reeds heel de reis onze tent meegesleurd om ze
te gebruiken in de Grand Canyon, maar met zo'n ding op onze
rug zien we het niet zitten. Daarom zijn we verplicht een
slaappplaats te krijgen in de Phantom Ranch beneden, wat ons
ook nog gelukt is. Trouwens Pol en Martine vinden steeds redenen
uit om toch niet in de tent te moeten slapen: te warm, te
koud, geen goesting.
* Als eten voor de tocht kopen we tunasandwiches (tuna = tonijn).
Tijdens de afdaling hebben we niet gegeten, wel veel gedronken.
Toen we s'namiddags onze sandwichen willen opeten, is de tuna
weer tot leven gekomen...
* 1 mei is ook de 15e huwelijksverjaardag van Martine en mij.
Nogal een plaats om dat te vieren: beneden in de Grand Canyon
aan de Coloradorivier. Hiep, hiep hoera. Als kado mogen we
elk apart slapen in ons stapelbedje en krijgen we s'avonds
hutsepot. Vier jaar geleden, op 1 mei 1991, vierden we onze
11e huwelijksverjaardag met Bart en Ann op Bali.
* S'avonds in Phantom ranch ontmoeten we 3 Nederlanders, dwz
6 nederlandssprekenden op 1 mei 1995 beneden aan de Coloradorivier.
Moe keunen. Iedereen weird'em.
Dag
14 ------------164 mijl -----Holiday
Inn
Grand Canyon - Monument Valley
We
bellen naar het thuisfront. Ge weet wel, aan zo'n typisch Amerikaanse
openlucht telefooncel waar ze in de films een quarter (25
cent) laten invallen en je dan een halve dag kan bellen. Maar
naar België bellen is toch iets duurder.
We verlaten de Grand Canyon via Cameron en onder een bewolkte
hemel rijden we het Navajo Indianenland binnen richting Monument
Valley. S'middags komen we toe in Kayente aan de rand van
Monument Valley, decor voor zoveel cowboyfilms met John Wayne.
We rijden via den 163, het park binnen. Vanop het dek van
het Visitor Centre, gelegen op een heuvel, hebben we een prachtzicht
op dit wonderlijke park. We zien vele herkenbare rotsformaties
als de Totempaal en The Three Sisters. We zien de tafelbergen;
we zien nu in het echt de beelden die we kennen vanuit de westerns
op TV. We besluiten om met de moto door de onverharde en zanderige
16-mijls zandpiste van het park te rijden. We laveren door het
mulle rode zand, over steile ruggen, langsheen talloze bruinrode
rotsformaties. Het mulle zand speelt ons parten want we slippen
geregeld weg en we hebben elk een keer gevallen. Maar deze ongemakken
verdwijnen in het niet in dit buitenaards decor. We wanen ons
eventjes cowboys weliswaar zonder holster en lasso maar wel op
een (ijzeren) ros. Tegen de vooravond rijden we terug naar Kayente
waar we overnachten. Onze moto en onze kleren zitten onder
venijnig rood stof.
Dag
15------------ 475 mijl -----Motel
6
Monument Valley - Page - Las Vegas
We
voeren terug onze dagelijkse gewoonte door: zeer vroeg uit de
veren, een uitgebreid ontbijt en vertrekken tussen 7 en 8h.
We
rijden de grens over en belanden in de staat Utah. We rijden naar
Page waar we een bezoek brengen aan de stuwdam, het stuwmeer
(= een zeer brede Colorado rivier) en de jachthaven Wahweap. Het
is daar dat we die gekke Amerikanen zien met een grote mobilhome
met aan de trekhaak een zware jeep en aan diens trekhaak een speedboot.
Het gevaarte is
wel 20 m lang en zo rijden die gasten door t'land.
We rijden weg uit Page en via Kanab gaat het naar het mondaine
woestijnstadje, St George, waar we eten en een siesta nemen onder
een boom. Het is heet en het is het begin van D-Day weekend en
niemand geeft ons een kans om een kamer in Las Vegas te vinden.
We rijden verder via Interstate 15 richting Vegas (foto rechts).
We voelen op onze motoren een strakke en hete woestijnwind. We
moeten vandaag echt op onze tanden bijten. Bij de eerstvolgende
stop ervaren we water als een godendrank.
We krijgen uiteindelijk Las Vegas in zicht en verzoenen
ons reeds met de gedachte in de wagen te moeten slapen, tot we
het eerste motel binnenstappen: Vacant rooms? Sure, no problem.
How Many? Two. OK. Wat een opluchting en dan de zwemkom in. We
zwemmen de vermoeidheid uit onze botten en vertrekken naar 'The
Strip', hèt centrum van de gokactiviteit in Vegas.
We krijgen hoofdpijn van al het neongeweld. We slenteren van het
ene casino naar het andere, met als absolute uitschieter qua zottigheid:
Ceasar's Palace, een
in Romeinse stijl opgetrokken
goktempel, zo groot als Landegem, met winkels in winkelstraten
(alles overdekt), fonteinen, bars, Planet Hollywood café,
en uiteraard het casino zelf met duizenden éénarmige
bandieten (slots), roulettes, teerlingen, enz... De gratis drinks
worden besteld door dames in romeinse togakledij, uiteraard superkort
gerokt. I just like it. We voelen ons meteen in grootse vorm.
En dat wordt bewezen door welgeteld 102,5 $ uit de gokmachines
te halen voor een inzet van 60$. Karakterboys en-girl als we zijn,
verspelen we niet onze winst maar innen we ze. We eten s'avonds
voor 4,99$ in een ander casino, Circus Circus, van een onmetelijk
buffet. We lezen dat hier elke dag 10.000 (tienduizend) mensen
passeren om te eten, met als voornaamste doel ze te lokken naar
het casino, op de volgende verdieping.
Vandaag rijden we naar Death Valley.
Dag
16------------ 154 mijl
-----Furnace Creek Ranch
Las Vegas - Death Valley
Na
onze nachtelijke uitspattingen in Vegas, vertrekken we toch s'morgens
vroeg, jawel, voor een snelle rit naar het hartje van Death
Valley: naar Furnace Creek. Onderweg hebben we terug af te
rekenen met een sterke zijwind en hebben we in een korte maar
krachtige zandstorm gezeten. De Dode Vallei roept in ons iets
mysterieus op: er is niets in dit desolaat dal en toch is er zoveel
schoons te zien:
- Dantes
View: vanop 2000 m hoogte een onbelemmerd zicht op de Dode
vallei. Het is alsof je een skigebied bekijkt: de vallei-vloer
is wit door de zoutkristalafzetting. Een merkwaardig zicht op
dit extreme stuk natuur die zijn gelijke niet kent.
-
met het laagste punt in Amerika op 87 meter onder de
zeespiegel: Badwater.
-
Devil's Golf Course: te midden van Death Valley tussen
de zoutkristalafzettingen in een soort maanlandschap, zonder
enige beschutting
-
Zabriskie point toont ons gele rotsruggen
-
Artist's Palet drive is een grillig wegje langs gekleurde
rotsformaties gaande van grijs tot groen, blauw, purper en rood
-
Natural Bridge spreekt voor zichzelf, maar hoe er te
geraken? Ask Fluimken en Lou.



Zabrisky
point overdag-------------- -----Zabrisky
point bij zonsondergang-----------Temidden
Death Valley: Devil's Garden
Het
blijft bloedheet, we drinken liters water en zweten ze meteen
weer uit. En het is pas lente. We hebben die hete ovenlucht toch
zwaar onderschat. Martine wordt onwel als we op de moto naar Badwater
rijden. Ze moet bekomen in de schaduw van een rots. Het domein
van Furnace Creek heeft een groot zwembad waar het water zo warm
is dat het eigenlijk geen afkoeling biedt.
S'avonds genieten we van de zonsondergang bij Zabriskie Point.
Het is dan nog altijd om en bij de 35°. Daarna moeten we al
die hitte wegspoelen in de 'Bar met Lokale Schoonheid' op het
domein van Furnace Creek. De Lokale Schoonheid meet ongeveer 1,85
m, is kortgerokt en heeft 'never ending legs'. Ze heeft ook haar
op haar tanden, genoeg om bepaalde cowboy-klanten het mondje te
snoeren. Na één pitcher is Martine gaan slapen en
wij na drie pitchers (1 pictcher is 1,8 liter bier). De overnachting
in ons motel met airco - gelukkig maar drie blokken verder - is
een ware verademing om terug op krachten te komen.
Dag
17 ------------232 mijl-----
El Mono motel
Death Valley - Yosemite
Zonder
ontbijt rijden we weg uit Death Valley via Stovepipe Wells, de
tweede stad in Death Valley, die zeker 10 huizen telt en 1 motelletje.
We ontbijten rond 9h 30 ergens in perdoezen, net buiten
de vallei. Daarna rijden we richting Yosemite en hebben steeds
de besneeuwde bergtoppen van de Rocky Mountains als onze bondgenoot.
De tegenstelling tussen de hitte op de begane grond en de besneeuwde
bergtoppen doet vreemd aan. Zoals overal in deze contreien en
buiten de steden, is het verkeer bijna onbestaande, de wegen kaarsrecht
en het decor oogstrelend.
S'middags houden we siesta te Bishop, town of the mules
(muilezelstad). We eten een snack in een of ander saloon waar
een langbenige blonde vanachter den toog de dienst uitmaakt.
We drinken een paar iceteas meer dan nodig.
Via Tom's place rijden we naar Lee Vining, een stadje aan de ingang
van Yosemite en aan de rand van het Mono lake, een zoutmeer.
Het gebied is net een maanlandschap en we laten ons vereeuwigen
door een collega-toerist. Het is een mooie foto geworden, bijna
kunstig. We maken er een prachtige zonsondergang mee.
Dag
18 ------------125 mijl -----White
Chief Mountain Lodge
Yosemite Nationaal Park
Vandaag
bezoeken we een andere parel van de natuur: het Yosemite park.
Na
Lee Vining rijden we onmiddellijk het park binnen en het gaat
steil de hoogte in over de Tioga Pass, net 3 dagen open voor het
verkeer. We bevinden ons op meer dan 2000 m hoogte en passeren
de eeuwige sneeuw (uiteraard een sneeuwballetje gesmeten), bevroren
meren, verpletterende vergezichten, watervallen, snelle rivieren
en alpijnse pijnwouden (ai).
S'middags arriveren we in Yosemite Village, het middelpunt van
het park en uitvalsbasis voor allerhande trips en trektochten.
We proberen de kortste wandeling uit van om en bij de 2h naar
de Vernall watervallen.
We trekken ons steil omhoog in het zweet en eens nabij de falls,
krijgen we een gratis douche. Terug in Yosemite Village bewonderen
we de Half Dome, een monoliet van jewelste, en de Yosemite falls,
de grootste watervallen van het park.
We rijden door naar Mariposa Grove waar de Giant Sequoia's
groeien: amai, van een boomke gesproken. De oudste zou 2,700 jaar
oud zijn.
In de vroege avond rijden we tot net buiten het park en logeren
in Fish Camp. S'nachts regent het.
Dag
19 ------------215 mijl -----Rideway
Inn
Yosemite - San Francisco
Vanuit
Fisch Camp via Merced en Modesta rijden we naar San Francisco.
Gelukkig is de zon weer van de partij. We krijgen onder de wielen
geschoven: grillige haarspeldbochten tot Merced gevolgd door een
bruin, dor landschap tot aan Auckland. We rijden onder andere
langs het grootste windmolenpark ter wereld. Dan via de Bay Bridge
rijden we San Francisco binnen, en we zien een overweldigende
baai en skyline.
De stad valt direkt in onze smaak. We rijden de steilste straat
van Amerika naar beneden: Lombard Street, in zig zag. We
winkelen en eten seafood op Fisherman's Wharf. De homo's
schamen zich niet in deze stad en hun geflirt op straat doet ons
(van ver) lachen.
Steile straten in San Francisco vanop de Cable
Tram (Alcatraz achteraan)
Dit is een voorproefje van een grootse stad, gebouwd op heuvels
en waar de straten als evenwijdige lijnen de stad in strepen verdelen.
Dag
20 ------------0 mijl -----Rideway
Inn
San Francisco
S'morgens:
vast scenario van eieren met aardappelen en toast. Er bestaan
geen andere ontbijten, denk ik.
En dan begint de
zoektocht doorheen t'stad. Eerst nemen we de Cable Tram
voor een rit tussen Fisherman's wharf en Downtown (centrum): steil
op en neer. We krijgen prachtige zichten op Alcatraz, het
ondertussen gesloten gevangeniseiland. We bezoeken Union Square
met zijn winkelpanden. Het is daar dat Lou een paar schoenen koopt
en zijn bankkaart uit zijn portefeuille haalt als de verkoper
naar zijn schoenmaat vraagt. We gaan dan te voet verder doorheen
Chinatown en verder en verder, op en neer.
S'namiddags rijden we naar Sausalito alover de Golden
Gate Bridge, een rood geverfd ijzeren bruggetje van een paar
km's lang. Sausalito ligt aan de overkant van de baai en biedt
een geweldig zicht op de skyline van San Francisco. In het terugkeren
naar downtown, betalen we geen tol voor de Golden Gate bridge,
want we tellen meer dan 3 personen in de auto. We bezoeken ook
even Telegraph Hill, een spitse heuvel met geweldig uitzicht
op 't stad.
Skyline van San Francisco door
Golden Gate brug
S'avonds eten we in het Hard Rock Café en kopen
uiteraard een T-shirtje. Daarna laten we ons inspireren door Lonely
Planet en rijden we naar The Saloon, een bruin rockcafé
waar we verblijven tot in de late uurtjes. Lou rock and rollt
met Martine de pannen van het dak. De pitchers gieten we gewoon
in onze kelen.
S'nachts, bij het terugrijden naar ons motel, is onze voorruit
versierd met een parkeerboete van de SFPD (San Francisco Police
Department). Ze is nooit betaald geraakt.
Frisco, een onvergetelijke stad.
Dag
21------------- 128 mijl ----- Sand
$ Inn
San Francisco - Monterey
Na
de route 66, is de Route 1 de bekendste highway in Amerika.
Vanuit het hoge noorden (Vancouver) aan de Canadese grens, slingert
hij zich langs de prachtige westkust naar het diepe zuiden (San
Diego) aan de Mexicaanse grens. In 2 dagen tijd nemen we het prachtigste
stuk voor onze rekening: tussen San Francisco en Santa Barbara.
Vandaag rijden we tot in Monterey, bekend om zijn 17 miles
drive langsheen de kust (foto rechts). Een tolroute bezaaid
met een golfterrein van 18 holes, kasten van villa's, een mooie
kustlijn, kleurige bodembedekkers en speciale bomen: maar toch
een beetje overroepen.
Dag
22 ------------254 mijl -----Jack's
house
Monterey - Santa Barbara 
De
Route 1, ook Pacific Highway genoemd, leidt ons langs s'werelds
meest grillige kuststrook en onvergetelijke panorama's. De 1 slingert
zich omhoog en verrast ons dan op diepe, loodrechte rotsen in
zee, of volgt de kustlijn op zeeniveau en toont ons kilometerslange
zandstranden. Niet te evenaren.
We passeren Big Sur. Herinner je nog dat hier de hippiebeweging
ontstond in jaren 60? We filmen zeeleeuwen (of zeeolifanten?)
op de klippen net voor de kust, we bestuderen de zeegolven, we
zien een ruwe kuststreek.
In de late namiddag komen we aan te Santa Barbara, een
parel aan de Californische westkust. Ik leid het gezelschap rond
langs de stranden met de beachvolley-terreinen en naar de pier.
We blazen uit.
S'avonds bezoeken we 'Something Fishy', een Japans restaurant
en zitten rond een hete plaat. We krijgen spektakel aan de kookplaat
van hoog niveau. En als ge die kok filmt, doen ze er altijd een
(figuurlijk) schepje bovenop. Hij goochelt met suschi, steak and
garnalen. We genieten evenveel van de bereidingsshow van de Japanse
meesterkok als van het eten zelf. Na een slaapmutsje in een lokale
bar vol leuke meiden, vinden we onze weg terug naar Jack's huis.
Dag
23------------- 68 mijl -----Jack's
house
Santa Barbara
Santa
Barbara
Het
is allemaal hier een beetje begonnen. In 1989 wordt ik aangeworven
door Wavefront Technologies, een Amerikaans technologiebedrijf,
om te werken in haar Belgisch filiaal. Beroepshalve moet ik
elk kwartaal naar de hoofdzetel in
Santa Barbara. Ik
geraak onder de indruk van dit stukje hemel op aarde en besluit
dat er meer moet te beleven zijn op deze aardkloot dan in
Landegem alleen. Kort daarna bezoeken we mijn broer in Indonesië,
toen op wereldreis. En in 1994 start onze eigen wereldreis,
weliswaar in stukjes van 3 weken per jaar. En het duurt nog
altijd voort, elk jaar terug.
Jack is een collega bij Wavefront en we mogen bij hem inslapen.
Vandaar: 'Jack's house'.
We
brunchen op het strand. We bezoeken Wavefront en shoppen
in State street. In de Big Dog winkel maken Lou en Pol volop gebruik
van het fenomeen 'plastic' geld. S'middags eten we clam showder
met krab op de pier en begapen ons aan de gazons en de palmbomen
langs de kustlijn, de joggers (jogsters), de skateboarders, de
rolschaatsers, de geweldige zandstranden (10 x Blankenberge met
10 x minder volk op), het klimaat, de bergen, the Ocean. Moet
er nog zand zijn?
S'namiddags
rukken we uit met de motoren voor een trip in de bergen, de Camino
Cielo route. Op de top hebben we een verbluffend zicht op
tegelijkertijd de Grote Oceaan met Santa Barbara die nog een handpalm
groot is, en op het binnenland met de Black Mountains en het Cachuma
Lake, de belangrijskte watervoorziener van de streek. Drinkwater
is een zeer belangrijk overlevingsgoedje in deze streken waar
het niet zoveel regent. We rijden verder tot in Santa Ynez,
woonplaats van grote kindervriend Michael Jackson, die we spijtig
genoeg niet ontmoeten in de bekende Maverick Bar, een echte cowboy
saloon. Maar t'zijn geen saloons meer als vroeger: ze schieten
enkel nog op TV, t'zit er vol vrouwen ipv ruige mannen en ze drinken
Budweiser ipv whisky. Onze favoriete bieren zijn Michelob en Miller
Genuine.
S'avonds keren we op onze stappen terug en dompelen ons onder
in Santa Barbara voor onze laatste dag.
Dag
24 ------------128 mijl -----Travelodge
Santa Barbara - Anaheim (Los Angeles)
We
slapen lang en het humeur is beneden alle peil. Vandaag leveren
we de motoren terug in. Vooreerst kuisen we de motoren en bezoeken
daarna de kunstmarkt in Santa Barbara. We kunnen niet nalaten
om s'middags terug de pier te bezoeken en clam showder met oesters
te eten. Met een fles witte wijn genieten we zolang mogelijk na,
vooraleer te vertrekken naar Anaheim. Om 5 pm (17h) is het zover,
en 3 uur later, na een moeilijke rit door Los Angeles (van de
ene highway op de andere; zeer druk), geven we braaf onze sleutels
af aan dezelfde Nora van dag 1, in de Dutch Avio Club. De cirkel
is rond. Gelukkig heeft Nora onze borgsom van elk 10,000 BF niet
opgesoupeerd.
S'avonds zijn we niet om aan te spreken.
Dag
25 ------------6000 mijl-----
Boeing van AA
Ontario (Los Angeles) - Zaventem
De
vlucht is voorzien om 13h30 en daar Disneyland vlak aan de deur
ligt, ontbijten we in Goofy's restaurant. We krijgen bezoek van
Micky Mouse, Goofy himself en van Alladin. Sympathieke mensen
maar allen roken ze naar dezelfde after-shave: big business.
Om 11h stappen we de auto in richting luchthaven, de huurauto
leveren we terug in, vliegtuig op en tussenlanding in Chicago.
Dag
26
Aankomst
te Zaventem om 11h25, bepakt en bezakt; iedereen heeft het dubbele
aantal koffers mee dan in 't heengaan. We zien Jan, Martine en
Miepol die ons komen ophalen en beseffen dan dat de droom over
and out is. Op onzen buik: gien sanse.
BESLUIT

We
hebben in die twee jaar in totaal 5.495 mijl afgelegd met de moto
en 100-tal keer getankt.
Van Amerika onthouden we vooral:
- De
prachtige natuur in en buiten de natuurparken
-
De uitgebreide ontbijten: eieren op 1001 manieren met gebreneerde
patatjes en toast
-
De muddens waartussen we moeten laveren
-
De grote hoogten, bergpassen, sneeuw en de koude, in de eerste
week
-
De tweedaagse in de Grand Canyon is een overlevingstocht: but
the strong survive
-
Bryce Canyon is een sprookje
-
Death Valley, te heet
-
Betrouwbare motoren en geen enkel accident, thank God
-
Buckle up, it's the LAW!
-
Tere vingertopjes en oorrandjes
-
San Francisco, Santa Barbara
-
Onze kinderen waren ondertussen in goede handen
En
alle dagen die vriendelijke Amerikanen toch:
How are you today?
---We are feeling all right. Thank
you
You are welcome
---You bet
Sure
Zouden ze dit ook doen mochten ze geen fooi verwachten??

Grand Canyon (Courtesy)

Dead Horse Point (Courtesy)
|