REIS
juli 1999 WESTKUST AMERIKA

Voor
de eerste maal met onze gasten (Tom 16 en Kim 17 jaar) op reis
naar de Westkust van Amerika doorheen California, Nevada, Utah
en Arizona.
Of
hoe je met pubers een dergelijke reis overleeft: hier volgt een
Travel Survival Story vrijwel zonder foto's want ik heb mijn camcorder
ergens verloren laten liggen.
Dag 1 -----Santa Barbara
Vliegtuig
naar Los Angeles: vertrek 11h35, aankomst 18h19 lokale tijd.
Mijn broer Bart zet ons af aan de terminal in Zaventem en dan
begint echt het vakantiegevoel. We zijn ruim op tijd en verkiezen
daarom naar het panoramisch café in de vertrekhall te gaan
met uitzicht op dalende/stijgende vliegtuigen. We verliezen zowaar
de tijd uit het oog tot plots Martine ons waarschuwt: nog minder
dan een uur en ons vliegtuig vertrekt!! We spurten naar
de check-in en zien voor ons een lange rij wachtenden die ik vermijd
door naar de "business class" balie te gaan: maar we
komen op de wachtlijst terecht want het vliegtuig is overboekt?!
De schrik slaat ons om het hart. We kunnen meer info krijgen aan
de gate, dus lopen we daar naar toe. Er wordt ons verteld dat
Economy class volzet is,
maar dat we een gratis upgrade
krijgen naar business class. De smile is niet meer van ons gezicht
te weren en we worden tijdens de trip verwend in een ruime leren
zetel met veel plaats voor de benen, met champagne en dubbel vriendelijke
hostessen.
Ons geluk blijft voortduren in Los Angeles: het Avis verhuurkantoor
heeft geen "4-deurs compact's" meer en we krijgen een
gratis upgrade naar een 4-deurs Intermediate Car met een nog grotere
koffer en nog meer binnenruimte.
We rijden vanuit Los Angeles (18h30) onmiddellijk naar Santa Barbara
waar we overnachten in State Street Hotel op 100m van het strand,
hetzelfde hotel van vorig jaar, bij Porky de eigenaar. De jet-lag
maakt ons om 4h wakker en we staan op om 6h.
Pubersprokkels:
· Tom zegt dat hij zich mottig voelt.
Dag 2----- Santa Barbara
Shopping
time in State Street: een paradijs voor de vrouw, een nachtmerrie
voor de man. We slenteren door de hoofdstraat en bezoeken de sjieke
malls ofte winkelgalerijen. Kim lijkt het hardst gebeten door
de winkelkes-microbe en Tom, uiteraard, net het omgekeerde. Het
is tijdens deze voormiddag dat ik mijn camcorder ergens laat liggen,
waarschijnlijk op een zitbank langs State Street. Onze zoektocht
heeft geen succes: brute pech! Maar we laten er onze vakantie
niet onder lijden.
En om 15h30 staan we aan Andy's huis, voor de derde keer in de
afgelopen 5 jaar. En het menu is terug: barbecue met ribs en chicken.
Zie ook mijn vorige reisverhalen. Weerom een gezellige
namiddag en avond waar we vele herinneringen ophalen uit vorige
jaren en Andy zelfs spreekt om volgend jaar naar Belgie te komen:
eerst zien en dan geloven.
De jongeren (AJ 16 jr, Tom 16 jr, Kim 17jr - zie foto rechts)
klitten samen voor de computer en de TV. We brengen ook een bezoek
aan Andy's buurman en dito park:Neverland, het pretpark
van Michael Jackson in Santa Ynez. Michael zien we niet maar er
loopt wel één koe op zijn domein. Na het eten, gaan
we terug poolen in de cowboysaloon The Maverick, een traditie
die we in eer houden. Tot mijn grote verbijstering hangt mijn
businesskaartje van Wavefront met 1-dollarbiljet niet meer aan
t'plafond in The Maverick Saloon. Je moet weten dat een volledig
deel van de zoldering van de bar voorbehouden
was aan met punaizen vastgeprikte business kaartjes. Je moest
er dan wel ook een 1-dollar biljet mee aanhangen. In 1990 had
ik dit gedaan bij één van mijn eerste bezoeken aan
deze saloon. Wat was er nu gebeurd: blijkt dat op een nacht dieven
alles gestolen hebben!
De Country dansavond met de nodige djamoel errond is steeds
plezierig. De kinderen kunnen echter niet mee: niet toegelaten
onder de 21 jaar. Zelfs in het gezelschap van de ouders mogen
jongvolwassenen onder de 21 jaar niet in een café/bar waar
alcohol geschonken wordt. It's the law!!
S'avonds laat bij de terugkeer naar het hotel moet Martine mij
wakker houden want de jetleg slaat toe.
Pubersprokkels:
· Als we Andy s'morgens toevallig ontmoeten in State
Street, zijn vrije uren opvullend terwijl zijn auto een onderhoudsbeurt
krijgt, spreken we af voor de barbecue later op de dag. Kim
wil de plezante uithangen door tussen haar lippen door maar
toch duidelijk genoeg te vragen of het terug burned chicken
zal zijn. Wij daar met nen rooie kop, nie goe weten wat
te zeggen.
· Ondertussen blijft Tom mottig (van de airco?) maar
toch gezond genoeg om te herhalen dat hij ook een computer wil
zoals die van AJ plus natuurlijk ook een printer en een scanner
en een modem en didde en dadde.
Dag 3----- Santa Barbara
Ons
eerste uitgebreid ontbijt in de yachthaven in een aanschuifcafeetje
waar ze op de achtergrond toch wel Led Zeppelin spelen zeker.
Heb royaal getipt. S'morgens bezoeken we de kunstmarkt, ook een
traditie, en kopen windbellen. Daarna drinken
we een apero op de pier op "ons" balkon (foto
onder) van het wijnproefcafé en daarna eten en drinken
we een clamchowder, een soort dikke mosselsoep in een uitgehold
broodje. Nog een traditie. Een deel van de pier is vorig jaar
afgebrand en ze zijn dit jaar nog volop aan het heropbouwen.
S'namiddags huren we 2 fietsen en 1 tandem voor de vrouwen waarmee
we Santa Barbara verkennen: The Mission, Montecito, The Riviera,
de ex-Wavefront burelen, de kustlijn. De klimmetjes zijn niet
min. We hebben ook gezocht naar Jack en Judy maar geburen weten
ons te vertellen dat ze definitief verhuisd zijn naar Vermont,
NY. Na de rit hebben we ziere aan t'gat.
Nog een traditie is het Japans restaurant in State Street, Something
Fishy, die we s'avonds bezoeken: een artiest-kok maakt rond
de hete plaat het eten klaar. Daarna jagen de laatste stuiptrekkingen
van de jetlag ons het bed in en worden we s'morgens vroeg door
de loeier/stoomfluit/tromper van de Amtrak-trein gewekt.
Ik gebruik regelmatig het woord 'traditie' wat hier wil zeggen
dat we in de vorige reizen ook dit oord bezocht hebben en omdat
mijn reismicrobe hier ontstaan is. Zie daarvoor dag
23 van mijn moto reisverhaal Westkust 94+95.
Dag 4----- Carmel en Monterey
via de Highway # 1
We
ontbijten om 8h met Dennis Cagan, een ex-collega van Wavefront,
in de East Beach Grill, ook al een klassieker: eten aan/op het
strand. Daarvoor telefoneren we echter eerst naar het thuisfront
met een calling card voor 20$, goed voor 52' gesprek. Om 9h zijn
we al op weg op de Highway # 1 die ons voert langs de wondermooie
kustlijn tussen Santa Barbara en San Francisco: afwisselend op
zeeniveau of kronkelend klimmend op de steile klippen.
We genieten van de kustlijn, van de zeeleeuwen, van Big Sur en
van een file want grote stukken weg van de # 1 worden vervangen
(wegens aardverschuivingen). Dit traject hebben we in de vorige
reizen een aantal keer omgekeerd gereden. Dan eindigden we meestal
onze trip in Santa Barbara.
We overnachten in Monterey, Sand Dollar Inn, hetzelfde
motel als in 1994, stappen in de jacuzzi en bezoeken daarna een
winkelcentrum en de stranden van het gezellige Carmel waar
we een Italiaan opzoeken voor het avondeten: zijn naam is Pedro
of was het Alberto.
Pubersprokkels:
· Op TV volgen we de baseball kampioenschappen waarvan
Kim gebruik maakt om ons het spel technisch uit te leggen. Het
schijnt dat dit een populair spel is bij de Chiro.
· Tom is mottig en ook Kim heeft naweën van
haar zonneslag van de dag voordien.
Dag 5 -----Verder via de # 1 naar
San Francisco
We
beginnen de dag met twee ultimate omelettes en pan cakes
bij Denny's. We rijden daarna verder tot in San Francisco
waar we onmiddellijk ons vooraf geboekt hotel opzoeken. De rare
buurt valt ons meteen op.
We krijgen niet de kans het hotel binnen te gaan want een bestelwagen
maakt een diepe kras in onze huurauto. De chauffeur springt vertwijfeld
uit de wagen. Het is een Vietnamees en uit zijn slecht engels
meen ik te begrijpen dat hij niet verzekerd is en als we er aub
de politie willen buitenhouden. Een beetje uit mijn lood geslagen,
beslis ik om het zo te laten. We zullen wel zien wat er van wordt
als we de wagen terug inleveren. De kerel stopt niet met buigen
uit pure blijdschap en schiet er van door. We worden door verschillende
mensen, die inmiddels het voorval met de bestelwagen aanschouwd
hebben, aangemaand niet in deze buurt te verblijven wegens 'rough'.
Ik trek mijn stoute schoenen aan en slaag erin het op een akkoordje
te gooien met de hotelman van dienst om alles te annuleren. Hij
aanvaardt. We zoeken en vinden een beter motel in de Lombard Street,
niet ver van waar we de vorige keer geslapen hebben.
We schrijven Tom in voor een rondrit in San Francisco de volgende
dag met aansluitend een bezoek aan de Alcatraz gevangenis.
Dat laatste interesseert hem het meest. De dag wordt verder opgevuld
met een fikse kennismakingswandeling samen met lastige kinderen:
is t'ver? Kunnen we niet met de auto rijden? We wandelen naar
Fisherman's Wharf, naar Lombard Street, het steilste
straatje in San Francisco. Dit steile baantje kan je niet recht
naar beneden rijden, enkel in zig-zag. We nemen nog niet de Cable
Tram, want de wachtrij is 1 uur lang. Het zal voor morgen zijn.
S'avonds eten we in het Hard Rock Café, die in vergelijking
met 1994 veranderd is van adres, maar niet van menu.
Dag 6 + 7 -----San Francisco
Tom
neemt de toerbus om 8h voor zijn excursie in t'stad en naar Alcatraz.
We hebben hem verrassend genoeg kunnen overtuigen om iets alleen
te doen.
Wij doen aan sightseeing per auto: Telegraph Hill, The
Embarcadero, The Financial District, Alamo Park met zijn befaamde
Victoriaanse gevels. S'namiddags nemen we de boot bij een
lokale schipper en toeren in de Baai van San Francisco, langsheen
Alcatraz en tot onder de Golden Gate Bridge en dan
terug. Om 16h halen we Tom op aan de ferry, die plots herinneringen
oproept van de films The Rock en Escape from Alcatraz. Blijkbaar
heeft Alcatraz zijn sporen nagelaten.
Daarna vertrekken we met de Cable Tram naar de binnenstad:
Union Square. Daar liggen de chiquere winkels; we gaan
binnen in Niketown waar Tom een paar nike-sletsen koopt.
Bij de terugreis met de Cable Tram loopt het grondig mis: onze
tram moet stoppen voor zijn voorganger die in panne gevallen is
en eerst moet weggeduwd worden. Het resultaat is verkeerscongestie.
We geraken veel te laat in Fischermans's Wharf, San Francisco's
toeristische dokkencomplex met enkel restaurants en winkelkes.
We eten er vis in restaurant 'Lou' waar Tom een koosnaampje vindt
voor Martine: Little Freezing, Shaking, Always Tired Mammie.
Lou's Café is hetzelfde restaurant waar we 4 jaar geleden
ook geëten hebben.
De volgende dag ga ik s'morgens naar het internetbedrijf GlobalEnglish
terwijl de rest van de familie het geld opdoet bij nog meer winkelen.
S'namiddags rijden we naar Sausalito aan de overkant van
de baai via de Golden Gate Bridge. We rijden efkes verder tot
in Tuberon waar Bud Enright woont, de ex-algemene directeur van
Wavefront, maar vinden hem niet. De skyline van San Francisco
vanaf de andere kant van de baai blijft indrukwekkend.
De terugkeer in de late namiddag over de Golden Gate Brug gebeurt
in volle avondspits. S'avonds proberen we een hamburger uit bij
'Jack in the Box' en Tom vindt dat een uitstekend idee.
Pubersprokkels:
· KIM, ondertussen redface gedoopt, heeft last
van winkelwoede: alles is schoon als 't maar in een winkel ligt.
En tijd in overvloed.
· TOM: is 't nog ver? Gaan we niet met den auto? Ik ga
niet mee in de winkel, 'k ga mij een beetje zetten.
Dag
8 -----Yosemite op weg naar Death
Valley
Tom
heeft voor de achtste keer een ochtendhumeur. Hijzelf noemt het
spin-neuten. We vertrekken s'morgens via de Bay Bridge (langs
de onderzijde) richting Oakland. De voorsteden van San
Francisico, dus ook Oakland, zijn met elkaar verbonden door BART
(Bay Area Rapid Transportationsystem).
We rijden naar Yosemite. Maar eerst moeten we een plaatsje vinden,
genoemd Orinda, om ginds een reisgezel van mijn broer Bart te
begroeten. Het is een zekere Duncan die Bart een aantal jaren
geleden in Nepal ontmoet heeft. In Orinda vraag ik de weg in het
Postkantoor en zo vinden we
het huis van Duncan. De vogel
zelf is gaan vliegen ondanks zijn open deur, zijn computer die
nog aanstaat, zijn katten in huis, enz. En wij maar roepen, maar
geen respons. Dan maar de brief die ik van Bart heb meegekregen,
in zijn postbus gelegd met een nota van mij erbij en met mijn
e-mailadres. We laten een ½ kilo pralines achter (die bestemd
waren voor Jack en Judy maar die zijn verhuisd naar Vermont, NY)
en rijden door naar Yosemite.
In het Yosemite park maken we een korte wandeling nabij
de fameuze waterval die honderden meters naar beneden dondert.
Na een begroeting aan El Capitan (een monoliet van 700 m hoog)
nemen we de Tioga pas en rijden tot buiten het park in
Lee Vining aan het Mono Lake. De vergezichten langs de Tioga pas
zijn nog onveranderlijk prachtig en we lassen veel stops in. We
rijden nog verder tot in Bishop waar we overnachten. Onderweg
zien we een jeep met extra brede wielen die ver buiten de carrosserie
komen: machowielen.
Pubersprokkels:
· Tom voelt zich terug mottig en Kim heeft hoofdpijn.
· S'avonds eten we italiaans, nadat Kim mijn haar in
de Museeuw-look gelegd heeft, mama's haar in de Anti-weerborstel
look en Toms kruin in de Wild look. In het terugkeren naar ons
motel vergapen we ons aan een baseball wedstrijd tussen amateurs.
Tom vindt dit cool.
Dag 9 -----Death Valley
We
vertrekken vanuit Bishop en opteren voor een route naar Death
Valley via de noordelijke ingang, via Scotty's Castle. De weg
ernaar toe is bergachtig en de vallei die we door moeten is droog,
dor en onbewoond. Een perfecte aanloop naar Death Valley. Bij
de afslag naar Scotty's Castle zien we het verkeersbord: Road
Closed (uitgesproken door Martine met een licht Landegems accent:
root kloost). Dus er zit niets anders op dan door te rijden
naar het stadje Beatty alwaar de oostelijke ingang is.
We rijden Death Valley binnen en zien de uitgestrekte zoutvlakte
voor ons liggen. De temperatuur loopt verder op en onze airco
begint af te zien. Aangekomen te Furnace Creek, het enige
verblijfsoord temidden Death Valley, horen we dat we te vroeg
zijn, dat de kamers nog niet vrij zijn. Dus besluiten we - na
een afkoelend zwempartijtje - de sightseeing te starten:
· Zabrisky Point met zijn gele afgeronde heuvelruggen
die als worsten naast elkaar liggen;
· Devils Golf Course, een onverharde zijweg die
ons te midden de vallei brengt. Als we later weten dat in de schaduw
de termometer 48°c aanwijst, moet het in volle zon temidden
van de Dodenvallei zeker een eind in de 50°c geweest zijn.
We zijn dan ook maar 5' uitgestapt in deze verzengende hitte.
· Daarna rijden we naar Artist Palet, een stuk rots
die alle kleuren van de regenboog vertoont, net het schilderspalet
van een artiest. Trouwens gans de westelijke bergzijde van Death
Valley verrast me nog altijd met zijn veelkleurige wanden.
We
gaan nu onze kamer innemen en springen nogmaals in 't sop om
op adem te komen. Want we zijn gepakt door de hitte.
·
Daarna rijden we naar Dante's View, een uitkijkpunt op
de top van een bergrug (op 1000 m hoogte) waar we een uitstekend
zicht hebben op de witte zoutvloer van Death Valley. Het is inmiddels
zonsondergang en krijgen er een fantastisch schouwspel bij. Tom
is inmiddels een beklimming gestart naar een nog hoger punt: we
zien hem heel ver weg als een ventje van 2 mm hoog.
Death
Valley, één van mijn favoriete plekken.
Dag 10----- Las Vegas
Via
de route langs Badwater (laagste plek van het Westelijk
halfrond: 180 m onder de zeespiegel) verlaten we de hete bakoven
waarin we net niet gegrild werden. We ruilen de Mojave woestijn
voor de Nevada woestijn. Onderweg vertelt Tom ons over Area 51,
een geheime legerbasis van het Amerikaanse leger in de Nevada
woestijn, waar aliens en UFO's dagdagelijkse kost zijn
.
volgens de boekskes.
We komen toe te Las Vegas rond de middag en lunchen in de Hard
Rock Café. Dan rijden we richting hotel waar we s'namiddags
onszelf platte rust voorschrijven om voldoende sterk te zijn voor
onze geplande nachtelijke uitgang in Vegas.
In de weken voor de afreis heb ik met mijn goede vriend Hugo afgesproken
om elkaar te ontmoeten in Motel 6 te Las Vegas. Inderdaad,
hij heeft met zijn gezin en enkele vrienden een monovolume gehuurd
en toert nu ook rond in de streek. Vandaag kruisen onze
routes elkaar en hebben we hier afgesproken maar hij is nog niet
toegekomen en we laten een berichtje achter aan de receptie.
Om 19h is Hugo nog altijd niet gearriveerd we rijden dan maar
zelf richting The Strip waar alle belangrijke casino's
staan. We bezoeken ze natuurlijk allemaal: Ceasar's palace (Romeinse
stijl), New York New York (waar de kinderen op het dak van de
casino een spetterende roetsjbaan testen), The Venetian (Venetië
nagebootst met gondels, San Marco plein,
), The Mirage,
en nog vele andere. Kim en Tom zijn nog geen 21 jaar en mogen
enkel toekijken hoe wij gokken.
We komen s'nachts doodmoe terug naar ons motel van t'slenteren
en t'gokken. Aan de klink van onze deur hangt een briefje van
Hugo: "doodmoe, ons niet bellen". Geen schrik Hugo,
we kunnen zelf amper een telefoon opnemen, ver van te bellen:
ge mient'et; t'scheelt.
·
Tom heeft van alle casino's de bekertjes verzameld waarin het
geld opgevangen wordt.
Dag 11 -----Zion
Hugo
belt ons uit bed om 7h30. We vinden een Denny's om samen te ontbijten
en wisselen elkaars ervaringen uit waaronder een snelheidsboete
voor Hugo van 80$, teruggebracht naar 50$ na tussenkomst van Judge
John. Ook kende hij gisteren nachtelijk bezoek van een klant in
t'motel: de receptie had zijn kamer 2x geboekt. Dan maar uitleggen
en expliekeren. Het peleton van Hugo (11 man sterk) vond
Yellowstone en Bryce Canyon het indrukwekkendst en waren ontgoocheld
over de Grand Canyon wegens het slechte weer. Ze vervolgen hun
tocht naar Death Valley, Yocemite en dan is't gedaan, finito.
Om 9h vervolgt elkeen zijn eigen route: wij nemen de I-15 richting
Zion, via St George. In het Zion National Park nemen we
de Zion Canyon Scenic Drive langs de Virgin rivier en bezoeken
de roze rotsformaties, Weeping Rock, Great White Trone en wandelen
via de Riverside Walk een eind in The Narrow's waar de Virgin
rivier zich perst tussen loodrechte en nauwe rotskliffen. Als
we naar de auto terugkeren zie ik tussen mijn ruitewissers, in
navolging van Hugo, een parkeerboete van 50$ plakken. We rijden
verder door het park naar de Oostelijke uitgang via een lange
en smalle tunnel, langs slickrocks en langs de Checkerboard Mesa,
een monoliet die met messen gekerfd lijkt. De Canyon Overlook
Trail, zoals de naam het aanduidt, geeft een prachtzicht op de
Zion vallei. Zalmrose is de overheersende kleur van de rotsformaties
en bergwanden en om die reden is het wegdek in rode asfalt gegoten,
kweste van bij elkaar te passen.
We rijden s'avonds verder naar de ingang van Bryce Canyon om te
overnachten.
Dag 12 -----Bryce Canyon
S'morgens
vroeg uit de veren om een halve-dag wandeling te doen in Bryce
Canyon, die er met zijn Hoo Doo rotsformaties nog altijd betoverend
mooi bijligt. Het is een vrij compacte en overzichtelijke canyon
met puntig geërodeerde rotsformaties in alle pastelkleuren.
De wandelingen laten u toe in de canyon af te dalen en tussen
die rotsformaties te lopen. We kiezen deze keer voor de Peek-A-Boo
Trail, een 5h durende moeilijke wandeling in de voormiddag.
Bij aankomst tegen de middag heeft Tom een voorsprong van 13'
genomen in de slotmijl van de klim naar de Rim (de bovenrand van
de Canyon van waar alle uitzichtpunten kunnen bezocht worden).
Onze rugzakken zitten vol eten en drinken, maar alleen liters
water zijn hier de allesreddende voedingsstof.
Eenmaal uit de canyon rijden we met de auto de Rim af en bezoeken
elk uitzichtpunt: ze zijn allemaal de moeite waard. Ondertussen
is het gedonder en gekletter, wat normaal blijkt tijdens deze
periode van het jaar. S'avonds keren we terug naar ons motel en
gaan even verder winkelen en eten in de Ruby's Inn. Aan de ingang
staat waarlijk een echte cowboy (met revolver in de holster).
Pubersprokkels:
· Is het de hoogte of is het de natuur, we weten het
niet, maar Tom en Kim krijgen kuren: Tom steekt van onder zijn
short zijn rode onderbroek naar beneden tot aan zijn knieen
wat een lullig zicht oplevert en Kim herinnert ons aan de (hollandse)
Ernie & Bertje-moppen: (in vlekkeloos gollands):
Ernie? ja Bertje. Zie je dat bos daar? Nee, de bomen staan er
voor.
· Nog even meegeven dat we in het restaurant het prototype
van de echte macho gezien hebben: een jongeling van 18jr met
een veel te lange broek waarvan de spriet aan zijn knieen
bengelt en zijn (broeks)pijpen op een ressort lijken; met meer
gel in zijn haar dan hij haar heeft, met een pretentie van hier
tot ginder (en ginder ligt heeel ver) en met een looppas waarvan
hij waarschijnlijk denkt dat hij hem zelf uitgevonden heeft.
We hebben samen tranen met teuten gelachen.
Dag 13 -----Grand Canyon
We
starten richting Grand Canyon en rijden via Page, waar we een
heuvel oprijden om een panoramisch overzicht te hebben van
Lake Powell, een kunstmatig meer gevoed door de Colorado rivier,
de stuwdam en Wahweap, een jachthaven aan het Powell meer. We
dalen af en willen verder rijden langs de boorden van Powell Lake
tot Wahweap (zoals 4 jaar geleden) maar het is betalend!? We maken
rechtsomkeer en stoppen op de stuwdam om links het stuwmeer te
zien en rechts de Colorado rivier die verder stroomt richting
Grand Canyon.
Op weg naar Grand Canyon is het een traditie geworden om te stoppen
aan de handelspost Cameron, waar kwalitatieve spullen kunnen
gekocht worden van de Indianen (Navayo, Hopi). We doen er ook
onze inkopen voor de moeilijke wandeling van de volgende dag in
de Grand Canyon.
Tussen Cameron en de ingang van het Grand Canyon NP passeren we
nog veel indianenstands aan de kant van de weg. De autochauffeurs
worden op een zeer humoristische wijze uitgenodigd tot een bezoek
via borden langs de weg. Als je voorbijrijdt zie je borden met
achtereenvolgens: "Chief Whitehorse loves you" ; "
Nice indians behind" ; "You missed ol' chief" ;
" Make U turn". Ondertussen hebben onze kinderen me
ook mijn indiaanse bijnaam gegeven: Big Mouth.
We rijden verder en rijden het Grand Canyon park binnen
langs de Oostelijke kant van de South Rim: het natuurspektakel
kan beginnen. We doen de meeste uitzichtpunten aan en nog steeds
maakt die enorme canyon indruk op ons; soms zie je de Colorado
als een streepje water, soms helemaal niet. We vervolgen de weg
en komen in het dorp aan waar de westelijke route start. Doch
deze route is verboden met de auto en iedereen is verplicht op
de (gratis) shuttle bus te stappen. De vista's op deze route lijken
nog indrukwekkender, nog grootser, nog immenser. We zien heel
duidelijk de twee meest populaire wandelpaden naar beneden (Kaibab
en Bright Angel Trails) evenals Plateau Point, halverwege
de Canyon en die morgen op ons programma staat.
Regelmatig zien we over de westelijke route helicopters vliegen
in de Canyon waaraan een lange kabel haakt en waar op het einde
van de kabel "iets" hangt. Ik denk eerst aan de nieuwste
rage: iemand zit in een cockpitje en hangt onderaan de helicopter
aan een kabel. Maar de shuttlebus-chauffeur vertelt ons dat de
overvloedige regens van de vorige week een groot deel van de Bright
Angel trail hebben weggespoeld. Meteen beslisten de parkauthoriteiten
om 150 man tijdelijk tewerk te stellen om het pad te repareren.
Al het eten, materiaal, tenten,
wordt per helicopter aangevoerd.
S'avonds eten we in het gerenommeerde Steakhouse restaurant in
Tusajan waar Tom een immense T-bone steak naar binnen werkt. Na
het eten bezoeken we de IMAX cinema voor een reuzegrote projectie
over de Grand Canyon.
Pubersprokkels:
· Terug in ons motel moet ik voor de honderdste maal
van de kinderen aanhoren of de dagwandeling van morgen niet
te lastig zal zijn: en wat als het regent? en wat als de zon
schijnt? en Tom die zeker zal doodvallen en Kim die klaagt over
haar conditie en over pijn aan haar knuiten (knie en kuiten),
enz
.
· Maar over Bertje & Ernie geen slecht woord
met hun hakversie van De Sesamstraat.
Dag 14------ Grand Canyon
Na
een stevig ontbijt en na een serenade van 'kè gien goeste'
rijden we toch tot aan het begin van het pad The Bright Angel
om een dagwandeling van 12.2 mijl (19 km) te starten in de Canyon
naar Plateau Point. We starten vanaf de rand (Rim) van de vallei
op 2.200 m hoogte om de canyon naar beneden te stappen tot aan
Indian Garden, een kampplaats halverwege de Rim en de Colorado
rivier, en dan vlak verder wandelen tot aan Plateau Point zo'n
een 700 m lager. We starten om 9h en waren terug om 18h; het zou
achteraf gezien dè belevenis worden voor Kim en Tom.
Eerst stappen we zig zag naar beneden waar Tom reeds na enkele
honderden meter het tempo te traag vindt en resoluut voorsprong
neemt. Tegen de middag arriveren we aan Indian Garden en
zijn aan rust, eten en drinken toe. Van Tom geen spoor. Na een
rustperiode van een half uur, is het nog 1 ½ mijl langs
een vlakke weg naar Plateau Point. Onderweg komt Tom ons tegen,
al op de terugweg. Hij stelt het goed. Eenmaal op Plateau Point
vergapen we ons aan de prachtige Colorado rivier die ongeveer
een 600 m lager kronkelt en aan de Inner Canyon, de (zwarte) canyon
die de Colorado geërodeerd heeft. Met de verrekijker zien
we de commerciele rafts op de Colorado. We zitten middenin het
natuurspektakel. Wegens de overvloedige regenval van de vorige
weken is niet alleen ons Bright Angel Pad in zeer slechte toestand,
maar is tevens de kleur van de Colorado rivier veranderd in bruin,
vanwege de modder meegesleurd uit de zijrivieren.
Na een half uurtje genieten, begint de terugweg. Het vlakke deel
naar Indian Garden valt natuurlijk mee, alhoewel de hitte begint
door te wegen (in de canyon is het duidelijk heter dan boven op
de Rim). Na een laatste drink- en eetmaaltijd in Indians Garden
is het tijd om de klim aan te vatten. Het is ondertussen 14h en
van Tom is geen spoor te bekennen. Het wordt de lastigste trip
van de vakantie: een steile klim van 4.5 mijl onder een loden
zon. Martine krijgt na een uurtje pijn in de rug en mompelt iets
van 'mijn heup past niet op mijn onderstel'. Het wordt een moeizame
terugtocht met veel rustpauzes. Inmiddels is ook Kim voorop gaan
lopen en af en toe zien we ze enkele zig-zag bochten hoger lopen,
wensend dat wij daar al zouden zijn. Telkens zien we dezelfde
mensen klimmen, ne keer voor ons en - als ze rusten- achter ons.
Liters water hebben we naar binnen gekapt; gelukkig staan er twee
water-ravitailleringsstops langs de route. Allez, uiteindelijk
slepen we ons boven waar Tom exact 1h58' en Kim 45' eerder zijn
aangekomen, fier als een gieter. We hebben Tom dus exact 3 keer
gezien: bij de start, onderweg naar Plateau Point en bij de aankomst.
Tijdens deze 9 uur durende trekking zijn we verschillende soorten
mensen tegengekomen:
.
De gebruikelijke portie nederlanders en duitsers natuurlijk:
Doei; Alles gut? Was sagen sie? Plankskes.
·
Twee Kortrijkse meisjes die na een 7-daagse raft, aan de oever
van de Colorado worden uitgezet en op eigen kracht uit de Canyon
moeten trekken waar ze bovenaan door een bus worden opgepikt.
Een volledige raft van de Colorado neemt 14 dagen in beslag.
· Een Amish gezin, direct herkenbaar aan de kledij
· Een Jood, herkenbaar aan zijn potske
· Een Oosters trio, 2 meisjes en 1 jongen. In het begin
van de klim stappen ze ons vlotjes voorbij maar we hebben ze
ingehaald naar het einde toe. De jongen is uitgeput, lijkbleek
en klaar om berecht te worden.
· Een eenzaam meisje, met slechte conditie en een zware
ademhaling, die reeds in het begin van de klim moeilijkheden
heeft. We hebben ze niet meer teruggezien.
Dag 15----- Overgangsrit naar
Los Angeles
Het
wordt op één na de langste rit ooit op één
dag: 555 mijl (888 km) van de Grand Canyon naar Los Angeles, constant
op de I(nterstate)-40, dwars door de Mojave woestijn. We rijden
van 9h30 tot 18h. Het avondeten nemen we in de HRC op Beverly
Hills Boulevard. Er zijn ondertussen al 3 Hard Rock cafés
in Los Angeles: Beverly hills, Hollywood en Newport Beach.
Tom duikt in het zwemkomwater voor zijn zoveelste laatavondzwempartij.
Dag 16----- Hollywood en Venice
Beach
We
logeren in Anaheim en willen Hollywood en Venice Beach bezoeken.
Het is allemaal Los Angeles, maar naar Hollywood is het 50 km
rijden langs overvolle highways en van Hollywood naar Venice Beach,
nog eens 15 km langs de drukke Santa Monica Blvd. Uren zitten
we in het verkeer temeer omdat er in gans Anaheim enorme werken
bezig zijn aan het verbreden van de highways, het bijbouwen van
bruggen,
Dit tesamen met wegomleidingen en druk verkeer
heeft ons meermalen in de haren doen krabben plus tefrente
kieren verkeerd gereden.
Niettemin komen we heelhuids aan te Hollywood, een stuk
in de morgen. We stappen op de Walk of Fame en trappen zowat op
iedere filmbekende zijn ster. De fameuze H O L L Y W O O D
letters zijn in de verte te zien op de bergflank. We rijden verder
naar de naburige gemeente Beverly Hills waar we met de
kaart in de hand de bergflanken oprijden op zoek naar mooie stulpjes
en filmsterren. Het eerste in overvloed gezien maar niets van
het tweede. Alhoewel we op straat een kaart met daarop de villa's
van de filmsterren kunnen kopen voor 7$, hebben we er het niet
voor over. We zijn dan afgezakt naar Rodeo Drive, de poepsjieke
winkelstraat van Beverly Hills. Efkes geparkeerd en gewandeld
tot Kim een kledingzaak ziet met SALES (solden). Wij trekken daarbinnen,
maar een gehaakt vestje (bij Phildar voor 1000 bef) kost daar
625 $ (25.000 bef). Toch maar niets gekocht.
We rijden verder naar Venice Beach waar je cool en opvallend
moet zijn en dat zijn ze: tattoo's, street-dance acts, glazen-bol
voorspellers, massage sessies (ik heb me laten verleiden tot een
massage van een "gediplomeerde" Koreaan), handpalmlezers,
lawaaimakers, "steun de atheisten"-stand en tien meter
verder: "Jesus loves you"-singers, rockcafés,
skeelers, en veel winkelkes. Mijn kredietkaart raakt oververhit.
In de vooravond keren we terug naar Anaheim. Daar hebben
we dicht bij ons hotel een Outlet bezocht: een winkelcentrum waar
alles te doen en te koop is. Onze bankrekening wordt nog maar
eens geplunderd. In zulke winkelcentra krioelt het van de teenagers:
het alcohol- en caféverbod tot 21 jaar zal hier wel voor
iets tussenzitten. We zijn om 23h dan nog eens allemaal de jacuzzi
ingegleden en om half één liggen we in bed, wetende
dat de vakantie over en uit is.
Dag 17
Bye
bye Anaheim en na 1 uur rijden op een vlotte highway (het is zondagmorgen
en hoegenaamd niet druk) bereiken we LAX, de internationale
luchthaven van Los Angeles. We geven onze wagen in bij AVIS en
de controle zegt niets over onze schart opgelopen in San
Francisco. Dan met de shuttle naar het luchthavengebouw en via
Atlanta naar Brussel
Dag 18
waar we s'anderendaags aankomen rond 12h15. We bellen opa en die
staat ons in Landegemstation op te wachten om 15h. Op onzen buik:
gien sanse.
Uitspraak van de reis:
Toen
we door Zion, Brice, Grand en andere canyons reden, vroegen we
aan Tom hoe hij de natuur vond. Hij klom uit de achterzetel en
zei: "t'is gelijk in de Ardennen".
|