REIS
augustus 2000: DEEP SOUTH (van de VS)
Op bezoek bij Kim die met Up With People Denver onveilig maakt.
Maar eer we daar toekomen ontdekken we de zuidelijkste staten
van de VS: Louisiana, Texas, New Mexico en Colorado. En t'zijn
grote staten: het kost ons 2.798 mijlen (4.475 km) om van New
Orleans naar Denver te rijden in twee weken tijd met drie in een
huurwagen: wij met zoon Tom (17 jaar).
Dag 1 -----New Orleans
Na
een rechtstreekse rit met de trein vanuit Deinze tot in de luchthaven,
valt plots mijne frank: ik heb geen reisverzekering afgesloten.
Een telefoontje naar de KBC en alles is OK.
We
vertrekken rond 11h om 7 ½ uur later te landen in Newark,
de derde luchthaven van New York, na La Guardia en JF Kennedy.
Bij het landen krijgen we een geweldig zicht op Manhattan
met zijn hoge torengebouwen. Zoals altijd in de VS moet je je
bagage ophalen bij aankomst en dan doorchecken. De immigratiecontrole
duurt zomaar eventjes 2 ½ uur: we tellen 7 evenwijdige
rijen die zo'n 50m lang zijn en vol volk staan. Als we uiteindelijk
aan de douanier in kwestie onze paspoorten tonen, hebben we geluk
dat hij zin voor humor heeft. Hij bekijkt ons, onze paspoortfoto's
en zegt plots tegen Tom: What happened to your hair, buddy?
Tom zijn haar staat namelijk in piekskes maar niet zo op
zijn pasfoto.
De vlucht naar New Orleans duurt nogmaals 3 ½ uur en het
is avond als we aankomen. Bij Avis halen we onze wagen af en misrijden
ons lelijk als we ons motel opzoeken. Maar wie zoekt (vraagt)
die vindt en we zijn bij aankomst in ons motel meteen in bed gedoken
(Tom zwemt nog eerst). En om 4h s'nachts - ping - klaarwakker:
de jetlegopstoot.
Dag 2 -----New Orleans
S'morgens
vroeg uit de veren niet zonder een paar eieren met spek en een
paar pancakes naar binnen te hebben gewerkt. New Orleans
ligt aan de Golf van Mexico en aan de monding van de Mississippi
rivier.
We rijden naar t'stad maar we zitten blijkbaar in de ochtendspits
want het is file op de I(nterstate)-10 naar New Orleans. We rijden
eerst naar Lake Ponchartrain aan de noordrand van de stad:
het is één van de grootste zoetwater meren van het
land en ondiep. Het wordt overspannen door de langste peilerbrug
van de VS: 24 m (38 km) lang. Als we daar wat liggen te puffen,
stopt er een jogster die een licensed guide blijkt te zijn en
ons overijverig uitlegt wat we zeker moeten bezoeken
in t'centrum. We hebben deels haar en deels ons goesting
gedaan.
Tom staat al te popelen om het immense Superdome stadium
te zien. Het wordt een geleid bezoek aan het grootste overdekte
stadium ter wereld met zijn 82.000 zitplaatsen (foto rechts).
Het is de thuishaven van football ploeg, de New Orleans SAINTS.
Maar ook manifestaties, concerten, baseball wedstrijden, e.a.
worden erin gegeven. Het is een immense bunker met drie ringen
zitplaatsen. De gidse brengt ons tot de hoogste rand, tot in de
loges, tot in de perskamer. Allemaal vrij indrukwekkend. Vraag:
weet u waarom alle zetels een verschillende kleur hebben en van
ver een soort lappendeken vormen?
We
zakken af naar het centrum van de stad: het French Quarter
(Vieux Carré). We starten aan Jackson Square voor een
typische toer. En inderdaad de sfeer, de gietijzeren balkons,
de stijl van de huizen doen ons een klein beetje denken aan Parijs.
Hoewel alle straatnamen tweetalig zijn evenals alle pleinnamen,
voelen we ons niet ergens in Frankrijk maar wel degelijk in Amerika.
Want er wordt geen woord frans gesproken (enkel door franse toeristen)
maar wel een soort dialect-engels, zeer amusant om naar te luisteren.
Maar toch wordt de typische sfeer ook weergegeven door de Cajun
muziek en het Cajun en TexMex-eten: gumbo soep, spicy schrimps,
spicy chicken wings. Alles spicy, wat Tom op een bepaald moment
geblust heeft met water en met ijsblokken tussen zijn lippen.
We slepen ons voort in de hitte en drinken een pint bij Lafitte's
Café, een van buitenaf gezien lelijk gedrocht, maar binnenin
mooi garrangeerd. Tom, nog geen 21 jaar, mag niet binnen
en drinkt een colaatje op de stoep. Hij heeft veel beziens met
zijn piekskeshaar.
De hitte, de dorst en de jetleg zijn dodelijk en we laten ons
voeten masseren door een kwakzalver: toet toch deugd. Na
het zien van een jazz-optocht door de straten, eten we de typische
food in het French Market Café met live jazz muziek.
Het menu geeft de keuze tussen schrimp, schrimp en schrimp. We
slenteren terug naar onze wagen, niet zonder een T-shirt te kopen
aan het HRC.
-----------------------------------------------------------------
Mississippi rivier
Dag 3----- New Orleans - Houston
408 m (650 km)
De
streek tussen New Orleans en Houston wordt gekenmerkt door de
Bayous, sompige en moerasachtige gebieden die de kuststreek
van de Golf van Mexico vormen. Die zijn er gekomen omdat de streek
daar zo plat is, waardoor de afwatering naar de Golf niet vlot
verloopt en blijft steken in de weiden, velden. Herrinner je de
song 'Born in the Bayou' van CCR?
S'morgens rijden we terug de I-10 op maar dan wel in de andere
richting. De I-10 ligt km's-lang op peilers doorheen de Bayous
(foto links), die dan de vorm aannemen van een onschuldig
riviertje en dan plots zeer ondiepe meren/moerassen worden. De
bruggen 'may ice in winter' (winterijzel op de bruggen
mogelijk). Ik vind die may altijd zo goed: typische paraplu-verkeerspolitiek.
De cruise control wordt op 65 MPH ingesteld + 2 drukjes op de
rechterknop (ingewijden weten wat dat betekent). De politie is
alomtegenwoordig en we zijn getuige van een macho die ons met
zijn pick-up gezwind voorbijsteekt, maar te laat afremt voor de
politiepatrouille op de pechstrook en eventjes verder mag stoppen
en zijn verhaal doen.
Onderweg nemen we de afslag 'Creole Nature Trail'. We wanen
ons in Vlaanderen als de Leie en de Schelde overlopen: plat, sompige
en overstroomde weiden. Natuurlijk vergeten we eventjes de krokodillen
en de hitte. We rijden naar Cameron aan de Golf van Mexico waar
we de ferry nemen om een breed zeekanaal over te steken, naar
Port Arthur. We rijden verder langs de stranden aan de Golf en
laten ons verleiden om te zwemmen nabij Holli Beach: maar al bij
de eerste voettreden in het water, begrijpen we dat hier veel
orkanen passeren. We stappen niet op zand maar op modder/blubber.
We zijn rap uit t'water. We eten in 't lelijkste kot van dit verloren
gat: G&G Seafood Café! We rijden verder en zien
veel (olie)industrie, raffinaderijen. We komen aan in Houston
en zoeken ons motel op. Tom zwemt.
S'avonds eten we in het HRC en met een trolley-bus bezoeken we
Houston, gekend van de ruimtekreet: Houston, we have
a problem. So have we, want Houston is niet meer dan een tweede
Manhattan met weliswaar mooiogende enorme torengebouwen waar je
nekkramp van krijgt.
Dag 4 -----Houston - Sanderson
482 m (770 km)
We
staan vroeg op want het wordt een lange dag dwars door Texas.
De muziek op de
radio varieert mee van Cajun naar Country. Tijdens de rit komen
we langs de highways steeds dezelfde ketens tegen, maar ook nieuwe
namen springen ons in t'oog: Waffle House, Whataburger, Blake's,
Lot a'Burger. We stoppen halverwege te San Antonio en blijven
er langer dan gedacht omdat de winkelstraat in feite een rivierstraat
is (foto rechts), die zich kronkelt in het stadscentrum
en langs beide oevers winkels, shopping centra, restaurants,
schouwt. Het gepaste vervoermiddel is de boottram. Zeer gezellig
die 'Riverside Walk'. We eten in het HRC en winkelen redelijk
uitgebreid.
Daarna rijden we verder richting Mexicaanse grens tot in Del
Rio. En dan nog verder langs de grens; de wegen worden smaller
en eenzamer
en we rijden nu tientallen mijlen door zand- en steenwoestijnen
zonder stadjes tegen te komen en af en toe een tegenligger. Als
we hier motorpech hebben met die hitte en geen kat in de buurt,
dan zijn we gezien. Maar godzijdank worden we hiervan gespaard.
In de verte zien we plots 'iets': het is een politiecontrole,
een Immigration Check Point. Beleefd maar gestreng worden we langs
de kant gezet en ze begrijpen eigenlijk niet goed wat wij Belgen
hier komen zoeken: vanwaar komen we, waar rijden we naartoe, wat
is het doel van onze trip, enz.. Allé, de gebruikelijke
Jambers-vragen. De koffer moet open. Maar als ze begrijpen
dat we doodeerlijke mensen zijn en geen mexicanen smokkelen, mogen
we doorrijden.
Morgen willen we Big Bend National Park bezoeken en het doel is
om zo dicht mogelijk te slapen. Maar het lukt ons niet, want het
is al aan het donkeren als we Sanderson binnenrijden, een
100 mijl van het park. We besluiten om in dit gat te blijven slapen.
Sanderson is 1 straat met veel huizen "for sale", geen
kat op straat, 1 naftestation die 24u openblijft (vraag me niet
waarom) en met 3 motels. We kiezen de Comfort Inn.
Dag 5 -----Big Bend NP
We
rijden vroeg naar het park niet vooraleer in het naftestation
van Sanderson een hoop water te hebben ingekocht om niet te verdorsten
tijdens onze twee geplande wandelingen in het Big Bend NP.
Het park teert op drie peilers: de Woestijn, de Chisos Mountains
en vooral de Rio Grande, die bij mij een westernsfeer oproept.
De Rio Grande vormt trouwens de grens tussen Amerika en
Mexico en ik zie voor mij al de tientallen outlaws die destijds
door de rivier waadden en vluchtten naar Mexico, achternagezeten
door sheriffs, marshals en indianen. De bekendste stammen zijn
hier trouwens de Apachen en de Commanchen. Maar vooraleer mijn
verbeelding volledig op hol slaat, beginnen we aan onze eerste
trail: The Lost Mine Trail in de Chisos bergen. Bij gebrek aan
tijd keren we halverwege terug want hij blijkt langer
dan verwacht en de hitte tast onze energie aan. Mooie vergezichten
van de bergen zijn onze compangnons. We rijden verder in het park
en zien Jackrabbits en Roadrunners. We rijden verder tot aan het
hoogtepunt van het park: de Santa Elena Canyon, een door
de Rio Grande geërodeerde canyon (foto rechts). We
maken een prachtige wandeling door af te dalen op een smal bergpad
naar de canyonvloer. Door bamboe-begroeiingen heen komen we aan
de oevers van de Rio Grande die zich net daar door het nauwste
gedeelte van de Canyon wurmt. We staan naast het water met links
en rechts loodrechte canyonwanden van tientallen meters hoog.
Indrukwekkend.
We keren terug naar onze wagen en verlaten het park na een uurtje
rijden langs de onverharde Old Maverick Road. Het was een afmattende
dag in die hitte en we hebben liters water gedronken.
We besluiten door te rijden tot in het grensstadje Presidio waar
we ons een breuk zoeken naar een motel. Na rondvraag bij een naftestation,
vinden we dan toch het enige motel van t'stad en boeken voor de
nacht. Maar tussen de uitgang van Big Bend NP en Presidio hebben
we op het mooiste stukje weg van Texas gereden. Het loopt constant
langs de Rio Grande, soms op rivierniveau, soms klimmend in de
bergen met enorme dips. Soms kom je zo steil naar boven gereden
dat je niet goed weet waarheen de baan boven zal leiden.
De
anecdote met de Texaan
Ergens onderweg naar Presidio lassen we een stop in. We zetten
ons dicht bij een standbeeld van een cowboy. Maar dit standbeeld
blijkt plots een levende Texaan te zijn, als een cowboy uitgedost
in jeansbroek, -hemd en witte cowboyhoed. En die vraagt mij:
Are you from Germany, son?
eh, no sir, from Belgium.
Oh, that's nearby.
Die vent heeft dat gezegd, totaal onbewegelijk, met een stem
die ergens komt van tussen zijn maag en zijn keel. Zijn blik
heeft nooit de mijne gekruist. En na deze twee zinsneden is
het gesprek afgelopen en zijn we doorgereden.
Dag 6 -----Presidio - Vaughn 434
m (695 km)
Na
het geflirt met de Mexicaanse grens, trekken we landinwaarts richting
New Mexico via de highway nr 285. De woorden 'verlaten' en 'eenzaam'
krijgen een bredere dimensie als je op cruisepiloot door dit landschap
rijdt. Wat ons opvalt is dat de autobestuurders - zoals bij ons
de motards - de hand opsteken bij het kruisen. We lezen
elk plakkaat langs de weg, de woestijn ziet bruin en reeds meerdere
dagen worden we vergezeld van een spoorlijn, waar we eigenlijk
bijna nooit een trein op zien rijden. Die typische houten telefoon-
en electriciteitspalen langs de weg zijn ook al meerdere dagen
te zien.
Na een halve dag rijden, dwarsen we de Guadeloupe Mountains
en bereiden ons voor op een bezoek van de Carlsbad Caverns,
in de brochures omschreven als 'de grootste en de mooiste ondergrondse
grotformaties op deze planeet'. Jaja denken wij, die amerikanen
overdrijven weeral eens. Maar als we ter plaatse de lift nemen
tot - 236 meter en ze ons dan vrij laten rondlopen in die galerijen,
dan denk ik dat ze een beetje gelijk hebben. Grotten van die omvang
en die schoonte hebben wij nog nooit gezien. De galerijen zijn
zo groot als kathedralen, de stalagmieten zo fors dat ik rooie
kaken krijg en de stalagtieten zo vol dat Martine ongemakkelijk
loopt. Maar in de schemerte valt dat gelukkig niet zo op. Tijdens
onze twee uur durende tocht passeren we nog Mirror Lake (enkel
gevormd door neervallende druppels), Bottomless Pit (bodemloze
put), Giant Dome (een stallagmiet van jewelste), the Lower Cave
(op - 350 meter) en vele andere natuurwonderen. Een must.
De put uit en de auto in, richting Albuquerque/Santa Fe. We nemen
terug highway nr 285 en zitten weldra terug op een never-ending
road. We passeren het stadje Roswell, bekend om het neerstorten
van een UFO aldaar met motels als de UFO Inn,
voor een
nachtje plezier met een ufo-mannetje/vrouwtje. We rijden door
en die highway 285 begint serieus op ons systeem te werken
want er komt geen einde aan: door weiden met veestapels, over
muddenijzers, niets dan baan tot aan de horizon en om de
30 à 50 mijl een stadje. We hebben terug de afstanden onderschat
en we komen niet tot Santa Fe, maar overnachten in Vaughn. Al
ooit van 'Voon' gehoord? T'es nie erg, ge mist niets.
Dag 7 -----Vaughn - La Espagnola
223 m (355 km)
Vandaag
staat in het teken van de pueblo's, of Indiaanse gemeenschappen,
die deels voor het toerisme opengesteld worden. Er zijn er zo
tientallen in en rond Santa Fe.
S'morgens terug de highway 285 op en rijden tot aan de I-40, waar
we de richting Albuquerque nemen.
Het landschap wordt plots veel groener. Net voor Albuquerque nemen
we de scenic Turquoise Trail naar Santa Fe. We rijden er
door groene valleien en door verschillende kunstenaarsdorpjes
en stoppen o.a. in het dorpje Madrid. De nieuwe rijken hebben
hier een optrekje en het loopt er vol weirdo's. We rijden verder
tot in Santa Fe en bezoeken daar The Plaza (foto links) .
Elk stadje heeft een Plaza, wat staat voor marktplein. We winkelen
aan de Plaza en Martine is vooral op zoek naar turqouise: ze koopt
een halssnoer maar vindt geen bijpassende armband. Santa Fe
heeft iets mistieks en mysterieus. Het loopt er vol native indianen
en twee van die kerels wijzen naar Tom's FBI T-shirt. Ze schudden
hem de hand want Tom is voor hen een "Full Blood Indian".
We rijden verder naar La Espagnola (via den 285) en bezoeken de
Pojoaque
en de San Ildefonso Pueblos. San Ildefonso lijkt nog zeer
authentiek en is in feite één groot gemeenteplein
met een kerk, een 15-tal indianenwoningen en enkele ateliers waar
hun handwerk wordt tentoongesteld. Het is een vrij gesloten gemeenschap
van native indianen. Je komt er enkel binnen te voet, en na betaling
van 'entreegeld'. Foto's en video's zijn verboden, tenzij 20$
permit-fee.
Eventjes verder ligt La Espagnola, waar we een motel met zwembad
zoeken en vinden.
Tom zwemt. S'avonds bekijkt hij zijn favoriete TV-programma's:
Friends en daarna Wrestling.
Dag 8 -----La Espagnola - Pueblo
314 m (500 km)
We
rijden richting Taos en deze keer niet langs de route 285. Die
begint trouwens ferm op mijn systeem te werken met als effect
dat ik benieuwd wordt wat voor een weg dat eigenlijk is. De kaart
erbij gehaald en wat blijkt: de highway 285 start in Sanderson
(da gat uit dag 4) en eindigt in
Denver, ons einddoel
van deze reis. Maar we kiezen voor mooiere banen naar Denver en
ik wil niet meer op die 285 rijden.
De weg tussen La Espagnola en Taos is prachtig. We nemen de 'high
scenic' route, tussen de bergen met prachtige vergezichten en
halverwege nemen we een verbindingsweg naar de 'low scenic' route,
langs de Rio Grande (foto links). We informeren voor white-water
rafting, maar in augustus is het waterpeil te laag en kan je enkel
'floaten', maar dat is ons niet spectaculair genoeg. Op aanraden
van LP (Lonely Planet) bezoeken we een café-restaurant,
Medisto, waar je onder een oude eik met uw voeten in de Rio Grande
een lokaal bier kan drinken. 'Sorry, we are closed' zien we staan:
blijkt dat we te vroeg zijn (het is 10h). 
We
wachten niet en rijden verder tot in Taos, een iets kleiner
stadje dan Santa Fe maar met een zeer zeer gezellige Plaza (foto
rechts). Niet te missen. Gewinkeld, gedronken en ijs geëten.
Vandaar doen we een klein ommetje om de 2e hoogste brug over een
rivier in de VS te gaan bekijken. Het is een stalen brug over
de Rio Grande die een 200 m boven de bedding ligt. Ik krijg zowaar
hoogtevrees van naar beneden te kijken (foto links).
Het is inmiddels in de late namiddag en we besluiten door te rijden
naar Denver en ergens onderweg te slapen. We keren eerst terug
naar Taos waar we de Highway 64 nemen die zich door het Taos-gebergte
baant. In de winter is dit samen met Vail, Aspen, Colorado Springs
een populair ski-oord. Het is een prachtige route met alpine aandoende
zichten: dennen- en sparrenwouden, bergmeren in valleien, berg
op en berg af, chalets, beboste bergwanden en veel reclame voor
de skipistes. En overal Spaanse namen, wat normaal is als je weet
dat Texas, New Mexico en Californie vroeger deel uitmaakten van
Mexico.
Uiteindelijk kruisen we de I-25, die we richting Denver nemen.
We rijden 'Colorful Colorado' binnen ergens onderweg op deze Interstate.
We slapen in het toepasselijke Pueblo, een vrij grote stad
op een 175 mijl van Denver. Motel 6 verschaft ons nog steeds de
beste prijs/kwaliteit.
S'avonds eten we in een Steak House en ik bestel bij mijn eten
een bier genaamd: New Belgian Fat Tire. En niemand van
de diensters die me kan zeggen of tonen welk soort bier dat dit
nu eigenlijk is want wij, Belgen, kennen dat niet. Het ontbreken
van een antwoord op die vraag heeft hen de helft van hun tip gekost,
zu zijme.
Dag 9----- Pueblo - Denver 175 m
(280 km)
We
rijden verder richting Denver maar bezoeken eerst het wondermooie
Colorado Springs met zijn Land of Gods: bizarre
rotsformaties in de Rockies (foto rechts). Bijna bezoeken
we Pine Peak, één van de hoogste pieken in deze
streek. Maar de tol-weg kost 30$, en we hebben bedankt. Hier begin
je de Rocky Mountains te zien in al hun glorie.
We
rijden verder naar Denver en blijven een tijdje steken
achter een ... rijdend huis (foto links). We komen s'namiddags
aan in het Days Inn motel. Zoals bij de andere motels, blijken
onze vier nachten, geboekt vanuit Landegem via het internet, geen
enkel probleem op te leveren. We bellen vanuit onze kamer Kim's
gastfamilie. En Kim heeft vrijaf gekregen van Up With People om
ons te kunnen ontmoeten. We spreken af dat Terry Minne (gastgezin)
haar brengt naar ons motel. De zenuwachtigheid bij ons stijgt
en inderdaad na een half uurtje verschijnt een pick-up op de parking
met Kim en Terry. Het wordt een emotionele ontmoeting met een
iets aangedikte Kim en een eerste kennismaking met Terry Minne,
een zeer sympatieke vijftiger. Kim blijft de rest van de dag bij
ons; er wordt veel bijgepraat.
S'avonds gaan we eerst winkelen in een pas geopende 'mall' = groot
winkelcentrum, waar je je steendood loopt. Daarna gaan we eten,
downtown Denver, in het HRC. Tom vindt, dicht bij het HRC, een
winkel die T-shirts verkoopt met afbeeldingen van Korn en Limp
Bizkit. Hij is gelukkig, zijn vakantie is geslaagd. Onze eerste
zomer-onweders met bliksems, een dagelijkse show in deze streek,
zijn een feit.
Dag 10 -----Denver
S'morgens
zetten we Tom af aan Waterworld, een enorm waterpretpark
nabij Denver. Met Kim gaan we het centrum van Denver bezoeken,
deels te voet, deels vanop een gratis shuttle-bus. Denver (foto
rechts) heeft ook een paar moderne torengebouwen staan, maar
niet zoveel als in Houston. Het is gelegen in een vlakke vallei
aan de voet van de Rocky Mountains (Front Range).
We eten Subway-sandwichen en Kim vertelt van haar rare eet-gewoonten:
zout in de koffie, bananen met pindakaas, brownies, chips, alles
met mosterd-mayo-ketchup, oreo-koeken, enz..
In
de vroege namiddag zetten we Kim af aan de Horizon High School,
waar ze haar laatste repetities heeft. Wij keren ons kar en gaan
Tom vervoegen in Waterworld. We amuseren ons gelijk kleine kinderen.
Rond 18h halen we Kim op en zien voor het eerst haar groep van
140 jongeren in de refter. Ze stelt ons een paar van haar favorieten
voor: Taka, een japanner en verder nen nest duitsers en amerikanen.
En als Kim aan de Duitse jongen vraagt: Was sagen sie?,
antwoordt hij: Plankskes.
We gaan s'avonds allemaal uit eten in een befaamd Steak House:
de Lone Star.
Dag 11 -----Rocky Mountains National
Park
Vandaag
gaat Kim met de bus naar Horizon High School voor haar allerlaatste
voorbereiding op haar première van morgen.
Wij
bezoeken vandaag het Rocky Mountains NP, waar de ingang
langs Estes op een 1 ½ uur rijden van Denver ligt. Dit
wordt een hoogtepunt van onze reis. Vanuit Estes loopt er één
verharde weg door dit wondermooi park, de Trail Ridge Road. Startend
vanop 2.400 meter bereikt het zijn hoogste punt op 3.539 meter
nabij Fall River Pass. Ze biedt schitterende uitzichten op het
hooggebergte, de valleien en er zijn vele uitkijkpunten. We rijden
eerst door naaldwouden en bebossing, dan door Alpine toendra en
dan boven de boomgrens door rots- en steenachtige toestanden.
Dit natuurwonder - the best of the Rockies - duurt 30 mijl (48
km).

S'namiddags
keren we terug want we moeten ons klaarmaken voor
Kim's première en we zijn ook uitgenodigd
door
Up With People
op een receptie vooraf om 18h. Op die receptie legt de General
Manager van Kim's groep (Cast C) ons uit wat voor een organisatie
er nodig is om dit spectakel een jaar lang in goede banen te leiden:
indrukwekkend. Vandaar gaat het naar de 'Green Room' waar
we ten uitzonderlijke titel mogen aanwezig zijn het uur voor de
show. In deze kamer (foto's links en rechts) pept de groep
zich op voor de show: peptalk, luidruchtig, openhartig
en emotioneel. Aangrijpend als je ziet hoe 140 jongeren zich opmaken
voor de show. En dan gaat het naar het theater waar er voor ons
(for the real family) vooraan gereserveerde plaatsen zijn. Stipt
om 19h30 begint de show:
Elke
show brengt een boodschap. En deze show, genoemd 'The Common
Beat', schetst het verhaal van vier groepen uit vier continenten
(VS, Europa, Azie en Afrika) die tot elkaar toenadering zoeken
maar door 'grensbewakers' tegengewerkt worden. Tot uiteindelijk
zij het onderspit moeten delven en er een integratie bewerkstelligd
wordt. Dit alles via de communicatie van zang en dans.
De
show is overweldigend en ondanks onze 'voorkennis' blijft het
toch moeilijk om de liedjes voluit te begrijpen. Voor het overige
is het terug een magnifiek dans- en zangspektakel. Na de show
maken we uitgebreid kennis met de gastfamilie: Nancy en Terry
MINNE. Zeer sympathieke vijftigers die, zoals hun naam laat
vermoeden, voorvaderen hadden uit België. Er logeert bij
hen een tweede meisje Miki, uit de staat Minnesota, tevens 18
jaar jong. We worden uitgenodigd morgen op de
B-B-Q.

De
Show
Dag
12 -----Brighton (voorstadje van
Denver)
We
slapen uit en ondanks dat is Tom, zoals alle dagen, de laatste
uit zijn bed en dit na meerdere 'aanmaningen'. Het is ook de laatste
keer dat hij zich "gewassen" heeft: vanop bed, deo
onder zijn oksels spuiten.
Na het ontbijt (pancakes), rijden we voor de laatste maal naar
downtown Denver (ik begin mijn baan te kennen). Dan rijden we
tegen de middag naar Brighton, de woonplaats van Kim en
Miki's gastfamilie, waar we een gezellige namiddag hebben met
hamburgers en groenten op het menu. Vriendschapsbanden
worden gesmeed. Ook de ouders van Miki zijn aanwezig, maar hebben
een vlucht terug naar Minnesota in de late namiddag. Als blijk
van onze appreciatie voor de zorgen die de familie Minne getoond
heeft voor Kim, laten we ze een restaurant uitkiezen om samen
te dineren. Ze kiezen voor een Italiaan.
Op weg naar het restaurant is het terug klank- en lichtspel: onweders
met een nooit gezien spel van bliksems tegen de achtergrond van
een verduisterende hemel en met twee evenwijdige regenbogen van
de ene einder tot de andere, dus twee halve cirkels. Het is de
eerste keer in ons leven dat we dit natuurverschijnsel zien.
De Italiaan blijkt een goede keuze. We nemen diezelfde avond afscheid
van Kim en van de gastfamilie: Kim (18 jaar) vertrekt s'anderendaags
op toer de wererld in; en wij (45 jaar) keren terug naar Belgie.
Moe keune.
Dag 13
Vanuit
de moderne luchthaven van Denver (foto links) vliegen we
via New York (terug Newark) naar Brussel waar we s'anderendaags
s'morgens toekomen en de trein nemen naar huis. Wegens een electriciteitspanne
heeft de trein een uur vertraging. We zijn thuis tegen half elven.
Op onzen buik: gien sanse.
De eerste 'Up With People' reis zit erop.
Up
With People
"De eerst 'Up With People' reis zit erop" is mijn
laatste zin van dit verslag. Zes maanden later
lezen we in de pers dat UWP ermee stopt wegens geldgebrek.
De organisatie is failliet. Kim en vele andere honderden jonge
mensen mogen de geplande vakantie van drie weken nemen - na
een half jaar rondtoeren - maar moeten
niet meer terugkomen
voor de volgende zes maanden. Kim heeft in die eerste periode
de Noordelijke Staten van Amerika doorkruist: Dakota, Minnesota
en dan de grens overgestoken naar Canada. Vandaar ging het
via de Niagara watervallen naar Buffalo, nabij New York. Van
daaruit werd het dan abrupt België. Kim komt er moeilijk
overheen ondanks de media-aandacht, Man bijt Hond en onze
goede zorgen. Uiteindelijk beslist ze om met Nathalie, uit
de UWP crew, de volgende 6 maanden rond te maken en te trekken
door Midden- en Zuid Amerika. Ze zal dan terug zijn rond juli
en in september terug naar school te gaan. Ze is nog altijd
maar 18 jaar, maar we gunnen het haar.
In deze periode bezoeken we haar in Peru.

|