FIETSREIS
DOOR DE COTSWOLDS
30 april tot en met 4 mei 2003

De
volgende getalenteerde rijders waren prezent:
Bart
en An
Franky
en Isabel
Steven
en Riet(jen)
Lucie en Martin
evenals
de volgende getalenteerde warenhuis- en pubbezoekers:
Christelle,
Martine en Mark.
An
en Pat hebben de trip mee voorbereid maar toch dit evenement gemist
en zijn daar het hart van in naar het schijnt.
Dag 1: -----Zomergem - Minster
Lovell - Stanley Pontlarge -----Fietsrit
van 55 km
Het
organisatiecomité (Statler, Waldorf en de Swedish Chef)
heeft het geweldige idee om ons allemaal om 5h30 s'morgens te
laten samenkomen bij Bart. Vandaar gaat het richting Calais
waar we in de juiste 'lane' mogen rijden, klaar om een uur later
in de buik van een Seafrance ferry te parkeren.
Ondertussen kan Mark het natuurlijk niet laten me te herinneren
aan mijn Verduntijd. Mijn ginds opgelopen achillespeesletsel,
de knie van Franky en de reumaperikelen van Isabel vormen dra
een medisch gesprekskwartiertje. Later komt ook nog de rug van
Rietjen en de kniepees van Steven ter sprake, alhoewel Steven
volgens mij enkel de vel- of beenziekte kan krijgen. Steven is
trouwens een gelukkig mens als Brugge's nieuwste aanwinst in de
administratie van de musea alginds. 15 mei is zijn startdatum.
We
rijden ondertussen in de ferry, ontbijten in de ontbijtzaal (waar
anders), keuvelen daarna in de barzaal en voor we het weten schuiven
ze de witte krijtrotsen van Dover onder onze neus. Wagen
uit de buik van de ferry en richting Cotswolds. Het rijdt vrij
vlot en op de ring rond London zijn gelukkig geen files te bekennen
zodat we na 3 uur rijden toekomen in Minster Lovell, een
typisch dorpje in de Cotswolds. En zo zullen we nog veel dorpjes
passeren en bezoeken, met hun typische bruine kalkstenen woningen
met dikke muren gebouwd ten tijde van de Middeleeuwen en later
en nog steeds bewoond. Ze liggen verspreid in een decor van groene,
rollende heuvels. En meestal boven op een heuvel
Aankomst te Dover met Mark en Christelle
wat
we aan den lijve zullen onvervinden in de volgende dagen.
In Minster Lovell eten we en drinken er onze eerste bitter.
Het wordt weliswaar niet onze laatste. Alhoewel ik niet van plan
ben mee te rijden wegens 'geopereerde en nog steeds ontstekende
achillespezen' laat ik me overhalen om deze eerste korte rit van
55 km mee te rijden. Ik doe de eerste 25 km tot net voor de heuvelzone.
Zo gezegd zo gedaan en we vertrekken. Twee minuten nadien krijgen
we al een bijze regen in onze nek: een slecht voorteken.
We malen de kilometers af in het typische decor van de Cotswalds:
langs groene, met lage muren omwalde weiden, nooit ver van een
volgende heuvel. Na 25 km begint het zowaar te hagelen en ik kan
nog net de volgwagen binnenduiken. Die avond steekt Lucie me al
door dat niet mijn pezen maar de hagel de oorzaak van mijn stop
zijn. Samen met Martine blijven we de fietsgroep volgen vanuit
de volgwagen. De hagel stopt, maar de wolken blijven de baas.
En Bart krijgt een appelflauwte. Het CRBK syndroom steekt
de kop op: een samenspel van te weing Conditie, teveel
Roken, een Bitter teveel, een Klim teveel.
Deze rare virus, verre familie van het sars-virus, krijgt hem
bijna klein, maar hij versaagt niet en zet door. Zo kennen
w'em. Via Winchcombe rijden ze naar 'huis'.
We
komen in de vooravond aan in ons gehuurd landhuis (foto rechts)
te Stanley Pontlarge. Een geweldige keuze. Het huis
staat op een heuvelrug en we hebben een prachtig uitzicht op het
domein van de eigenaar en op de vallei. In het ruime huis zijn
kamers voor alle koppels en niet-koppels, een pooltafel, pingpong
tafel, koterijen om onze fietsen te stallen, een eetkamer een
salon, twee open haarden en ga zo maar door. En verder constateren
we dat de knie van Franky het niet begeven heeft, evenmin de voet
van Isabel, de rug van Riet, de kniepees van Steven, mijn achillespees
en de algemene toestand van Bart. Met An en Lucie zit alles goed
en met Mark komt het nooit meer goed. Christelle en Martine
moeten dit allemaal aanzien. En zij zetten zich dagelijks in om
voor het gemak te zorgen van de fietsbende.
S'avonds gaan we uit eten in The Royal Oak te Gretton, waar
Mark zogezegd per mail èn telefonisch gereserveerd had,
maar toch weten ze van niets. Zoals gezegd: met Mark komt het
nooit meer goed. We maken er na de maaltijd kennis met Hamerlinksken
die ons allemaal nen klop van de hamer heeft en ons bij thuiskomst
het bed doet induiken na een lange en slopende dag.
Dag 2:----- Stanley Pontlarge
- Loxley - Stanley Pontlarge -----Fietsrit
van 103 km
Voor
elke dag heeft Franky een rit uitgestippeld in lusvorm: vertrek
en einde aan ons landhuis. Vandaag rij ik enkel s'voormiddags.
We starten in de regen. Ondertussen hoopt Bart op beterschap middels
wonderdrankjes in zijn pulle, Steven spuit een halve pul
reflexspray op zijn kniepees en Riet vertrouwt me toe dat Niveazalf
haar nog steeds sterk houdt. De voormiddagrit is overwegend plat.
We
rijden onder meer langs een pittoreske landweg die veel genietbaarder
zou zijn mocht de zon op post geweest zijn. De regen verandert
de oppervlaktelaag van de landweg echter in een bruin modderlaagje
die onze fietsen bekletsen met een 'strontlaagje'. De fietsbroeken
en regenvestjes van hen met een fiets zonder gardeboe,
veranderen in t'bruin. Ik denk dat de madam van de pub in Stratford,
waar we stoppen, nog altijd aan het kuisen is.
Na 51 van de 109 km, namelijk in Loxley, staat de bezemwagen
ons op te wachten en eten we. Daar komt Steven in discussie met
de overbuurvrouw die hem publiekelijk ziet urineren tegen een
struik. 'This is discusting' schreeuwt ze. Waarna Steven iets
terugroept van 'why can your dog piss here and not me'? We kalmeren
Steven en schieten er ons vandoor. Het politioneel onderzoek is
nog hangende evenals een correctionele veroordeling.
De zon is s'namiddags van de partij voor de laatste 50 km die,
zo wordt ons s'avonds verteld, zeer lastig blijken te zijn. Ondertussen
rijden Mark, Christelle, Martine en ikzelf terug naar ons landkasteel
niet na een pint of bitter genuttigd te hebben in The Royal Oak
waar we meteen verklappen dat we vandaag exact 23 jaar getrouwd
zijn. Eens terug thuis krijgen we telefoon van de fietsbende dat
Riet fatale fietspech heeft. Mark ontwaakt uit zijn namiddagdutje,
ik spring vanachter mijn bureau en als echte pechverhelpers rukken
we uit naar de pub - toeval? - waar ze op ons wachten om Riet's
fiets in te laden. Uiteraard wordt van de gelegenheid gebruik
gemaakt om 'bij te babbelen' met een bitter binnen grijpafstand.
Ik zie ieder mannelijk lid twee vazen bier achterover kappen,
hoor de melancholie in de stemmen van Frank, Isabel, Bart en An
over hun eerste kennismakingen ten tijde van hun studieperiodes.
S'avonds maakt Mark het eten klaar: een visvoorgerecht en daarna
een stoofpotje. Het is niet slecht, hoegenaamd niet slecht.
Na het eten zetten we ons allemaal aan de open haard. Lucie
laat zich nu Mathilde(ken) noemen en we vernemen meer van het
liederlijke jeugdleven van Steven. Hij hield van auto's in de
prak rijden, mobiletjes van anderen vermassakreren,
de humor testen van Engelse douaniers: 'Anything to declare
sir'? 'Rietjen, give him that gun'. We leren Steven ook kennen
als een sportief persoon met een testtraining op AA Gent als
jong veulen en een meer dan behoorlijke competitie pingpong
speler. Maar zijn gastvrijheid ontroert ons toch als hij ons
verklapt dat hij Riet, na één dag kennismaking,
te 'slapen legde' in zijn huis: 'Hier, get mijnen sleutel'.
Ondertussen moest hij wel een zekere Sofie buitenkuisen.
Dag 3: -----Stanley Pontlarge
- Bibury - Stanley Pontlarge -----Fietsrit
van 98 km
We
krijgen een zonnig en uitgebreid ontbijt van Mark en Co in tegenstelling
tot het sombere en grauwe weder. Ik pas en laat mijn pezen
een halve dag rusten. De resterende groep vertrekt in een aanzwellend
motregentje. Na een paar uurtjes 'presentatievoorbereiden' voor
mijn werk, vertrekken we met Riet naar de fietsenmaker. De rijstijl
van Mark in combinatie met achterin zitten in Bart's bestelwagen,
maken me wagenziek met net geen kotsbui tot gevolg. Want die fietsenmaker
woont niet al te ver en, zegt Mark 'diene gast spreekt nederlands
want hij heeft nog in Eindhoven gewoond'. Riet's fiets is gemaakt:
een cilinderken in de achternaaf werd vernieuwd. We rijden richting
middagstopplaats van de fietsers niet vooraleer gezocht te hebben
naar een naftepomp, een zeer schaars produkt in de Cotswolds.
Met de benzinemeter zwaar in het rood, vinden we uiteindelijk
toch een pomp langs de gruute boane. En zegt Mark 'diene
gast spreekt nederlands want zijn ouders zijn Zuid-Afrikanen'.
Nederlands als tweede taal in de Cotswolds?
We blazen verzamelen met de fietsgroep te Bibury. Ze raken
niet uitgepraat over het selectieve parcours (lees: klimmen) van
deze morgen. Gelukkig mogen we eten binnen in een pub, want het
weer is koud. Steven geeft er de brui aan en wil s'namiddags met
de volgers (de warenhuis- en pubcrew) een kasteel bezoeken, zegt
hij. Ik daarentegen schrijf me in voor de namiddagrit en we vertrekken.
We passeren Arlington Row, een der mooiste rijen Cotswolds
cottages. We rijden in een typisch Cotswolds decor over en tussen
rollende, groene heuvels waar de weiden nog altijd door stenen
muurtjes afgezet zijn. Het begint te regenen en iedereen 'regenvestje
aan'. De bui is over en iedereen 'regenvestje uit'. Het begint
te regenen en iedereen 'regenvestje aan'. Kunnen ze niet zoals
An en mij gewoon 'regenvestje aanlaten'? Het valt me ook op dat
Isabelle na een stop, een gedaanteverwisseling ondergaat: kouskes
uit, nieuwe kouskes aan, pullken aan, vestje uit, onderlijveken
aan. En dat allemaal uit haar fietstas: daar moet een kleine kleerkast
aan kledij inzitten. Niettegenstaande dat, klimt ze vlotjes mee
met mij 'over the hills and far away'. Echter een beetje too far
away, want we verliezen de achtervolgers uit het oog en die zijn
inmiddels een andere baan opgereden. Gelukkig staat de GSM ons
ter dienste, die ons naar de hoofdgroep loodst. Alwaar Franky
Isabelle een hartig preekje geeft. Instinctmatig verbergen we
ons in de staart van de groep, 'op strafkamp' zegt Isabelle. We
passeren wondermooie dorpjes als Lower Slaughter en Upper Slaughter.
Rietjen heeft in het begin van de rit op haar adem getrapt en
ze is daar nog altijd van aan het bekomen. Inderdaad, ze heeft
zich te veel opgejaagd toen ze de autosleutels - die ze per vergissing
in haar zak gestoken had - terug moest rijden naar de pub in Bibury.
Ook hier brengt de GSM redding.
Ondertussen is iedereen ziekenat en staat het water in
ons schoenen. We stoppen onderweg naar het einde toe van de rit,
aan een pub met een open haardvuur en al onze natten kuile
wordt te droge gehangen. Daarna leggen we de laatste 15 km af.
'We nemen een short cut' roept Franky. 'Toch niet langs onverharde
wegen' schrik ik. 'Nee, nee, het
is enkel -denk ik- een gebroken macadambaantje' zegt Franky. Die
'denk ik' is er teveel aan, want hij stuurt ons in een hellebaantje
waar ik verplicht wordt mijn fiets in bescherming te nemen tegen
gebroken kader of twee platte banden, door de afstand te voet
af te leggen. Merci Franky, merci. Maar ge kunt niet kwaad zijn
op diene jongen want hij is de enige in de groep die ter plekke
alternatieve routes kan bedenken in geval van teveel regen bvb.
Hij is een ervaren gids met een sterk visueel geheugen en een
uitgesproken talent voor kaartlezen. En Bart, die moet trakteren
vanavond want hij is plat gevallen onderweg. Verder valt het op
hoe sterk An en Lucie fietsen evenals Isabelle, die de ganse tijd
rijdt te neuriën. Mijn pezen houden zich goed, maar ik haat
water in mijn schoenen.------------ -Bart
met platte band
Martine
en ik waren gisteren dus exact 23 jaar getrouwd en vandaag trakteren
we in pub 'Bugatti'. Het rijden naar de pub en het terugrijden
naar huis, gaat gepaard met het volledig uit de bol gaan in
de auto op 'Dromen zijn bedrog' van den Marco. Voor vertrek
naar de pub hebben we een menu uitgekozen van een meeneem rariteitenrestaurant.
Kiezen is veel gezegd want kip en lam, te verkrijgen in een
spicy of een zeer spicy uitvoering, zijn veruit de enige opties.
Een dag is alweer voorbij, niet na de wereldkampioenschappen
pool te hebben bekeken op de BBC en daarna een special over
Pink Floyd. En dan slaat hamerlinksken toe
Dag
4:----- Temple Guiting - Stow on
the Wold - Temple Guiting -----Fietsrit
van 109 km
We
moeten van de 'organisatie' een half uur vroeger opstaan om met
zijn allen de wagen te nemen en te rijden naar Temple Guiting
voor de start van de derde rit, omschreven als de koninginnerit
wegens diverse klimpartijen en diverse typische Cotswold dorpjes.
Na een telefoontje van mijn baas moet ik mijn presentatie aanpassen
en rij niet mee. Alle andere rouleurs zijn present en de zon doet
zijn intrede van s'morgens reeds al.
De afspraak is s'middags in Stow-on-the-Wold een supergezellig
stadje waar we iets drinken in een bar. De rijdende collega's
hebben allemaal een gezonde blos op de kaken, de selectiviteit
van het parcours verradend. De vraag van iedereen aan Franky hoeveel
beklimmingen er nog zijn deze namiddag, doet
hem enkel een mysterieus lachje ontlokken. Steven stopt ermee
voor deze namiddag, terug in een culturele opwelling. Zit die
Brugse museumjob daar echt voor iets tussen of waren het de benen?
We gaan eten in een klein parkje en bibberen ons te pletter vanwege
een strakke, koude wind. In zulke omstandigheden wordt Bart's
kerre enorm geapprecieerd vanwege zitplaatsen binnenin
en een gruute achterkleppe tegen de regen.
De moedigen fietsen verder en wij bezoeken een ander geweldig
Cotswold dorpje: Chipping Campden. Zoals in alle andere
dorpjes roepen ook hier de honingkleurige huizen, de vele (antiek)winkeltjes
en de stijlvolle pubs de levensstijl van weleer op. Een troostcadeau
wordt gekocht voor Pat en An. En plots slaat een droge wind in
ons keel en we moeten ons reppen naar de dichtsbijzijnde pub om
dit vervelend gevoel weg te drinken. Daarna rijden Martine, Steven
en ikzelf naar huis, terwijl Mark en Christelle de fietsers gaan
oppikken in Temple Guiting.
S'avonds is het wijn- en kaasavond gevolgd door Mark's legendarische
kwis die terug gewonnen wordt door het al even legendarische
team Franky, An en Martin.
En plots realiseren we ons dat de ritten erop zitten en deze
vakantie voorbij is. Morgen keren we al terug naar Belgie. Allemaal
de schuld van hamerlinksken.
Dag
5: -----Stanley Pontlarge - Zomergem

Stralende
zon s'morgens!!!??? de nieweirds.
Laatste ontbijt van de reis en om 9h30 rijden we weg uit ons geweldig
landhuis om terug via de drukke ring rond London, in Dover te
arriveren rond 13h. Het is echt terrasjesweer en we drinken er
enen op. Rond 13h rijden we terug in de buik van de Seafrance
ferry. Sommige dames/heren gaan winkelen, anderen gaan zonnen
op het dek. Twee uur later - Belgische tijd - komen we aan in
Calais. We rijden naar huis, iedereen op zijn tempo. We
komen al rap in de file terecht van de weekendkloppers aan de
kust richting binnenland. Maar wij slaan af te Gistel, Bart te
Oostkamp en Franky te Beernem en komen ongeveer allen tesamen
toe aan Bart's huis. Ondertussen hebben we Rietjen en Steven afgezet
thuis en uit pure dankbaarheid een paar tomaten- en peperplantjes
meegekregen. Martine gaat beginnen boeren thuis. Na een kort afscheid,
gaat ieder terug naar zijn eigen nest en op onzen buik: gien
sanse.
|