AUTO-,
MOTO- en FIETSTRIP naar de Franse Pyreneën
16 juli - 31 juli 2004
Het
wordt een vakantie met een bont gezelschap: een huisgezin met
twee kinderen, een huisgezin zonder kinderen, drie vrijgezellen.
Daarna vervoegen zich nog twee mannen (zonder hun vrouw). De aanleiding
van dit soort vakantie is de aanval op één col in
de Pyreneen: Col du Tourmalet. Daarvoor hebben de wielertoeristen
onder ons een volledig voorseizoen hard getraind en naar deze
vakantie toegeleefd. We logeren bij Filip en Hilde t'Hooft (Vlamingen
uit Landegem en Drongen) in hun pas gebouwde gite.
Dag 1: vrijdag----- Landegem -
Brouzenac -----1100 km
We
staan op het onmogelijke uur van 3h30 op om een uur later al te
rijden richting Franse grens. De inhoud van de wagen bestaat uit
vier personen: wijzelf, Kim en Daan, plus de bagage, plus mijn
fiets, plus een aanhangwagen met mijn moto.
We ontbijten in de buurt van Orléans langs de autosnelweg
en stoppen een tweede keer in de streek van Limoges. Er is weinig
verkeer en we hebben autostrade tot in Foix, de hoofdstad
van het departement van de Ariège, 20 km van Filip's doeninghe.
Aan de afslag in Foix zien we dat het stuk autostrade die verder
loopt tot in Ax-les-Thermes (en verder Andorra) afgesloten is
wegens de Ronde van Frankrijk: morgen passeert de rit met aankomst
op Plateau de Beille en dat zullen we live meemaken. Dit is de
reden waarom we een dag vroeger dan voorzien naar de Pyreneën
afzakken.
De aankomst in Brouzenac, een gehucht van enkele huizen
en deeluitmakend van Bastide-de-Sérou, is hartelijk en
Filip met zijn gezin wacht ons op. Het is jaren geleden dat ik
Filip, een uitgeweken Landegemnaar, gezien heb. Hij es nog
geen hoar veranderd. Na enkele zware aanpassingsjaren heeft
hij nu het statuut van 'Jeune Agriculteur', een 15 hectare grond
voor zijn koeien, en een ganzekwekerij voor de ganzepaté.
De aankomst op zijn boerderij is wel even schrikken want we hebben
het ons iets properder voorgesteld. Groot is de opluchting als
we hun gloednieuwe gite binnengaan en merken dat de bad-, bed-
en gemeenschappelijke kamer(s) dik in orde zijn.
We ontmoeten er ook de rest van het vakantiegezelschap die al
een week eerder geboekt heeft: de Jean, Tania en de twee kids;
Tsjeefken; Tienne; Filip . Ze kijken TV naar de Pyreneenrit met
aankomst in La Mongie, na driekwart van de col du Tourmalet, het
beest dat wij volledig gaan proberen te beklimmen. Lance Armstrong
is er weg met Basso.
We aperitieven aan de zwemkom waar de geachte
vakantiegenoten al een aantal straffe fietsverhalen te berde brengen.
Tsjeefken, Tienne en de Jean hebben al twee cols bedwongen: Portet
d'Aspet en Plateau de Beille en lijken klaar voor de aanpak van
de Tourmalet. de Jean kampt met vormproblemen want hij moest een
stuk van Plateau de Beille te voet op.
Het is genieten aan het zwembad van de stilte en van het decor.
Filip's naaste buur is ver weg en enkel een paar ganzen (de geliefkoosde
gesprekspartners van 'kwaak kwaak' Tsjeefken) en een hengst
op een afgesloten deel van zijn erf zijn de enige natuurlijke
geluiden. Voor de rest stilte met zicht op de Pyreneën in
de verte (foto rechts). We weten het nu al: dit is een
uitstekende vakantieplek.
Dag 2: zaterdag----- Tour de France:
rit met aankomst op Plateau de Beille
Mijn
maag is al veel beter en t'zal nodig zijn want we moeten de steile
Plateau de Beille beklimmen, althans tot de plek waar we vanaf
de kant de Tour zullen toekijken. We vertrekken vroeg want een
aantal uren vooraleer de renners passeren (we weten niet exact
hoeveel) wordt de baan afgesloten. Door het sluiten van de N20
zoeken we sluipwegen op de wegenkaart en beslissen de auto in
een dorpje, een 20-tal km voor de Beille, te parkeren en van daaruit
met de fiets ons doel te bereiken. Ondertussen hebben we ook Kim
en Daan afgezet te Foix die nu onafhankelijk van ons hun eigen
trekvakantie gaan organiseren. Wat we niet gezien hebben op de
kaart is dat we nog eerst een steile 'heuvel' van 5 km moeten
beklimmen vooraleer in het dorpje Les Cabannes toe te komen.
Daar
beginnen Tsjeefken, de Jean, Tienne en ikzelf aan de klim van
Plateau de Beille en het is direct steil à 8%. Na
6 km afzien (van de 15 km totale lengte) in een hitte van 30°
vinden we een schoon pleksken met schaduw langs de ene zijde van
de weg en een strategische opstelling langs de andere zijde. We
zullen daar namelijk de renners vanuit een draai zien komen.
Aan de voet van de berg zien we het dorpje uit zijn voegen barsten
met waarschijnlijk het tiendubbele aantal supporters dan het inwoners
heeft. We zien honderden supporters de berg op stappen en fietsen
om ergens een plek te vinden. Beide zijden van de weg worden ingenomen
door campers, tenten, grills, toeristen, dronkaards, supporters
en pseudo-supporters. We zien veel oranje, maar deze keer niet
van de Hollanders maar van de Basken die in grote getale hun Mayo
komen aanmoedigen. En ongeveer halverwege de berg staan vier halve
garen uit Landegem te genieten van de natuur maar meer nog
van de Tour en zijn entourage:
- Om
de 50 meter is er wel een caravan of camper die een tv-toestel
heeft waarop we de koers kunnen volgen.
-
Tienne moet foto's trekken van een groep Basken en bijna elk
groepslid duwt hem een fototoestel in de handen. T'houdt hem
toch een tien minuutjes bezig. Ook de Jean maakt zijn reflextoestel-met-zoomlens
klaar.
-
Een eerste opstoot van spanning is er als 1 uur voor de renners
de tourcaravan passeert. Allerlei gadgets gaande van water,
koffie, sleutelhangers, snoep, rug- en andere zakskes belanden
in onze zakken.
-
Een tweede opstoot van spanning komt er bij het rondcirkelen
boven onze hoofden van een viertal helicopters.
-
Maar het ultieme moment is het passeren van de zwaantjes met
daarna de persmeute-op- moto,
dan de wagen van de koerscommissaris
en dan eindelijk
de renners. We kunnen onze ogen niet geloven als we Armstrong,
Acevedo en Basso zien passeren (foto links) als eersten.
Daarnet bij de laatste tv-check reden nog twee andere renners
minuten voor op het groepje Armstrong. The Boss heeft er vanbij
het begin van de beklimming van de Beille koeken op
gegeven of beter gezegd zijn ploegmaat Acevedo aan de kop
laten sleuren.
Klöden en Mancebo volgen kortbij en tot onze verwondering
volgt Ullrich verderop. Der Jan kan zelfs zijn ploegmaat Klöden
niet volgen. We zien ook Axel Merckx passeren in 10e positie.
Rik Verbrugge rijdt een paar plaatsen verderop alsook de gele
trui van Veucleir die zijn ploegmaat letterlijk tot de orde
roept wanneer die hem dreigt uit het wiel te rijden. Ook Bettini
(foto rechts) passeert en slaat een praatje. En zo
passeert gans het peleton in afzonderlijke kleine groepjes
zodat we iedereen goed kunnen zien. Op het einde hebben de
mindere (klim)goden zich verzameld in een drietal 'bussen'.
In de laatste bus zien we onder andere McEwen (in het groen).
We zien ze hieronder passeren.

45
minuten lang duurt dit spectakel van de bovenste plank en het
paar uur wachten op voorhand is dit zeker waard. We nemen onze
fietsen en proberen tussen de mensenzee terug naar beneden te
rijden. We bergen de fietsen op in de auto en keren terug naar
onze gite na een schitterende dag.
Dag 3: zondag -----Internationale
loopkoers van Allières
de
Jean koopt alle foie gras op die Filip nog liggen heeft, want
hij vertrekt met zijn gezin naar huis. Rond de middag wuiven we
hen uit.
Het wordt een luie voormiddag met daarna een middagaperitief en
s'namiddags de Tour-op-TV natuurlijk. Na de Touruitzending beslissen
we onze luie kont te verplaatsen naar het buurdorpje Allières,
want we hebben gelezen dat er kermis is. We komen aan bij de feesttent
op de top van de heuvel, naast de kerk. De bar is open. De lokalen
spelen een petanque competitie en we lezen dat er een loopkoers
georganiseerd wordt. We
krijgen Tienne zo zot dat hij beslist mee te doen. De werkelijkheid
is dat Tienne voortdurend blijft weigeren en ik hem tenslotte
zelf maar inschrijf; veur 6 € keunde nie sukkelen.
Nu heeft hij geen keuze meer. "Traag lopen en ui
zekerst gien ziere doen" geeft Lieven nog als raad mee
op dit hobbelige en golvende parcours van 6 km, over twee ronden
van elk 3 km. Tienne smijt de helft van de goede raad in de wind,
want hij wordt zowaar 16e op een totaal van 50 deelnemers!! En
hij heeft deze 'course' een internationaal tintje gegeven. De
prijsuitreiking is pas vanavond en we beslissen te gaan eten in
het naburig stadje Mas d'Azil, door ons Mas d'Ingskes genoemd
wegens anders te moeilijk te onthouden. Het baantje naar Mas
d'Ingskes loopt door een bos, steil naar beneden. We zien
een hert en ook een kameleon, maar dit blijkt bij nader toezicht
een doodgewone puij te zijn. Daarna rijden we dwars door
een grot (redelijk spectaculair deel van de baan over een 400
tal meters dwars door een natuurlijke grot).
"Tienne de Vrèsse", roept de organisator
in de feesttent door de micro en zo mocht Tienne zijn prijs afhalen:
zonnehoedje en T-shirt. Verder houdt de SMS-technologie ons voortdurend
op de hoogte waar onze twee fietsers-nieuwkomers zich bevinden
tussen Landegem en Brouzenac. Het is inmiddels 23h en Finol en
Pietjen - zonder vrouwen - komen rechtstreeks toe in de feesttent
van Allières: van een intrede gesproken. Van Pietjen krijgen
we te horen dat ze vandaag pas rond 13h vertrokken zijn, want
de bliksem was de dag voordien in zijn huis ingeslaan: zijn slaapkamer
in de fik, rook, pompiers, water en roet, stank, administratieve
rompslomp.
Daarna gaat het Filipwaarts, naar onze gite.
En nu het wielergroepje compleet is, begint de ultieme klimrit
in onze geesten te spoken.
Dag 4: maandag -----Wandeltocht
naar Lac de Naguilles
Finol
en Pietjen starten de dag met een pittig fietstochtje naar
Mas d'Ingskes alover Allières waar we gisteren feest
vierden. De rest maakt zicht klaar om straks een wandeltocht van
4 uur te stappen, een tocht naar Lac de Naguilles vanuit
Orlu nabij Ax-les-Thermes-les-Thermes. Finol en Pietjen komen
na een uurtje spieren losgooien terug aan en stappen mee in de
auto naar Ax-les-Thermes. We nemen een omweg via Pamiers, ten
noorden van Foix, omdat daar volgens Filip een Shell-pomp te vinden
is waar hij zijn Shell tankkaart kan gebruiken. Gans Pamier rondgereden,
drie keer gevraagd: geen Shell-station. Dan toch maar de N20 opgereden
richting Ax-les-Thermes-les-Thermes tot in Orlu.
"'t is 5 uur wandelen heen en terug ipv 4 uur", roept
Tienne en hij leest dit af van een toeristeninfo-bord. Het is
inmiddels 12h30 en we haasten ons
naar het wandelpad. Een steil pad door dicht bos waar Finol en
Pietjen dubbel zo snel opgaan dan Martine en ik. Een goed uur
klimmen later stoppen we met zijn allen en Filip, Martine en ikzelf
besluiten om terug te keren want 'we kunnen overal in bossen wandelen'
en de dalers die we tegenkomen zeggen allemaal dat het 'zeer lastig
en ver is'.
We komen terug aan op onze parkingplaats en besluiten om 60 km
verder te rijden naar Andorra (foto links). Daar
hebben we goedkoop getankt in een Shell-station (!): in Spanje
is de benzine een stuk goedkoper dan in Frankrijk. We zijn niet
tot in de superdrukke hoofdstad La Vella gereden maar ergens in
het stadje Orleu de vallei d'Inclée ingereden met mooie
berggezichten. Maar om 5u hebben we afgesproken met de rest van
de wandelaars in Orlu, dus vlug de biezen pakken en terugkeren.
Blijkt dat ze uiteindelijk niet meer dan 4 uur gestapt hebben,
spijts de tegenstrijdige toeristeninfo en informatie van puffende
collega-wandelaars. Tsjeefken vond het uitzicht, éénmaal
boven de boomgrens, fantastisch. Daarna hebben Finol en Pietjen
er niet beter op gevonden om de berg al lopend af te dalen.
We keren terug naar Brouzenac waar we gedurende een schitterende
avond onze eigen pot koken en een zwemken doen.
Dag 5: dinsdag----- Rustdag in
de Tour en ook bij ons
"t'Is
van de klöden" zegt Finol plots na het lezen van
het Tourklassement waarin Klöden voor Ullrich staat. Deze
prachtige afgeleide oneliner zal de rest van de vakantie meegaan.
Nog meer boeiend nieuws lezen we in de krant als daar is: de federale
stoelendans; torpische stormen in België als gevolg van de
tropische termperaturen; La Esterella die 3 uur vast zit in een
lift; enz.
Het is 10h30 en als voorbereiding op D-day morgen, plannen we
een 'vlakke' rit van 50 km 'rond de kerktoren'. We misrijden ons.
De rit zal uiteindelijk 20 km langer worden. De rit lijkt een
voortdurende afdaling tot in Mas d'Ingskes, waar we linksaf
slaan richting Allières, onze buurgemeente. De klim nar
Allières, al vele malen op en neer bereden met de auto,
is 5 km lang en niet te onderschatten vanwege de vrij steile stukken
en het ruwe asfalt. Finol die voor ons rijdt, keert terug (daalt
terug af) op zoek naar Pietjen die worstelt met een inzinking.
De afstand en de relatief hoge snelheid nekken hem. Maar dat is
niet te verwonderen na een jaartraining van amper
40 km
op de fiets. Tientallen kilometer looptraining zijn blijkbaar
niet voldoende om afstandsfietsen te compenseren. Wat wordt het
morgen in de cols?
Na drie uur fietsen komen we thuis en zien we Armstrong terug
een tourrit winnen. De weinig agressieve Lottoploeg moet het ontgelden
van Tjeefken. Merckx maar vooral Rik Verbrugge laten het afweten.
t'Is van de klöden. Maar binnenkort is het Rik's verjaardag
Die avond proberen we een vreemde hond van het erf te schoppen,
eten we in Foix en bereiden ons voor op morgen D-day.
Dag 6: woensdag -----Col d'Aspin
en Col du Tourmalet 30 km klimmen
In
de voorbereiding op deze vakantie had ik al eens laten vallen
om den Aspin te beklimmen als 'opwarming' op de Tourmalet. Zulke
dingen zeg je gemakkelijk vanuit een zetel in Landegem na een
douchken. En tot op vandaag heeft niemand zich tegen dit
idee verzet, integendeel. Lieven en Tienne vinden het zelfs logisch.
Vandaar dat we met twee auto's vertrekken nar Ste Marie de
Campan, het stadje aan de voet van zowel col d'Aspin als col
du Tourmalet. Het scenario is als volgt: Aspin beklimmen, Aspin
afdalen, Tourmalet beklimmen, juichen?, Tourmalet afdalen. Pietjen
doet de tocht andersom. De onwetendheid over zijn fietsconditie
doet hem beslissen eerst de Tourmalet te beklimmen. Hij ziet daarna
wel.
Enkele technische gegevens:
-
Col d'Aspin:
o 12 km klimmen
o tussen 4 en 6% stijgingspercentage gedurende de eerste 7 km
(doenbaar)
o tussen 8 en 9% stijgingspercentage de laatste 5 km (lastig)
-
Col du Tourmalet:
o Wordt aanzien als de zwaarste Tourcol uit de Pyreneën:
een wielermonument
o 18 km klimmen
o gemiddeld 7,5% stijgingspercentage
o tussen 8,5 en 10% stijgingspercentage de laatste 4 km
Tupe tegoare: 30 km klimmen. Hopelijk heeft Nokere berg,
onze favoriete trainingsmolshoop van 500 m, ons het nodige klimritme
gegeven
De beklimming van de Aspin gaat vrij vlot. Ik zet mij in het wiel
van Lieven en samen zijn we op een uur boven, 5' na Tienne en
10' na Finol. Met een gemiddelde van 12 km/h niet slecht voor
twee ouwe rakkers. Filip staat ons boven al op te wachten.
Hij doet met zijn auto een alternatieve Pyreneën-rit en probeert
onze fietsaankomsten in te passen in zijn tijdsplanning. We dalen
de Aspin af in snelvaart en stoppen even aan de wagens om wat
te eten en te drinken. Ik leer Filip de basics van mijn
camcorder om zo onze klim van de Tourmalet op film vast te leggen.
Na een kwartiertje beginnen we eraan:
Finol
is de primus van de groep en haspelt de 18 km af in 1h35' wat
een gemiddelde is van een kleine 12 km/u. Een grootse prestatie.
Maar zelfs Finol heeft afgezien. Vooral de laatste kilometers
na het skioord La Mongie tot op de top, met stroken aan 7 km/u
laten vermoeden dat het geen plezierritje was, zelfs voor een
klimmer als hij. "Zwaarder dan de Mont Ventoux", zucht
hij, "geen enkele strook met vals plat om even te recupereren".
Tienne
is tweede op de top en verrassend dicht bij Finol: op amper
6'. Tienne heeft een constant tempo aangehouden en wat kunnen
terugnemen op Finol in de laatste zware kilometers. Een beresterke
prestatie. Hij heeft zelfs bijna moeten stoppen voor in de weg
lopende schapen. De lezer moet weten dat op de cols het principe
van de 'open range' gehuldigd wordt: het vee loopt vrij in de
natuur rond.
Martin
uw schrijvende dienaar, komt als derde over de streep gereden.
Rijden is hier een groot woord, 'zich al rijdend voortslepen'
is een betere omschrijving. Ik doe er 2h11' over wat neerkomt
op een gemiddelde van 8 km/u. Ik heb van Lieven moeten lossen
en krijg halverwege de klim bezoek van hamerlinksken. Zijn hamer
treft me knal op mijn hoofd. Maar een mengeling van doorzettingsvermogen,
muziek van Led Zeppelin in mijn gedachten, de-oudste-van-de-bende-mag-niet-opgeven
syndroom, laten me dit moeilijk moment doorstaan. Integendeel,
éénmaal door La Mongie na 14 km klimmen - hopend
op een stuk vals plat die er niet kwam - is mijn inzinking verteerd.
Ik word sterker op het laatste stuk. Natuurlijk zijn de aanmoedigingen
van Finol die 2 km gedaald is om samen met mij naar de top te
klimmen, daar ook niet vreemd aan. Meer nog, het zien van de
eindmeet en nog meer aanmoedigingen van Tienne èn een
filmende Filip, zuigen me naar boven.
Lieven is een speciaal geval. Hij lost mij tijdens de
beklimming tot ik hem een eind verder plots te voet zie staan
naast de weg. Hij springt terug op zijn fiets, zet zich in mijn
wiel, maar moet onmiddellijk terug afstappen: motor over de
toeren en recuperatie is noodzakelijk. Na een kwartiertje rust
vervolgt hij de klim. Inmiddels is Finol terug een eindje gedaald
om samen met Lieven naar boven te rijden, die vrij uitgeput
de top bereikt. "'t es een bieste van nen berg",
mompelt Lieven en dan moeten we hem efkes laten bekomen.
Boven
op de berg en nadat we allen bekomen zijn, volgt de obligate foto
voor het bord met "Col du Tourmalet 2.115m" met daarnaast
het standbeeld van Desgranges, stichter van de Ronde van Frankrijk.
De 'high 5' slaan om zich heen en we zijn terecht heel
fier op onze uitstekende prestatie. Daarna dalen we de Tourmalet
af in duizelingwekkende vaart (top van 67 km/u) want met zijn
weinig haardspelbochten is die col uitstekend geschikt tot snel
afdalen. We komen voor de tweede keer aan bij onze wagens te Ste
Marie Campan.
En
Pietjen?
Tijdens onze klim van de Tourmalet, dan nog in het gezelschap
van Lieven, zien en horen we plots iemand in een oranje koerstrui
al roepend naar beneden zoeven. "Nen zotten ollander"
denk ik eerst, maar het blijkt Pietjen te zijn die zijn vreugde
van zijn geslaagde klim uitschreeuwt en ons - bij het zien van
onze afgepeigerde gezichten - nog wat aanmoedigingen toeroept.
"Ik ga ook nog den Aspin beklimmen", roept hij ons
nog na. En inderdaad, Pietjen heeft ook nog eens den Aspin beklommen.
Wetende dat hij de Tourmalet beklommen heeft in 1h40' - bijna
even snel als Finol en Tienne - en de Aspin in 55', zonder meer
dan 40 km te hebben getraind met de fiets dit jaar, doet zijn
prestatie wel enorm veel glans geven. Moraal van het verhaal:
een marathon-conditie laat toe om cols te beklimmen zonder specifieke
fietstraining.
We
rijden allen welgezind terug naar huis, niet vooraleer we een
terrasje bezoeken in Ste Marie de C. waar we op een tv-scherm
The Boss de klimtijdrit zien winnen op Alpe D'Huez. Het maakt
niet al te veel indruk op ons want Alpe D'Huez is blijkbaar 'maar'
14 km klimmen
S'avonds trakteren we ons allen op een gezellig
restaurant in Mas d'Ingskes waar we botsen (figuurlijk)
op een zeer sympathieke en goedlachse serveerster, door ons gezamenlijk
'ons scheetsjen' genoemd. Na een uitstekende maaltijd aangevuld
met copieuze porties vuile proat van Pietjen overgoten
met een soort onoverwinnelijkheidsgevoel, rijden we naar huis.

Uitblazen
op de top van de Tourmalet
Dag
7: donderdag -----Vakantiedag
Onze
eerste vakantiedag van deze vakantie komt eraan. Bij een schitterend
weertje van 30° doen we niets, zijn we leeghangers, hangen
we rond de zwemkom, stoefen we over onze prestaties, kijken we
naar de koers op tv. We kijken naar onze prestaties van gisteren
op de camcorderfilm, gedraaid door Filip. Zijn interesses in derrières
van schoon maskes en de eerste verschijnselen van Parkinson
bij het inzoomen, 'kleuren' onze klimprestaties mee. De andere
Filip (t'Hooft) kan nog altijd niet geloven dat zijn gite afgehuurd
wordt door mensen die willen afzien op vakantie.
Inmiddels krijg ik een SMS-ken van Kim: ze hebben beslist om na
een week de Pyreneën vaarwel te zeggen en naar Barcelona
te treinen.
De dag wordt afgesloten met een grote barbecue. Finol is barebecuemeester,
wij barbecue-eters.
Dag 8: vrijdag----- t'zijn zotten
die klimmen
Filip
vertrekt s'morgens vroeg naar huis terug: Jetair verwacht hem
terug. We wuiven hem uit.
Finol en Pietjen kunnen er niet genoeg van krijgen. Finol heeft
gelezen dat de zwaarste col uit de Pyreneën een zekere Col
de Pailhères is: "35 km klimmen waaronder 11 km
à 9%", zegt hij. Ze willen geen redelijke argumentatie
aanhoren en nadat we ze eerst formeel zot hebben verklaard, vertrekken
ze per wagen-met-fietsen naar de voet van die col in de buurt
van Ax-les-Thermes.
De rest van het gezelschap beslist om een bergwandeling te maken.
We rijden eerst richting Auzat om vanaf het einde van de openbare
weg (l'Artigue) de wandeling te starten. Terug hebben we in de
folderkes verkeerde info gelezen: de wandeling start in
Refuge du Pinet die wel nog eerst
3 uur
stappen is vanaf l'Artigue. Met andere woorden we starten
eigenlijk nooit de tocht die we willen stappen want we geraken
niet eens tot aan Refuge du Pinet. Afstanden en toeristische informatie
zijn hier niet altijd betrouwbaar. We geraken wel tot aan een
aantal knappe uitzichtpunten (foto rechts). Na een aantal
uren bergstappen keren we op onze passen terug niet zonder een
terrasken aan te doen waar ze Grimbergen schenken (wat ze daar
'une grimme' noemen). Ik heb me daar in de doeken laten
doen door een fles wijn te verwedden op Rik Verbrugge die morgen
op zijn verjaardag een tourrit gaat winnen. Dit in een ultieme
poging om Tjeefken's aanhoudende kritiek op de Lotto-formatie
te smoren.
Eens terug in Brouzenac hebben die zotten de Pailhères
beklommen, weliswaar niet over de volledige lengte. Maar het blijkt
inderdaad een drieste col te zijn met zeer technische en smalle
haarspeldbochten.
S'avonds helpen we Filip met het afzetten van zijn hooikeerder
op zijn landgoed van 13 ha, een goed half uur rijden van Brouzenac.
Het lijkt ginds het einde van de wereld met steil op- en neergaande
weiden waarin we drie van zijn hippie-koeien zien en twee paarden
en dit temidden van een prachtig decor. Ja, ja hippie-koeien zo
genoemd omdat in de jaren 60 en 70 in de streek heel wat hippies
verbleven die zulk ras van koeien hielden.
Voor Finol en Pietjen zit de (fiets)vakantie erop want om 21h
moeten we ook hen uitwuiven.
Dag 9: zaterdag -----Bij onze nieuwe
onthaalfamilie in Ganties
T'is
4h in de morgen en ook Lieven en Tienne keren terug naar België.
We staan er niet voor op want we hebben gisteren reeds afscheid
genomen. Het is dus een lege gite die we aantreffen bij het ontwaken.
Ook wij vertrekken vandaag uit Brouzenac maar niet terug naar
huis: er rest ons nog één week vakantie die we helaas
niet kunnen boeken bij Filip wegens reeds verhuurd aan een ander.
Dan maar via internet de Chambres d'Hôtes in de streek opgezocht
en op goe kome't uit geboekt bij een familie in het onooglijke
dorpje Ganties ergens temidden Brouzenac en de Tourmalet,
dicht bij de autosnelweg Toulouse - Pau. We nemen uitgebreid afscheid
van het sympathiekste Vlaamse gezin in de Ariège, Filip
en Hilde met de kinderen, en vertrekken richting Ganties.
Geen pijlen te zien in Ganties naar één of andere
Chambre d'Hôte en dus moet ik hen bellen. "Po po postez
vous à à à à la Mairie: je viens vous
vous vous chercher", hakkelt de man des huizes in mijn GSM.
Daar Ganties maar één straat telt, kan ik het gemeentehuis
niet missen. En inderdaad een sympathieke dertiger-met-spraakgebrek-en-met-buikje
loodst me naar zijn Chambre d'Hôte. We worden uitermate
vriendelijk ontvangen door het koppel (Patrick en Françoise)
en logeren in een mooie en propere kamer. Het zwembad is groot
en overdekt. Mijn moto mag direct in hun schuur staan en de remorque
wordt uit de weg geparkeerd. Later op de dag begrijpen we hun
sympathieke houding: het is hun eerste jaar Chambre d'Hôte
en wij zijn hun eerste buitenlanders op visite. Ik vraag Patrick
naar de uitslag van de Tourrit van vandaag. "Je je je je
ne sais pas, on n'a pas pas pas de jouuuuuurnal", komt het
er uiteindelijk uit. De slappe lach is nooit ver weg. Maar ik
kom toch te weten dat Lotto Rik niet gewonnen heeft vandaag.
S'avonds bezoeken we een middelgrote stad aan de snelweg op een
10-tal km van Ganties: Saint Gaudens. Er is eigenlijk niet
veel te doen, we zien niet veel volk, weinig leuke restaurants
en als we de enige min of meer leuke tent opzoeken, duurt de bediening
wel zeer lang. De zwarte garçon is over zijn toeren en
kan blijkbaar de stress van een druk terrras niet aan.
Dag 10: zondag -----Met de moto
de Pyreneën induikelen: rit 1
Na
een week fietsen en onszelf overtreffen, gaan we het deze week
rustiger aan doen. Het schitterende weer is uitnodigend voor een
motorit, vandaar:
Chronologisch
ritschema:
Ganties/Saint
Girons
Op de markt van Saint-Girons verkoopt Filip zijn zelf gebakken
brood.
D
618
Departementalleken aangeduid met een groen lijntje op
de Michelin wegenkaart.
Col
de Portet d'Aspet
Vanuit het dorpje Portet d'Aspet is de col relatief kort maar
éénmaal over de top is de col wel heel steil naar
beneden met stukken van 17%, via verkeersborden aangeduid. Er
komen een aantal gevaarlijke bochten in en in één
van die bochten zien we het gedenkteken van Casartelli,
de eerste en voorlopig laatste rennerdode in de Tourgeschiedenis.
Via
D44 naar Col de Menté
In de afdaling van de Portet d'Aspet is er een zijweg (D44)
naar de Col de Menté. Een col met veel haarspeldbochten
en een brede weg. Eén voor één steken we
tientallen fietsers voorbij en zien dat ze een rugnummer dragen.
En inderdaad op de top bemerken we een groot plakkaat
"Course", drinkbedelers en applaudisserende supporters
voor deze renners.
St-Béat/Bossost/Col
du Portillon
We dalen de Menté af naar St-Béat aan de Garonne
rivier. Op de wegbedekking staat overal 'DUA' gewit. Het idee
dat Vera Dua's plak- en schilderploegen hier komen oefenen voor
de Vlaamse verkiezingen wordt weggedrukt als we terug al die
renners zien die plots beginnen te lopen. In St-Béat
zien we een grote weide waarop de fietsen achtergelaten worden
en de loopwedstrijd begint. Inderdaad we zitten temidden een
DUAtlon. We laten de atleten afzien (elk zijne toer es
niet teveel) en we rijden door via de N125 naar Bossost in Spanje.
Aan de grens zijn alle douaniers verdwenen en ge rijdt vrij
door.
Het is markt in Bossost en vrij druk zodat we even twijfelen
om te stoppen. Maar het is al wat laat en we rijden door. Net
buiten Bossost is het rechtsaf om via de Col du Portillon terug
Frankrijk binnen te rijden. Eigenaardig genoeg is de klimweg
langs Spaanse kant veel beter bereidbaar dan de hobbelige klim
(afdaling) langs Franse kant.
Bagnières-de-Luchon
We rijden Luchon binnen en zien een toeristenoord met één
belangrijke, omboomde laan met winkels, terrassen en crèmekerren.
We lassen een crèmestop in.
D125,
D618, Col des Ares
We keren terug via de Col des Ares, een lichtlopende en niet
al te steile col van ongeveer 10 km. Ideaal als trainings/opwarmingsklim
èn met een mooi uitzichtpunt.
Aspet,
Ganties
Eenmaal thuis in Ganties horen we dat Tom Boonen de afsluitende
rit op de Champs Elysées gewonnen heeft. Meer nog, de
eigenaar geeft een aperitief.
Dag 11: maandag -----Met de moto
de Pyreneën induikelen: rit 2
Vandaag
gaan we die loeders, die we beklommen hebben per fiets,
zelf eens flink doen afzien:
Chronologisch
ritschema:
Ganties/St-Gaudens
In St-Gaudens, een stadje zoals Deinze, vinden we geen benzinepomp
zelfs niet na ettelijke toeren in en rond. We zijn verplicht
om het te vragen en een sympathieke Fransman rijdt ons voor.
D-routes
8 en 938
De departementale-routes zijn altijd rustig en gelegen in een
mooi kader. Zeker als ze een groen streepken meekrijgen
op de wegenkaarten van Michelin.
Pailhac
We komen toe in Pailhac aan de voet van de Aspin.
Col
d'Aspin
Deze
keer berijden we de Aspin langs de andere kant dan we hem beklommen
hebben met de fiets. Ook hier is de klim 12 km lang maar gelijkmatiger
stijgend, veel minder bos en dus een veel mooier uitzicht. Op
de top heb je één van de betere uitzichten op
de Pyreneën. Iets wat ons was ontgaan toen we daar vorige
week al puffend met de fiets boven stonden.
Ste
Marie-de-Campan
Het stadje tussen de twee tourcols in. Je ziet er vooral motorijders
en wielertoeristen.
Col
du Tourmalet, de bieste
Langs wijde bochten, brede banen en goedlopende asfalt beklimmen
we de bieste met de moto.
Ik
lach de bieste uit, laat mijn rubber aan zijn asfalt
plakken, stop met de moto waar Tsjeefken met de fiets stopte
en begin hem te stampen en te schoppen. Tenslotte rij ik naar
de top en pis erop. Niet vooraleer ik de schapen, die Tienne
bijna deden stoppen, de schrik van hun leven bezorg met mijn
Harley gegrom. Voilà, de bieste is getemd.
La
Mongie vanop de top van de Tourmalet
La
Mongie
We willen de kabellift nemen naar de Pic du Midi ip 2.877m,
het hoogste punt in de Pyreneën waar toeristen vanop een
rotspunt een subliem zicht hebben op de bergketen. Maar de Pic
zit omhuld in wolken en dus vandaag geen vergezichten.
D938
/ Ganties
Dag
12: dinsdag -----Lourdes
We
worden wakker en een dik wolkendek verbergt een blauwe hemel.
Geen motorit vandaag maar een autorit is het gevolg. We beslissen
om naar Lourdes te rijden en nemen in St-Gaudens de autostrade
Toulouse-Pau, La Pyrénéenne genoemd. In Tarbes nemen
we de N21 en komen in Lourdes toe:
- Ik
heb nog nooit zoveel hotels gezien in één stad.
Het ganse gamma aan heiligen wordt gebruikt als hotelnaam
-
Het valt op dat er veel Vlamingen zijn: cafés met "Hier
Belgisch Bier", en veel winkelkes met "Hier spreekt
men Vlaams". Het rare is dat ik nergens het woord "Nederlands"
lees.
-
Lourdes is uiteraard hèt pelgrimsoord voor de katholieken.
Je ziet er dan ook veel geestelijken rondlopen en veel volk
aan de fameuze Grot, onderaan de kathedraal.
-
Het is een mooie kathedraal met binnenin veel muurmozaïeken
van Bijbelse taferelen.
-
Even verder voorbij de Grot is een plaats met honderden pelgrims,
velen in een rolstoel of op een roltafel. Eerst wordt een soort
eredienst gelezen en daarna verdwijnen de gelovigen één
voor één achter een muur waar, denken we, een
soort meditatiemoment is met een bading/wijding gekoppeld aan
hoop op genezing.
-
Maar Lourdes is ook platte commerce, niet op het kerkplein,
maar in de straatjes daarrond en daar naartoe. Onze snack op
de middag: croque + quiche + 2 colaatjes = 18,4 €. Zelfs
het stadstreintje, meestal gratis, is in Lourdes betalend.
Maar
er geschiedt toch een mirakel: de zon verdrijft het wolkendek
en beetje bij beetje kleurt de lucht blauw. We beslissen om verder
te rijden richting Col du Soulor en Col d'Aubisque. We
rijden door Argelès-Gazost richting de Soulor. Het stadje
is pittoresk en bekoort ons onmiddellijk. Hier gaan
we in het terugkeren een terrasje doen. We stijgen naar de top
van de Soulor (7km à 8%) en boven op de top zien we de
andere zijde in de wolken. We beslissen om niet verder te rijden
naar de Col d'Aubisque (12km à 7,5%) want die zit waarschijnlijk
volledig in de wolken.
Op de top van de Soulor zien we loslopend vee met daartussen enkele
wilde paarden met lange, witte manen die tussen de auto's van
verschrikte chauffeurs laveren (foto rechts). We ontdekken
er ook de Pyreneese specialiteit: deeg gieten op een rol naast
een gazzevierken. De deeg bakt, de man giet verder, de
deeg bakt verder totdat er een redelijk volume is. Dan afkoelen.
Alhoewel de deeg bestaat uit vele ingrediënten waaronder
veel groenten, aardappelen, suiker, ham,
heeft het eindproduct
de smaak van een pannekoek. "Mais préparé sans
lait", vertelt de verkoper.
We dalen de Soulor af naar Argèles waar de wolken
nog niet toegekomen zijn en we verder genieten van een terrasken
met zicht op de Pyreneënruggen. Pas rond 21h rijden we in
ienen trok terug naar Ganties.
Dag 13: woensdag -----Met de moto
de Pyreneën induikelen: rit 3
Vandaag
start de dag met een helblauwe hemel en we gaan onze laatste en
langste motorit rijden:
Chronologisch
ritschema:
Ganties
De hemel is helder en onderweg zien we bijna constant de Pic
du Midi, gemakkelijk te herkennen aan de reuzemast (meteo) die
erop staat. En vanaf een autostrade is dit gemakkelijker te
zien dan vanaf een D-weg.
La
Mongie/Pic du Midi
Het is de derde keer deze vakantie dat we passeren in La Mongie
en 'derde keer goede keer'. De hemel is wolkenloos en we nemen
de kabellift naar de Pic du Midi. Het is een uur aanschuiven
vooraleer we in de cabine stappen waar 45 mensen in kunnen.
Het lijkt alsof gans het skidorp in die ene dag naar boven moet.
Eens boven (op 2.877m) is er een noord- en een zuidzijde. De
noordzijde geeft uitzicht op de vlakten aan de voet van de Pyreneën
waarboven een bruine smog hangt: vervuiling van de steden als
Toulouse, Tarbes, Foix, enz. De zuidzijde geeft zicht op tientallen
Pyreneënpieken zover het oog kan reiken. Langs hier geen
smog maar een subliem zicht op de bergketen met enkele sneeuwbedekte
pieken. De hoogste plek in de Pyreneën is eigenlijk 'slechts'
3.340m hoog. Vele pieken zijn zelfs lager in vergelijking met
waar wij staan. Na een uurtje keren we terug met een schommelende
cabine over diepe ravijnen. Zelfs op de steilste hellingen zien
we schapen lopen.

Westkant Col du Tourmalet
We dalen de Tourmalet af langs de andere kant. Het 'beest' blijft
indrukwekkend met borden die 20km klimmen aangeven aan een algemeen
gemiddelde van 8%. Er zijn veel minder bomen langs die kant
en dus veel meer zon. De laatste km klimt 10%! Aan de voet rijden
we door Luz-st-Sauveur.
D920
en D921
Dit zijn de mooiste D-routes tot nog toe.
Cauterets
De klim naar Cauterets is 'gewillig' en de baan loopt constant
langs een bergriviertje en wordt geflankeerd door dicht beboste
hellingen. Cauterets is een typisch toeristenstadje.
Pont
d'Espagne
We rijden verder door naar Pont d'Espagne, een steile klim (6km
aan meer dan 10%). We rijden langs bulderende watervallen. De
laatste kilometers zijn technisch met korte haarspeldbochten
en de streek wordt zeer ruig. Op de top belemmeren de bomen
een uitzicht maar de honderden wandelaars die we zien, doen
ons vermoeden dat hier een heleboel wandelingen vertrekken /
aankomen. Dit lijkt me een spectaculair gedeelte van de Pyreneën:
wilde rivieren, watervallen, dichte bebossing.
Lourdes
We keren via Lourdes terug omdat we (lees: Martine) malgré
nen crème willen eten.
Ganties
En dan terug naar Ganties met een duik in de zwemkom.
Dag 14: donderdag----- Ax-les-Thermes
revisited
Vannacht
heeft het gedonderd en gebliksemd. Vast weer is hier niet zo bekend.
We beslissen om een autorit in te lassen en volgen Finol's tip:
een bezoek aan de lastigste col van de Pyreneën, volgens
Finol's boeksken de nobele onbekende Col de Pailhères.
Vervolgens rijden we door de streek van de Gorges. Het komt goed
uit want s'avonds gaan we in het terugkeren in Foix Kim en Daan
oppikken die terugkeren uit Barcelona.
Chronologisch
ritschema:
Ganties/Foix
We passeren nogmaals Filip's doeninge op weg naar Foix en zien
duidelijk zijn zwemkom vanaf de baan.
Ax-les-Thermes
Voor de 37ste keer. We eten een paar warme, typisch Franse koeken
Col
de Pailhères
Vanuit Ax-les-Thermes volgen we de D613 en die stijgt steil
de eerste drie km tot aan de splitsing waar de klim van de Pailhères
begint. We rijden een normaal middenstuk maar de eindklim is
terug steil. Na 18 km staan we op de top op 2.001m.
De afdaling langs de andere zijde is zeer technisch, met massa's
haarspeldbochten en een smalle baan. Het is steil naar beneden
tot in Rouze en dan daalt het verder licht tot in Axat,
30km verderop (te rekenen vanaf de top)
Gorges
de St Georges
De
D118 leidt ons licht dalend tot in Axat. Ondertussen
passeren we de Gorges de St Georges. Een Gorge wordt gekenmerkt
door een bergrivier en twee steile klifs, links en rechts. Hoe
nauwer de afstand tussen de klifs, hoe spectaculairder de Gorge.
Georges zijne Gorge zou ik omschrijven als 't kan beter'.
Gorges
du Rébenty
Na
Axat leidt de D117 ons terug naar Ax-les-Thermes. De D117 is
de meest eenzame weg die we berijden tijdens deze vakantie.
Hij is lang en passeert kleine dorpjes met alleen een paar huizen,
zeer smalle straatjes en mensen die u nakijken als je met de
wagen passeert. In dit decor liggen de Gorges de Rébenty,
een klasse sterker dan Georges. Zij vallen op door hun overhangende
kliffen.
Col du Pradel
Nog
steeds op die D117 bevindt zich naar het einde toe een speciale
col: Col du Pradel. 't smoort en dat vergroot de triestigheid
van de Col. Die zit al geplaagd met een extra smalle weg naar
de top, slecht onderhouden en met ruig asfalt. Hoe hoger naar
de top, hoe meer kruid er groeit temidden het asfalt. En hij
is steil. De top ligt boven de boomgrens. De afdaling is even
technisch, met zeer korte haarspeldbochten die elkaar vlug opvolgen.
Het einde van de afdaling van de Col komt uit op het eerste
deel van de beklimming van de Pailhères. Gelukkig komen
we maar één (!) auto tegen tijdens de volledige
klim en afdaling van de Pradel. We keren terug naar Ax-les-Thermes.
Een
echte uitdaging voor de wielertoerist zou een combinatie zijn
van het eerste deel van de Pailhères gevolgd door de volledige
klim van de Pradel.
De SMS-technologie laat ons toe Kim en Daan op te vissen in Foix.
We drinken iets onder de marktgalerij en er wordt heen en weer
verteld. We rijden door naar Ganties waar ze voor het eerst in
14 dagen in een bed slapen en een normale douche nemen.
Dag 15: vrijdag----- Raften op
La Garonne
Vandaag
rijden we met zijn allen richting Luchon, want in St-Béat
hebben we afgesproken met de raftingonderneming om ons op het
wilde deel van de rivier La Garonne los te laten in een rubberboot.
Het wilde deel van de Garonne ligt net over de grens in Spanje
en noemt daar de Garonna. Maar de Spanjaarden lossen vandaag geen
water uit het hogergelegen stuwmeer om de Garonne te laten zwellen.
Volgens onze gids komt dit omdat er te weinig klanten zijn bij
de Spaanse rafters vandaag. En daar zijn wij nu de dupe van zie.
We rijden terug met de wagen naar St-Béat om daar dan maar
op de minder wilde Franse Garonne te raften. We zitten met zijn
zessen in de rubberboot en het wordt minder rafting maar meer
waterpret met een gids die ons steeds uit de boot tracht te kieperen
met onortodoxe peddelslagen en andere leuke trucs. Het wordt een
ludieke namiddag, ideaal als afsluiter van de vakantie, want
Dag 16: zaterdag -----Back home
om 6h uit ons piere om te vertrekken richting Landegem.
En na een vlotte rit komen we in de late namiddag thuis, met de
Tourmalet en de Aspin-scalpen aan onze broeksriem. Tienne, de
Jean en Lieven hebben twee scalpen meer: Portet d'Aspet en Plateau
de Beille.
|