CORSICA, per AUTO en per FIETS
16 juni - 23 juni 2007
.gif)
Met
zijn vijven gaan we de boer op naar Corsica voor een week. Van
links naar rechts zien we:
Lieven,
alias Tjeefken
Martine, alias La Martina
Ikke
Filip, de Jetair man, die de reis georganiseerd heeft
En Luc, een nieuwkomer. We noemen hem Lucien, le petit belge.
Inderdaad 'petit' want Moeder Natuur heeft Luc niet echt meegeholpen
tijdens zijn groeifase. Ze is met haar inspanningen gestopt aan
162,5 cm.
Dag
1 -----Zaterdag 16 juni
We landen om 16u30 te Ajaccio, hoofdstad van Corsica, waar we
de huurauto afhalen en rijden naar onze standplaats Porto, nadat:
- Filip ons komen ophalen is rond 11u30
- We samen naar de luchthaven rijden
- We de stress met emmers uit de auto kwakken
- We zijn auto laten staan in het bewaakte Car Hotel (als jetair
medewerker krijgt hij 50% korting)
- We op tijd opstijgen na een opwarmingspint in het obligate panoramarestaurant
op de luchthaven
- We 2 uur vliegen en op tijd landen.
Ook 2 uur duurt de rit van Ajaccio naar Porto met onze ruime Renault
Espace monovolumewagen. Bij vertrek meldt het AVIS-hostesken ons
dat we de pijlen 'Calvi par la côte' moeten volgen.
'Par la côte' betekent in dit geval 60% kustlijn
en 40% zonder zicht op de kustlijn.
Ons hotel zoeken we in een gehucht net buiten Porto, in Boussaghia.
Het ligt rustig in een kleine vallei met 400m verderop een soort
privé-strand, in één van de vele inhammen
die de baai van Porto rijk is. Dit stukje Corsica op zijn schoonst
steekt af tegen de beetje belachelijke en waarschijnlijk in een
zatte bui ontsproten naam van ons hotel: Stella Marina.
De
ganse rit naar Porto bieden Lucien en Lieven tegen elkaar op
hoeveel witten ze zouden drinken, en hoeveel halve liters
ze wel gaan drinken met al dat goe weer
totdat we s'avonds
eindelijk in de bar zitten van ons hotel en Lieven braaf een
25cl Pietra'aatje (lokale pils) bestelt en Lucien een
Heineken.
Dag 2 -----Zondag 17 juni
Vanuit
Porto rijden we 5 km landinwaarts - via de D124 - naar het plaatsje
Ota (foto rechts). Zoals in vele Corsicaanse plaatsjes
zullen we merken dat de baantjes door de dorpen nauw zijn, uiteraard
kronkelend en steil. Je hoopt er altijd weinig tegenliggers tegen
te komen en zeker geen bussen of vrachtwagens.
Net voorbij Ota start de trek in de gekende 'Gorges de Spelunca'.
De wandeling doorheen deze kloof begint aan twee Genuese bruggetjes.
Dit zijn gemetste boogbruggetjes, zeer typisch voor Corsica. De
wandeling is relatief gemakkelijk en we volgen het bergriviertje
stroomopwaarts tot aan de volgende
Genuese brug. Vandaar is het steil klimmen uit de kloof naar het
volgende bergplaatsje Evisa. Om te vermijden dat we hetzelfde
pad moeten terugkeren, klimmen Filip & co verder en wandelen
Martine en ik terug naar onze startplaats. We zullen hen oppikken
te Evisa en vermijden zo een dure taxitocht terug.
De baan van Evisa naar Porto is een deel van de fameuze D84
naar de universiteitsstad Corte, temidden het eiland. In onze
terugtocht per wagen zien we echt de grootsheid van de Spelunca
kloof. In dit geval zijn we beter af als we het geheel kunnen
overschouwen vanop een afstand dan erin te lopen. De kloof is
echt diep, de wanden honderden meters hoog. Vanaf een uitzichtpunt
langs de weg erin kijken is slecht voor mensen met hoogtevrees.
De rotskleur is overwegend bruinrood. De hoogste bergpieken bereiken
hier een kleine 2000 m. We dalen verder richting Porto en zien
aan de overkant van de kloof Ota liggen. In feite is er een aantal
hectaren bos gekapt en zijn er een 50-tal huizen in de plaats
tegen de rotswand geplakt.
We rijden nog verder naar beneden totdat een zwerm berggeiten
over de weg ons doet stoppen. Maar de drang naar een frisse pint
is te groot en we slingeren er ons door. We bezoeken voor de eerste
keer ons privé (keien)strand en merken een bar-restaurant,
uitgebaat door een paar homo's, die met plezier ons overwegend
mannelijk gezelschap een paar Pietra's verkopen.
.JPG)
Dag 3 -----Maandag 18 juni
Op deze aardkloot zijn er een aantal natuurwonderen. Les Calanques
de Piana op Corsica behoort bijna tot deze categorie. Het zijn
een soortement rotssculpturen geërodeerd door water
die alle mogelijke vormen hebben aangenomen van gewone rotsspiralen,
rotspinnen, forten, gaande van 10m tot 300m hoogte, met holen,
spleten, bogen en dies meer en gelijkend op dieren, aangezichten,
gebouwen. De kleur is roze, rood en bruin en ze torenen boven
de kastanjebossen uit die aan hun voet groeien. We zien een chaos
van rotsformaties waarvan de vormen zo grillig en apart zijn dat
het kunst lijkt en waar ik vermoed dat menig kunstenaar dit kwijlend
moet aanzien hebben. We bezoeken dit natuurfenomeen ter zee en
te land.
S'voormiddags huren we een zodiac met buitenboordmotor. 'Avez
vous un permis' vraagt de verhuurder ons. Die hebben we niet en
daardoor kunnen we niets anders dan opteren voor een boot met
lichte motor (tot max 25 km/u). We varen de baai van Porto uit
tot aan de open zee, tot aan Capo Rosso. Dan varen we terug richting
Porto-haven, kortbij de kustlijn, om de Calanques te bewonderen
vanaf het water. We varen onder bogen, door holen in de rotsen
en in doodlopende (enge) gangen. We komen terecht in grote inhammen
met slechts een kleine uitgang naar de zee. Daarin liggen een
aantal rijke-luizen-yachten voor anker. Duidelijk mensen
die alleen willen zijn. We zien het reusachtig nest van een visarend
hoog op een rotspin. Kortom, het is een indrukwekkend natuurverschijnsel.
Tussenin de Calanques leggen we aan bij een mini-strand: Anse
de Ficajola. Dit strandje is enkel te bereiken vanuit Piana
langs een uiterst smal en kronkelend baantje. Maar wij leggen
aan met onze zodiac
We zeggen gedag tegen de 10 zonnekloppers
op dit strandje, bekijken de poulen, en varen dan weer
weg alsof dit dagelijkse kost is. Een beetje stoefen en macho-acting
moe keunen.
S'namiddags rijden we met de wagen tot aan de start van een wandeling
doorheen de Calanques, op de weg naar Piana. De weg zelf (D81)
is uitgehouwen in de rotsformaties en is al een prachtrit op zijn
eigen. De wandelingen zijn kort maar zeer steil want we klimmen
naar de toppen van de rotsen. Maar eenmaal het doel bereikt, zijn
de uitzichten onovertroffen. Van hieruit zien we de Calanques
afsteken tegen de diepblauwe baai van Porto. Dit is het mooiste
wat Corsica te bieden heeft.
S'avonds wordt deze dag gevierd met heel wat aperitieverij.
--------------
Dag 4----- Dinsdag 19 juni
Als je als wielerliefhebbers door een streek rijdt, trekt, vaart
als deze dan voel je automatisch de kriebels om hier ook eens
te fietsen. We zijn er echter niet op voorzien want al ons koersgerief
ligt thuis. Maar niet gedraald. We huren vandaag een mountainbike
met slicks.
De tocht gaat naar Evisa: een klim van 20 km met een recupereerstrook
van 6 km waar het slechts 2 à 3% stijgt. Het gaat vlot
met ons allen. Iedereen klimt op zijn tempo en niemand is buiten
adem als we (Lieven, Lucien en mezelf) een 1u ½ later toekomen
in Evisa. Onze conditie is gewoon goed! En zoals je al gelezen
hebt in dag 2 is de D84 het decor van de kloven en de steile rotswanden,
een zegen om in zo'n omgeving te mogen afzien. Kort na de middag
leveren we de fietsen terug in. S'namiddags wordt weinig meer
gedaan dan platte rust en aperitieven aan ons keienstrand.
De
Witte en de Gele Gids
We
hebben in ons hotel gekozen voor een half pension formule
en zijn dus elke avond stipt op tijd voor het avondeten. Tijdens
die avonden spotten we onze mede hotelgasten:
° we zitten elke avond aan onze zelfde tafel-van-vijf
op het overdekt terras. Het ander deel is binnenin het restaurant
en daar zitten alle 70-plussers, die zowat 90% van
de hotelpopulatie uitmaken. Dus geen jonge poulen voor
onze vrijgezellen.
° Aan de tafel naast ons zit er een lesbo-koppel
uit de Walen. De ene is een echt manwijf qua postuur en heeft
ook een drankprobleem. Zowat iedere avond is er iets: ofwel
waggelt ze op straat, ofwel valt ze van haar barkruk. Ze is
ook een kettingrookster. Haar partner is nochtans een knappe,
slanke vrouw. Raar, raar, raar
° vanuit mijn linkerooghoek zie ik schuin voor mij elke
avond een Jean-Luc De Haene lookalike met vrouw zijn
benen onder de tafel schuiven.
° vandaag is er een bus Duitsers en Belgen toegekomen
uit de categorie 70-minders. Maar toch nog te oud voor
onze vrijgezellen. Hun gids is een macho kereltje, gekleed
in het wit. We noemen hem de witte gids.
° In ons gezichtsveld zit ook een 70-plusser-met-vrouw,
die we verkeerdelijk aanzien als de gids van de 70-plussers
uit het restaurant binnenin. Maar het kwaad is geschied. Omdat
de man alle dagen een geel hemd aanheeft, noemen we hem de
gele gids.
Alle
dagen hilariteit alom met onze eetburen. En dan zwijgen we nog
van de garçon en de serveusekes, wèl jonge poulen,
en die door onze vrijgezellen met poezewoefken, scheetsjen
aangesproken worden.
Dag 5 -----Woensdag 20 juni
Via
de D84 - volgens Lonely Planet: the most spectacular road in
Corsica and one of the most frightening to drive - rijden
we naar Corte, Corsica's universiteitsstad (foto links).
Het is ook dè uitvalsbasis voor de beste wandelingen op
het eiland. Maar deze moeten we spijtig genoeg aan ons laten voorbijgaan
omdat blijkt dat de 80 km die Porto scheidt van Corte zo maar
eventjes drie uur in beslag nemen
enkel. Daarom zullen
we die dag alleen tijd hebben voor een stadsbezoek. De citadel,
de Generaal Paolilaan en Corsica's hoogste bergen met besneeuwde
toppen (bijna 3-duizenders) ten westen van de stad zijn de enige
hoogtepunten. We hebben nooit een waaw-gevoel. Corsica moet het
duidelijk hebben van zijn natuur eerder dan van zijn steden.
Maar gelukkig worden we 2 x 3 uur verwend door de D84 die
alle ode en eer verdient die er aan deze 'departementale' kan
toebedeeld worden. Het stuk naar Evisa is hiervoor al ruimschoots
beschreven. Daarna volgt de Col de Vergio met het bos van Aïtone
en daarna volgt een laatste stuk naar Corti met heel ruwe natuur
van geërodeerde, verweerde rotsbergen, kloven en een stuwmeer.
En daartussen slingert zich de D84, smal en zonder rechte stukken.
Bussen en vrachtwagens zijn een gesel voor onze zenuwen, zeker
als ze uit de tegenovergestelde richting komen. Dit is met stip
het meest pittoreske, bochtigste en smalste traject die ik ooit
bereden heb.
In de namiddag - op onze terugtocht - stoppen we in het bos
van Aïtone en stappen een half uur naar de watervallen
met dezelfde naam.
Het is fuif vanavond aan ons privé strand op het
houten terras van het restaurant. Allen daarheen. Twee lokale
zangers met gitaar verzorgen een geslaagd cover-optreden. Franse
hits worden afgewisseld met engelse rocknummers. Zo passeren U2,
Guns & Roses en het onvermijdelijke Led Zeppelin de revue.
Maar het meest hilarische moment van de avond is de aankondiging
van Pink Floyd's Break in the Wall. Je weet dat het engels uit
de mond van een fransman een soort onverstaanbaar dieventaaltje
'franglais' noemt. En zo verstaan we 'Break in the wall' als 'Break
in the hole', wat natuurlijk niet onopgemerkt voorbijgaat in dit
door homo's uitgebaat restaurant
Dag 6 -----Donderdag 21 juni
Dag
6 start lui. Alle boekskes worden gelezen en rondgedeeld: Story,
P-magazine, Humo, Menzo. Er wordt gezwansd en getinst.
Maar zo lui als de voormiddag is, zo actief wordt de namiddag.
Voor de zoveelste maal rijden we van Boussaghia naar Porto en
blijven we ons verbazen over de pracht van de Baai van Porto,
met verderop de Callanques.
In Porto splitsen we ons in twee groepen. La Martina, Filip en
Lucien kiezen voor de boottrip naar het door Unesco Werelderfgoed
beschermde Scandola schiereiland (foto links). Dit
schiereiland mag niet door toeristen bewandeld worden en kan enkel
vanaf de zee gespot worden. Ze zien er vulkanisch lijkende rotsen
in allerlei vormen en maten evenals de beschermde visarend en
zeemeeuwen.
Tjeefken
en ikzelf kiezen voor de kick: we huren elk een jet-ski.
'Avez vous un permis' wordt ons opnieuw gevraagd door de verhuurder.
En neen, we hebben geen permis dus moeten we begeleid worden door
een gids. Het wordt één langgerekte adrenalinestoot
van een 1u ½ op een machine die vaart en zweeft over het
water in de baai van Porto en ons een tweede maal naar de spleten
en de holen brengt van de Callanques. Maar deze keer genieten
we minstens evenveel van de snelheid en de kracht waarmee met
de jetski's over de zee scheuren als van de natuur. Ik heb nooit
de maximum snelheid uit de jetski kunnen halen. De zeestroming
en -deining maken dat de stampen op het water keihard in uw rug
aankomen. We halen zo een gemiddelde van 50 km/u, het zeewater
pletst in uw gezicht en uw onderrug ziet af maar dit alles wordt
ruimschoots gecompenseerd door de kicks van snelheid en zweven
over de golven. Een aanrader voor iedereen zonder rugklachten.
Dag 7 -----Vrijdag 22 juni
Vandaag
staat in het teken van een grote trektocht naar Lac Nino.
Daarvoor rijden we nog maar eens de D84 op tot over de Col de
Vergio tot aan het begin van het pad. De trek is 5 uur lang (heen
en terug) en wordt omschreven als lastig tot zeer lastig. Het
eerste uur wandelen we door het bos totdat we aan de boomgrens
komen. Van hieruit wordt het zeer lastig want er is niet echt
een pad meer. De gele merktekens staan aangebracht op enorme rotsblokken
en het wordt klauteren van de ene rots naar de andere tot aan
de bergrand. T'is te zeggen voor Tjeefken, Filip en Lucien want
La Martina is thuis gebleven en ik klim mee tot aan de boomgrens,
maar niet verder want ik wil mijn knieën niet ruïneren.
Stilaan zie ik hen uit het zicht verdwijnen en ik keer op mijn
stappen terug. Een paar uur later pik ik ze terug op aan het einde
van hun terugtocht. Eens over de bergrand, zien ze het ijsmeer
liggen en wandelen er naar toe. Het Nino meer is met ijs bedekt
gedurende de wintermaanden. Daarna hebben ze een alternatieve
route gewandeld want terugkeren langs diezelfde hoge rotsblokken
zien ze niet zitten. De alternatieve terugroute is echter langer
maar wel gelijkmatiger èn ze
Klauteren naar bergrand Nino meer
wandelen
op een deeltje van de legendarische GR20 route. Deze route
is 160 km lang en loopt op grote hoogte over de bergkammen in
de lengte-as van het eiland.
Wat een gejammer tijdens de autorit terug naar Porto over stramme
spieren en last in de onderrug.
Op onze terugtocht op de D84 is het ons de vorige dagen al opgevallen
dat we regelmatig koeien, varkens en geiten zien die zo maar langs
de weg lopen in het wilde weg. Navraag bij onze hoteleigenaar
leert ons dat de varkens en de geiten echt in het wild leven maar
dat de koeien een eigenaar hebben. Deze eigenaar kijkt er echter
niet naar om zodat deze van nature tamme beesten eigenlijk halve
wilde dieren worden, die op en naast de weg leven.
Dag 8 -----Zaterdag 23 juni
Vandaag keren we terug naar huis. Maar onze vlucht is pas om 22u15
vanavond, dus hebben we eigenlijk nog een volledige dag voor de
boeg.
Ik vul de voormiddag met een fietstocht: de klim door de Calanques
naar Piana en verder doorrijden naar het strand van Arone. Van
daaruit is het terug klimmen geblazen naar Piana en dalen naar
Porto. De klimmen zijn zo'n een 10 km lang aan een gemiddelde
van zo'n 9%, ideaal qua afstand voor zo'n would-be klimmerken
gelijktekikke.
S'middags heeft Porto de eer ons het laatste middagmaal in Corsica
te serveren. Vandaag is de zee ruw en de golven slaan schuimbekkend
op de rotsen.
We rijden in de namiddag naar Ajaccio. We bezoeken de haven
en zien prachtige luxe cruiseboten. We verkennen de autovrije
winkelstraten en luisteren naar de soundcheck van een rockgroepje
die zal optreden op de centrale markt. Maar uiteindelijk valt
Ajaccio ons tegen: het is er moeilijk een parking te vinden, we
hebben er slecht geëten en de mensen zijn er gien beetjen
vriendelijk.
Maar dat kan de pret van de afgelopen week niet bederven en rond
middernacht landen we dan toch in Zaventem en halen Filip's wagen
op in het Car Hotel. Over en out.
Dubbelhoofdige rots (Les Calanques)
|