REISVERSLAG fietstrip ARGONNE: 8 mei 2002
- 12 mei 2002
De
Argonne is een streek in het noord-oosten van Frankrijk, tussen
Reims en Verdun en grenzend aan België op amper tachtig
kilometer ten zuiden van Bouillon. Het is op de kaart aangeduid
met een vizierteken.
Het is vooral bekend oorlogsgebied en tienduizenden doden liggen
begraven op de talrijke oorlogskerkhoven uit WO I. Het gebied
is bedekt met 40% loofbos.
De harde kern vond er niets beter op een fietstrip te organiseren
en zich gedurende 4 dagen te pletter te rijden in deze streek.
Het was trouwens dit jaar hun zesde keer tereke dat ze
een fietstocht organiseren te velde.
De
volgende atleten waren paraat:
Ø
Bart (vendeur de chaises électriques)
Ø
Franky (alias François Boudain, als t'moar chocolabruine
ziet)
Ø
Mark (leraar en gastspreker in toegepaste observatie en Anti-obstrueringstechnieken
aan volwassenen)
Ø
Ann (lerares en gastspreker in ongeveer dezelfde materie als
Mark),
Ø
Kristel (Mark vent, zu zoagen da gè doet),
Ø
Steven (de jonge rocker) plakt niet op fotopapier
Ø
Riet, t'lief van Steven, is het gezicht van de laatste Nivea
campagne
Ø
Lucie (alias Suzy),
Ø
Isabel ('ik rij zonder koersbroek' )
Ø Filip (eigenlijk Philippe: ik wil koning worden).
Ø Martin (oud strijder)
Ø
Martine (Jackard specialist).
The
day before
Op
orders van Franky en Bart worden alle fietsen reeds op dinsdagavond
7 mei gestapeld in zijn minibus kweste van s'anderendaags
zorgenvrij te kunnen starten.
Woensdag 8 mei -----Rocroi - Rocroi
-----75 km
De
dag begint om 8h15 stipt ten huize van Franky en Isabelle met
de samenkomst van de deelnemers en de verdeling in de wagens.
Met vier mobielen verlaten we Zomergem richting Frankrijk. Via
de E40, Ring rond Brussel stomen we richting Charleroi, waar we
geen hold-ups noch raids te horen of te zien krijgen. Zou het
bezoek van Verhofstadt het milieu toch afgeschrikt hebben? We
rijden verder naar Philippeville en dwarsen de Belgisch-Franse
grens om uiteindelijk Rocroi te bereiken. Het overschrijden van
een landsgrens doet me altijd terugdenken aan wijlen Fred De Bruyne,
oud-wielrenner en gevierd sportcommentator, die tijdens een rit
van de Ronde van Frankrijk meedeelde dat de renners over de Belgisch-Zwitserse
grens reden
We
bereiken rond 10h30 het omwalde Rocroi met een mooi dorpsplein
en laten ons direct neerzijgen op het terras voor ons hotel (foto
links) . Terrassen wordt na het fietsen onze tweede hoofdbezigheid.
Voor een trio onder ons wordt dit zelfs de enige bezigheid.
We maken ons op voor de eerste rit: een lus met start en aankomst
te Rocroi. De beginkilometers zijn lekker: constant dalen tot
aan de oever van de Maas. Dan rijden we een hele tijd langs de
oever via een jaagpad, die het gemunt heeft op mijn achtertube:
pang! En daar hebben we onze eerste panne. Als dat in dit tempo
zo doorgaat, zal ik de kortste keren zonder tuben vallen. "Dan
moet ge d'er u maar bijkopen, éh", antwoordt Lucie
mij. Het deel langs de oever van de Maas was overstroomd toen
Franky en Bart deze winter de prospectie deden.
In Montermé vinden we de volgwagen met Mark, Kristel
en Martine die ons vanop een terrasken zitten op te wachten. Na
het middagmaal rijden we verder langs vrij druk bereden wegen.
We krijgen een paar steile en lange hellingen te verduren en zoals
Franky voorspeld heeft, kunnen we achteraf enkel beamen dat dit
de zwaarste rit van de vier geweest is. Ik moet op de steile hellingen
afstappen wegens een vervangwiel, na mijn platte tube, met veel
te grote versnellingen. Na die hellingen en nog wa zwart voor
de ogen van de inspanningen, rijdt Bart in een paar diepe putten
in het asfalt: te laat opgemerkt. Hij houdt er een scheef achterwiel
aan over. Ook Steven begint zijn 'mountain bike met tractor banden'
te verwensen: hij gaat nog amper vooruit en Riet, trouw en volgzaam
als ze is, wijkt geen seconde van zijn zijde. Naar het einde toe
rijden we terug Rocroi binnen via kleinere wegen, zo terug naar
ons Hotel du Commerce.
We laten ons als bakstenen vallen in diezelfde stoelen van deze
morgen en bestellen drie rondjes Chimay trappist. Het kost ons
90€ (mais oui monsieur, tout est correct). S'avonds
eten we in het hotel want Mark heeft er gereserveerd. De meesten
nemen de menu van 9,5 € de bieste. Daarna gaat iedereen
relatief vroeg de piere in, niet nadat de meesten, waaronder
ondergetekende, een bad nemen in een konische badkuip. Inderdaad
de badpunt versmalt naar het uiteinde toe en ik zit er in gekneld,
kan me amper wassen, ver van te douchen. Maar we mogen niet klagen,
ze rekenen ons geen extra geld aan
Fietssprokkels:
tijdens ons drinkgelag na de rit maken we kennis met
een "uitvinder". Hij heeft een speciale fiets met
trappers in de normale stand en met een ketting en tandwiel
aan het stuur gemonteerd, waardoor hij de kracht van de kuiten
kan combineren met de kracht van de biceps, want hij 'trapt'
inderdaad mee met zijn armen. Hij beweert met deze fiets gedurende
drie jaar Afrika doorreden te hebben van het noorden naar het
zuiden. Specioal manneken. Na het bekomen van onze eerste
verbazing, tovert hij uit zijn binnenzak nog drie andere trucs
met spullen. En hij repareert Bart's scheef wiel zodanig dat
Bart verder kan rijden gedurende de volgende dagen. Dat verdiende
een pint en hij dronk ze in één keer leeg.
Donderdag 9 mei -----Rocroi -
Rethel -----115 km
We
ontbijten rond 8h en rond den negenen kruipt Steven de
auto in naar huis en wij de fiets op voor een rit naar Rethel
(het frans voor 'reet'). Steven heeft een paar lucratieve optredens
te honoreren aan de kust en verkiest eieren
boven afzien.
Riet verkiest het omgekeerde.
Het wordt een prachtige rit in de stralende zon, die onze metgezel
blijft gedurende de ganse dag, rustig langs vlaktes en glooiende
landschappen. Riet, in vorm, is mijn vaste metgezel in de klimpartijen.
Ze prijst haar Nivea-warm-up crème die haar spieren in
topvorm houden. In tegenstelling tot Filip en mezelf: wij hebben
last van stramheid. Verder informeert een bezorgde Franky me dat
er geen of weing slechte banen zijn (niet gezond voor mijn tuben),
enkel op het einde van de rit. Zijn bezorgdheid is terecht als
op die fameuze strook, tien kilometer voor het einde van de rit,
An plat valt. Ik maak gebruik om te voet verder te gaan en zo
mijn tuben te sparen op de meest pijnlijke stroken.
Tijdens die rit valt me ook het ploegenspel op. De familie
Geeraert (Boudain) heeft een tactiek om plots de koppositie in
te nemen en te sleuren totdat er slachtoffers vallen. Het duo
De Paepe (Les Papes) valt op doordat Bart me altijd voorin stuurt
om de rest te laten werken in de achtervolging en zo de kans mooi
te zien zelf te ontsnappen. Aldoch, Bart 'vergeet' te ontsnappen.
Filip krijgt geen steun want Lucie, Riet en An (kamergenoten),
vormen duidelijk een aparte femina-ploeg. Ze volgen dezelfde tactiek
als Les Papes. Lucie schreeuwt instructies in het oortje van Riet:
bijt u vast in t'wiel van Martin, intimideer hem voegt Ann er
aan toe, bijt zijn tube kapot herhaalt Lucie, trek
aan zijn regenvestje roept Ann. En zo komt het dat Filip laveert
tussen bus 1 en bus 2 en altijd het werk alleen moet opknappen.
We komen rond de vijven aan te Reet waar de volgers van
dienst hun werk goed doen: een terrasken vinden. Het worden deze
maal drie rondjes Leffe, waaronder twee traktaties van de pechvogels
van gisteren en van vandaag. We gaan niet verder in op het gezwans
eigen aan het op terrassen drinken van hoge gisting bieren. Na
het lessen van de dorst springen (beter is 'kruipen') we op onze
fietsen en rijden naar ons Hotel Modern rechtover het station
van Reet. En op de kamers hebben ze echte douches: joepie.
Fietssprokkels:
° Riet klapt uit de biecht en beweert dat Lucie tot drie
uur s'nachts fietst in bed: een soort luchtfietsen met de benen.
Na de 'trainingsrit' drinkt ze dan steevast een Chimay rond
3h in de morgen.
° Tijdens het avondeten komt een 'oudere' klant het restaurant
binnen in gezelschap van een iets 'jongere' dame. De intrede
van dit koppel is de aanleiding tot een heftige groepsdiscussie
over oude bokken met groene blaadjes (des vieux bocqs avec
des feuilles vertes). Isabelle en Lucie zijn op hun best
om af te geven op de mannen en Riet(je), zij lacht schamper.
Enfin, het is beter deze delicate discussie hier niet opnieuw
over te doen. We scheppen nog een luchtje en een biertje en
gaan dan naar bed. Voor Lucie begint dan pas de echte training
Vrijdag 10 mei -----Rethel - Les
Islettes -----105 km
Na
het ontbijt gaan we van start in een druilerige regen. Wat een
verschil met de vorige dagen. Maar veel belangrijker is dat we
een nieuw fietslid mogen begroeten. Een Chineesken die vlaams
klapt, wil met ons meerijden. Bij nader toezien en na het uitkuisen
van onze ogen ontdekken we enkele trekken van Ann in die persoon.
Navraag bij Bart maakt duidelijk dat dit inderdaad Ann is, getransformeerd
in een Chinees, na het aanbrengen van vetzakskes in haar
gezicht en na het slecht dichtnaaien van de oogkassen. Na groepsoverleg
blijkt het te gaan om een allergie, nee een zonneslag, nee een
mep van Bart, nee te veel gezweet, nee
Iedereen brengt
een verhaal naar boven, maar Ann's gezicht blijft aziatisch. Niet
getreurd, de fiets op. Na 10 meter rijden ontdekt Ann dat haar
achterband terug plat staat. Bart gaat tot actie over en steekt
een nieuwe binnenband. Met een kwartier vertraging herstarten
we richting Les Islettes, 105 km verder.
Het wordt terug een geweldige rit met veel afwisselende landschappen,
op en af. Deze keer is het Filip die me het vuur aan de schenen
legt en me bij elke nijdige klim uit de wielen tracht te rijden,
t'slecht karakter. We rijden door pittoresque dorpjes,
aangegeven op de wegbeschrijving van Franky, met prachtige namen
als: Li en Y Re, Op + Re, T Re, Li ri Falaise, T Li en RD. Af
en toe breekt het peleton in twee stukken, twee bussen namelijk
om in wielertermen te blijven.
En s'middags eten we aan het station van Termes. We bestellen
11 consumpties in het café en maken de cafébaas
zijn week goed. Net naast het café vinden we een uitstekend
pic-nic plekje en de druilerige regen van deze morgen heeft ondertussen
plaats gemaakt voor zonneschijn. De spoorlijn is al enkele jaren
buiten gebruik en om dit aan te tonen, planten de Fransen een
boom tussen de verroeste rails. Na onze pain, vin en boursin rijden
we s'namiddags verder. Het valt ons op dat we geplaagd worden
door loslopende honden, waarop Isabel telkekere haar duivels
en ander moois ontbindt.
Er wordt een stop ingelast aan de Butte de Vaucqoui, waar
Franky zijn harem op sleeptouw neemt naar de bommenkraters veroorzaakt
door Duits obussengeweld tijdens de eerste wereldoorlog. Veteranen
als Bart, Filip en ikke blijven achter omdat na een aantal meegemaakte
veldslagen een putje ons niet meer kan bekoren.
De
laatste 15 km rijden we door bos op een soort asfaltweg die meer
weg heeft van een kasseibaan, op en af, langs massagraven van
gesneuvelden van de eerste wereldoorlog, met ijzeren en houten
kruisen, om uiteindelijk te belanden in Les Islettes. We
komen aan voor de volgers
We doen in afwachting dan maar
aan butt-stretching, een specialiteit van Lucie.
De kernleden hebben een paviljoen afgehuurd welke door Mark wordt
omschreven als een kruising tussen een Duits concentratiekamp
en een Oost-Duitse woonblok. Maar t'spel is voor ons alleen en
lijkt al bij al toch gezellig. Mark, Martine, Kristel zorgen voor
de frico.
Fietssprokkels:
En na het eten beginnen weer de interessante discussies:
°
Eerst ontdekt Martine dat ze na twee dagen fototrekken met Bart's
digitaal fotoapparaat, nog geen enkele foto gelukt heeft: op
da knopken blijven duien !!
° Daarna ontspint zich een discussie over scheten en
scheiten, een onderwerp waar enkele mensen zich in thuis
voelen. De overlevering wil dat Bart ooit een steekvlam uit
zijn broek getoverd heeft toen hij een scheet in de fik stak
met zijn aansteker. Het voorval gebeurde in een Parijse hotelkamer
in het bijzijn van ons nichtje Nadia, die van t'lachen (en t'verschieten?)
haar broek volpieste.
° Diezelfde avond moeten we malgré de lucht binnen
uitdoen om de bliksemschichten te aanschouwen en moeten we allemaal
heel stil worden om Mark toe te laten de uilen te horen. Ik
denk dat Mark een kwetsuur heeft aan zijnen otitis.
° Van al dat gezever word ik moe, ga slapen en kom Martine
halen om samen de dekbedden in de hoezen te steken. Dat is buiten
de waard gerekend van de overblijvende zattekoppen die mij terechtwijzen:
trekt ui plan, keunde da nie alliene, van welke ieuwe zijde
gè, nog de slag om Verdun meegemaakt misschien
Mijn autoriteit wordt zwaar aangetast en gelukkig krijg ik de
uithuilbare schouder van Isabel, die me meehelpt met de donsdekens.
Zaterdag 11 mei------ Les Islettes
- Les Islettes -----110 km
Terug
een regenloze dag vandaag. Iedereen is opnieuw paraat, inclusief
Yoko Ann, om een stervormige lus te rijden rond Les Islettes.
Al direct mag ik een omwegje maken om een ruwe kiezelstrook te
vermijden en zo pech te voorkomen. En wegens 'licht' gemor in
het peleton, wordt het voorstel van Franky om de rit 15 km in
te korten op gejuich onthaald. Niet dat er echt gejuigd wordt,
maar iedereen is toch vlotjes akkoord. Deze keer is het terug
Riet die haar goede benen niet kan bedwingen en de gemiddelde
snelheid naar omhoog jaagt. Volgende keer moet iedereen die Nivea
warm-up crème gebruiken. Ook Filip en Isabel zijn meestal
present in de eerste bus waarop telkens weer door de tweede bus
krachtig wordt achtervolgd. Franky laveert tussen beide in en
dient als mikpunt voor de tweede bus. Over de formatie van de
bussen zou s'avonds nog een hartig woordje gediscuteerd worden.
Het is een zeer golvend parcours door echt grote bossen, langs
weiden en door oneindige vlakten. De Argonne terug op zijn best.
Ondertussen moeten we Isabel bedwingen die malgré wil aantonen
- in de hondjespositie - dat ze niet met een koersbroek rijdt
en dus geen zeemvelleken heeft ter bescherming van haar
konte. Daarentegen draagt Lucie wel een zeemvelkoersbroek
maar ze blijft toch klagen over haar pijnlijk onderstel, ondanks
de butt-stretching. Ik wil niet in herhaling vallen maar
dè oplossing voor dergelijke klachten is het gel-zadel.
S'middags eten we op het terrasje van een café, in een
streek waar ze blijkbaar raspaarden kweken. We passeren verschillende
weiden met deze gestroomlijnde beesten. Onderweg wordt een geval
van verkeersagressie met Bart, Filip en een Franse chauffeur in
de hoofdrol, in de kiem gesmoord. We passeren kort daarna een
meer waar 'vogelaars' hun statiefcaméras hebben opgesteld
langs de graskant om een mus te schieten. Tijdens de rit en ook
de ritten ervoor zorgt mijn regenvestje - die ik meestal aanhou
als de anderen dat niet doen - voor heel wat commentaren. Ook
mijn Bartali-koersschoentjes, gekocht in de solden aan
het Verdun-front destijds, doet menig wielerterroristen-hart sneller
slaan.
Na 110 km loodzware km's komen we terug aan in ons paviljoen,
moe maar tevreden. De vier dagen zitten erop en ondertussen heeft
de volgploeg inkopen gedaan om Bart toe te laten barbecue-chef
te spelen.
En
dan start een oersterke traditie van de reis: de kwis van Mark,
de man met een oog op zijn lul (Mark, meume ui ne kier n' uuge
uittsoezen?). De kwis is een jaarlijks fenomeen waar blijkbaar
heel wat harde kernleden naar uitkijken. Mark vuurt zes reeksen
van 10 vragen af op drie groepen. De vragen beslaan actualiteit,
muziek, smaaktesten, foto's herkennen. Een zeer zeer moeilijke
kwis
die door onze groep ("de slag van Verdun")
wordt gewonnen: met François, Yoko en ikke (foto links).
We krijgen er maar niet genoeg van en Franky en mezelf knutselen
een 'top of the bill'-kwis ineen van 10 vragen, gewonnen in een
millimetersprint door de groep van Isabelle, Filip en Martine
voor Mark's groep. Een nieuwe techniek van 'reverse-kwissing'
wordt eventjes gedemonstreerd waarbij we een vraag stellen waar
we zelf het antwoord niet op weten maar dit wel verwachten van
de deelnemers. Maar ook zij dwalen.

Eens
uitgequizt, start terug een discussiesessie die
duurt tot twee uur in de nacht en die voornamelijk twee onderwerpen
omvat:
1. Waar is de beste plaats in het peleton? (Animator: Lucie)
2. Rijdt een lichte fiets gemakkelijker bergop dan een zware?
(Animator: Filip)
Het eerste onderwerp wordt voorzichtjes ingeleid door Lucie
die via een ingewikkelde en zeer verwarrende uitleg ons diets
wil maken dat de beste plaatsen in het peleton net achter de
koplopers zijn
en ze zeer gefrustreerd is dat sterkere
fietscollega's die plaatsen innemen tijdens de ritten ten nadele
van haar (en Yoko). Daardoor moet ze teveel achteraan rijden,
meer in de wind zitten en meer energie verbruiken. En daardoor
verzeilt ze in de tweede bus, moet ze achtervolgen, verspeelt
ze nog meer energie, vervloekt de eerste bus en smeedt boosaardige
plannen met Yoko. En op het einde van de rit zegt ze dan: twas
wijs. Vrouwenlogica.
Het tweede onderwerp is een sneer in mijn richting met mijn
licht koersvelootje, zonder zakskes: "zu es't gemakkelijk
veur rap te rijen", lees ik hun gedachten. Het woord
'concurrentievervalsing' valt zelfs even. Maar uiteindelijk
rijdt iedereen met de fiets die hij thuis heeft staan en daarmee
is de kous af (nee nee Isabelle, niet de broek).
Zondag 12 mei -----Les Islettes
- Zomergem -----ver
LEVE
MOEDER. Vandaag is het moederkesdag, maar de meeste vrouwen
uit de groep zijn geen moeder waaruit ik enkel kan besluiten dat
ofwel de lul verslapt ofwel de pil grondig zijn werk doet.
Ondanks het late uur de nacht voordien, wordt iedereen tijdig
verwacht op het ontbijt om daarna de auto's te vullen met fietsen
en bagage. De volgploeg en een immer jachtige Isabelle maken het
ontbijt
klaar (foto links). We horen plots gekir en twijfelen of
het van Mark komt die aan zijn luloog krabt of van Mark's maag
of van de koffiezet of van de duiven buiten (roe koe koe). De
vuurplaat valt steeds uit en de plon wordt telkens weer
ingeduwd. Eieren bakken wordt ineens een aartsmoeilijke job. Plots
claimt Mark en zijn groep alsnog de overwinning op onze kwis van
gisterenavond omdat ze het antwoord kennen op 'reverse-kwis'-vraag:
wat is de naam van het Amerikaanse kamp op Cuba: Guantanamo. Hij
wordt kordaat wandelen gestuurd wegens 'buiten de tijdslimiet'
en mag s'anderendaags niet meer starten.
Als alle bagage ingeladen is, rijden we naar het pittoreske Beaulieu-en-Argonne
(niet te verwarren met Beaulieu-in-Kruishoutem) waar Franky en
Isabelle een boswandeling gepland hebben. Uit gewoonte worden
er direct twee 'bussen' gevormd en deze keer zit Lucie in de juiste
groep en in de juiste positie. Ze leent haar hartslagmeter uit
aan Mark maar de meter geeft geen krimp, ver van een hartslag.
De man gaat zonder hart door de wereld en ik stel voor daar niet
te veel ruchtbaarheid aan te geven of de goegemeente komt hem
halen en zet hem op sterk water tentoon in het museum voor moderne
kunsten. Na een uurtje wandelen zoeken wij samen met een kwartet
mountainbikers naar een zijwegel die we uiteindelijk vinden, maar
die zeer drassig is. Mark en ik zien onze proper gewassen Nike
turnsletskes zakken in de modder. De laatste klim uit dit
modderlandschap is niet van de poes.
De
dorstlesoefening, gevolgd door het middagmaal in het dorpje vanop
een terras in een plaatselijk restaurant, is dan ook meer dan
welkom inclusief een prachtig zicht op de vallei. Een heel mooie
afsluiter van de fietsvakantie, waarvoor nogmaals dank aan de
organisatoren, de familie Boudain. Bijna wordt er nog gejumeleerd
met een tweede Vlaamse groep, maar Mark steekt daar een stokje
voor, na teveel halve liters bier gedronken te hebben.
We rijden na het eten richting Zomergem. We maken een benzinestop
voor Bart's minibus wiens naftelampken al twee dagen flikkert.
In Rijsel neemt Bart de 'Ring intérieur' maar wij nemen
een duidelijk kortere route. Want na een sanitaire stop, een driegangenmenu
in een wegrestaurant, en terug de auto in richting België,
zien we Bart net buiten Rijsel, amper 300m voor ons uitrijden
Rond 18h komen we toe en Steven staat zijn lief al op te wachten.
'Ik koop wel de Story om jullie wedervaren te lezen', zegt hij.
En
met deze oneliner neemt de fietsvakantie een einde.
|