WERELD > AZIË > Thailand > Reisverhaal

Reisverhaal THAILAND (April 2018)

 

 

FOTOREEKS THAILAND 2018

 

Oppervlakte Thailand = 17 maal België.
Hoofdstad is Bangkok.
Baht is de nationale munt. In april 2018 was 1 Euro = 37 Baht.
Hoogste berg: Doi Inthanon (2.565 m) in het noordwesten van het land nabij de grens met Myanmar. De gebergten in 't land worden beschouwd als de uitlopers van de Himalaya.
Aantal inwoners: rond de 68 miljoen.
Godsdienst: Boeddhisme (94%).
Gemiddelde temperatuur in het land: 27° Celcius.

We hebben Thailand (voorheen Siam genoemd) - het land van de glimlach - al verschillende keren bezocht. Deze keer trekken we naar streken die ons nog onbekend zijn. We gaan de boer op met de families Claeys Lieven (alias Tjeefken) en Ivan of acht personen in totaal. Twee jongelingen vergezellen ons: Tristan (16 jaar) alias Fabian en Erian (18 jaar), alias Steven, alias Franky, alias Tarzan. En dan hebben we nog een paar Chiro-aliasses vergeten.
Thailand is een diep gelovig Boeddhistisch land maar het zes maanden eerder bezochte Myanmar lijkt ons toch de winnaar te zijn qua diepgelovigheid en (Boeddhistisch) disciplinair gedrag. We zien in Thailand veel minder monniken op straat en helemaal geen bedelmonniken. Toch zijn de Thaï een innemend en hoffelijk volk en vertegenwoordigen ze 90% van de bevolking. De Chinezen zijn de grootste minderheidsgroep. Wat had je gedacht; die kerels zitten overal.
Thailand is een echte toeristische trekpleister en gemakkelijk zonder visum in en uit te reizen. De wegeninfrastructuur is voldoende kwalitatief en het is er goedkoop leven. Je hebt een noordelijk deel met bergen, valleien en bossen en een zuidelijk deel met zon, zee, tropisch regenwoud en uit de zee kaarsrecht omhoog rijzende honderden kalksteenrotsen en eilandjes.
Koning Bhumibol is op 13 oktober 2016 overleden. Hij was zeer geliefd onder de Thaï en honderdduizenden hebben destijds een laatste groet gebracht. Kroonprins Vajiralongkorn, die een liederlijk leven leidde in het Westen, had niet direct zin om over te nemen maar is toch overstag gegaan en tot koning van zijn land gekroond op 13 oktober 2017.
Thailand en een paar buurlanden vieren hun nieuwjaar van 13 tot 15 april, op Songkran Day, ook wel eens het Waterfeest genoemd. De (natte) festiviteiten duren drie dagen.


Dag 1 -----Zaterdag 31 maart----- Heenvlucht Brussel - Bangkok
Deze morgen om kwart na negen schrikken we op door de bel van de voordeur. We zijn nog in volle voorbereidings-modus. Blijkt dat het luchthavenvervoer al voor de deur staat … die we pas een half uur later verwachten. Een lichte vorm van stress maakt zich van ons meester omdat mijn wederhelft nog op de wc zit, ik straks nog moet gaan en onze routine vereist dat we nog even alle papperassen moeten checken. Dus moet de chauffeur geduld oefenen.
Veel maakt het niet uit want we arriveren nog drie uur te vroeg op de luchthaven voor onze vlucht van 13u30 met Thaï Airways, rechtstreeks naar Bangkok.
Eénmaal op de vlucht begint de strijd tegen de 11 uren onderweg. Het slapen neemt de grootste hap uit de overbruggingstijd maar dit is enkel en alleen mogelijk met een slaappil. De twee maaltijden verorberen, de weekendkrant lezen en een filmke bekijken maken de resterende tijd rond.

Dag 2 -----Zondag 1 april -----Chiang Mai
We landen in de vroege ochtend van de volgende dag mede veroorzaakt door het tijdsverschil van 6 uren.
We checken in in ons hotel nadat de chauffeur die ons moest komen ophalen op de luchthaven, een uur te laat was. We puffen uit.
Niet voor lang want een gereserveerde fietstocht vanuit België zou de jetlag moeten bestrijden. In een temperatuur van 38° starten we samen met een gids een fietstochtje ten zuiden van Chiang Mai.
We rijden door een vlak landschap. Het wordt en vrijblijvend toertje langs huisjes waar destijds de melaatsen verbleven, langs één van de weinige katholieke kerken en langs een oudmannenhuis.
En dit allemeaal met een vuuze kop van de jetlag op een lijf die door de temperatuur nog wat meer groggy wordt. De beste stops waren dan ook de drinkstops met vooral de mega grote mango turbo: een vers mangosapje geserveerd in een halve liter pulle.
Aan de stop van de ruïnes van de oude stad valt me de volgende spreuk op, op een houten lat ergens aan een boomstam: 'Happyness belong to the contented'.
Vier uur later staan we terug aan ons hotel. Afgepeigerd, niet van de afstand maar van de hitte gecombineerd met de jetlag. De douche is zowat het enige hoogtepunt vandaag. Maar dat is buiten Tjeefken gerekend: hij komt melden dat we live de Ronde van Vlaanderen kunnen volgen op Eurosport op TV. Stel u voor: EUROsport in AZIE op een hotelkamer in Chiang Mai.
De favorieten Sagan en Van Avermaet kijken naar elkaar als Terpstra gaat op 30 km van de meet. Niki haalt de twee overblijvers van een lange ontsnapping in en schudt ze af op de Oude Kwaremont. Hij blijft gaan en wint oververdiend.

Dag 3----- Maandag 2 april -----Chiang Mai
Vannacht horen we ongevraagd partymuziek vanuit de aangrenzende kamer met kwekkende tieners. En dat om 1u 's nachts. Op de muur kloppen en naar de receptie bellen halen niets uit. Ik heb dan maar mijn oordoppen ingestoken.
De dag start met een avontuurlijke excursie. Vroeg in de morgen staat het busje klaar en we rijden anderhalf uur naar de bossen hoog op de flanken van de heuvels rond Chiang Mai. Op het basecamp krijgen we allemaal een riemenharnas vol met petzels aangemeten plus een helm. We gaan namelijk zippen of zweven langs een staalkabel hoog boven de grond, langs en door de kruinen van de bomen.
Het survivalparcours maakt via 20 platformen een omcirkelende tocht door het woud, allé 't is te zeggen door de toppen van het woud. Na de gebruikelijke veiligheidsbriefing starten we op het eerste van 20 platformen die met elkaar in verbinding staan via twee lange stalen kabels, één waar wij aan hangen en één verbonden met een veiligheidskabel. De platformen zijn vastgemaakt onder de toppen van de junglereuzen.
En dan begint de pret: zippen, abseilen en wiebelbruggetjes. Na twee uur hangen, slieren, stappen en zweven tussen de boomtoppen, staan we terug met beide voeten op de grond en krijgen we een t-shirt cadeau plus een diploma.
We keren terug naar Chiang Mai, een propere stad en daarmee een positieve verrassing in deze regio waar afval in het landschap achterlaten een nationale sport is.
Deze namiddag staat Chang Mai's mooiste en hoogste tempel op het menu: Wat Phra Doi Suthep. Het tempelcomplex op de gelijknamige berg met het heilig klooster Wat Ohra That Doi Suthep ligt op 1.073 m hoogte en 15 km buiten de stad.
Doi Suthep is voor de Thaï één van de meest heilige tempels omdat er een relikwie ligt waarvan de legende beweert dat het het schouderbeen van Boeddha is.
We rijden de berg naar omhoog om dan vanaf de parkingplaats, het complex te bereiken via een 309 treden tellende en klimmende trap met slangenhoofden als leuning. Gelukkig is er ook een lift.


PEDRO

Pedro is de fictieve naam die we geven aan de chauffeur die ons tot op de Doi Suthep heuvel brengt. Het is een speciaal figuur: gouden horloge, kastards van ringen rond zijn vingers. Eén muuke van zijn ringenbeugel en ge ligt een maand in 't hospitaal. Verder: armbanden, aangeklede versnellingspook, sleutel in de petzel aan de litzekes van zijn broek.
De aankleding van het interieur van de wagen is zo mogelijk nog specialer: ringen, boeddhabeeldjes, gebedsvlaggetjes en afplakkers op de ruiten vormen het gamma kitsch. Het dashboard is volledig aangekleed. Verder beschikt Pedro over een blauw sportstuur met knopjes zoals raceauto's.
Maar van zijn Engels begrijpt niemand iets. Dus beantwoord ik alles, als co-chauffeur, met 'yeah'.

En ja, we bezoeken ook nog de tempel. Na de klimpartij van 309 treden zien we een enorme, met bladgoud bedekte stoepa inclusief de aanpalende gebedshuizen. Het bezoek aan deze tempel komt iets te vroeg na onze Myanmar reis waar de tempels majestueuzer zijn en pagodes genoemd worden.
Vanaf de top hebben we tevens een fantastisch uitzicht over de stad. Maar zoals vrijwel overal, verhindert een soort hittemist de scherpe contouren van gebouwen en straten.
Pedro met zijn sportstuur en dito rijstijl, smijt zich na ons tempelbezoek door het drukke verkeer maar vindt altijd net die rijstrook waar het verkeer vlotter rijdt. Maar gelukkig geen Chinese toestanden in Thailand met toeterende wagens, overvolle kruispunten en slechte chauffeurs. Hier zijn ze heel wat gedisciplineerder.
Vanavond laten we ons gaan in het hardrock café. We worden begroet door een ladyboy - de normaalste zaak in dit land - bestellen de aperitief en eten 't peird de rui' uit. Dat alles begeleid door een live orkestje met weliswaar redelijk goede muziek, maar ook met een stel uitgebluste muzikanten: een basgitarist-met-gebroken-voet en een drummer die alle momenten lijkt in slaap te vallen. Het optreden teveel?
De muzikanten hebben echter Franky's Guns & Roses T-shirt gezien want ze beginnen hun set met de cover van Bob Dylan's Knockin' on Heavens Door.
We zetten nog even door op de dagelijkse avondmarkt in de buurt waar je ook lekker kan eten en waar alles te koop is. We keren dan per tuk tuk terug naar het hotel.
'Oh Yeah', roept Tjeefken en de kreet gaat gans de reis mee.

Dag 4 -----Dinsdag 3 april -----Pai
We pakken onze koffers en verlaten Chiang Mai richting Pai. Vooraleer we de stad uitrijden langs de slotgrachten, vertelt de gidse ons dat de oude vestingstad met zijn historisch centrum binnen die grachten ligt in de vorm van een vierkant van 1,5 km op 1,5 km. Sommige walmuren zijn nog intact. We hebben spijtig genoeg niet de tijd gehad om dit deel van Chiang Mai te bezoeken.
De route van 128 km brengt ons door het mooiste berggebied van Thailland. Een twintigtal km buiten de stad slaan we rechts af, noordwestelijke richting de jungle in. Vanaf die afslag komen we geen recht stuk weg noch een plat stuk weg tegen. Het kronkelt op en neer en het aantal haarspeldbochten op de resterende 100 km zijn niet te tellen. Bij zoverre dat we een extra stop moeten inlassen om Tjeefken te laten bekomen.
Maar de bergrit wordt ook nog onderbroken door een bezoek aan een orchidee plantage en verderop aan de Mok Fa waterval. Alhoewel de waterval hoogte heeft, verliest hij aan spectakelwaarde wegens tekort aan water. Toch nemen de meesten een (frisse) duik in het ondiepe meertje dat zich aan de voet van de waterval gevormd heeft.
We komen aan te Pai, gelegen op 560 m hoogte, temidden de wouden en relatief dicht bij de grens met Myanmar. De bergtoppen (eerder heuvels) variëren van 600 tot 1200 m hoogte. Het is een relaxt plaatsje volgestouwd met resorts. In één van die resorts palmen we een bungalow in right at the pool.
Het gemoedelijke Pai was vroeger een handelscentrum waar de bergstammen hun marchandise kochten en verkochten. Nu gebruiken reizigers het vooral als uitvalsbasis voor wandelingen in de bergen.
Pai is met zijn 20.000 inwoners zo'n typisch Aziatische plek: twee wandelstraten afgeboord met winkeltjes, eetstalletjes, muziek uit de bars, brommertjes en happy hour uithangbordjes. We profiteren van dat laatste en betalen 4 mojito's maar krijgen er zes.
Oh Yeah, roepen we in koor.

GOUDEN DRIEHOEK

Ik was destijds gefascineerd door de Gouden Driehoek, een streek rond het drielandenpunt Thailand-Birma-Laos, gekend voor de kweek en verhandeling van drugs. Ik stelde me dan altijd de smokkelroutes voor door de dichte jungle, met bootjes over de Mekong rivier die de natuurlijke grens vormt tussen de drie landen.
Zag je de politie op de ene oever dan vaarde je naar de andere oever, buiten hun jurisdictie. Een spel van criminelen met de douane/politie.
De drughandel werd lang gesteund door de militaire junta van Birma en ook de andere landen knepen een oogje dicht.
Pai en het nog noordelijker gelegen Mae Hong Son maakten deel uit van de drugssmokkel routes.
Maar heden ten dage is die drugshandel quasi volledig weggevallen en ingenomen door nieuwsgierige toeristen. Ook valt me op dat de 'ondoordringbare' jungle niet echt ondoordringbaar is maar veeleer de term 'bossen' of 'wouden' verdient waar je toch een eindje kan door- of inkijken. Het is bijlange geen regenwoud gewoonweg omdat het er te weinig regent.
Niettemin zijn er een aantal uitzichtpunten op de toppen van de heuvels die je in de valleien laten kijken met daarachter de volgende heuvelrijen. Prachtige natuur.

Dag 5 -----Woensdag 4 april -----Pai
Vandaag is brommmerkesdag. We huren het kleinood voor 200 baht per dag of omgerekend 5 euro.
'Is insurance included?', vraag ik.
'Never', antwoordt het brommermeisje.
Alle risico's zijn voor de bestuurder, dus alle schade zowel materieel als lichamelijk. En de tank is leeg, dus moet deze eerst gevuld worden. Baffe, dat zijn de voorwaarden. Toch nemen we het risico en een half uur later rijden vier stuks op de Thaïse banen. Marleen en Ivan kiezen voor de veiligheid en huren een auto.
Onze eerste stop is Pai Canyon. Marleen en Ivan staan ons al op te wachten.
Vanop een soort korrelachtige versteende aarde kijken we in een met bomen begroeide vallei, zover het oog reiken kan. We lopen op nauwe paadjes werkelijk op de rand van de canyonmuur. Langs beide zijden gaapt een afgrond, wat minder bangelijk gemaakt door de begroeiing. De weggetjes hebben een korrelachtige structuur waardoor je moet opletten om niet uit te glijden. Toch wandelen we een korte lus door het gebied met diegenen die geen hoogtevrees hebben. Het is rond de middag en bloedheet. Onze waterflessen slinken zienderogen. We puffen uit in de schaduw van een overdekte kiosk aan de uitgang van het park.
We rijden twee km verder naar de Memorial Bridge over de Pai rivier. De oude brug dateert van WOII en blijft er liggen ter nagedachtenis van de oorlog tegen de Japanners die destijds Thailand (en de hele Zuid-Oost Azië regio) veroverden.
Het is een ijzeren brug met versleten houten planken als wegdek die aan onderhoud toe zijn en waar tijdens WOII de Japanse tanks over rolden. Een nieuwe betonnen brug ligt naast de oude.
We wandelen de oude brug op en zien onder ons een brede Pai rivier. Aan de oever van de rivier zien we toeristen sukkelen om op een bamboevlot te geraken. Ze moeten nog even wachten met de start van hun tocht want één van de bamboestammen van het vlot is los gekomen. Maar dat stelt geen probleem: de gidsen herstellen dat ter plaatse en sjorren de losgekomen stam vast met rietstengels, die ze een eindje verder gekapt hebben.
We rijden verder naar de Pai Hotwater Springs waar we 300 baht per persoon moeten betalen maar waar er niets te beleven valt in de veel te klein uitgevallen warmwater opvangbassins. Rap vergeten dus.
We rijden verder over kronkelende en hellende wegen op perfecte tarmac, zoals trouwens de meerderheid van het wegenpark in Thailand, doorheen bossen en kleine dorpjes. Brommeren in de ongerepte natuur, heet dat dan.
We zien in de verte al het enorme witte Boeddhabeeld schitteren op een heuveltop, onze volgende bestemming. We draaien af en rijden de heuvel op. Op de top zien we een reusachtige witte stenen trap die leidt naar een reuze Boeddha die lijkt alsof hij een verse lek witte verf gekregen heeft: het witte Pra Tat Mae Yen Boeddha standbeeld schittert onder de zon. Onder ons ligt Pai als een kale plek tussen de bossen en zien we zijn kleinschaligheid.
Pai is zo één van die stadjes waar je denkt dat de hippiebeweging ontstaan is. Waar je, als je enig teken van zenuwachtigheid vertoont, je meteen aangemaand wordt om het kalmer aan te doen.
Na onze dagelijkse aperitief-zoektocht naar een happy-hour-bar, waar mojito en gin tonic de populairste drankjes zijn, belanden we in een restaurant waar op de WC-deur geschreven staat:
'Men to the left because women are always right'.
Oh Yeah.

Dag 6 -----Donderdag 5 april -----Mae Hong Son
De rit naar het 125 km verder gelegen Mae Hong Son is identiek aan de trip naar Pai, twee dagen geleden. We rijden nu nog noordelijker de jungle in, nog dichter tegen het drielandenpunt maar met dezelfde ingrediënten: steil op en neer en vooral kronkelend.
Het verwondert me dat in deze contreien ooit drugs werden gekweekt in de zogenaamde Gouden Driehoek. Je kan je volgens mij niet al te goed verstoppen in het woud want je ziet los door de bomen. Vanuit de lucht moet dit toch ook zo zijn?
Verder wordt de ochtendrit gevuld door een interessant gesprek in het busje over de persoonlijke stoelgangpatronen. Iedereen lijkt een verschillend tijdspatroon te hebben, gaande van vlotjes tot om de twee dagen tot lastig.
Ik zal u, beste lezers, de uitleg over de structuur en de kleur besparen. Want dat komt ook ter sprake. Tjeefken beweert dat hij er een boek kan over schrijven. Ik laat hem dan ook de eer om daar in geuren en kleuren over te berichten.
Ik leer ondertussen wel dat het medicament Enterol helpt in de strijd tegen ontregelde darmflora. Het zou om een bacterie-oplossing gaan die het nodige werk verzet, in tegenstelling tot Immodium die een kakstop veroorzaakt. Dergelijke medische beschouwingen scherpen onze kennis aan.
Ondertussen bewonderen we het landschap of beter gezegd de wouden waar we door rijden. Geregeld duiken open plekken op, op de berghellingen waar boeren niet rijst maar fruit en groenten kweken.
De eerste stop vandaag is aan de grotten van Tham Nam Lod, kalkstenen grotten waar de toeristen twee kamers kunnen bezoeken en met een bamboevlot de rivier afvaren tot aan de uitgang van het grottenstelsel en terug. Die rivier noemt de Long River en ontspringt in het amper 50 km verder gelegen Myanmar.
We bevinden ons dus in het noordwesten van Thailand dicht bij de grens met Birma. Er zijn in deze streek een paar primitieve grensposten waar enkel lokalen van gebruik kunnen maken. Er worden geen vreemdelingen toegelaten eenvoudig weg omdat er geen immigratiekantoor is en er dus ook geen in/uit stempel in je paspoort kan gezet worden. Lokalen mogen de grens oversteken en inkopen doen in het andere land of medische hulp zoeken. Daarvoor rijden ze met hun wagen dwars door het gebergte tot aan de grens. Daar stappen ze in een andere auto en zetten hun tocht verder. Je mag met je eigen wagen niet in het andere land.
De grottenkamers zelf tonen ons de gebruikelijke kalkafzettingen in alle mogelijke vormen. Onze gidsen tonen ons afbeeldingen van krokodillen, apen, olifanten en zelfs van een vrouwenborst. Per drie toeristen komt er een gids mee die met een lantaarn het wandelpad voor u verlicht en de uitleg verschaft. We zien enorme stalagmieten en -tieten waarvan een paar exemplaren tot in elkaar gegroeid zijn en daardoor een dikke zuil vormen van 30m hoog, van plafond tot vloer.
Ivan bezoekt nog een derde grottenkamer, te bereiken via een steile trap. 't Stinkt er', zegt hij bij zijn terugkeer. Maar als we met de bamboevlotten terug naar de ingang varen. stinkt het ook in de onderaardse gangen naar die typische ammoniakgeur van vleermuispoep.
Het is nu droogseizoen en dus zijn de grotten logischerwijze droog terwijl in het regenseizoen de regen door de kalkstenen rotsen druipt en er binnenin een constante motregen is.
We stappen terug in het busje en zetten de trip verder. Op elke heuveltop is er een uitzichtpunt en stoppen we. Wat me telkens opvalt zijn de bruuske overgangen. We staan op de top(punt) tegen de reling en kijken recht in een diepe ravijn en op de daaropvolgende heuvelrug. Zo tel ik vijf heuvelruggen na elkaar tot de laatste overgaat in de lucht.
We rijden door tot in Mae Hong Son in het uiterste noordwesten van Thailand. Daar bezoeken we een door Myanmar gebouwde witte stoepa uiteraard op een heuveltop. Maar de uitzichten vanaf de top over het stadje en zijn omgeving zijn veel interessanter. De gids wijst ons de bergpartijen aan, verderop aan de grens met Myanmar.
We kijken neer op een klein en compact bergstadje, verstopt temidden de groene jungle met een grote, ommuurde gevangenis aan de rand van de stad en een landingsstrip voor kleinere vliegtuigen. We zien geen enkel vliegtuigje landen of opstijgen gedurende het uur dat we op de heuveltop zijn.
Vandaar rijden we naar de Padaung stam in het zogenaamde Langnekdorp, officieel: Huay Seau Thao Village. Voor de vrouwen in deze stam is het traditie om koperen ringen rond hun nek te dragen, waardoor deze heel lang lijkt. Het is een uitstervende traditie want de huidige generatie doet er niet meer aan mee.

LANGE NEKKEN?

Toch niet. Het is niet de nek die verlengd wordt maar de schouders die ingedrukt worden door het gewicht van de koperen ringen. Vroeger torstten de vrouwen gewichten tot 10 kg maar wegens gezondheidsproblemen is het gewicht heden teruggebracht tot maximum 6 kg.
Door het te hoge gewicht drukten de schouders de ribbenkast opeen zodat de ruimte tussen de ribben verdween en deze op hun beurt tegen de baarmoeder aandrukten en zo de geboorte van kinderen te problematisch werd.
Destijds werd een ring van 1 kg geplaatst bij de meisjes vanaf 4 jaar. Ze mochten de ring 's nachts afleggen. Dit bleef zo tot ze 10 jaar werden. Dan werd het gewicht stelselmatig verhoogd tot 3 kg en later als ze volwassen werden, tot 10 kg. Van dan af werden de ringen permanent gedragen ook tijdens de nacht. Enkel bij ziekte en na goedkeuring door de chef van het dorp, mochten de vrouwen de ringen tijdelijk afleggen.
Dit is nu verleden tijd: de voorbije generatie vrouwen draagt de ringen tot maximaal 6 kg maar de huidige generatie vrouwen niet meer. Dus deze traditie is aan het uitsterven. Terecht.
De Padaung hebben het vluchtelingenstatuut in Thailand sinds ze in 1992 verjaagd werden door de Birmezen. Het waren initieel boeren uit Birma. Maar bij de onafhankelijkheid van Birma in 1948 namen de militairen over en organizeerden ze een burgeroorlog tegen alle etnische minderheden en dus ook tegen de Padaung.
Birma en zijn junta hebben een kwalijke reputatie opgebouwd in het vermoorden/verjagen van minderheden. Denken we recent maar aan de Rohinya moslimminderheid.
De traditie van de Langnekken gaat een paar eeuwen terug. Destijds waren stammenoorlogen schering en inslag. De stamleden die aangevallen werden en hals over kop moesten vluchten namen hun rijkdom/bezittingen mee rond hun hals en op hun lichaam, voornamelijk goud en zilver. Het werd uiteindelijk deel van hun cultuur.

Dag 7 -----Vrijdag 6 april -----Mae Hong Son - Chiang Mai
Het is drukkend warm vandaag en daardoor zijn de activiteiten beperkt tot lang ontbijten in ons gezellig eco-resort en vandaar het hotelbusje nemen tot in het stadje. Daar slenteren we in de winkelstraat en in de lokale overdekte markt, nemen een massage mee en drinken een ijskoffie aan het meertje temidden de stad.
Rond 16u rijden we naar het luchthaventje, een opgeknapte loods, voor onze vlucht terug naar Chiang Mai. Een half uur later landen we ginder al.
We onderhandelen een taxi naar ons hotel en reserveren met behulp van de hotelreceptie een tafel in het Riverside Restaurant, een gekend en sjiek spel aan de Ping rivier. We komen daar toe met de typische rode taxiwagentjes, in feite opgekalfaterde riksja's met 6 zitplaatsen.
De vriendelijke hostess van het het restaurant vertelt ons dat alle tafels bezet zijn. En inderdaad je kan op de hoofden lopen in een ruimte waar bar en restaurant in elkaar lopen.
Maar geen probleem, zegt het hostessje, en ze leidt ons naar de overkant van de straat … niet aan de rivieroever. Maar het is te warm om te klagen en - vooral - het wordt tijd om te aperitieven.
Oh Yeah.

Dag 8 -----Zaterdag 7 april----- Phuket
Om 9u brengt een taxi ons van het hotel naar de luchthven voor de binnenlandse vlucht naar Phuket. Na een week Noord-Thailand volgt nu een week Zuid-Thailand.
We landen ergens in het noorden van de provincie Phuket en moeten dan nog een uur rijden naar onze standplaats van drie dagen: Kata Beach. We maken er meteen kennis met de toeristendrukte, iets wat we niet ervaren hebben in de eerste week.
Vooraleer we aan onze resort toekomen, dwarsen we het stadje Kata en zien enkel winkelstraten zwart van 't volk. We rijden door een aaneenschakeling van bars, family mart, 7 eleven, restaurants, souvenirwinkeltjes, andere winkeltjes, tattoo shops en nog veel meer met als enig doel: de baht uit uw zakken halen. De ATM geldmachines zijn veelvuldig aanwezig zodat ge nooit zonder geld valt, tenzij uw daglimiet verstreken is.
Onze resort biedt ruime en gelukkig ook rustige kamers. De zwemkom is lang en kronkelig en vormt een soort hindernissenparcours waar je een ronde kan in zwemmen. Maar toch blijft het redelijk druk omdat er veel klanten zijn.
We blazen uit in het lauwe zwemkomwater en beslissen om het HRC te bezoeken in het nabijgelegen Patong Beach.
Patong Beach is Kata Beach maal 5. Je loopt/wandelt/slentert er je te pletter langs honderden winkeltjes en horecazaken waarvan je je afvraagt hoe die mensen kunnen overleven met zoveel concurrentie naast de deur. Ik hoop dat niet iedereen meer kijker dan koper is, zoals wijzelf.
Onvermijdelijk belanden we in Patong's bekendste straat: de fameuze Bangla Walking Street, een soort exotisch glazen straatje maar dan veel langer dan de Gentse variant en zonder glas.
Het krioelt er van het (toeristen)volk en de bars zitten vol met drinkers en kijkers naar de 'karakterdanseresjes' langs de palen op de toonbanken. En denk niet dat het een louche, weggestoken bedoening is; alles is open en bloot mede geholpen door de temperaturen natuurlijk. Het is 22u maar nog steeds eind de 20° vochtig warm. Dat maakt onze kelen droog en dus stoppen we aan één van de vele bars en scharrelen 8 barkrukjes bij elkaar aan de straatkant, wat niet evident is in deze drukte. We kijken vooral naar de … passanten.
Naast de toeristen loopt de straat natuurlijk ook vol met lokale verkopers van alles en nog wat en ze trachten u te verleiden naar de sexy 'ping pong shows'. We weten niet goed wat we ons daarbij moeten voorstellen maar kunnen het wel raden.
Als we uitgekeken en uitgewandeld zijn - zouden wij nu ook een beetje aan sekstoerisme gedaan hebben, vraag ik me af - staan rijen tuk tuk's of de gerenoveerde, rode versies ervan ons op te wachten om ons voor een appel en een ei terug te brengen naar het 11 km verderop gelegen Kata Beach.
Oh Yeah.

Dag 9 -----Zondag 8 april -----Phuket
Vandaag is een rustdag. Dus, beste lezers, dit betekent: winkelen, terraszitten in de schaduw, lanterfanten, en het Kata strand verkennen waar schone en minder schone torso's te bruinen liggen. Op een t shirt lezen we:
'I don't google, my wife knows everything'.
Op het strand onder een palmboom pikken we een massageke mee.
De familie Lieven Claeys verkiest om Phuket te verkennen met de brommertjes. Het wordt een kleine rampdag. Ze onderschatten de zon en komen redelijk gehavend uit de strijd, lees: verbrand. Vooral Franky heeft last van rode billen en armen. Ze hebben wel de helft van het eiland verkend en naar Phuket Town gereden waar ze hopeloos de weg verloren op zoek naar een strand in de buurt. Teruggekeerd naar Kata Beach worden ze tegengehouden door de politie die hen beboet voor het rijden zonder helm: 2000 baht (omgerekend 50 euro).
Rijden zonder helm? IEDEREEN rijdt zonder helm, onnozele corrupte flik, denkt Tjeefken maar zwijgt gelukkig. Alsof het nog niet genoeg is, kan je de boete niet ter plaatse betalen maar beveelt de flik de boete te betalen in het 'nabijgelegen' politiekantoor ... drie kwartier lopen. De brommertjes moeten blijven staan. Ze betalen ginds op het politiekantoor temidden een paar grinikkende, corrupte flikken met dollartekens in hun ogen. Dan moeten ze nog drie kwartiers terug naar hun brommertjes.
Het zuiden van Thailand ligt op het smalle schiereiland Malakka, tussen de Golf van Thailand en de Andamanse Zee, een buur van de Golf van Bengalen, beiden deel van de Indische Oceaan. Zuid-Thailand bestaat uit een bergketen die begroeid is met tropische regenwouden en een paar prachtige nationale parken huisvest waaronder het Khao Sok Park, bezocht in 2015 (zie reisverslag Thailand 2015).
Opmerkelijk aan de bergketens zijn de kaarsrecht omhoog rijzende kalksteenrotsen zowel op het platteland als vanuit de Andamanse Zee. Voor de kust liggen honderden zulke eilandjes waarvan velen met een wit zandstrand, maar allemaal overvloedig begroeid met regenwoud. Vele van die eilandjes waren de locaties voor films waaronder het James Bond eiland ('The Man with the Golden Gun') en het Beach eiland ('The Beach') met DiCaprio.
Dit gezegd zijnde, maakt de provincie Phuket deel uit van dit landschap. Technisch gezien is Phuket een eiland voor de kust van Thailand. Enkel een brug verbindt het eiland met het vasteland. Phuket is een aaneenschakeling van baaien met sikkelvormige stranden, gescheiden door rotsparijen die vanuit het land in de zee uitmonden.
En Kata Beach is eigenlijk Club Med Beach. De helft van het strand wordt ingenomen door de klanten van Club Med die daar een enorm domein aan het strand heeft.
Lokale tijd 21u schoffelen we terug naar onze kamers om de finale te beleven van Parijs-Roubaix op EUROsport. Op ons Aziatisch TV-scherm zien we dat Peter Sagan de sterkste man in koers is. Op 30 km van de streep ontsnapt Peter de Grote uit een elitegroepje, haalt de voorliggers in en wint de sprint voor de onbekende Zwitser Dillier.
Oh Yeah.

Dag 10 -----Maandag 9 april -----Phuket
We hebben gisterenavond een dagtocht geboekt voor vandaag, naar een paar van die exotische eilandjes in de Andamanse Zee. Echter zonder de familie Lieven Claeys die afzeggen na het débacle van gisteren. Ze gaan vandaag … brommertjes huren. Tja, doorzettingsvermogen zeker.
Een busje pikt ons op bij het hotel plus een aantal andere gasten aan andere resorts om ons een kwartiertje later af te zetten bij een pier. Daar dobberen een paar reuze speedboten waar 45 man op kan. Drie Honda buitenboordmotoren leveren de power. De trip is volgeboekt en met een volle boot vliegen we over de golven richting eerste eiland, een uur verder.
Er is veel wind deze morgen en de zee is ruw wat leidt tot geschreeuw en gejoel bij de hoge golven die de boot moet trotseren gevolgd door opspattend zeewater en dunks naar benden.
Tijdens de veiligheidsbriefing van daarnet heeft men ons op het hart gedrukt dat de boten in dergelijke ruwe zee 100% veilig zijn. Anders varen ze niet uit. We kregen ook een pilletje tegen zeeziekte. Deze pillen hebben wel slaperigheid als bijwerking. Ik heb het geweten want ik loop gans de dag deuzig.
Ondertussen zijn we mesnat van het opspattende zeewater en hebben twee leden van de bemanning zich bij wijze van grap verkleed in Pietje de Dood. Niet direct een geruststellende gedachte.
We schokken voort terwijl we de ene douche na de andere krijgen. De kapitein aan het stuur houdt in telkens als hij te hoog op een golf komt en laat dan de boot gecontroleerd 'stuiken' naar beneden wat niet zo gezond is voor de rug.
Na een uur arriveren we aan de Maya lagune alwaar de film 'The Beach' is opgenomen. De gidsen op de boot verklappen ons dat voor de film dit eiland amper bezocht werd. Hetzelfde met het James Bond eiland van de film 'The Man with the Golden Gun'.
Het is een prachtige baai langs drie kanten ingesloten door 100m hoge rotsformaties, begroeid met groen regenwoud. Het zand van het strand is spierwit. De opening naar de zee is relatief nauw waardoor je het gevoel krijgt dat je aan een ronde, reuze zwemkom ligt met een strand in plaats van tegels. Het water is helder.
Dit is een fantastisch mooi stukje natuur ware het niet dat inmiddels tientallen speedboten met elk 45 klanten hebben aaangemeerd en er dus honderden toeristen samengepakt staan op het strand in de baai. Het is er een gekrioel van lossende boten en vertrekkende boten en onaangenaam vertoeven temidden de massa in zo'n mooie lagune.
Een half uur later is het aan ons om terug te vertrekken. Naar Monkey Island alwaar we terug dezelfde taferelen zien en we de apen moeten zoeken tussen de vele mensen … of omgekeerd?
We varen verder naar Phi Phi eiland voor de lunch, een ogenblik van relatieve kalmte en een lekker Thaïs buffet.
Na het eten varen we richting een ander 'bounty eiland' uit de Phi Phi regio waar we kunnen snorkelen of uitrusten op het strand. We kijken al uit naar een beetje kalmte … tot we toekomen, na een halfuur speedboten door de ruwe zee. We krijgen dezelfde toestand als aan de Maya lagune met tientallen parkerende en vertrekkende boten en honderden toeristen op het 'kalme' strand.
Het snorkelen is een gans drama. We zien enkel dode koralen en een paar visjes. Vanuit de barhutten weerklinkt luide reggae muziek.
Ontspanning? Jawadde, eerder inspanning. Thuis zou daar ergernis bijkomen maar op vakantie net niet.
Na een uur en veertig minuten worden we vriendelijk gevraagd om terug in de boot te stappen. Eigenlijk is het anders: bij de ochtendbriefing werd erop gedrukt om op tijd aan de boot te zijn om het programma niet in de war te sturen. Te laat toekomen is onherroepelijk en dit wil zeggen dat je dan met de concurrentie nog eventueel meekunt. Dit schrikmomentje heeft er voor gezorgd dat iedereen mooi op tijd is bij het boarden.
Het is inmiddels late namiddag en na driekwartiers varen en bonken - het is nog steeds vrij ruwe zee - komen we terug aan op Pukhet.
Welkom op Phuket een oord van massatoerisme en misschien ook van verderf. Op langere termijn wordt volgens mij die natuur ginds verkloot.
En alsof het nog niet genoeg is, smaken de coctails niet vanavond. Zelfs niet na het relaas van de ditmaal geslaagde brommertjesdag van Lieven en Co. Franky ziet er na vandaag nog een beetje roder uit ondanks het gesmeer van sunblockers en ze hebben allemaal hun helm gedragen, waarschijnlijk als enigen op het eiland. Ze zijn niet de weg verloren maar integendeel gestoten op een paar mooie uitzichtpunten over de baai, een kalm strandje gevonden en gesnorkeld.
Oh Yeah.

Dag 11 -----Dinsdag 10 april -----Phang Nga Baai / Ko Yao Yai
Drie dagen Phuket zijn genoeg, meer dan genoeg en dus is het tijd voor onze volgende verplaatsing. Vanuit één van de vele pieren van het eiland varen we door een ander deel van de Andamanse Zee, namelijk door de magische Pheng Nga Baai langs talloze eilandjes en steil uit zee rijzende rotsen. We verplaatsen ons met een officiële ferryboot, geen ijzeren gedrocht waarin je je auto parkeert en daarna op de dekken wandelt, maar terug een speedboot die plaats biedt aan een dertigtal personen.
Het wordt een korte maar snelle pleziertocht want een dik half uur verder meren we aan op het eiland Ko Yao Yai. Yao Yai ligt in een binnenzee aan de zuidwestkust. Het ligt ergens tussen het drukke Phuket en Krabi, twee maga toeristenoorden. In de zee zien we veel onbewoonde rotseilanden.
Vanaf de betonnen pier rijden we met de pick up naar ons vakantieoord. We rijden door een dichtbegroeide jungle, waarschijnlijk op de enige aangelegde baan van het eiland. Veel mensen zien we niet, laat staan een dorp passeren.
Zouden we dan toch op een vrijwel verlaten eiland zitten en perfect voor reizigers die het hutje-aan-het-strandgevoel zoeken, zoals we lazen in de brochure? We lazen ook: 'verwacht hier geen luxe, geen bruisende dorpjes en geen overdaad aan restaurants. Stel je in op een stuk ongerept Thailand en je krijgt alles wat je verwacht'. Dat willen we wel eens ondervinden.
We komen met de pick up aan op een kleinschalige resort met een twintigtal hutten aan het strand. Maar onze mond valt open door een geweldig uitzicht op de vele kalkrotsen eilandjes die in vervormde pieken uit de zee steken.
Het is er stil en rustig. Wat een zicht vanuit onze hutten en wat een contrast met Phuket. Vanaf de hutjes op palen lopen we het witte zand op. Het zwembad is zo gelegen alsof je al zwemmend in de zee terecht komt met zicht op de eilandjes.
Een soort intense blijdschap overvalt ons en we bestellen meteen een massage, gevolgd door een cocktail, happy hour en een Pad Thai, in het bamboe restaurant op het strand. Wat de coctails betreft, zijn we ondertussen specialisten geworden want zowat elk drankje hebben we wel eens geproefd de laatste tien dagen. Long River, Blue Andaman, Mojito en Gin Tonic zijn de favorieten.
Het is hier toch een beetje paradijs op aarde.
Oh Yeah.

Dag 12----- Woensdag 11 april -----Phang Nga Baai/Ko Yao Yai Longtail Boat Tour
Vroeg deze morgen zijn Ivan en Marleen opgestaan om de rode zonsopgang te bewonderen bij een temperatuur van om en bij de 25°, terwijl de rest van het gezelschap nog de slapers uit de ogen wrijft tijdens het ontbijt.
We worden opgehaald door Chan, een gewezen Thaibokser die af en toe toeristen begeleidt op rondvaarten door de geweldige baai van Phang Nga. De man is goedlachs, kent iedereen die hij tegenkomt maar spreekt afschuwelijk slecht Engels. Hij heeft een soort spraakgebrek. Waarschijnlijk één of andere stoot op zijn bakkuis gekregen - de muuke teveel - tijdens zijn periode als Thaibokser waardoor zijn tong tilt is geslaan.
Om 9u en oneffen stappen we vanaf het strand in een longboot om langsheen de eilandjes te varen die we vanuit onze hut verderop in de zee zien oprijzen.
Eerst doen we Hong eiland aan. Via een nauwe doorgang door de kalkrotsen komen we in een lagune terecht, te vergelijken met de Maya lagune. Het binnenmeertje is 'ommuurd' door hoge, welig begroeide kalkrotsen en heeft iets onwezenlijks mede geholpen door de afwezigheid van massatoerisme.
We stappen uit de boot voor een wandeltochtje doorheen de mangroves. Alhoewel er volgens Chan geen schrikwekkende beesten zitten zoals slangen, spinnen of andere watercreaturen, beperken we onze wandeling tot de buitenkant van de verstrengelde en gewortelde waterstruiken, -bomen.
De volgende eilanden worden bezocht om te zonnebaden, te rusten onder de palmbomen of om te snorkelen. Onder snorkelen versta ik rondzwemmen tussen de combinatie van levende en kleurige koralen en multicolor vissen. Maar sinds een paar jaren moet ik vaststellen dat in deze tijden van overconsumptie en klimaatverandering, deze combinatie bijna niet meer te vinden is. Het wordt meestal zwemmen tussen dode, verbleekte koralen en kleine hoeveelheden kleurige visjes. En ook de Phang Nga baai ontsnapt er spijtig genoeg niet aan.
Dus genieten we meer van de zon, van de schaduw en van het zwemmen in het lauwe zeewater.
We lunchen op het strand van Paradise eiland: rijstschotel met ananas en watermeloen. We zien een vijftal aangemeerde boten en de andere toeristen zoeken zich ook een eetplekje op het strand onder de palmbomen. Ik start een gesprek met de buren, een gezin met twee kinderen. Ge kent dat, zo van beginnen met 's werelds meest gekende startzin:
'Where are you from?'
'From Belgium', antwoorden ze.
'Ha ja … en van waar ergens?', vraag ik benieuwd, horend aan hun Engels accent dat het Vlamingen zijn. Mijn verwondering slaat om in verbijstering als ze antwoorden dat ze van Landegem zijn … van onze eigen gemeente nog wel! We staan met onze mond vol tanden temeer dat we -als geboren en getogen Landegemnaren - die mensen niet eens kennen. Het blijken inwijkelingen te zijn en het koppel heeft een restaurant op Drongendorp.
Dus even uitzoemen: we komen op een godverlaten eiland voor de Thaïse kust een koppel met twee kinderen tegen uit onze eigen gemeente. Wat kan toeval plezierig zijn.
Na nog een paar rondritten en bezoeken aan kalkstenen palmboomeilandjes valt het ons op hoe Chan ons telkens de geweldige natuur aanprijst als een geschenk van God. Hij gaat efkes over zijn toeren (en wij ook) als hij dicht bij de boot een walvis spot. We zien een kolossaal grijs monster naast de boot zwemmen waarvan een slag met zijn staart ons gegarandeerd zou doen kantelen. Maar het gedrocht zwemt rustig weg.
Rond 16u smijt Chan het anker uit voor ons strand en stappen we via het lauwe water terug op het vasteland. We krijgen een uur rusttijd want dan vertrekt een tocht naar de andere kant van het eiland voor de zonsondergang.
Het is rond 17u als we allemaal op een pick up stappen en het binnenland van het eiland verkennen. We rijden op de enige hoofdweg van het eiland, diezelfde als gisteren bij aankomst, maar nu in de andere richting. We rijden langs groene rijstvelden, rubberplantages, kleine markten en een schooltje. Chan neemt zijn tijd en stopt nog aan een weide met paarden waarvan hij de eigenaar kent, om een babbeltje te slaan. We kijken een beetje verwonderd naar elkaar en als we hem vragen om welk uur de zon hier ondergaat - het is al 18u gepasseerd - slaat hij in een soort gecontroleerde paniek. Hij is waarschijnlijk de klok uit het oog verloren. We speedrijden lange kilometers naar de andere kant van het eiland om … tien minuten te laat toe te komen. We zien nog het topje van een rode vuurbol verdwijnen in de zee. Met dank aan Chan.
Oh Yeah.

Dag 13 ------Donderdag 12 april----- Phang Nga Baai/Ko Yao Yai
We kunnen het niet laten. We huren vandaag opnieuw brommertjes om het eiland te verkennen. Ze smijten in Thailand bij wijze van spreken met de brommertjes naar uwen kop en het is zo gemakkelijk en mobiel.
We hebben gisteren aan den lijve ondervonden dat die ene hoofdweg over de lengteas van het eiland loopt. Alle andere banen zijn zijwegen die naar een strand of een baai of een pier leiden, meestal deels onverhard.
We starten in de late voormiddag en rijden eerst naar een gekend visrestaurant, dichtbij de pier waar we eergisteren aankwamen. Moslims baten de zaak uit en dus wordt er geen alcohol geschonken.
We kunnen een fris pintje niet uit ons hoofd zetten en rijden daarna naar een café uitgebaat door twee lokale meiden, die ons gisteren tijdens de pick up rit opgevallen waren. Hun lichaamstaal en gegoefel verraadt dat ze over ons aan het roddelen zijn. Ik denk veeleer over de twee jonge gasten in ons gezelschap. Tarzan blijft er doodkalm bij, waarschijnlijk denkend aan zijn Oudenaards liefje waarvan ik ondertussen terug de naam vergeten ben.
We rijden verder door dichte jungle en kleine dorpjes. Veel volk woont er niet maar de meerderheid is wel moslim. Niet veel volk betekent ook niet veel auto's en dus redelijk rustig rijden.
De gemiste zonsondergang van gisteren blijft in ons hoofd spoken en in de late namiddag proberen we die plek aan zee terug te vinden. We zijn vrij zeker van onszelf dat we de zijweg zullen terugvinden die dood liep op het strand. Na kweenie hoeveel straatjes in en uit te rijden, slagen we er niet in dezelfde plek van gisteren terug te vinden. En omdat we de naam niet weten, kunnen we ook de lokalen niet inschakelen. We begrijpen er niets van en dus parkeren we de brommers maar aan het strand - ergens anders - waar we kunnen aperitieven en waar we ook de zon zien zakken in de zee.
Eénmaal de zon onder wordt het pekkedonker. En omdat er gelukkig maar één hoofdbaan is, vinden we onze resort gemakkelijk terug. Daar ontdekken we dat de muggen ons van kop tot teen gebeten hebben met ambetante jeuk tot gevolg. De lokale muggen houden niet van blanken op brommertjes. Ons tubeke anti-jeuk zalf slinkt zienderogen.
Oh Yeah.

DE HORECA OP KOH YAO YAI

Met ons gezelschap van acht mensen iets te eten/drinken vragen is een uitdaging. Er loopt wel altijd iets verkeerd. Hou u daarom aan een aantal stelregels:

° Stel zo weinig mogelijk vragen over de menu.
° Duid best de foto van uw gerecht aan of zeg het nummer van het gerecht.
° Vraag nooit een gerecht met een andere saus of een ander ingrediënt: ge krijgt twee gerechten, het initiële van de kaart en het tweede met de andere saus. Nietwaar Anja?
° Wilt ge geen gezeik, vraag dan Pad Thai Chicken, het nationale gerecht. Dus geen Pad Thai Porc want de kans is groot dat je Pad Thai Prawns krijgt. Ze verstaan niet altijd het correcte Engels en durven niet altijd om een herhaling vragen.

Verwacht nooit dat uw maaltijden tegelijkertijd worden opgediend. Wat eerst klaar is komt op tafel. Meestal hebben diegenen die eerst bediend zijn al gedaan met eten als het laatste gerecht wordt afgeleverd.
Bestel dus nooit coctails tesamen met je eten. Je krijgt alles door elkaar geserveerd: eerst twee 'Pad Thai Chicken', dan komen vier cocktails gevolgd door de 'Shrimps with Cashew Nuts' … waar de noten van ontbreken (maar reclameer aub niet over de missende cashewnoten want als je dat toch doet brengen ze u een tweede schotel); dan komen nog twee coctails, dan de rest van de coctails en dan de rest van de gerechten.
Bestel dus eerst de coctails, wacht minstens een kwartier en bestel dan je eten.
Kom je ergens aan na een brommer- of een wandeltocht en je wilt uw dorst lessen met water of een softdrink maar meteen ook je coctail bestellen: niet doen. Thai begrijpen dat niet. Je bent met acht personen en ge vraagt twaalf drankjes, dan gaat er iets mis. Ze denken dat de softdrankjes dienen om te mengen met je coctail. Ze hebben de neiging om uw mojito te mengen met uw cola en ter plekke een nieuwe coctail uit te vinden. Of uw sodawater in uw milkshake te kappen. Let goed op!
De meisjes die drankjes/eten opnemen doen dat zeer minutieus en zeer ijverig. Sommigen herhalen zelfs wat we besteld hebben. Biedt dit garantie op een correcte service? Neen. Ze zijn altijd iets vergeten of leveren het verkeerde drankje/schotel.
Maar ze blijven lachen. Prachtig volk.


Dag 14 -----Vrijdag 13 april -----Terugvlucht Phuket - Bangkok
De vakantie nadert zijn einde, net twee dagen te vroeg want deze weekend is het Thaïs nieuwjaar. Songkran (jaarlijks van 13 tot 15 april) is het traditionele Thaise Nieuwjaar uit de Siamese tijd. Hoewel Thailand sinds 1940 Nieuwjaar op 1 januari viert, blijft het feestelijk gebruik van water tot gelukwensen en het bezoek aan oudere familieleden bestaan. Het wordt vooral in Thailand en Laos gevierd (in Laos heet het 'Pi Mai').
En ook de familie die de resort uitbaat, doet mee aan de plechtigheden. De jongeren zijn in traditionele klederdracht en organiseren een kleine Boeddhistische ceremonie. De ouders en de grootouders zijn aanwezig.
Dan zien we plots ook de masseuse verschijnen evenals de chauffeur van onze binnenlandse tocht van eergisteren. Allemaal familie blijkbaar en ene pot nat.
Om 15u vertrekt de speedboot naar Phuket en loopt de vakantie ten einde. Nog éénmaal genieten we van het uitzicht vanaf 'ons' strand maar dan is het voor serieus: stappen in de pick up, dan in de speedboot en dan terug in een busje die ons opwacht aan de pier in Phuket voor een rit naar de luchthaven. Daar nemen we om 19:40 de vlucht terug naar Bangkok.
Franky heeft veel bekijks. In een temperatuur van om en bij de 32° loopt hij rond met een lange broek en sweater met kap over het hoofd. Hij is volledig bedekt van kop tot teen. Hij voelt zich ziek en koortsig en we denken dat de opeenvolgende dagen van blootstelling aan de zon op die brommertjes gecombineerd met de muggenbeten misschien wel de oorzaak zijn.
In de luchthaven van Bangkok aangekomen, lijkt de situatie te verergeren. Hij loopt onmiddellijk door naar de gate en legt hem te slapen, goed ingeduffeld. Hij rilt en heeft het koud.
Er zijn nog een paar uren over vooraleer we na middernacht zullen vertrekken naar Brussel en dus verkennen we de verschillende hallen van de luchthaven.

Dag 15 -----Zaterdag 14 april----- Terugvlucht Bangkok - Brussel
De vlucht vertrekt op tijd om 00:30 om 11,5 uren later te landen in Brussel. Franky heeft pijnstillers genomen en redelijk goed geslapen. Hij komt er door.
De man van het luchthavenvervoer wacht ons netjes op en we vertrekken naar huis. We komen aan in aangename temperaturen want er is een kleine warmtegolf aan de gang.