INDONESIE:
Mei 2000
Indonesië
is de grootste eilandengroep ter wereld en met een oppervlakte
van 1.950.000 km2 het grootste land van Zuidoost-Azië. Het telt
13.000 eilanden, waarvan er een 600-tal bewoond zijn. Ongeveer
70 % van de bevolking woont op Java, dat met 132.187 km2 niet
het grootste eiland is. Eilanden als Kalimantan, Sumatra, Sulawesi
en Irian Jaya zijn vele malen groter. De archipel wordt omsloten
door de Indische Oceaan, de Zuid-Chinese Zee en de Grote Oceaan.
De natuurlijke rijkdommen maakten van deze eilandengroep een geliefkoosd
doel voor kolonisering, handel en rijkdom. Onze noorderburen (dollanders)
hebben daar een belangrijk aandeel in gehad. Wij (Wieke, Gunnar,
Louis, Pol en Martin) bezochten twee eilanden, niet van de minste.
Maar de reis met zijn vijven was eigenlijk ingegeven door een
gemeenschappelijke kameraad - Koen - die het jaar ervoor uitgeweken
was naar Indonesië.

JAVA
Java
is het belangrijkste eiland van Indonesië. Het is een langgerekt
en relatief smal eiland. Van west naar oost is het ongeveer 2000
km, terwijl het van noord naar zuid slechts 200 à 300 km is. Het
bestaat uit 3 "provincies" : West Java, Midden Java en Oost Java.
Wij laten West-Java aan ons voorbij vliegen, letterlijk en figuurlijk.
Onze tocht begint in Midden Java.
JAVA
in een notedop:
-
BROMO
-
BOROBODUR en PRAMBANAN
-
LIVE ORKESTEN en LIVE ON STAGE
-
KOENSON, JOE en DIAN
-
REGENWOUDEN en PERFECTE VULKANEN
-
CHAOTISCH EN VERVUILEND VERKEER
-
LIEVE MENSEN
Dag
1 ------------15 mei -------------------
-Landegem - ergens in de lucht
Om 6h s'morgens word ik uit bed gebeld door Pol met de boodschap
dat hij een multipass treinticket op de kop getikt heeft. Ik slaap
nog, maar enfin er bestaan ergere dingen en zo zitten we met onze
multipass om 8h op de trein naar Zaventem. In Zaventem, aan de
check-in plots lichte paniek als Louis niet aan het venster kan
zitten want de computer herkent hem niet als lid van onze groep.
Toch stijgen we stipt om 11h op richting Singapore via een stopover
in Zurich. Natuurlijk via het in kwissen zeer populaire vliegveld
'Kloten'. Zoals het een vliegtuigmaatschappij met faam betaamt
(Singapore Airlines) krijgen we een gedrukte eetkaart voorgeschoteld
met keuze uit verschillende menu's. Eén pla valt ons op: Zwitserse
worstjes met zurige (Zuriche) saus (hebd'em).
Voor Wieke is het zijn maidenvlucht en hij valt van de ene verbazing
in de andere. Inmiddels is Louis in slaap gevallen in zijn 'bed'
van vier middenrijzetels. Het wordt nacht (6 uren tijdsverschil)
en Pol en ik proberen te slapen. Maar dat lukt niet want Wieke
en Knor zitten de ganse nacht te goefelen en te lachen en lawaai
te maken bij zoverre dat de crew hen een puzzel komt brengen om
wat stiller te zijn. De service van de singaporiaanse crew is
uitstekend; alzo zijn de hosteskes. Het wordt inmiddels dinsdagmorgen
en we zien onze eerste zonsopgang door het vliegtuigraampje.
Dag
2 ___--------16 mei ---------------------Jakarta
-Yogyakarta
Om 7h20 landen we in Singapore en vliegen om 8h door naar Jakarta
alwaar een javaan (of is het een javanees) ons opwacht met een
bordje in zijn handen: Knor Claeys. Hij geeft ons de ticketten
voor de binnenlandse vlucht naar Yogyakarta van 13h10.
Koen heeft dit georganiseerd. Ondertussen blazen we efkes uit
buiten het luchthavengebouw en de verslaafden roken een sigaret.
We arriveren te Yogyakarta en een taxi brengt ons naar het Novotel,
ook door Koen voor ons gereserveerd. Na een verfrissing storten
we ons een eerste keer in 't stad met een taxifiets, een becak
(uitgesproken als bijtzak) voor 1,5€. Foto:
Pol in een becak. Daar al vallen ons de goedkope prijzen op. Als
koningen laten we ons fietsen door graatmagere, maar uit de kuiten
gewassen indonesiers. Gestopt aan een luidruchtig café, Borobodur
Café, waar een livebandje Led Zeppelin en Deep Purple speelt.
Het zou niet ons laatste bezoek worden. Ondertussen wordt Louis
doodmoe en spreekt van een ware uitputtingsslag: zijn keel doet
zeer.
Ondertussen hebben we voor de komende 7 dagen een minibus-met-chauffeur
onderhandeld voor 2.600.000 Rps (80€ per persoon). S'avonds de
lokale keuken geproefd in een Wahrung voor welgeteld 0,5€ per
persoon, jawel nen halven euro. Een Wahrung is een stoeptentje
waar lokalen in een wok rijstgerechten klaarmaken (qua opzet te
vergelijken met onze frietkotten).
Dag
3 ------------17 mei ---------------------Yogyakarta:
Borobudur, Prambanan
Via het hotel boeken we een dagtrip naar de tempels van Borobudur
en Prambanan. Beiden zijn totaal verschillend van stijl maar wondermooi.
Borobudur is een massief monument, als het ware uitgehouwen
uit een heuvel en meet 118 m bij 118m. Zes verdiepingen brengen
u geleidelijk naar het topgedeelte waardoor de tempel de vorm
krijgt van een afgeplatte kegel. Het is een boedhistische tempel
met drie rondgangen en waar in alle muren reliëfbeelden uitgehouwen
zijn met alle mogelijke personages. Vanaf de tempel kan je de
bekende en meest agressieve vulkaan van Java zien: de Agung Merapi
(2.911 m). De naam van iedere vulkaan wordt voorafgegaan door
het woord Agung = Berg.
Borobudur
s'Namiddags
rijden we door naar de Prambanan tempels, een sterk staaltje
van Hindoekunst en -cultuur. We wandelen door een groenpark en
zien in de verte de toren opduiken. De sculpturen zijn talrijk
aanwezig en één van de 8 tempeltorens is de Shiva Tempel, de bekendste
Hindoegod. Moeilijke keuze welk tempelcomplex het mooist is.
Prambanan
s'Avonds huren we terug een becak en laten ons fietsen naar het
ViaVia restaurant, gekend als het reisrestaurant van het Vlaams
reisburo Joker (andere ViaVia's in Senegal, Spanje, Leuven). Vlaamse
gadgets sieren het resaurant: Studio Brussel-stickers, den Humo,
Vlaamse bezoekers, … De lokale uitbaters zijn zeer vriendelijk,
zoals trouwens de ganse bevolking en het eten is er fijn. Na het
eten voeren onze becak-taxichauffeurs ons verder naar de eerstvolgende
'money-changer' waar we leren dat een gekreukt dollarbiljet niet
aanvaard wordt om te wisselen in Rupies. We onderhandelen en brengen
de koers van 1 ongekreukte $ van 8.100 Rps naar 8.275 Rps: èn
es èn. Onze becakchauffeurs brengen ons nu terug naar het
levendige Borobodur-café in Malioborostreet, de bekendste straat
van Yogya. Ge moet weten dat een becak huren gelijk staat met
heen en terug, hoe lang de rit ook duurt. En hij heeft lang geduurd
want eer we buiten komen uit Borobodur café, is het … morgen en
liggen onze taxichauffeurs te slapen in hun bijtzakskes.
Het liveorkest heeft alle mogelijke populaire muziek gecoverd,
van de Indonesische hits over Britney Spears tot Guns&Roses (Sweet
Child of Mine) en Led Zeppelin (Rock 'n Roll).
Onze
chauffeur voor de dagtrip naar Borobodur noemde Mi-Ing en
sprak naar zijn zeggen engels. We hebben hem enkel Yes horen
zeggen: How far is it? Yes; How long are the banks open? Yes;
en toen we door hadden dat hij geen jota engels sprak, vroegen
we hem: Are you stupid? Yes.
In Borobodur heeft Louis een nieuwsoortige rups ontdekt: nen
wadest. Naarmate de dag vorderde werd Louis echter
zieker en zieker tot hij in het ViaVia restaurant zijn eten
liet staan en alleen naar het hotel terugkeerde. Hij heeft
daardoor ons afscheid gemist aan de lokale keukenploeg van
het ViaVia restaurant. Alsook ons afscheid aan het Borobodur
café toen luidruchtige Pol en andere Knorren, door het nuttigen
van teveel Bintangs (= lokale pils in een fles van 620 ml),
knurre waren en de fietstaxichauffeurs begeleidden
met Vlaamse chiro- en andere liederen, dwars door Yogyakarta.
De reis was goed ingezet.
Dag
4-------------18 mei ----------------------Yogyakarta
- Semarang
Consternatie s'morgens: vandaag rijden we naar Koen's plek in
Semarang maar Louis beslist om naar huis terug te keren. Zijn
keel doet te veel pijn, niet de juiste medicatie bij … What the
hell is going on? Niemand zal de juiste toedracht kennen. En dan
zijn we plots nog met vier.
We starten met onze gehuurde minibus-met-chauffeur richting Semarang
en rijden eerst naar het Dieng plateau op 2.000 m boven
de zeespiegel. Het plateau is bezaaid met kleinere hindoetempels,
maar we bezoeken vooral het groen sulfermeer, de geisers, de broebelende
modderpoelen: een soort miniatuur Yellowstone, maar dan zonder
aangelegde paden en beschermrelingen waardoor het soms een gevaarlijke
onderneming wordt. We rijden verder met Rachmani, alias Reggie,
onze chauffeur. Na nogmaals 3.5 uren rijden arriveren we in Semarang
niet zonder te melden dat we onderweg geweldige zichten gezien
hebben op die zo typische rijstterassen. Semarang dat is druk,
druk verkeer nog verergerd door horden supporters die door t'stad
trekken na een voetbalmatch. Uiteindelijk komen we aan in het
vijfsterrenhotel Grand Candi, waar we Koen, zijn Indonesisch lief
Joe en haar twee vriendinnen ontmoeten. De verwelkoming is hartelijk
en emotioneel. Na een opfrissing in 't hotel gaan we s'avonds
uit in het Java café, een plaats die ons nog lang zal bijblijven
…
In
het Java Café vierden we Koen's verjaardag (21 jaar),
maakten we kennis met Joe en haar vriendinnen en noteerden
we de eerste markante uitspraak uit de mond van Koen: "hier
mag nen witten alles".
Ook hier een live orkest, die alles coverde wat je maar kan
denken. Na een rustige start met Joe die als gelegenheidszangeres
een Indonesiche hit zong, kwam ons hard-rock bloed naar boven:
we zijn de avond geëindigd in een best-of concert van Led
Zeppelin, Guns&Roses (Sweet child of mine), Deep Purple en
Bon Jovi. Zelfs Pol heeft gedanst, wat ik de laatste 20 jaar
van hem niet meer gezien had. Ik heb mij ook eens laten gaan
toen de zanger van het orkest een micro onder mijn neus stopte
en ik alzo verplicht werd tot een live optreden op scène van
de song 'Highway Star' van Deep Purple. De bintangs van 620ml
vielen, naargelang de avond vorderde, nogal weinig uit en
we schakelden over op pitchers, kuipkes van 2 liter vol met
lokaal bier. Onvergetelijke avond.
Dag 5-------------19 mei ---------------------Semarang
We hebben lang geslapen, ontbeten en ons aan t'zwembad gelegd
waar Wieke en Knor eerst balletdansen demonstreren, zich daarna
inleven als zeehonden en dan aanmeren aan pier 6. De bintangs
van de avond voordien hebben nog altijd uitwerking of zijn het
de Indonesische schonen die hen nog steeds de kop op hol brengen.
Die indruk wordt nog versterkt toen Wieke zijn kamernummer moest
zeggen aan de receptie en de bedoeling had om 'three-two-three'
(nr 323) te zeggen maar iets broebelde van 'trutty true'.
Het ging niet alleen de hele vakantie mee, we steken het hem door
voor de rest van zijn leven.
Joe en haar vriendin Dian werken in de Zoo van Semarang.
Nog nooit een Zoo in dergelijke abominabele toestand gezien, wegens
gebrek aan geld en bezoekers (gemiddeld 1 à 2 per dag!?). Verroeste
kooien, van de zes beesten waren er vier ziek, enz… Maar ze hebben
wel een unicum: een koe met vijf poten. D'er valt verder niets
over te schrijven. Maar het hoogtepunt van de dag is het
bezoek aan de Coca Cola bottelarij in Semarang, een door
Joe georganiseerde trip waar Wieke - als fervente cola aanhanger
(zie foto met tattoo op zijn bovenarm)- handen en vingers aflikt.
Het
wordt een formidastische rondleiding met plaatselijke gids:
video,historiek, bottelarij, magazijn en merchandising shop. Daar
hebben we voor Wieke's verjaardag een set T-shirts gekocht (Wieke
verjaart de 24e mei, zie verder).
We keren terug naar ons hotel in chaotisch verkeer. s'Avonds bezoeken
we het villaatje van Koen, Joe en Dian en van daaruit rijden we
naar een uitstekend restaurant en daarna … terug naar het Java
café alwaar we een tweede reuzeavond beleven met dezelfde ingrediënten
als de dag voordien.
s'Avonds in het hotel kregen we een telefoon
van Louis die bevestigde dat hij een slijmvliesontsteking
opgelopen had. Hij voegde eraan toe dat hij binnenkort zou
terugkeren naar Indonesië met zijn technieker om "de opgelopen
nederlaag ongedaan te maken". Hopelijk voor langer dan twee
dagen …
Een goede raad Louis: maak dat ge genoeg antibiotica bijhebt,
vermijdt airco en zet u aan het venster in 't vliegtuig, steek
nooit meer uw tong uit en laat u niet meer fotograferen in
het bijzijn van schoolmeisjes, vermijdt 'wadesten' en ander
ongedierte en laat u niet meer betasten door opdringerige
verkopers. Verstoat'et, zij mee?
Dag 6-------------20 mei ---------------------Semarang
- Yogyakarta
Om 9h nemen we afscheid van Dian die ons in tegenstelling tot
Koen en Joe, niet vergezelt naar Yogya. Wieke is duidelijk ontroerd.
Met de minibus-met-Reggie rijden we terug richting Yogya. Ik heb
het al meerdere keren laten uitschijnen: het verkeer in Indonesië
is nie te doen. Het verdient een apart kader:
--------------------------
----------HET
VERKEER
--------------------------------------
Chaotisch -
In Indonesië wordt in principe links gereden, maar er wordt
zowel links als rechts voorbijgestoken. Dubbelvakswegen zijn
er bijna niet. Alle banen zijn twee rijrichtingen. En op die
banen bevinden zich voetgangers, becaks (fietstaxi's), fietsen,
duizenden brommerkes, auto's, vrachtwagens, openbaar vervoer
met minibusjes of met monsterachtige, hier in het westen afgedankte,
bussen. Elke weg is één lange sliert van toeterende, uitlaatgassen
wolken producerende, voorbijstekende, u van de weg drummende
vehicels. En de Indonesiër, hij blijft er kalm bij: nooit zagen
we een middenvinger de lucht in gaan, nooit verkeersagressie.
Maar hij/zij is wel geneusdoekt tegen de luchtvervuiling.
De gevaarlijkste wegpiraten zijn de openbare bussen. Ze denken
dat het wegennet aan hen toebehoort, vechten voor iedere meter
die ze kunnen winnen en steken in volle vaart auto's voorbij
met tegenliggers die de keuze hebben tussen uitwijken of botsen.
De bijna-botsingen zijn niet bij te houden. Het is alsof die
buschauffeurs iedere keer hun snelheidsrecord scherper willen
stellen.
De verkeersregels, voor zover die bestaan, worden met de voeten
getreden. Is t'rood? rij dan maar door. Witte volle lijn? dat
dient om over te rijden. Dubbele witte volle lijn? zeker overrijden.
Spookrijden? dat is plezierig en spannend en lijkt een favoriete
bezigheid. Voorrang bestaat niet, dat verdien je …elke dag opnieuw.
Eén gouden raad: rij ginder nooit zelf, huur steeds een auto
met chauffeur. De kost is toch bijna dezelfde als een auto zonder
chauffeur.
s'Namiddags
komen we aan te Yogya en na het inchecken in het hotel, rijden
we met z'n allen door naar Parangtritis, 27 km verderop
aan de kust. Het lauwe water van de Indische Oceaan gecombineerd
met een sterke golfslag maakt de waterpret volledig. De
onderwaterstroming is zo sterk dat we onmogelijk tot hoger dan
ons middel in het water kunnen gaan, zonder het risico te lopen
weggezogen te worden. Het strand bestaat uit zwart zand (vulkanische
oorsprong), maar is biologisch even zuiver als wit zand. De filmmodellen,
Koen en Joe, maken een fotosessie met Wieke en Knor als de beroepsfotografen.
Tegen 6h is het zonsondergang, maar wolken steken er een stokje
voor.
We overtuigen Koen & Co om s'avonds in het ViaVia reiscafé te
gaan eten. Het wordt een gezellige boel en terug lekker geëten.
Daarna het New Java Café in Yogya bezocht (van dezelfde hollandse
eigenaar als het Java café in Semarang). Het liveorkest kan ons
maar matig bekoren maar gelukkig brengt Joe zelf een liedje live
on stage. Ze blijkt nogal bekend te zijn op Java, in het orkestmilieu.
Dag
7-------------21 mei ---------------------Yogyakarta
- Solo - Madiun
Het valt op dat s'morgens de 'ouwkes' (Pol en Martin) altijd eerst
uit de veren zijn, dan meestal gevolgd door Knor, weeral eens
door ons uit zijn bed wakker gebeld, en als laatste verschijnt
dan Wieke met nen kop als … een colaflesken. We nemen voorlopig
afscheid van Koen en Joe die naar Semarang terugkeren. We ontmoeten
elkaar later terug op Bali. We starten de dag met Korneel, de
baas van de huurwagen, en de man met de vetste lach ooit ontmoet
(nog erger dan Wieke), die ons naar het huis van Rachmani, alias
Reggie, brengt. Daar vertelt hij doodleuk aan Reggie, die in zijn
hofken aan t'werken is, dat hij de rest van onze vakantie (10
dagen) als chauffeur mag opdraven (we hebben inderdaad een verlenging
onderhandeld met Korneel en Reggie is terug onze chauffeur). En
ge moet weten dat Reggie net vader geworden is van een dochtertje
(5 dagen oud) en dat hij ze 10 dagen zal missen. Echt missen want
telefoon hebben ze niet. Niet getreurd en vol gas vooruit niet
zonder even te stoppen aan de steenbakkerij in Reggie's dorpje
waar alle stenen manueel gebakken, gedroogd, gestapeld en geladen
worden. 
We laten het dorpje nabij Yogja voor wat het is en enkele uren
rijden verder stoppen we in een belangrijke stad: Solo.
Daar bezoeken we een drukke en bekende markt, de Klever markt
(foto). Mijn
eerste batik T-shirt is een feit. We rijden verder naar Candi
Sukuh, een erotische tempel, 900m hoog op de flanken van Gunung
Lawu en bereikbaar via een steil baantje. Het is een ontgoocheling:
kleine tempel en weinig erotisch. We rijden verder richting Tawangmangu
en bezoeken er de fameuze waterval die 100m diep pletst. S'avonds
slapen we in Madiun, een provinciestadje tussen Solo en Bromo.
We kaarten er voor de eerste keer en krijgen er ook de eerste
tropische regenbui op ons dak.
Iets
uitleggen in t'engels aan Reggie is geen lachertje. De man kent
mé ruize drie woorden. En toen Pol hem wou uitleggen
dat we de uitlaatgassen roken in zijn busje, dan moet ge uw
simpelste engels boven halen, bekken trekken, veel gebarentaal
gebruiken en vooral geduld oefenen. Dat laatste niet direct
Pol's beste eigenschap. Maar het is hem toch gelukt want Reggie
heeft dan zeker een half uur zijn op zijnen buik gelegen om
de uitlaatbuis te inspecteren.
Dag
8-------------22 mei---------------------
Madiun - Bromo
We rijden gedurende 7 uur richting Bromo aan een gemiddelde van
50 km/h. Het verkeer laat ons niet toe vlugger t'avanceren.
We rijden bijna constant door regenwouden en langs rijstvelden
geflankeerd door vulkanen. Het is duidelijk dat we door het mooiste
stukje Java rijden en vermoeden nu reeds dat Bromo een topper
wordt. In de namiddag rijden we het Bromo-Tengger-Semeru Nationaal
Park binnen, simpelweg Bromo genoemd. Het baantje stijgt naar
omhoog (meestal zo) en we komen aan bij het sympathieke Yoschi's
Guest House op 1700 m, net onder de kraterrand. We stappen uit
en grabbelen meteen naar een trui: t'es fris aan de vis.
Een half uurtje later geen kraterrand meer te zien: de wolken
hebben een mistgordijn opgetrokken. Ze dwingen ons in t'hotel
te blijven en dat blijkt een sympatiek gebaar te zijn want we
ontmoeten de 'crew' van het guest house: een uitgelaten, goedlachse
en sympatieke indonesische tienerbende die instaat voor de keuken,
de bar en het restaurant.
Het
werd een plezante avond tussen giechelende en ons steeds betastende
bruine meisjes. Ze zijn echt een weerspiegeling van hun volk:
lief, opgewekt, lachende gezichten, klein, mager en lichtgewichten,
kortom: aangename mensen. En voor onze blanke vrouwen op het
thuisfront: als we spreken van 'lief' en 'betastend' dan bedoelen
we dit in de meest zuivere vorm zonder enige sexistische bedoelingen.
Ze hebben nu eenmaal de onweerstaanbare neiging om blanke
mensen -'witte' - te strelen op de handen, de arm in
de taille te slaan, te 'huggen'. De keren dat we tijdens
onze reis gevraagd werden om samen met Indonesische jongens
en meisjes op de foto te staan is, echt waar, niet op onze
beide handen te tellen. Wij zijn daar blijkbaar een rariteit.
Het werd een klassieke zwansavond, een soort entertainment
show met het hotelpersoneel. Ik vrees dat we veruit de enige
klanten waren die avond. Daar gaven de meisjes ons ook elk
een bijnaam:
-----Martin: Mr Professor
-----Pol: Mr Brutus
-----Wieke: Mr Coca Cola
-----Knor: Mr Handsome
De bintang's en de coca's (met rhum) vloeiden te gemakkelijk
naar binnen en weten dat we vandaag om 3h in de morgen wakker
moeten voor ons bezoek aan Bromo!? T'leven is soms lastig.
Dag
9-------------23 mei ---------------------Bromo
(Java) - Lovina Beach (Bali)
De avond voordien gecharterde 4x4 jeep vertrok stipt om 3h30 in
de morgen naar Gunung Penanjakan van waaruit we de zonsopgang
over Bromo en daarna het mooiste stukje natuur van Indonesië zagen,
belangrijk genoeg om er een kadertje, een foto en een filmpje
aan te wijten.
Filmfragment
van Bromo
(inclusief
een blunder: spreekfout)
-----------------------BROMO-TENGGER-SEMERU
NATIONAAL PARK
--------------------------- 'Het
einde van de wereld' gevoel -
Om 3h gewekt, ontbijten en een half uurtje later rijden we met
onze gecharterde 4x4 jeep naar het hoogste punt van de Tengger-kraterrand
van waaruit we zonsopgang en het vulkaanlandschap zouden zien.
We bevinden ons daar op 2.700 m met een temperatuur rond de
5° C. De Tengger krater heeft een diameter van 10 km en zijn
wanden vallen loodrecht naar beneden op de kratervloer van zwart
lavazand. In die kratervloer bevinden zich nog eens kratermonden,
waaronder Bromo (2.392 m), Batok (2.440 m) en
Semeru (3.676 m), die zelf dan nog eens boven de kraterrand
van Tengger uitsteekt. Rond 6h is het zover: met de fantastische
zonsopgang krijgt het licht vat op dit onmetelijk vulkanenlandschap
en op ons netvlies. We zijn al veel gewoon, maar dit is een
kanjer. Uit de Bromovulkaan ontsnapt constant een witte rook.
Batok is een perfecte krater: kegelvormig met een mooie ronde
kratermond. De majestueuze en grootste krater, Semesta ...pardon
Semera, spuit klokvast om de 20' een wolk gruis in de lucht.
De weersomstandigheden zijn ideaal en we kunnen het volledige
Tengger park overschouwen. Het is alsof er een bom gedropt is
en er hier en daar nog rookpluimen opstijgen, een soort maanlandschap,
desolaat, het binnenste van onze aarde die boeren laat of een
scheet laat, een soort 'dit is het einde van de wereld'. We
verlaten als laatste de viewpoint en rijden dan met de jeep
naar de kratervloer waar we de beklimming starten van de Bromo- vulkaan
langs een aangelegde trap, genaamd de 'Stairway to heaven' (zie
foto). Als ze die naam gepikt hebben van het gelijknamig liedje
van Led Zeppelin, weet ik niet. Op de kraterrand aangekomen
zien we de witte rook diep uit de kratermond ontsnappen. De
reuk van sulfer en rotte eieren is nooit ver weg. We zien ook
de hindoetempel aan de voet van Bromo. Nog een half uurtje (na)genieten
en dan terug naar beneden. Onderweg een collega-jeep uit het
zand getrokken en om 8h kwamen we terug aan bij Yoschi's Guesthouse.
Een natuurervaring rijker.
De dag is nog jong en we hebben reeds een eerste voltreffer geincasseerd.
En dan komt het onvermijdelijke afscheid van onze hotelcrew: van
Sylvia (die mijn maes cool-pet heeft), Moestika, Madoe
en Indi. Het wordt een kort en krachtig, maar gemeend afscheid
en we zwaaien tot we elkaar niet meer zien en waarschijnlijk nooit
meer zullen zien, alhoewel…
Met Reggie gaat het richting kustlijn, door het Baluran NP met
zicht op Gunung Merapi, zo naar Ketapang, waar om het half
uur een ferry vertrekt naar Bali, een boogscheut ver. Het
is reeds een eindje namiddag als we na een uurtje ferry-en onze
voeten op de heilige Hindoe-aarde van Bali zetten. We rijden onmiddellijk
door naar het noorden van het eiland, naar Lovina Beach.
Dit is in tegenstelling tot Kuta Beach, een nog niet door toeristen
overrompelde streek met prachtige (zwartzand)-stranden-met-masseuses,
met ouderwetse catamaran-bootjes waarvan elke eigenaar een 'captain'
is. Het is bij één van zulke captains dat we voor s'anderendaags
een dolfijnen- en snorkeltocht bestellen, weeral voor een appel
en een ei. S'avonds geëten aan het strand waar de lokale Chris
Hageland zijn ding doet. Een akkoestische versie van Sweet child
of mine staat weer op het menu. Op de terugweg naar ons motel
wordt Knor aangesproken door een locale macho: 'you need some
grass'? 'No, we only need fun. En de macho, hij druipt af.
_______________________________________________--------____________________________REISVERHAAL
BALI
|