
BALI
Bali
is natuurlijk gekend als dè toeristische attractie van
Indonesië en één van de honderden mini-eilandjes
in de archipel. Het noorden van het eilandje is veel minder druk
dan de stranden in het zuiden.
BALI
in een notedop:
-
De stranden van LOVINA en KUTA
- ULU
WATU en de stomme apen
-
COMPACT, IDYLLISCH, RIJSTVELDEN
-
VULKANEN BATUR en AGUNG (in onze zak)
-
LIEVE MENSEN
Dag
10-----------24 mei ----------------------Lovina
Beach - Kintamani (Batur streek)
Vandaag is een feestdag voor twee redenen:
-----1. WIEKE verjaart. Hij wordt
26 jaar maar heeft al een buik van iemand van 66 jaar. De rest
van zijn organen lijkt aangepast aan zijn leeftijd. We zullen
Dian moeten inschakelen … you hear me coming, eh.
-----2. Vandaag is ook een feestdag
van de Hindoes en Bali is een hoofdzakelijk Hindoe-eiland: offergaven
in de vorm van een doosje met bloemen en fruit en een vuurstokje
liggen overal verspreid op de grond.
Terug om half zes uit bed om met onze captain in zijn catamaran
de dolfijnen te gaan opzoeken. We steken letterlijk van wal en
varen de zee in. Het is nog duister maar al vlug kunnen we weeral
eens genieten van een prachtige zonsopgang.
Filmfragment
van de zonsopgang
Na
een halfuurtje varen merken we een twintig-tal andere catamarantjes
die dobberen op wat de plaats van de waarheid zou moeten zijn.
Onze captain vervoegt zijn stalgenoten. Er wordt gewacht … tot
plots alle neuzen en alle vingers in dezelfde richting wijzen:
een school dolfijnen maakt zijn opwachting. In en uit het
water, ranke gestroomlijnde beesten en donkerbruin van kleur.
Dit is het moment dat alle boten de achtervolging inzetten tot
de dolfijnen het spelletje stoppen en onder water blijven. Met
zijn twintigen terug wachten … tot plots alle neuzen, en ja ja
hetzelfde spelleke begint weer. Zo spelen die dolfijnen bijna
een uur met onze voeten, maar het blijft wijs die beesten
te zien in hun natuurlijke omgeving op soms minder dan 10 meter
van u. Om 8h keren we terug naar het strand en spreken onmiddellijk
af voor de snorkeltocht. Pol heeft inmiddels een onderwaterfototoestel
gekocht. We kiezen terug het sop met de catamaran en varen naar
een koraalrif eventjes buiten de kust. Het water is zeer helder
en het leven onder water is even spectaculair als erboven. Dat
wisten we al van vorig jaar in Zanzibar. Gewapend met wat brood
in de hand zijn we direct omringd door scholen van honderden kleurrijke,
'alle maten en gewichten' vissen. Na een uurtje snorkelen keren
we terug naar de kust. Het is inmiddels middag geworden en Knor
en ikzelf kunnen niet meer weerstaan aan het idee van knijpende
handen, duwende vingers, kokosolie, … En we bestellen een massage
op het strand, onder een palmboom en gelegen op een sarung. Mier
moeta nie zijn.
Na de middag vertrekken we richting Singaraja, de vroegere hoofdstad
van Bali, en zo verder naar Sangsit, waar Bali's meest
beroemde tempels staan. We bezoeken de tempels, maar ik heb de
indruk dat behalve Pol, iedereen begint te lijden aan tempel-itis:
teveel van t'goeie. Tijdens één van die tempelbezoeken valt ons
het lawaai op vanuit een dorpje, alsof Euro 2000 al begonnen was.
Maar dat kan niet want we zitten in Azië, dus moeten we gaan uitzoeken
wat er gaande is. En de oorzaak van het lawaai zijn de 'supporters'
van de lokale hanengevechten in een soort hut-arena.
We rijden daarna door naar de Gunung Batur streek en slapen
in een zwart gat genaamd Kubupenelokan, in het enige hotelletje:
Meranda hotel. Met de eigenaar van t'hotel spreken we voor s'anderendaags
een halve dagtocht af.
Het
hanengevecht in het balinees dorpje was wel een belevenis.
Honderden lokalen zaten rond een arena en wij, vier witte,
staken schril af. Maar we werden niet verjaagd en konden -
genieten is niet direct het juiste woord - kijken naar een
spektakel waarbij de haren van Gaja's voorman Vandenbossche
te berde zouden rijzen. Aan de poten van de hanen worden vlijmscherpe
messen gebonden waarmee ze hun tegenstander in minder dan
een halve minuut de borst openrijten. De inzet is ook niet
mis: alle toeschouwers gokken op één van beide hanen in een
kakafonie van geroep, gezwaai en zenuwachtig gedoe. Het geld
passeert van hand tot hand en in het geroep is constant hetzelfde
woord te horen: sallè. Het woord wordt zeer snel na
elkaar geroepen door enkele mannen die het geld ramasseren
van de gokkers en tegelijkertijd met de arm omhoog een gebaar
maken van 'kom en geef uw geld maar af'. Als het voorspel
gedaan is, worden de hanen tegenover elkaar gezet en na een
half minuutje is de 'match' afgelopen wegens een dode. Rare
mensen met rare gewoonten.
Filmfragment
van het hanengevecht
Onze
wc in hotel Meranda is iets speciaals. Het is een troon die
je moet bestijgen via drie traptreden met onderweg een soort
waterreservoirken+emmer om met de hand door te spoelen. Er
is geen bril en t'is vies. Ik had in geen vier dagen moeten
kakken (rijst stopt), maar uitgerekend daar moest het er allemaal
uit.
Dag
11------------25 mei---------------------
Kintamani - Selat
Deze voormiddag maken we een tocht met de eigenaar van het hotel
naar de gestolde lavastromen van de vulkaan Gunung Batur.
Batur is terug een grote krater (cfr Bromo) met op de kratervloer
een meer (Danau Batur) en een vulkaan met drie kratermonden. De
wandeling vertrekt vanop de kraterrand en we dalen eerst steil
naar beneden naar de kratervloer, bedekt met zwart zand (lavastof).
We zien ondertussen rook uit een van de kratermonden komen. Onze
gids bevestigt dat er tweewekelijks wat gerommel en wat activiteit
is in de vulkaan gepaard gaande met kleinere uitbarstingen. Beneden
lopen we over de gestolde lavastromen van vroegere, krachtige
uitbarstingen. Er staat ook een (vervallen) hindoetempel op de
kratervloer. Er wonen zelfs mensen in de krater wiens hoofdactiviteit
zandwinning is. De kratervloer wordt stelselmatig afgegraven met
de spade en de aarde gezeefd op een reuzezeef. Deze vruchtbare
grond wordt dan verkocht en afgehaald met de camion. De tocht
naar boven blijkt zwaar onderschat: het is steil en vochtig heet.
Vraag het maar aan Pol, die kierewiet wordt van een lokale
vrouw die hem als zijn schaduw volgt naar boven, weliswaar met
de bedoeling om hem te gidsen want wij hebben enige voorsprong
genomen. Maar dit is tegen Pol zijn gedacht. En ge weet als er
iets tegen Pol zijn gedacht is, is …(vul zelf aan). Pol zweet
zo erg dat de veuj van zijn klakke drupt. Op weg naar boven
klimmen we door bananen- en appelsienvelden. Onderweg bieden de
mensen ons zeer sappige appelsienen aan. En dat het gemeend is,
ondervinden we omdat ze alle geld weigeren. We moeten er redelijk
uitgeput en meelijwekkend uit gezien hebben. Eenmaal boven hebben
we een paar bintangs in ons leize gegoten.
We rijden s'namiddags verder richting Selat, een gemeente aan
de voet van de Gunung Agung, de hoogste berg van Bali (3.142
m). In Selat bezoeken we de voorlaatste tempel van deze reis:
de Pura Pasar. En zoals bij alle hindoetempels moeten we
ook hier een sarong dragen (soort wikkelrok). S'avonds lekker
geëten in buurgemeente Putung, op een heuvel met fantastisch
zicht op de kustlijn en de oceaan, in vogelvlucht een 10-tal km
verwijderd.
---------------------Doen
w'et of doen w'et niet?
Dat was de vraag die ik reeds een aantal dagen voordien ter
discussie had gesteld. We hebben het hier over de beklimming
van Bali's hoogste. In het begin was iedereen volmondig akkoord:
we doen'et. Pol was de eerste die het niet zag zitten wegens
conditie nul. Naarmate de dag van de waarheid naderde werden
de ja's van voorheen ja maar's en ik voelde nattigheid. Toen
we in Selat iets gingen drinken, vroeg ik een definitief antwoord.
Wieke haakte af zonder veel woorden en Knor haalde wel tien
redenen aan om het niet te moeten doen. Pol mengde zich wijselijk
niet in de debatten. Daar stond ik dan en in gedachten vervloekte
ik Pol en die 2 jonge gasten die 20 jaar na mij geboren waren
en die blijkbaar niets anders konden dan bier drinken en zwanzen.
Ik toonde het niet, maar was ontgoocheld. Het werd een tijdje
stil aan tafel. Wieke zat ondertussen de ganse tijd naar de
grond te kijken en te wiebelen op zijne stoel. Hij scheen
iets te willen zeggen en plots floepte hij het eruit: " we
gaan hem stappen". Niet alleen de mijne, maar ook de anderen
hun oren zullen getuit hebben. De blikken kruisten elkaar,
de lach verscheen terug op ons muilkes en alsof ik
nooit had moeten aandringen en alsof Wieke altijd diene berg
op gewild had en alsof Knor zijn minstens tien goede redenen
om niet te klimmen vergeten was, stonden we recht en deden
onze water- en koekeninkopen voor de klim van de volgende
ochtend …
Dag
12------------26 mei---------------------
Gunung Agung (3.142 m) - Ubud
…om drie uur worden we gewekt, de tweede keer deze vakantie. Na
een kort ontbijt rijden we (Wieke, Knor en Martin) met een slaperige
en slecht gehumeurde Reggie naar de vertrekplaats op 2.100 m.
Om 4 h s'morgens starten we een onderneming waar we gelukkig op
voorhand niet goed wisten wat ons te wachten stond.
-----------------------
--BEKLIMMING
GUNUNG AGUNG: 3.142 m
---------------------------- ---------
Nooit meer -
Gunung Agung is een heilige berg voor de hindoes. Vooraleer
we vertrekken brengen onze twee gidsen een offergave en een
kort gebed om de goedgunstigheid van de goden af te smeken.
Bij hen zal het helpen, bij ons niet. Gunung Agung is een vulkaan
met een kratermond van 500 m doorsnee, die in 1963 zijn duivels
ontbond en met één explosie 2000 doden maakte en 100.000 daklozen.
We hebben het geweten want op de 5 km tussen het vertrekpunt
en de top ligt er niet één meter effen terrein. De eerste helft
van het parcours loopt door regenwoud, tussen de wortels van
de bomen en recht naar omhoog, want zig-zag klimmen kennen ze
niet in Bali. Het is enorm steil en vele stops om tot een normaal
hartritme te komen, worden ingelast. Op een bepaald moment ziet
Wieke het niet meer zitten en wil terugkeren. Maar de gedachte
aan Dianneke en ons aandringen houden hem overeind. Knor geeft
niet op en ik ook niet, alhoewel een diarree-aanval roet in
het eten dreigt te gooien. Zoals
op de flanken van de Kilimanjaro, heb ik ook hier mijn broek
afgestoken (t'is gelukkig nog donker) en mijn ding gedaan. Daar
ik nooit een berg opga zonder WC-papier, komt dit ook nu goed
van pas. Gelukkig vriest het niet zoals op de Kili. We klimmen
verder en komen aan de boomgrens. Het landschap verandert in
een rotslandschap: geen boomwortels meer, maar overal rotsblokken.
Het wordt nog steiler, en in plaats van klimmen wordt het klauteren.
De zon komt op en de temperatuur stijgt. De zonsopgang werpt
een schaduw van de berg in de vlakte (zie foto boven).
Iedereen stapt op zijn eigen ritme met Knor aan de kop, op een
paar tientallen meter gevolgd door mij en verderop Wieke. Die
balinese gidsen moeten zich afgevraagd hebben wat voor ouwe
wijven wij wel zijn: ze laten zelf geen druppel zweet, trekken
gezwind naar boven op hun sandaaltjes en telkens we rusten een
blik van: jawadde, zijn da sukkelaars. Maar ons slecht karakter
heeft ons na 4 uur klimmen en klauteren tot boven gebracht tot
aan de kraterrand. Hij
zit in onzen zak!! De voldoening is enorm en we kunnen nu
rustig genieten van het onmetelijke landschap: we hebben een
zicht op vrijwel de volledige oost- en zuidkant van Bali en
zien Kuta Beach, het eiland Lombok, …
Stilte is daarboven de overheersende toon: zalig. Het is er
ook vrij gevaarlijk want we moeten ons letterlijk op onze buik
leggen om dan over de kraterrand in de holte te kijken. Een
stap te veel en we vallen loodrecht de kraterschacht binnen.
Een niet al te appetijtelijke gedachte als je ziet dat daar
beneden een sulfermeertje broebelt en de stank van rotte eieren
ons in de neus slaat. Na een halfuurtje genieten, begint de
afdaling en die is zo mogelijk nog lastiger dan de beklimming
en neemt eveneens 4 uren in beslag: voor Knor en Wieke 3 ½ uur
want mijn bobijntje is ver op. De steilte, de concentratie om
telkens te zien waar ge uw voeten zet, de keien, het uitslieren,
de zon, het demotiverend gemak waarmee onze gidsen het allemaal
klaren, de slechte koeken, het regenwoud waar maar geen einde
aan komt, mijn knieën die protesteren, om te zwijgen van mijn
pezen, … dat allemaal maakt ons uitgeput. Op het vertrekpunt
zien we Reggie terug - deze keer met big smile - en stappen
in de minibus.
Hij zat en zit nog steeds in onzen zak maar het heeft bloed,
zweet en tranen gekost. Drie vulkanen zitten voor de rest van
mijn leven in mijn geheugen gegrift: Bromo, Agung en Kilimanjaro
(Tanzania).
We
rijden met Reggie en de gidsen naar ons hotel als we plots moeten
stoppen voor wegenwerken. We hebben daar 2 uur gewacht want ze
zijn juist een stuk nieuwe wegbedekking aan t'gieten en er is
geen omlegging. Pol is redelijk ongerust (lees: kwaad) als we
uiteindelijk bij het motel aankomen, maar een woordeken uitleg
doet wonderen.
Veel tijd om te recupereren krijgen we niet, want via de eenzame
maar wondermooie Sideman-weg rijden we door naar Klungkung
en zo verder naar Ubud, centraal gelegen in Bali, waar
Koenson en Joe ons drie dagen komen vergezellen. Joe, een uitstekende
onderhandelaarster, heeft een eerste klasse hotel uitgekozen en
de prijs onderhandeld tot een voor ieders beurs aanvaardbaar niveau.
De tactiek is heel simpel: als Indonesische krijgt ze indonesische
prijzen.
De
rest van de namiddag was lui zijn, een goed bad nemen en Wieke
zijne kop zot maken over Dian. S'avonds Thaï's geëten (spicy)
en dan naar een soort Jamaicaanse bar geweest, waar grass
en wiet rokende wezens met dreadlocks de boel opfleurden.
Het live orkest was vervangen door een CD-i installatie die
het nog gemakkelijker maakte om verzoeken te doen. Toen die
barak zijn deuren sloot, gingen we naar een zeer luidruchtig
café waar veel witte zaten uit alle werelddelen en
waarvan de meeste in Bali op projectbasis werkten voor één
of ander goed doel. We babbelden met Canadezen, met Stevie
Wonder, met Engelsen, en met Timothy. Timothy is een Kiwi
(Nieuw-Zeeland) die Knor versleet voor een turk. Toen hij
Knor's reactie begreep, herpakte hij zich en zei …Italian?
Hilariteit alom. We hebben het boelken helpen sluiten en zijn
gaan slapen. Toen bemerkten Knor en ik dat we alleen waren.
De rest was al vertrokken. T'Is de schuld van de bintangs
en de balinese citroenjenevers.
Dag
13------------27 mei ---------------------Ubud
- Kuta Beach
Na lang slapen en stevig ontbijten rijden we met z'n allen (Koenson,
Joe - voorzetels - Pol, Martin -middenzetels - Knor en Wieke -
achterzetels) in een minibus waarvan de eigenaar christen is,
de chauffeur islamiet en de bevolking hindoe, naar de Botanical
Gardens in de Bratan streek. De trip valt letterlijk en figuurlijk
in het water. Het regent de ganse dag en we hebben al mooiere
botanische tuinen gezien (in Kaapstad bvb). Bij al die ellende
vergeten we dan nog de Orchidee-serren te bezoeken. We beslissen
om direct naar Kuta Beach te rijden, en daar onze laatste
dagen te slijten vooraleer naar Belgie terug te keren. Het wordt
terug een zwansmiddag van hoog niveau, waarbij Pol en ik een voorzet
geven, daarop pikken dan de jonge olijkerds in doen dan om ter
geestigst. Arme Joe verstond er geen bal van: not one ball.
Na een halve dag rijden komen we aan in Kuta, dè toeristische
trekpleister van Bali met hagelwitte stranden, sterke golfslag,
een lauwe Indische Oceaan, het mekka van de surfsport, palmbomen.
Niet direct ons reisdoel maar wel ideaal als afsluiter. We zoeken
een hotel, proberen eerst het Hard Rock hotel, maar landen direct
met onze beide voeten op de grond als we de prijs horen (1.000.000
Rps per nacht - 150 €). Toch iets deftigs gevonden: Maharani II-hotel
voor 175.000 Rps per nacht (25 €).
Reggie,
onze chauffeur, heeft twee zware defauts: hij spreekt
weinig engels en hij verliest telkens de weg. Gelukkig was
Joe er om kaart te lezen en Indonesisch te spreken. Maar dan
nog zijn we in Kuta een paar keer mis gereden. Voor de rest
was Reggie een stille persoon, gewillig en altijd prezent.
Hij zal waarschijnlijk veel aan zijn dochtertje gedacht hebben.
s'Avonds zijn we uiteraard naar het Hard Rock Café getrokken,
T-shirtje gekocht en efkes geëten en gedronken aan Europese
prijzen. Het zit er dan ook vol met toeristen. De verrassing
van de avond was wel het live orkest dat optrad van 23h tot
3h s'morgens. Het werd een geweldige avond onder ons allen,
met alle anecdotes van de reis, de nodige bintangs, … tot
Hamerlinkske langskwam en een tik uitdeelde aan Pol en Joe
(en Koen moest mee natuurlijk). Ze liepen naar het hotel en
werden nog overvallen door een tropische regenbui. Het was
inmiddels 2h geworden en Wieke, Knor en ikzelf waren nog alive
and kicking. Een hele climax werd het toen deel 3 van het
liveoptreden startte met … Sweet child of mine. Alledrie uit
de bol en meteen werd Guns&Roses' Sweet Child of Mine uitgeroepen
tot hèt lijflied van de reis. De hele vertoning werd gefilmd
maar zal nooit op antenne verschijnen wegens verlies van mijn
camcorder.
Dag
14------------28 mei ---------------------Kuta
Beach - Ulu Watu - Kuta Beach
We staan met de zon op en rijden richting Ulu Watu, onze
laatste tempel maar niet van de minste. Het is een apentempel
gelegen op een overhellende rots wiens wanden 100 m dieper, loodrecht
in zee vallen. Vanop de kantelen van de tempel heb je een prachtig
zicht op een blauwheldere, onmetelijke Indische Oceaan waarvan
de golfslag beneden tegen de rotsen beukt. We waren nochtans gewaarschuwd
bij de ingang van de tempel, maar een stomme aap rukt plots de
bril van mijn hoofd op de moment dat ik even uitrust op een bank.
Gelach alom van mijn companen en van een indonesiche klas die
net voordien met ons geposeerd heeft voor een foto. De aap heeft
zich ondertussen hoog in een boom genesteld en wacht tot de ruilhandel
op gang komt: gij bril, ik eten. Een alerte Indonesier heeft een
zak nootjes klaar en smijt ze richting aap. Die graait het zakje
mee en laat mijn bril vallen, poefe op de grond. Hij is
wat gekromd en de neusnijpers staan scheef, maar gelukkig zijn
mijn glazen niet gebroken. Incident gesloten. Na het bezoek rijden
we naar het het strand van Ulu Watu. De laatste honderd meters
moeten we naar beneden via een trap, waar we halverwege stoppen
en naar een uitkijkplaats lopen vol met volk. Er is een belangrijke
surfcompetitie aan de gang: de Garuda Cup Bali 2000. De
beste surfers berijden minutenlang de hoge golven, lijken te verdwijnen
onder een golf om er dan terug uit te komen… Enfin een spectaculaire
sport met veel oh's en ah's van de supporters.
Terug in Kuta nemen we afscheid van Reggie, die zo blij is als
een kind dat hij naar huis mag bij zijn familie (en/of blij dat
hij van ons verlost is). We betalen hem voor het deel in Bali:
5d x 250.000 Rps/dag of omgerekend 10 € per man per dag, nafte
inclusief. Onze tip, alhoewel niet gangbaar, is 50.000 Rps.
De rest van de dag doet ieder zijn goesting: op strand, zwemmen,
op terraske zitten, de mensen bekijken, niets doen, kortom: vegeteren.
Wieke belt met Dian en geeft een (liefdes)brief mee met Joe. We
vinden nieuwe bijnamen uit voor ons bendeke:
---Martin:Es Jeruk Nipis ( … lemon
juice?), eens per vergissing Es Jetrek Nipis gevraagd
---Pol: Bintang, nooit per vergissing
iets anders gevraagd
---Wieke: Coca Cola, wa wilde
---Knor: Bintang, neemt de gewoontes
van Pol over
---Louis: Water, en nog ziek worden
Vooraan:
Martin
Van l naar r: Pol, Knor, Wieke
Die dag nemen we tevens afscheid van Koenson en Joe, want ze vliegen
terug van Denpassar naar Yogya. Maar volgende maand zien we ze
al terug in België.
S'avonds zeer lekker geëten in Poppies restaurant en om 22h, na
een tik van hamerlinkske, in bed: no partying this time.
Toen
Martine en ikzelf in 1992 in Bali vertoefden samen met mijn
broer Bart en zijn vriendin (nu vrouw) Ann, op wereldreis
door Azië gedurende 11 maanden, hebben we ook geëten in Poppies
nl. op 1 mei 1992. We waren toen exact 12 jaar getrouwd. Vandaar
de speciale herinnering en het blije terugzien op 28 mei 2000,
8 jaar later. Het restaurant was nog steeds hetzelfde gebleven
met tafels verspreid in een tuin tussen de fonteintjes en
de planten en met een uitstekende kaart en bediening. Voor
de rest is tijdens die acht jaar relatief weinig veranderd,
behalve het sterk toegenomen verkeer en de sterke uitbouw
van Kuta zelf. We zochten en vonden ons vorige hotelletje
(Lilly Cottages), maar de buurt was bijna onherkenbaar herbouwd
met restaurants, winkelkes, geasfalteerde wegen en geschrapte
zandweggetjes. Ook het Hard Rock Café was er toen nog niet.
In het binnenland leek alles mij nog hetzelfde gebleven evenals
de vele uitgemergelde honden op straat en de lastige en aandringende
verkopers, vooral in Kuta. Afschudden of afdingen is en blijft
hier de boodschap.
Ondertussen slaat ook de werkstress toe in de vorm van GSM-telefoontjes
en berichten. Ik verneem dat mijn huidige werkgever te koop
wordt aangeboden (even slikken) en een aantal mensen denken
dat ik maandag (morgen) kom werken. Keep on dreaming, vrijdag
2 juni is mijn eerste werkdag.
Dag
15------------29 mei --------------------Kuta
Beach
Vandaag is shopping time. We laten ons verloren lopen in
de nauwe straatjes van Kuta en denken automatisch terug aan dezelfde
wirwar van straatjes in Stone Town, Zanzibar. We laten onze baard
van 14 dagen afscheren (Pol en Martin), kopen ringen, olifantjes
(voor Ilse), horloges, T-shirts, Sarungs, gadgets, …en ik laat
mijn camera ergens liggen. Een domper voor mij want het is niet
mijn eerste keer: in een flits zie ik de verloren films met zoveel
mooie momenten, hoor ik de opmerkingen: hoe es da meuglijk?
Ik ga de wandelroute volledig terug en probeer me te herinneren
waar ik die camera heb laten liggen. Tevergeefs. Zelfs met de
hulp van Knor, vinden we niets terug. S'avonds ben ik niet in
de stemming om met Pol, Knor en Wieke mee te gaan naar een optreden
van typische Balinese dansen: de vuurdans en de Kecak. Ik ben
ondertussen gaan eten in een restaurantje waar ik op de poot van
een hond trap: 'kaieeet' blaft de hond,' èèèèj' verschiet ik.
s'Avonds een verrassing van formaat voor Wieke: een fax van Dianneke.
KUTA
is een toeristenstad, met toeterende taxi's: transport sir?
Yes, we need a helicopter. En dan was de discussie meteen
afgelopen. Het is ook een plaats met tientallen "money changers"
en kms-lange doolhof van straatjes met winkelkes en restaurants.
Goed voor 2 à 3 dagen en dan weg ermee. Het exotische tintje
met de palmbomen, de zon, de masseuses en een immer lachend
volk maken het toch iets aangenamer dan in Blankenberge of
Benidorm.
Dag 16------------30 mei --------------------Denpassar
- ergens in de lucht
Omdat ons vliegtuig pas s'avonds om 20h vertrekt richting thuis,
heb ik nog de tijd om een camcorder te zoeken in Denpassar, de
hoofdstad van Bali, op een half uurtje rijden van Kuta. Ik charter
een chauffeur maar de prijzen in Denpassar zijn zelfs hoger dan
de Europese prijzen: brute pech, misschien in Singapore tijdens
de tussenlanding. De rest van de bende koopt allerlei dingen in
een supermarkt in Kuta. S'middags eten we in HRC, waar we het
gezelschap krijgen van bussen japanners die een koffieke
komen drinken. S'namiddags de valiezen gemaakt, uitgecheckt en
de rest van de uren versleten met kaarten. Om half zes naar de
luchthaven gereden en daar verder gekaart. We vonden het wel grof
dat we 50.000 Rps luchthaventax cash moesten betalen. Nog de laatste
cadootjes gekocht in de tax-free shops en dan de vlieger
op. In Singapore geland na 2 uur vliegen maar ook daar zijn de
camera's veel te duur in vergelijking met België. Terug de vlieger
op richting Zurich.
Dag
17------------30 mei ---------------------ergens
in de lucht - Landegem
Relatief goed kunnen slapen tijdens de vlucht en geland in Zurich-Kloten.
Ook daar geen goedkope camcorders. Terug de vlieger in en om 9h15
geland te Zaventem met een half uur vertraging. Dan de trein genomen
naar Gent - de trein is altijd een beetje reizen - waar de omnibus
naar Landegem voor onze ogen wegreed. Dan maar een bintang, sorry
een jupiler gaan drinken in de Splendid in de Boudewijnstraat
en ondertussen gebeld naar Ilse (Knor's vrouw) en Chantal (Pol's
mama) om ons te komen halen. Toen we ze zagen aankomen in het
gezelschap van Jan en Martine (ouders van Koen) wisten we dat
onze vakantie over en uit was. Op onzen buik: gien sanse.
-------------------------------KATERN
Een greep uit de spreuken en gezegden van wat leeft onder de
twintigjarigen:
t'Zaad
van ne maat kan geen kwaad
Geen haar geen leute, geen zaad geen scheute
Als ge luizen hebt, hedde luizen
Een woord van duizend klinkers? Oprit
Niveau passeert, benen omhoog
t'Schoap es de preude af
Hoe schoner op den avond, hoe later t'volk
t'Es ui ure: spreidstand
Ze heeft vooropening
Mon bras est agneau
Een haar in de mayonnaise
Beter één vogel in de hand dan geen hand
Beter een vlieg in de soep dan niets in de soep
Maatje, kerel, boas, vent, jonge, manneken
Zweten lijk nen das
Vrij
letterlijke vertalingen naar het engels:
It's for the following
You hear me coming
You are me d'er onen
I belayed my money badly
It doesn't play a role
She is in the fleur of her life
Push a tooth by
Witheater
He has his knock
He is shooting carot
He gives d'er cookies op
No scratching, no climbing
The sheep is the pussy off
_______________________________________________________________
--__TERUG
NAAR: REISVERHAAL JAVA
|