WERELD > AZIË > INDONESIE 2006 > Reisverhaal


INDONESIË: mei 2006

Mister mister, what's your name?

 


Een inleiding geven over dit land is reeds gebeurd in mijn vorig reisverhaal uit het jaar 2000. Deze keer focussen we ons op de eilandengroep uit de provincie Nusa Tenggara, niet vooraleer nogmaals de klassiekers op Java te hebben bezocht: de tempels van Borobudur en Prambanan. We eindigen de vakantie in Kuta, Bali.
Inderdaad, zes jaar na ons eerste bezoek aan Koen, een uitgeweken Landegemnaar, komen we terug op visite. En hoe: niet met vier zoals in 2000 maar met achten:

 

 

Bovenste rij van l naar r:
Paul Van Brussel, alias Pol
Steven Roesbeke, alias Roestie
Martin De Paepe, alias Martin
Kathy Coppens, alias Kathy
Peter Cocquyt, alias PC
Koen Van Tornhout, alias Koenson
Onderste rij van l naar r:
Steven Pillain, alias Pillaintjen
Martine Van Tornhout, alias La Martina
Steven Dierieckx, alias Wieke

Een bende jonge gasten (verder joo gasten genoemd), Pol's beste klanten uit zijn café, tesamen met drie rijpere landgenoten.
Wieke met gezin is reeds 5 dagen eerder vertrokken en maakt kennis met Dian's familie (zijn schoonfamilie). Wij volgen …


Dag 1 -----Woensdag 10 mei -----Landegem - ergens in de lucht
We hijsen ons om 5u s'morgens uit bed en een half uur later zitten we al in de wagen richting Deinze stoasse. Tijdens de autorit draaien Pol en ik de ramen van de wagen open en smijten onze stress naar buiten. In het station wachten de 4 andere joo gasten ons op. En met een 10-ritten kaart in de hand, voert de NMBS ons rechtstreeks naar Zaventem.
We komen ruim op tijd aan te Zaventem en de traditie wil dat we het panoramacafé bezoeken. Daarna kopen we witte wijn en chocolat voor Koen's verjaardag in de tax free shop waar we het 'tax free'-label zwaar in twijfel trekken wegens zeer prijzige waren in de rekken. Komt daarbij nog dat de kassierster er Roestie oplegt voor 1 €. We geraken ook Martine kwijt tijdens het winkelen en zien elkaar pas terug aan de gate, een half uur later.
Eerst vliegen we naar het drukke Londen Heathrow om daar met Malaysian Airways te vliegen op Kuala Lumpur. Malaysian is sterk: iedereen heeft een tv-schermpje in de achterzijde van de zetel van de rij voor hem/haar. Het aanbod bestaat uit tientallen films, CD's, TV-programma's waardoor verveling uitgesloten is. Ondertussen vliegen we dag 2 binnen …

 

JAVA EILAND


Dag 2 -----Donderdag 11 mei -----Ergens in de lucht - Jakarta - Semarang
… en landen we 12 uur later in Kuala Lumpur, de hoofdstad van Maleisië. De luchthaven van KL is recent en modern, met veel lichtinval en een plezier om in te lopen. We nemen de Airway Train, een volautomatisch trein (zonder chauffeur) die ons naar de juiste terminal brengt. Door een misverstand rijden we op dezelfde trein terug naar ons beginpunt om dan terug te keren naar hetzelfde eindpunt. Maar we geraken toch aan de juiste gate en nemen de vlucht naar Jakarta.
We landen in Jakarta rond 11u in de morgen en tijdens de grensformaliteiten kijkt de politiebeambte naar PC's paspoort en zegt hem: "You don't have a visa". Waarop PC antwoordt dat hij wel een Visa (krediet)kaart heeft. Maar de man bedoelt een toeristenvisum die we eerst in ons paspoort moeten aanbrengen, vooraleer ons aan te bieden bij hem. Algemene hilariteit en wijle allemaal terug naar het toeristenvisum-loket.
We geraken heelhuids door de controle tot in de aankomsthal waar ons ongevraagd een Indonesiër volgt tot aan het wisselkantoor waar we onze euro's inwisselen voor Indonesische Rupies en ons verder begeleidt naar de Garuda Airlines desk alwaar we onze ticketten ophalen voor de binnenlandse vlucht naar Semarang. De man vraagt een fooi voor zijn 'diensten' en het wordt onze eerste harde onderhandeling. Even later wordt het ook ons eerste terrasje in een drukkende, vochtige warmte van 36°, net buiten het luchthavengebouw. Koude cola's brengen soelaas. Tijdens onze cola-pauze komen uit een paar dagrugzakjes sudoku-puzzels te voorschijn. Blijkbaar een rage/hype want iedereen zoekt nu achter 9 cijferkes in de juiste volgorde, in de juiste vierkantjes. Spijtig genoeg haalt Pol op het terrasje ook zijn sigaretten tevoorschijn. De mooie beloftes om te stoppen met roken tijdens de reis worden in de kiem gesmoord.
Het ontvangstcomité onder leiding van Koen, Wieke en hun beider vriendinnen verwelkomen ons in de luchthaven van Semarang. De autorit tussen de luchthaven en het hotel geeft ons direct een déjà-vu: de honderden brommerkes, het zenuwachtige verkeer, de warungs, de bijtzakskes, de luchtvervuiling, de overtredingen van de verkeersregels. We nemen onze intrek in het Novotel waar we het weerzien met het ontvangstcomité nog eens overdoen in de hotelbar. Teveel bintangs (lokale pils en deel van de groep Heineken) worden in te vermoeide lijven gegoten na vele Selamat Toss Seloems of zoiets ('santé' in het Indonesisch). Daarna kruipen we allemaal een paar uur in onze kamer om te 'bekomen'.
S'avonds rijden we de heuvelflank omhoog waarop Semarang gebouwd is en eten straffe kost in een restaurant met uitzicht over Semarang-stad, die veranderd is in een wemeling van duizenden lichtjes. En waar de lichtjes eindigen, daar begint de Oceaan.

Sprokkels:
- De eerste twee dagen worden getypeerd door dunnen dèj, het gevolg van positieve adrenaline aangewakkerd door een portie samen-op-reis-gevoel. Pittige oneliners en schunnige praat zijn de kenmerken van deze fase.
- "Een kindermond heeft goud in de mond", verspreekt Koen zich. "Een kindermond zegt de waarheid", probeert hij opnieuw. "Nee", zegt Pol, "het juiste gezegde is: de waarheid komt uit een kindermond". "Ja, dat klinkt beter dan de waarheid komt uit de morgenstond", probeer ik, totdat Roestie de onnozele discussie sluit met de oneliner: "Een kindermond heeft melktandjes".
- Andere straffe verhalen gaan over luchtballons op mazoet en het verbod om te schruilen tijdens trektochten.
We zullen de zever hier maar stoppen.


Dag 3 -----Vrijdag 12 mei -----Semarang
Deze voormiddag rijden we naar Koen's werk: de Deense firma Scancom. Rijden is een verkeerd woord. Rallyrijden is beter want Koen heeft de rijgewoontes van het land overgenomen (zie kadertje vorig bezoek aan Indonesië - dag 6) en ze nog verergerd. Dit wil zeggen dat we al zigzaggend, faren trekkend, trompend, brommerkes verwensend, door Semarang crossen. Rode lichten en volle witte lijnen worden genegeerd. We komen toch heelhuids aan maar hebben dikwijls ne keer elders moeten kijken.
In Scancom zien we grote hallen vol teakhouten meubelen (foto links). Scancom koopt ruwe meubelen in, werkt ze af, verpakt ze, vult de containers en verstuurt wereldwijd. En als kwaliteitsverantwoordelijke houdt Koen de klantenleveringen in de gaten.
Daarna bezoeken we Koen's woonst evenals zijn nieuw huis want volgende week is het grote verhuis. Expats zoals Koen, wonen bijna altijd in een beveiligd stadsdeel van Semarang. Het komieke is dat je plots overvolle hoofdstraten verlaat om via een onooglijke zijstraat zo'n wijk in te rijden en je er in een andere, rustigere en op het eerste zicht veiligere wereld terecht komt. Vandaag is de dag van Monica's (Koen's vriendin) wekelijkse massagebeurt en ik laat me daarna heel graag verleiden tot een bijkomende sessie.
Koen trakteert vanavond op zijn verhuis van volgende week en op zijn verjaardag van overmorgen. We komen terecht in een Duits(!) restaurant 'Zum Anton' waar we niet-Indonesische gerechten eten. Het wordt een lang uitgesponnen avond aan de rand van Anton's enorme zwemkom met de nodige portie dunnen dèj. Daarna trakteert der Anton met wodka + apfelsap en weissbieren en de avond kan niet meer stuk.
We besluiten na Anton's fest een stapken in de wereld te zetten in de discotheek van ons hotel. Het live orkest speelt er een soort pop-techno en de kortgerokte meiden zijn niet uit onze buurt te slaan. Tijdens de rustpauze spreken we de bandleider aan maar spijtig genoeg spelen ze geen muziek van Led Zeppelin of Guns & Roses, de nieweirs. Uiteindelijk doen ze een toegift in onze rockverzoeken en starten ze deel 2 van hun optreden met 'Smells like teen spirit' van Nirvana om daarna de verraste (jonge) klanten verder techno aan te bieden. Niettemin drinken we 6 pitchers leeg en kruipen veel te laat in ons bed. Morgen om 6u moeten we uit ons piere voor een lange dag.--------------------------------------------------Monica met Koen, Dian zonder Wieke

Sprokkels:
- Vandaag is dag 3 en ook de derde dag van PC's 19-letterwoord: vl..g..de sch..t.rij Hij neemt twee soorten anti-diarree pillen en we doen hem zwarte thee drinken. Maar tot nu toe helpt er niets.
- "Geef een Indonesiër altijd de hand met uw rechterhand, want in hun beleving wordt de linkerhand voorbehouden voor het afkuisen van uw gat", vertrouwt Koen me toe. Vergeet deze etikette niet bij uw volgende vakantie.
- Zum Anton worden weer een aantal oude (Engelse?) spreuken te berde gebracht, als daar zijn:
------ You are me d'er onen
------ The sheep is de pussy off
maar ook serieuze nadenkers als: "It is better to have an organized mess then a mess in your organization".
- Uiteraard wordt Dappie De Fredder ter sprake gebracht en ter plaatse afgemaakt evenals een discussie over salamanders, hagedissen, tokkey's en gecco's en andere tsjik tsjaks.


Dag 4 -----Zaterdag 13 mei -----Borobudur en Prambanan
Iedereen is 'fris man' als we elkaar om 6u30 goede morgen toewensen aan de ontbijttafel. Een uur later rijden we al met 9 man en 2 autos t'stad uit. Wieke en Koen vergezellen ons op de trip.
De rit richting Yogyakarta verloopt typisch Indonesisch: het gevecht met de brommerkes, de zenuwachtigheid, het getromp en het voorbij steken waar ge eigenlijk niet kunt. In dit laatste geval steekt onze chauffeur een auto voorbij terwijl er één uit de tegenovergestelde richting komt aangereden. Men toetert en trekt zijn lichten, doch men wijkt niet en plots wordt een tweevaksbaan efkes gebruikt als een drievaksbaan. Je hebt een sterk hart nodig en een goed roterend hoofd om er dikwijls mee naar de andere kant te kijken. Het was zes jaar geleden al een drukke bedoening, het is nu nog drukker. Je kan onmogelijk meer dan 50km/u rijden want er is teveel volk op de baan in de vorm van brommerkes, bussen, bemo's, minibussen, auto's, fietsers, camions en mensen met hun rijdend restaurant. Er worden inderdaad mie-gerechten bereid in een rijdende-wok-met-duwfiets. Ook straf zijn de fietsers langs de baan: voortdurend steil omhoog en omlaag met een portie getoeter rond uw oren en uitlaatgassen in uw wezen.
Vandaag staan 2 ikonen van Java op het menu, een prachtig voorgerecht vooraleer we de eilandenreeks van Nusa Tenggara gaan onveilig maken.
1. Borobudur:
Borobudur is de grootste boedhistische tempel op deze aardkloot en een must-see voor iedere Indonesië-reiziger. Je kan er niet in gaan want het is een massief stuk, uitgehouwen uit een berg. Met andere woorden, Borobudur wordt beklauterd. En op ieder niveau van de pyramidestructuur kan je rondgaan en de uitgehouwen beelden bewonderen. Op de top zie je de buddhas en de stupas plus een zicht op de palmboomwouden en op de op uitbarsten staande Merapi, een perfect konische vulkaan. Indrukwekkend.
We worden zelf een attractie als goefelende tienermeisjes met de joo gasten op de foto willen.
2. Prambanan:
Prambanan is een Hindoe tempelcomplex in een volledig andere stijl als Borobudur, met verschillende torens waarvan de middentoren de grootste is en een aantal hindoegoden huisvest: Shiva, Brama, enz. Je kan de torens instappen en de goden een bezoekje brengen. Het complex is het mooist vanop een afstand. Het kan zeker de strijd aan met Borobudur voor titel van mooiste tempel.

 


We rijden terug naar Yogya en landen in het Novotel waar Koen het nieuws uit Landegem (!) verneemt dat de Merapi-vulkaan (foto rechts) binnen de 24 u gaat uitbarsten. Er is een algemene evacuatie aan de gang van mensen binnen een straal van 8 km rond de vulkaan. Dit zou één van de ergste uitbarstingen kunnen worden. Zullen we iets zien of meemaken vanop het dak van het Novotel met een onbelemmerd zicht op de vulkaan?
S'avonds nemen we een becak (uitgesproken als bijtzak), een fietstaxi voortgeduwd door een pezige Indonesier, tot aan het restaurant door Koen uitgekozen. "Zeer lekker en atmosferisch", zegt hij. Dat eerste klopt, maar het tweede niet echt. Want we zitten in een ongezellig deel van het restaurant met constant enerverende pianomuziek, herinneringen oproepend van ons aller gekende Johan Stollz

Sprokkels:
Gemeenschappelijk aan beide tempels-trekpleisters zijn de opdringerige verkopers die als plakvliegen aan uw lijf kleven. Het typisch scenario gaat als volgt: bij de ingang komen zwermen verkopers op u af maar één slaagt er altijd in zich 'voor te stellen' aan u als bvb. Agus. Agus probeert zijn waren te slijten maar dringt nog niet te fel aan. "Maybe later", zegt hij. "Ja", zeggen wij en we zijn er vanaf …. denken we ….want twee uur later aan de uitgang herkent Agus u en dan laat hij niet meer los. De prijzen dalen rap naarmate ge de uitgang nadert en Agus daardoor denkt niets te zullen verkopen. De beste deals maak je dus op het moment dat je uw wagen wilt instappen en wegrijden.


FLORES EILAND

Dag 5 -----Zondag 14 mei -----Yogyakarta - Denpassar - Maumere
We nemen een binnenlandse vlucht naar het eiland van de Nusa Tenggara archipel die we eerst willen bezoeken: Flores. Daarvoor moeten we om 5u opstaan want de vlieger stijgt op om 7u05 vanuit Yogya. De piloot stuurt zijn luchtkar langsheen de Merapi-vulkaan en we zien een rokende braverd. De aangekondigde uitbarsting is wereldnieuws maar we gaan ze wel missen ondanks onze aanwezigheid.
Vliegen over de Indonesische eilanden in een bijna wolkenloze hemel geeft immens vlieggenot. We vliegen over de Bromo vulkaan met zijn witte rook, langs de Semeru vulkaan met zijn eeuwige rookwolk boven zijn kratermond. We verlaten Java en zien Bali onder ons verschijnen. En op het traject tussen Denpassar en Maumere, onze eindbestemming, zien we Lomboc onder ons voorbijschuiven plus tientallen kleinere eilanden met witte zandstranden, zien we de koraalriffen het oceaanwater een turqouise kleur geven, zien we de jungle, de heuvels en de vulkanen van Flores. Schitterende natuur vanuit de lucht.
We landen zonder ongelukken in de Waioto Airport van Maumere, Flores' hoofdstad. Omdat er maar één vliegstrip is, moet het vliegtuigje op het einde van de landingsbaan gewoon rechtsomkeer maken (een U-turn nemen) en stopt het voor een groot huis: het luchthavengebouw. De wachtenden lopen gewoon de tarmac op om hun familie of kennissen op te wachten. Dit is in Europa waarschijnlijk van de jaren 50 geleden dat zoiets nog mogelijk was.
We worden opgewacht door onze gids met chauffeur die ons de komende 6 dagen via Flores, Komodo, Sumbawa naar Lomboc zullen brengen. Het zijn supervriendelijke mensen en we mogen plaats nemen in een ruime minibus. Deze namiddag rijden we direct door naar Moni, 4 uur verderop. Alhoewel de weg verhard is, liggen er grote putten in of is de weg weggespoeld en blijft er enkel onverhard over. In Flores en dus ook op dit stuk is de weg nooit recht. Kronkelen, steil op en af en veel blinde bochten zijn de kenmerken. Maar de streek is verbluffend mooi met jungles van palmbomen en bananenbomen, met prachtige valleien, met verbluffende vergezichten en met rijstterrassen. Waar er bewoning is langs de weg (en er is maar één weg) lijkt iedereen op straat te lopen. Het doet ons terugdenken aan Zuid-Afrika waar de zwarten ook op straat leven.
We komen aan te Moni en het is reeds een uur pekkedonker. We logeren in Hotel Flores Sare. Nu hotel is een groot woord want alles is er basic. Een douche is niet echt mogelijk en als alternatief krijgen we een grote emmer met heet water die je moet mengen met koud water tot de gewenste temperatuur. Je inzepen en dan met een kan het lauwe water over je hoofd gieten. Maar de mensen zijn vriendelijk, behalve de norse Chinese eigenaar, het avondeten super en de kamers ruim en proper. En meer hebben we niet nodig.

Sprokkels:
- Met PC's diarree evolueert alles in de goede richting
- We verschieten als we onze aansluitende vlucht in Denpassar naar Maumere nemen: een klein propellervliegtuig. "We goan toch nie vliegen mé da moulineksken zeker?" Maar jawel hoor. En het is lang geleden dat we de veiligheidsinstructies aan boord zo grondig gelezen hebben.

Dag 6 -----Maandag 15 mei -----Moni - Kelimutu - Ende - Bajama
Op het onmogelijke uur 3u45 staan we op om een kwartier later te rijden naar de top van de vulkaan Kelimutu die een uitzicht geeft op drie gekleurde meren. Na een uurtje rijden, moeten we nog een half uur klimmen naar de top van de vulkaan. Het is er nog schemerdonker (foto links met Pillain) maar even later meldt de zon zich en lichten de gekleurde kratermeren op. De drie kratermonden zijn bijna perfecte cirkels en zijn gevuld met drie meertjes met evenveel kleuren: groen turquoise (foto rechts), donkerbruin en zwart. Dit tesamen met een fabuleus zicht op de omringende berg- en vulkaantoppen doet iedereen stil worden. Minuten camcorderfilm en tientallen digitale foto's zijn het gevolg.


We keren terug naar Moni voor het ontbijt en vertrekken dan richting Ende. Ik noteer twee redelijke extremen:
1. de strook tussen Moni en Ende ligt er machtig slecht bij. We halen mee ruize 20 km/u gemiddeld. August, onze gids, vertelt dat het zware verkeer en de overstromingen door de regen de redenen zijn van de erbarmelijke staat van de weg. We rijden een goeie drie uur over een afstand van 52 km.
2. De jungle wordt ruwer en is zeer dicht begroeid en de begroeiing bestaat voor 80% uit palm- en bananenbomen. We rijden van de ene berg naar de andere en de wegen zijn kronkelend, steil en smal. De ravijnen zijn diep en de flanken zijn bezet door rijstterrassen, de enige plaatsen zonder dichte begroeiing. Waar ze het water vandaan halen om hun terrassen te irrigeren is een raadsel. Dichter bij Ende komt de Indische Oceaan in het vizier. Al die natuurelementen te samen doen ons vermoeden dat we waarschijnlijk door het mooiste deel van Flores rijden.
Flores lijkt toeristisch onderontwikkeld. We ontmoeten zo goed als geen toeristen en de in-ffra-structuur is nog niet aangepast aan een potentieel hoger toeristenaantal. De lokalen kijken u na, zijn vriendelijk, wuiven. De kleinsten roepen 'mister, mister, what's your name'. Allemaal leven ze op straat. En die straat is de enige baan die het eiland doorkruist van oost naar west, met duizenden bochten en bezaaid met vele kleine dorpjes langs de kant van de weg. Als chauffeur moet je niet alleen het verkeer in de gaten houden, maar ervoor zorgen dat je geen mensen of kinderen omver rijdt.

In Wolotopo nabij Ende bezoeken we een traditioneel dorp waar de Lio stam huist. We lopen door het dorpje die in verschillende etages geplakt ligt op een heuvelrug die uit de Indische Oceaan rijst. Het decor waarin die mensen leven is schitterend doch de levensomstandigheden zijn minder. Sommige vrouwen weven sarungs met de ikat-techniek.
We rijden verder voor een lange rit van 4,5 u naar Bajama, in hetzelfde prachtige decor met lange tijd de Oceaan als dichte of verre metgezel. Iedere bocht brengt iets nieuws. Nog steeds zitten de bemo's overvol. Een bemo is een minibusje die het openbaar vervoer verzorgt tussen dorpen. De passagiers brengen hun marktwaren, dieren, fietsen, enz.. mee in het minibusje.
Het is terug donker als we Bajama binnenrijden. Ons hotel heet Bintang Wirata. Het is er proper en er is warm water, weliswaar bijna zonder druk op de kraan. We hebben wat slaap in te halen, dus stappen we redelijk vroeg in ons bed.

Sprokkels:
- Op de top van de Kelimutu staan thee- en koffieverkopers. Ze willen goed overkomen dus stellen ze zich voor en vragen onze naam. Ze gaan ons groepje af en geven iedereen een hand. Toeval wil dat de drie Stevens naast elkaar staan en de man drie keer na elkaar Steven hoort en natuurlijk denkt dat we hem liggen hebben. By the way, laat je niet overhalen om een tas koffie te drinken: meer gruis dan drank.
- Verschillende keren wordt er geknikkebolt in de minibus. Roestie is de kampioen en regelmatig knikkebolt hij tegen het venster van de bus.
- Het opdienen in de restaurants tot nu toe is traag en ongelijkmatig. Een groep van 8 personen als de onze kunnen ze moeilijk aan en onze schotels komen 1 per 1 op tafel van zodra ze klaar zijn. Het gebeurt regelmatig dat de ene nog soep slurpt als de andere al gedaan heeft met de hoofdschotel.

Dag 7 -----Dinsdag 16 mei -----Bajama - Bena - Ruteng
"Flores telt 15 actieve vulkanen", vertelt August ons, "het enige eiland van Indonesië met zoveel actieve vulkanen". Ondertussen rijden we naar het traditioneel dorp Bena. De weg (?) ernaar toe is smal, zeer steil en in zeer slechte staat. Harry, onze chauffeur, rijdt de 19 km tussen Bajama en Bena in eerste, soms in tweede versnelling.
"Bena huisvest de Ngada stam", zegt de lokale gids ons. Hij is de chef van het dorp met 325 zielen en is 79 jaar. De man spreekt Nederlands, gevolgen van de Nederlandse koloniale bezetting. We zien een dorp gebouwd uit houten woningen met daken van stro in een ovaalvorm rond een soort marktplein waarop vormloze, grote stenen (schrijnen) staan die dienst doen als bescherming en als graftomben. De lokale gids vertelt nog een paar eigenaardigheden allemaal in de naam van de traditie(s). Maar Bena ligt ook in een uniek decor, in een dal en omgeven door vulkanen (niet-actieve) en uiteraard begroeid met palm- en andere bomen. Langs één zijde van het dal is er een doorsteek naar de Indische Oceaan, die we kunnen zien liggen 15 km verderop, vanaf het hoogste punt van het dorp. We kopen een paar Ikat geweven stukken. Afbieden is hier de boodschap. Traditioneel of niet, de kleur van het geld kennen ze allemaal.
We keren terug naar Bajama, terug langs dit onmogelijke baantje. Het is halftwaalf op de middag maar toch stelt onze gids voor om nog in Bajama te eten want tussen hier en ons einddoel Ruteng (120 km verderop) is er geen echt restaurant meer te vinden.
De tocht naar Ruteng is anders dan de vorige dagen. Het tropische woud is minder dicht begroeid en naast palm- en bananenbomen zien we ook veel exotische fruitbomen (avocado, passievrucht, jackfruit, enz.). Vooral de bamboe-bomen vallen ons op. Ze hebben zeker 50 cm stamomtrek, staan in struiken bijeen en zijn enkele tientallen meters hoog. Zijn da kastars. Onderweg drinken we in Aimere een verfrissing. We rijden verder door naar Ruteng en zien onderweg prachtige rijstterrassen op de steile heuvelruggen. In de dorpen werken ze aan de irrigatiekanalen voor deze rijstvelden. De wegen zijn nog altijd dezelfde als de vorige dagen. Slecht onderhouden en slingerend van de ene berg naar de andere zonder ook maar één recht stuk die naam waardig. De klims vandaag zijn lang en steil en we denken niet dat de Tour zulke kalibers voor de voeten van de renners schuift.
Het is alweer avond als we in Ruteng aankomen en deze keer huizen we in Hotel Dahlia.

Sprokkels:
- In Bena werden de doden rechtop begraven in een ronde koker, uitgegraven in de grond, van een halve meter diameter. De dode werd extra 'dichtgesnoerd' en dan in zijn graf geschoven. Die praktijk nam een einde in de jaren zestig. Van dan af werd de dode horizontaal begraven zoals bij ons.

Dag 8 -----Woensdag 17 mei -----Ruteng - Labuanbajo - voor anker aan Rinca eiland
Om 7u rijden we Ruteng uit en we klimmen verder tot 2.000m tot in het National Conservation Area, een natuurgebied rond Ruteng. Het routeschema zegt dat we naar het gefluit van zangvogels gaan luisteren. Dan verwacht je toch minstens een wandeling in een bosomgeving om zo de vogelgeluiden op te vangen. Nee, we stappen gewoon uit het minibusje en lopen wat langs de weg naar getsjilp te luisteren terwijl er om de twee minuten een gesmachine (brommerken) passeert evenals toeterende bemo's en truckbussen. T'es belachelijk.
De landschapstrend van gisteren zet zich verder: minder dichte begroeiing, meer ruimte maar vooral een landschap vol prachtige en soms kunstige rijstterrassen. We zien de mooiste terrassen van t'land met vrouwen die oogsten maar ook (weeral) vrouwen die rijstplantjes planten. Overal en altijd vrouwen want de traditie wil het zo. Het mooiste rijstveld ligt in Cara Village en heeft de vorm van een spinneweb. En terug tientallen vrouwen en meisjes die het werk doen en op de smalle greppels lopen.

We dalen verder tot in Lubuanbajo, een vissersdorpje aan de westkust van Flores en tevens einde van de minibusrit. We hebben midden en west Flores doortrokken en hebben een schitterend eiland gezien qua natuur en bevolking. Bali en Lomboc, naar mijn mening, volgen op korte afstand. En wat de mensen van Flores betreft …

De eilandbewoners van Flores

Dat Flores weinig toeristen ontvangt, zie je aan de gedragingen van zijn bewoners. Iedereen is vriendelijk en het lijkt niet gespeeld. We worden bekeken, bestaard en nagekeken alsof we rare species zijn. Een hand in de hoogte wordt altijd beantwoord en het lachen zijn ze hier niet verleerd. Kinderen en jongeren spreken ons aan met "hello mister", soms gevolgd door "what's your name?" Bij wijze van grap beginnen we hen zelf aan te spreken met 'hello mister'.
Als we in één van de tientallen dorpjes een pauze nemen, worden er direct groepjes rondom ons gevormd, stoppen de brommertjes en rommelen de jonge gasten in onze buurt. Weinigen spreken engels, dus lachen of giechelen ze, bekijken ze ons en lachen de tanden bloot als we wuiven, hen aanspreken (ook al verstaan ze niets) of okay? roepen. Sommigen zijn schuchter of beschaamd; weinigen zullen u rechtstreeks aanspreken wegens de taalbarrière.
Het is voor ons, levend in een cultuur van oppervlakkigheid en prestatiegerichtheid ontwapenend en een beetje raar om zo'n bevolking te ontmoeten. Maar vroeg of laat zullen ze ook verloederen zeker …
Flores is overwegend christelijk, met de moslims op de tweede plaats. We zien dat hun doden begraven liggen in de tuin. De mensen wonen langs de enige weg die Flores dwarst en leven op straat. S'avonds lopen ze met tientallen langs de weg, rijden ze op hun brommerkes, troepen ze samen, stoken vuurtjes.
En hoed af voor de vrouwen die de zwaarste klussen moeten opknappen, in naam van de traditie. Komt goed uit voor de mannen …
Adieu Flores.

In Lubuanbajo charteren we een zeilboot met motor. Hij biedt plaats aan 16 personen en is dus vrij ruim voor ons bende. Het is kort na de middag als we het haventje verlaten en twintig minuten varen naar een onbewoond eilandje-met-wit-zandstrand. Na drie dagen daveren in de minibus over Flores' wegen wordt deze boottrip ervaren als een zegen op aarde. We snorkelen, zonnen, lachen, ambeteren elkaar, zwemmen in een decor van lauw water bezaaid met groene eilandjes en in de verte de kustlijn van Flores, Komodo en Rinca. Toch een beetje de hemel op aarde.
We zwemmen terug naar de boot die 100m verder in zee ligt. Die vaart dan verder de Flores Zee op, laverend tussen kleine en iets grotere groenbegroeide eilandjes (van enkele m2 tot enkele km2) tot aan Rinca waar we morgen hopelijk de Komodo varaan (Pol wil dat ik Komodo Dragon schrijf; klinkt iets angstaanjagender) ontmoeten. Ondertussen zien we de zon ondergaan, liggen we op het dek met een bintang in ons pollen, genieten we. Een beetje magie valt ons te beurt en dan zwijgen we nog van het diner aan boord gecombineerd met een prachtige sterrenhemel. Laat op de avond slapen de meesten buiten op het dek onder de sterrenhemel na een hele avond dunnen dèj in combinatie met bacardi-cola en veel bintangs.

 

Sprokkels:
- Voor de derde keer op rij bestelt Pol iets van de menukaart en komt de kelner zeggen met een brede smile: finish.
- Hamerlinksken heeft al drie dagen tereke gildig toegeslaan. Altijd zitten er een paar te knikkebollen in de minibus en vallen ze ofwel scheef tegen hun gebuur, of buigen voorover en stoten hun hoofd aan de zetel van de voorganger of - zoals Roestie - bonken met hun hoofd tegen t'venster en schieten dan wakker.
- August legt ons uit dat de grootte van de eilanden uitgedrukt wordt door een specifiek woord voorafgaand aan de naam van het eiland. Small, medium en large eilanden noemen respectievelijk Gili, Nusa en Pulau - eiland.
- Pol neemt drie maal per dag medicatie voor zijn hart. "Ik moet die pillen met water nemen", zegt hij, steekt ze in zijn mond en slurpt aan zijn bintang bierfles. "Bier is 90 % water", zegt hij.


RINCA EILAND

Dag 9 -----Donderdag 18 mei -----Rinca eiland - Bima (Sumbawa eiland)
Na het ontbijt op de boot, meren we een paar honderden meter verder aan te Loh Buaja, Rinca eiland en startplaats voor een trek met een ranger door het savannelandschap. Na de nodige administratieve paperassen en een zenuwachtige August die geconfronteerd wordt met onaangekondigde prijsverhogingen, trekken we het Komodo Nationaal Park in. Op onze tocht van een kleine twee uur zien we 4 volwassen Komodo draken en 2 jongen. Ze zijn zwart en er zit weinig fut in. Als koudbloedigen moeten ze eerst een halve dag opwarmen in de zon om iet of wat in form te zijn. Op de tocht zien we ook een wild varken in de verte, twee makakken (apen) en ook een buffel met enorme hoornen.

De Komodo Varaan ofte Komodo Dragon

Je vindt deze aartslelijke beesten enkel nog op drie eilanden waarvan Rinca en Komodo de meest bekende zijn. Hun eieren leggen ze in holen en het wijfje beschermt ze gedurende drie maanden. Daarna worden de jongen aan hun lot overgelaten en om niet opgeëten te worden door hun soortgenoten (kannibalisme) leven ze de eerste twee jaar in de bomen en voeden zich met insecten en vogels. Daarna leven ze op de grond en ze waggelen een beetje als ze vooruit kruipen; ze slaan hun poten een beetje uit.
Het zijn zwarte, verrumpelde beesten tot een goede drie meter lang en ze zien er inderdaad voorhistorisch uit. Ze hebben een gespleten slangetong, zijn stekeblind maar hebben een sterk ontwikkeld geurorgaan en ruiken hun prooi tot op een km afstand. Het zijn vleeseters: insecten over vogels, ratten, muizen tot geiten en zelfs waterbuffels. In grote prooien bijten ze, waarbij ze een giftige bacterie nalaten waardoor de prooi na een tweetal weken ziek valt en dan verorbert wordt. Het zijn feitelijk geen beesten meer van deze tijd.

We keren terug naar de boot en zetten koers naar een onbewoond eiland om te zonnen, te snorkelen, te nietsen. Maar er is weinig koraal te zien in t'water, enkel veel zee-egels. We zetten de trip verder. Nog 6 uur te varen in ienen trok tot in Sepa (eiland Sumbawa), onze eindbestemming.
Iedereen geniet op zijn manier op de boot: zonnen, slapen, sudoka invullen, lezen en bintang drinken, onder of voor het overdekte middendek. Roestie probeert de 'Titanic stand' uit zonder lief (foto links). We voelen de zeedeining steeds beter aan en de boot begint meer en meer te schommelen. Daardoor beginnen een aantal groepsleden de horizontale ligging aan te nemen. Behalve Roestie, die slaagt erin om op de schommelende boot een bintang uit de bak te nemen en op te drinken. De wind komt wat opzetten en af en toe krijgen we een gratis douche van zeewater. Het decor is nog steeds een diepblauwe oceaan met daarin een archipel van groene eilanden binnen zichtbereik.
Plots horen we een luide 'knak'. Tijdens de vaartocht ligt constant een vislijn voor diepzeevissen in t'water en de knak wijst op beette. Ze trekken de lange nylondraad naar binnen gedurende 5 minuten en op het moment dat de vis (een barracuda) aan de oppervlakte komt, rukt hij zich los en valt terug in het water. Alle moeite voor niets.
Het is reeds donker als we aanmeren te Sepa, Sumbawa eiland. Onze 'cruise' zit erop en het was een meer dan aangename afwisseling. We zwaaien de bootcrew uit: de kapitein, zijn assistent, de kok en de ingenieur. Ondertussen is Harry, onze chauffeur, met de publieke ferry naar Sepa gevaren en staat ons op te wachten. We rijden dan nog 1,5 u naar Bima, een grote stad aan de gelijknamige baai, en stappen uit aan Hotel Limbitu. We genieten terug van een normale douche met warm water.

Sprokkels:
- PANIEK!! Na de terugkeer van de trek op Rinca eiland varen we terug uit en ga ik naar mijn kajuit: mijn geld, paspoort, kredietkaarten, alles weg … Alles lijkt gestolen en August beslist om rechtsomkeer te maken terug naar de Rinca aanlegsteiger. We zoeken koortsachtig verder in alle hoeken en kanten en vinden niets. De stress slaat toe: hoe geraken we het land uit zonder paspoort, gonst er door mijn hoofd. Tot La Martina alles terugvindt in een zijzak van onze reistas. Wat een opluchting voor iedereen, ook voor August die naar zijn zeggen een dreigend ontslag zag aankomen bij zijn werkgever, want hij zou verantwoordelijk worden gesteld.
- August noemt ons met een vaste naam: zo is Pol 'Mr Broessels' en tegen PC zegt hij 'pentium 4' of hoger naarmate hij meer bintangs of bacardi-cola's op heeft. Hij is moslim, maar niet al te fanatiek.
- Deze keer is Roestie de pinaut bij het avondeten ten gevolge van het Indonesisch systeem van eten serveren. Hij krijgt zijn schotel als iedereen al gedaan heeft.


SUMBAWA EILAND


Fans


Dag 10 -----Vrijdag 19 mei -----Bima - Jelenga Bay
Net als in Flores rijden we op de enige weg door het eiland Sumbawa, van oost naar west. Langs hier ook lintbebouwing en mensen op de straat. Kort na de start stoppen we in één van die vele dorpjes op de lokale markt. We vormen dè attractie van de markt en honderden ogen zijn op ons gericht. De 'Hello misters' worden afgevuurd en overal zie je lachende gezichten. Het is vooral een fruit- en groentenmarkt. Waar ze in Yogyakarta 'becak' hebben als taximiddel, gebruiken ze hier 'ben hur'-wagentjes, genoemd naar de gelijknamige film, een soort romeins karretje voortgetrokken door een paard(je) en waarin 4 mensen kunnen plaatsnemen.
We rijden verder voor een lange tocht van 8 uur. Het eerste gedeelte loopt langs de kustlijn, soms op zeeniveau, soms de heuvels in. De Oceaan maakt veel insnijdingen in het land waardoor veel inhammen ontstaan en we in wijde halve cirkels onze weg volgen. Het doet me terugdenken aan de kustroutes in Amerika en Australië met dat verschil dat hier de weg verschrikkelijk slecht ligt maar de tropische begroeiing gelukkig iets goedmaakt.
Daarna volgen een aantal uren hotsen en botsen door een saai landschap via de hoofdstad Sumbawa Besar. Het wordt een vervelende tocht. August sust met het feit dat we naar een toeristenvrije en zeer rustige plaats gaan slapen in bungalows op het strand. Het plaatsje noemt Jelenga Bay en het bungalowcomplex(je) noemt de '3 lost amigo's'. Als we eindelijk de hoofdbaan afslaan, zien we een pijltje: nog 6 km. We rijden een half uur over de afstand op een baantje die naam niet waardig. De onverharde Ruta 40 in Patagonië lijkt wel een autostrade. En als we aankomen krioelt het er van de surfers (toeristenvrij??), horen we de muziek uit de boxen van het restaurantje galmen (rustig??) en moeten we in de bungalows op houten britsen met een flinterdunne matras slapen zonder dekens! Als ge een scheet laat in de ene kamer horen onze geburen het drie kamers ver. Dit lijkt de brousse wel. Maar we passen ons aan; we weten dat op zo'n tochten dit onvermijdelijk is. Douchen stellen we uit tot morgen dus gaan we bintangen in het restaurantje … maar na één rondeken is de voorraad bier al op: finish. Ons gemor doet August op een brommerken springen om terug via het duivelsbaantje in t'dorp een bak bier te gaan halen, de stakker. Allé, uiteindelijk valt alles in een plooi en gaan we 'slapen' met een muskietennet boven ons hoofd evenals het gele gamma hagedissen van klein naar groot. Good night … and good luck.


LOMBOC EILAND


De heilige Rinjani vulkaan op Lomboc


Dag 11------ Zaterdag 20 mei -----Jelenga Bay - Senggigi (Lomboc eiland)
We worden s'morgens om 6u wakker van twee dingen. Ten eerste van de tokkey, een hagedis die tok-key keelt. Ten tweede van de surfers die s'morgens vroeg al de zee intrekken voor hun favoriete sport. Tijdens het ontbijt zien we er één van terugkomen, een Australiër met zijn lichaam vol schrammen. Hij is van zijn plank getuimeld en op een koraalrif terecht gekomen. Dit plaatsje noemt niet voor niets Scar Reef (Scar = litteken).
S'morgens bezoeken we een parelkwekerij een half uur verder rijden. We zijn terug dè attractie in het vissersdorpje als we een wiebelend bootje nemen naar de kwekerij. De oesters, een hand groot, hangen aan een soort bekaert-draad in de zee en voeden zich met plankton. Een oester wordt 'bevrucht' met een rond bolletje. De inplanting is echt specialistenwerk. Daarvoor wordt de schelp net ver genoeg geopend zodat de oester niet doodgaat, maar de bevruchter het bolletje kan aanbrengen op de juiste plaats. Na 15 maanden vormt er zich een laagje rond het bolletje (de oester reageert tegen het vreemde voorwerp) en een parel wordt dan uit zijn slijmerige inboedel gehaald. Eén oester kan dit zo'n 5 keer herhalen, daarna es zijn pijpe uit. Wieke koopt een grote parel voor zijn Dianneken, voor een vriendenprijsje. De vrouwen van de groep, Kathy en Martine, krijgen van de eigenaar van de kwekerij elk een oesterschelp met drie parels erin. Daarvoor haalt hij simpelweg twee oesters uit het water, snijdt ze open, eet het oestervlees op, kuist de schelpen en drie halve paarlen (eigenlijk ronde parels met een plat gedeelte; te gebruiken voor oorbellen) verschijnen. Een prachtcadeau.
We rijden nu verder naar de ferry-terminal. Al de hele morgen zien we vanaf de weg Lomboc eiland liggen met daarop de hoogste berg van Indonesië, de heilige Rinjani vulkaan. En na 1,5 uur op de ferry stappen we aan land in Lomboc.
Adieu Sumbawa.

Ook nu nemen we in Lomboc de Oost-West route richting Senggigi, met dit verschil dat dit bijlange na niet de enige baan van het eiland is. Na de eerste kilometers rijden, valt het verschil tussen Lomboc en de vorige eilanden al op. Lomboc's wegen zijn goed onderhouden, het eiland geeft een properder en meer ontwikkelde indruk. Op weg naar Senggigi, een goede 2 uur rijden van de ferry terminal, vallen ons de vele en verzorgde rijstvelden op. Niet de spectaculaire bergterrassen van Flores weliswaar, maar uitgestrekte vlakke velden.
We komen toe in Senggigi en rijden naar het - ik durf het bijna niet zeggen - eerste vijfsterrenhotel in Lomboc: de Sheraton. Na de brousse-ervaring van deze morgen, belanden we dezelfde dag in de overbodige luxe van een Sheraton. Maar we krijgen die kans aan 50 € per kamer (met twee) per nacht. Daar heeft Koen voor gezorgd evenals voor de overnachtingen van de volgende dagen. Ons vuil en stinkend lijf wordt hier kraaknet gedoucht. En we komen te weten dat alle kamers bezet zijn want overmorgen is de president van Indonesië op bezoek!! Wij, dutskes van Landegem, in hetzelfde hotel als de president.
Vandaag wordt de groep uitgebreid met 4 personen: de ouders van Koen, Koen zelf en zijn Monica. S'avonds eten we vis op het strand voor het hotel zonder La Martina die een darmprobleem heeft en te bed ligt.

Sprokkels:
- Onze nieuwe samenleving van communicatie, mobiliteit laat ook hier zijn sporen na. In de groene gordels van de eilanden zie je fel afstekende, grote rood-witte GSM masten verschijnen.
- Tijdens het avondeten op het strand komt een viertal de 'avond opvrolijken' met gezang. 2 klassieke gitaren, een contrabas en een tam tam spelen tamme muziek, stijl Indonesisch levenslied. Maar dan gaan ze tafel per tafel af en de tafels mogen een verzoeknummer vragen. Als ze aan onze tafel komen, kijkt iedereen in mijn richting en weten mijn tafelgenoten dat ik een nummer van Led Zeppelin zal vragen. Maar dat aan dit groepje vragen is belachelijk, is een beetje het lot tarten, een beetje die mensen voor schut zetten. Maar de drang is groter dan de rede en ik vraag Stairway to Heaven aan. De mannen kijken 2 seconden naar elkaar en zonder een spier te vertrekken starten ze het lied in een nog nooit vertoonde en gehoorde combo-stijl. Uniek en Schitterend.


Dag 12 -----Zondag 21 mei -----Gili eilanden - Senggigi
We hebben samen met Wieke een wagen-met-chauffeur gecharterd naar de onooglijke Gili eilanden. De chauffeur is … August die we opnieuw hebben ingehuurd. De anderen verkiezen het zwembad/strand van het hotel. De weg van Senggigi naar Bangsal, waar we de boot nemen naar de eilanden, is fenomenaal mooi want hij volgt de kuststrook (foto links), dan op zeeniveau en de volgende km's hoog in de heuvels, die uit de zee oprijzen. We zien baaien, rotsformaties, holes in the rock en een diepblauwe oceaan met langs de overzijde Bali met zijn hoogste berg, Gunung Agung (zie reisverslag Indonesië 2000 - dag 12). We kiezen in Bangsal de boot naar Gili Trawangan (foto rechts). De drie Gili eilanden dat staat gelijk met de foto's uit de brochuurkes: witte zandstranden, uitermate helder water, veelkleurige vissen, snorkelen, duiken, palmbomen en zonnen en dit op een steenworp van Lomboc. Wij installeren ons op een beruga, een houten plateau op poten met dak erop. We kiezen voor snorkelen en herontdekken de onderwaterwereld. Tijdens het snorkelen ziet La Martina een zeldzame reuze zeeschildpad. De koraalriffen zijn echter niet meer als weleer: stormen, dynamietvissen en mensen hebben ze gedeeltelijk naar de vaantjes geholpen.
We keren terug en rond 15 u vervoegen we de anderen aan de bar van het hotel. Vandaar stappen we met een deel van de groep naar August's huis in Senggigi, amper 500m van ons hotel, om zijn parelcollectie te bezichtigen. Zijn vrouw designt de parelsnoeren, oor- en nekhangerkes. Het feit dat je gisteren een parelkwekerij bezocht hebt, wekt natuurlijk interesse op. Ik kan u zeggen dat onze August goede zaken gedaan heeft.
Na pizza bij Alberto zakken we af naar het Marina Café, waar een live band het goede weer maakt. De drie zangeressen zijn sexy, zeer sexy en de caféklanten mogen, na een inleidend setje, verzoeknummers indienen. Alhoewel ze de helft niet kunnen/kennen komt de ambiance er geleidelijk in. Bintangs en Sweet Child o' mine van Guns & Roses steken het vuur aan de lont. Het wordt één van die memorabele uitgangsavonden waar iedereen zich sterk toont in drank en dans maar s'anderendaags de prijs betaalt met kleine oogjes en ziere in zijn hoar.

Sprokkels:
Sheraton staat voor luxe. In de vooravond wordt er op de deur geklopt en legt men uw bed open. Als je eet (ontbijt of dinner) dan staat een legertje indonesiers klaar om de stoel onder uw gat te schuiven en daarna uw bavette op uw schoot te vouwen. Iedere keer dat je naar het buffet stapt en terug keert naar uw tafel hetzelfde scenario. T'es ter over.


BALI EILAND


Dag 13 -----Maandag 22 mei ------Kuta Beach
Zoals hierboven aangegeven is iedereen redelijk kalm deze morgen. Vandaag nemen we op de middag een vlucht naar Bali waar we onze laatste drie dagen zullen rondmaken. De veiligheidschecks op de luchthaven van Mataram, de hoofdstad van Lomboc, zijn een lachertje. Tweemaal worden we gecontroleerd, tweemaal piept het metaaldetectie toestel en tweemaal is er niemand beschikbaar om mij te controleren. De boarding procedure betekent gewoon dat de passagiers vanuit de vertrekzaal de tarmac van het vliegveld opstappen naar het vliegtuig die 200m verder geparkeerd staat. Dit lijken nog pre-terroristische tijden. De vlucht duurt slechts 15 minuten (!), terug in een Fokker, type Moulinex. De zichten op Lomboc en Bali zijn prachtig.
We checken in te Kuta aan het strand in het Harry's Resort. Dit is ons derde bezoek aan Bali (mei 1991, mei 2000) en het stadje Kuta wordt alsmaar voller en voller gebouwd. Dit is het Benidorm van Bali, zeer commercieel, grote witte zandstranden, sterke golfslag van de Oceaan waar vooral beginnende surfers hun plezier zoeken. De sjieke resorts hebben allemaal hun plekje langs Kuta Beach.
We slenteren in de late namiddag door de winkelstraten; we zien de herdenkingsplaat van de terroristische aanslag in 2002 met meer dan 200 doden. 95% van de winkelkes verkopen hetzelfde en we vragen ons af hoe die mensen overleven. Je wordt er ook bijna constant lastig gevallen door opdringerige straatverkopers. We keren terug langs Kuta strand en zien tientallen surfers de golven bedwingen.

Sprokkels:
Een straatverkoper van massage-olie probeert zijn olie te slijten maar het lukt niet totdat hij bij Roestie een gemakkelijk slachtoffer vindt. Roestie is net ietsje te geinteresseerd, krijgt plots een armmassage met de olie en voor Roestie het weet zit de verkoper al zijn nek te masseren. Maar Roestie wil helemaal geen massage-olie en het wordt een hele opgave om de man af te wimpelen.

Dag 14 -----Dinsdag 23 mei -----Kuta Beach
S'morgens volgen de joo gasten initiatie in surfen. Eerst de basisbewegingen in het zwembad van het hotel en daarna volgen we ze naar het strand alwaar de ene al schoner van zijn plank tuimelt dan de andere. Maar één voet zetten op het strand van Kuta betekent …

Het strand van Kuta (Kuta Beach)


Kuta Beach is het commerciële uithangbord van Bali zoals wij Benidorm en Blankenberge kennen. De wijd verspreide commerce en het enorme witte zandstrand zijn gelijk maar er zijn ook een aantal verschilpunten. In plaats van zwemmers zie je tientallen surfers; je hebt er hoge golven in plaats van de rollerkes bij ons; het water is lauw. Maar hèt grote verschilpunt is dat je geen seconde en ik herhaal - geen seconde - gerust gelaten wordt. Als de strandleurders nen witten één voet op het strand zien zetten, komen ze in zwermen naar u gevlogen, als vliegen naar een confituurpot. Een rustig namiddagje strandzonnen, zwemken doen, babbelken slaan, is uitgesloten. Ik begrijp waarom er veel toeristen aan het hotelzwembad blijven steken.
Ze verkopen kranzekes, ringen, zilverwerk, houtsnijwerk, henna tattoos, horloges, sigaretten, replicas van zeilboten, blaaspijpen, boog en pijlen, fruit en sarungs. Dan zwijgen we nog van de manicures, de pedicures en de massages. Als fervente massagefan laat ik me een uur bepotelen, wat ook Kathy, Jan en Monica doen. Maar dan ligt ge pas neer en denk je van 'oef, nu een uurken genieten'. Vergeet het! De pedicure-madam komt aan uw tenen trekken: "Boss, twenty thousand and I give you new feet". Dan komt de manicure-madam aan uw vingers trekken: "Boss, twenty thousand; your fingernails are in bad shape". En als ge op uw buik ligt terwijl er een massa ouwe madammekes-zonder-tanden aan uw lijf trekken, komt er nog een horlogeverkoper langs: "Boss, look look cheap watch".


Monica laat mooie henna tattoo zetten. De rest is ook mooi.

S'namiddags charteren we twee wagens om met zijn twaalven naar de best gekende tempel van Bali te rijden: Tanah Lot. Tijdens het rijden ernaar toe zien we prachtige en uitgestrekte rijstterrassen. Ze zijn door hun verzorgdheid en uitgestrektheid bijna even mooi als de bergterrassen in Flores. Tanah Lot is spectaculair gelegen op een rotspin in de zee. De weg ernaar toe vanaf de parking leidt door tientallen winkeltjes met allemaal dezelfde waar. Tracht een stevige tred aan te houden en uw hoofd in de stand 'no' te zetten.
Tanah Lot is een kleine hindoe zeetempel en één van de meest gefotografeerde, voortgaand op de massa toeristen die we tegenkomen. Je kan er enkel naar toe wandelen bij eb, wat we dan ook gedaan hebben. De tempel tekent af tegen de hemel en de spectaculaire zonsondergang zal voor een andere keer zijn want wolken gooien roet in het eten.


Tanah Lot tempel ----------------------------------------------Rijstterrassen in Bali

S'avonds gaan we eten in een zeer luidruchtige Hard Rock Café ter gelegenheid van Wieke's verjaardag. Bij de ingang worden we afgetast met een metaaldetectie toestel zoals in een luchthaven. Het gevolg van de terroristische aanslag in 2002. Om één na middernacht wordt Wieke 32 jaar!! Het personeel van het HRC is op de hoogte en verrast met een typisch Balinees optreden waarbij Wieke uitgenodigd wordt tot een dansken. Nietsvermoedend slaan ze een slagroomtaart in zijn gezicht, de linkoars. Gelukkig is dit een welgekomen intermezzo want de live band, verder op de avond, kan ons niet bekoren.

Sprokkels:
Een lief hebben kost geld. Dat is niets nieuw. Maar op reis gaan zonder lief en dan nog geld kosten, dat is redelijk raar. Pillaintjen, PC en Roestie waren vrijgezel op het moment van de beslissing om op reis te gaan, 9 maanden terug, maar niet meer bij vertrek! En hun lieven weten ook dat de Indonesische vrouwen 'gewillig' zijn. Dus worden de drie gasten alle dagen bestookt met de nodige portie SMS'kes waarop telkens moet geantwoord worden. En ontvangen zowel als versturen kost geld aan die gasten! SMS'en is natuurlijk niet voldoende. Een liefdesrelatie vereist dat er ook getelefoneerd wordt; vanuit het hotel omdat het blijkbaar goedkoper is dan met de GSM. Tot PC voor 8 minuten bellen zijn rekening krijgt: 360.000 roepies (35 €). Ook Pillain deelt van de brokken in zijn lange telefoongesprekken met t'liefken. En dan zwijgen we van de kadootjes, de dure (parel)kado's!
Liefde is blind èn kostelijk.


Dag 15 -----Woensdag 24 mei -----Kuta Beach
Het wordt een luie voormiddag met een lang ontbijt. Daarna splitst de groep zich in drie: één naar de rafting, één op slentertocht door de nauwe winkelstraatjes van Kuta (foto links) en één om inkopen te doen.
Samen met Pillaintjen gaan we op slentertocht door de winkelstraatjes en zoeken Martine en ik onze slaapplaats op van 15 jaar geleden (mei 1991). En ondanks de metamorfose die Kuta ondergaan heeft in die tijdsperiode, vinden we de Lily Cottages terug. Het is een blij weerzien en vele herinneringen flitsen door ons hoofd toen we in '91 bij mijn broer Bart en zijn vriendin Ann op bezoek kwamen, toen op wereldreis voor een jaar. Daarna volgen nog de verplichte kado-aankopen en slepen we ons naar het strand voor nog maar eens een massage. Deze keer geen hectische toestanden zoals gisteren maar een reeds gisteren gemaakte afspraak met 'mijn masseuse' om onder een palmboom de andere vrouwen en verkopers op afstand te houden. Het is redelijk goed gelukt.
S'avonds eten we in Jimbaran op het strand van restaurant Sharkey's. We kiezen zelf onze vis uit grote aquariums. Op het strand zakken onze stoelen 20 cm in het zand. We zitten dicht bij de landingsbaan van Denpasar luchthaven en zien menig vliegtuig landen. Daarna rijden we terug richting Kuta alwaar we onze laatste avond opfleuren met een discotheekbezoek aan The Bounty. House muziek voert de toon en de tientallen klanten zijn surfers, sexy meiden en ons bendeken. De ambiance is stomend en de koppels geilen elkaar op. Er zijn twee danseressen die hun ding doen: soms aan een paal, soms in een kooi, soms op het podium. Ik zie Kathy het podium betreden en het beste van haar zelf geven. En waar hangen Pillain en PC ergens uit?
Rond 1u in de morgen keren we terug naar ons hotel, terwijl de joo gasten verder feesten. In de terugkeer naar het hotel, langs Legian Rd, horen we een kakafonie van live orkestjes, waaronder ik 'Bed of Roses' van Jon Bovi en 'Highway Star' van Deep Purple herken.

Sprokkels:
- Eigenlijk moet je maar drie Engelse woorden kennen in Bali. Ze worden meerdere keren per dag op u afgevuurd telkens je het hoteldomein verlaat. Het zijn: Boss (en niet 'Mister' zoals in Flores), Transport, Very cheap (cheap uitgesproken als 'tsjiep').
- In The Bounty botsen we op de Australiër uit dag 11 die met zijn geschaafd vel veiliger oorden heeft opgezocht en in Kuta is terecht gekomen. PC en Pillaintjen zijn in vorm en vervoegen de dansers (-essen) op het podium. Pillain springt zelfs in de danskooi. Ze zijn uitgelaten en mijn camcorder filmt rustig verder…


Dag 16 -----Donderdag 25 mei -----Denpassar - Kuala Lumpur
Vandaag is onze laatste dag in Bali. De familie van Tornhout keert terug naar Semarang, Java en vliegt daarna voor de rest van hun vakantie terug naar Senggigi, Lomboc.
De voormiddag wordt opgevuld met winkelen, slenteren en afzien van de hitte. Het is nog drukkender warm dan de andere dagen. S'middags is de fut eruit en de aangekondigde tocht naar de apentempel Ulu Watu wordt afgeblazen. Het wordt nog een beetje eten, zwemkomspelen, bagage maken en vertrekken naar het vliegveld. We vertrekken vanuit Denpasar naar Kuala Lumpur, Maleisië alwaar we …

Dag 17 -----Vrijdag 26 mei -----Kuala Lumpur - Landegem
… om middernacht doorvliegen naar London Heathrow en verder naar Brussel. En als we om 10 u vanuit Zaventem de trein nemen naar Landegem en daar de lieven zien verschijnen van de joo gasten weten we dat onze vakantie erop zit. Op onzen buik: gien sanse.


Of toch wel een beetje geluk want s'anderendaags, zaterdag 27 mei, meldt het VRT-nieuws dat een aardbeving met een kracht van 6 op de schaal van Richter plaats vond met het epicentrum in Yogyakarta. Het gevolg is 5.000 doden, 10.000 zwaar gewonden en 300.000 daklozen. De tempelsite Prambanan is serieus geraakt.
Dat maak je dus best niet mee op het moment dat je daar zelf bent. En dan zou de Merapi vulkaan, ook in de buurt van Yogya, nog tot een echte uitbarsting moeten komen wat ook al wekenlang wereldnieuws is.
Onze gedachten en sympathie gaan uit naar de mensen uit deze streek.

 


KATERN

Zoals 6 jaar geleden, leert het jonge volkje ons ook nu een aantal wijsheden. Daarbij wordt de Engelse taal lichtjes verkracht.


Spreuken: in het Nederlands en in het Engels (English with hair on):

- Beter een haar in de soep dan in de boter
- Beter een vlieg in de soep dan geen soep
- Een ridder uit de bruine dreef (homo)
- Even on the dyke
- Mati and a leg off (dood en een been af)
- She is as foolish as a backdoor (z'es zu zot of een achterdeure)
- Don't overdrive (niet overdrijven)
- It sits as gotten (het zit u gegoten)
- Overstreaming (overstromen)
- It is not bacon for my mouth (het is geen spek voor mijn bek)
- The roads were badder (de wegen waren slechter)
- Throw it in the gang (smijt het in de groep)

- We are standing brown (we staan bruine)


Versprekingen:
Om veiligheidsredenen en om te vermijden dat de auteurs van de versprekingen levenslange spot te verwerken krijgen, worden geen namen vernoemd.

Men wou zeggen --- Maar men zei:
Merapi --- Merpati,Meranti
Weinig bomen verliezen hun bladeren --- Weinig bladeren verliezen hun boom
Huizen met golfplaten daken --- Huizen met golfdaken platen
Temperaturen --- Trempraturen
Trekpleisters --- Treikpletsers
PC --- Bassé
Definitie --- Definititie
King size --- Sings kize
Trakteren --- Trekteuren

Hoe leer je best Arabisch?
Wel, maak rekensommen en spreek ze op zijn arabisch uit, van achteraan uit de keel.
8 x 8 - 8. Achmaalachminach.
't is eigenlijk ook een beetje limburgs.

De bende, getrokken in twee keer:


Roestie, Kathy, PC, Pillain, Wieke -------------------------Pol, Martin, La Martina