INDONESIË:
mei 2006
Mister
mister, what's your name?
Een
inleiding geven over dit land is reeds gebeurd in mijn vorig reisverhaal
uit het jaar 2000. Deze keer focussen we ons op de eilandengroep
uit de provincie Nusa Tenggara, niet vooraleer nogmaals
de klassiekers op Java te hebben bezocht: de tempels van Borobudur
en Prambanan. We eindigen de vakantie in Kuta, Bali.
Inderdaad, zes jaar na ons eerste bezoek aan Koen, een uitgeweken
Landegemnaar, komen we terug op visite. En hoe: niet met vier
zoals in 2000 maar met achten:
Bovenste
rij van l naar r:
Paul Van Brussel, alias Pol
Steven Roesbeke, alias Roestie
Martin De Paepe, alias Martin
Kathy Coppens, alias Kathy
Peter Cocquyt, alias PC
Koen Van Tornhout, alias Koenson
Onderste rij van l naar r:
Steven
Pillain, alias Pillaintjen
Martine Van Tornhout, alias La Martina
Steven Dierieckx, alias Wieke
Een
bende jonge gasten (verder joo gasten genoemd), Pol's beste
klanten uit zijn café, tesamen met drie rijpere landgenoten.
Wieke
met gezin is reeds 5 dagen eerder vertrokken en maakt kennis met
Dian's familie (zijn schoonfamilie). Wij volgen
Dag 1 -----Woensdag 10 mei -----Landegem
- ergens in de lucht
We hijsen ons om 5u s'morgens uit bed en een half uur later zitten
we al in de wagen richting Deinze stoasse. Tijdens de autorit
draaien Pol en ik de ramen van de wagen open en smijten onze stress
naar buiten. In het station wachten de 4 andere joo gasten
ons op. En met een 10-ritten kaart in de hand, voert de NMBS ons
rechtstreeks naar Zaventem.
We komen ruim op tijd aan te Zaventem en de traditie wil dat we
het panoramacafé bezoeken. Daarna kopen we witte wijn en
chocolat voor Koen's verjaardag in de tax free shop waar we het
'tax free'-label zwaar in twijfel trekken wegens zeer prijzige
waren in de rekken. Komt daarbij nog dat de kassierster er Roestie
oplegt voor 1 €. We geraken ook Martine kwijt tijdens het
winkelen en zien elkaar pas terug aan de gate, een half uur later.
Eerst vliegen we naar het drukke Londen Heathrow om daar
met Malaysian Airways te vliegen op Kuala Lumpur. Malaysian is
sterk: iedereen heeft een tv-schermpje in de achterzijde van de
zetel van de rij voor hem/haar. Het aanbod bestaat uit tientallen
films, CD's, TV-programma's waardoor verveling uitgesloten is.
Ondertussen vliegen we dag 2 binnen
JAVA
EILAND
Dag 2 -----Donderdag 11 mei -----Ergens
in de lucht - Jakarta - Semarang
en landen we 12 uur later in Kuala Lumpur, de hoofdstad
van Maleisië. De luchthaven van KL is recent en modern, met
veel lichtinval en een plezier om in te lopen. We nemen de Airway
Train, een volautomatisch trein (zonder chauffeur) die ons naar
de juiste terminal brengt. Door een misverstand rijden we op dezelfde
trein terug naar ons beginpunt om dan terug te keren naar hetzelfde
eindpunt. Maar we geraken toch aan de juiste gate en nemen de
vlucht naar Jakarta.
We landen in Jakarta rond 11u in de morgen en tijdens de
grensformaliteiten kijkt de politiebeambte naar PC's paspoort
en zegt hem: "You don't have a visa". Waarop PC antwoordt
dat hij wel een Visa (krediet)kaart heeft. Maar de man bedoelt
een toeristenvisum die we eerst in ons paspoort moeten aanbrengen,
vooraleer ons aan te bieden bij hem. Algemene hilariteit en wijle
allemaal terug naar het toeristenvisum-loket.
We geraken heelhuids door de controle tot in de aankomsthal waar
ons ongevraagd een Indonesiër volgt tot aan het wisselkantoor
waar we onze euro's inwisselen voor Indonesische Rupies en ons
verder begeleidt naar de Garuda Airlines desk alwaar we onze ticketten
ophalen voor de binnenlandse vlucht naar Semarang. De man vraagt
een fooi voor zijn 'diensten' en het wordt onze eerste harde onderhandeling.
Even later wordt het ook ons eerste terrasje in een drukkende,
vochtige warmte van 36°, net buiten het luchthavengebouw.
Koude cola's brengen soelaas. Tijdens onze cola-pauze komen uit
een paar dagrugzakjes sudoku-puzzels te voorschijn. Blijkbaar
een rage/hype want iedereen zoekt nu achter 9 cijferkes in de
juiste volgorde, in de juiste vierkantjes. Spijtig genoeg haalt
Pol op het terrasje ook zijn sigaretten tevoorschijn. De mooie
beloftes om te stoppen met roken tijdens de reis worden in de
kiem gesmoord.
Het
ontvangstcomité onder leiding van Koen, Wieke en hun beider
vriendinnen verwelkomen ons in de luchthaven van Semarang.
De autorit tussen de luchthaven en het hotel geeft ons direct
een déjà-vu: de honderden brommerkes, het
zenuwachtige verkeer, de warungs, de bijtzakskes, de luchtvervuiling,
de overtredingen van de verkeersregels. We nemen onze intrek in
het Novotel waar we het weerzien met het ontvangstcomité
nog eens overdoen in de hotelbar. Teveel bintangs (lokale
pils en deel van de groep Heineken) worden in te vermoeide lijven
gegoten na vele Selamat Toss Seloems of zoiets ('santé'
in het Indonesisch). Daarna kruipen we allemaal een paar uur in
onze kamer om te 'bekomen'.
S'avonds rijden we de heuvelflank omhoog waarop Semarang gebouwd
is en eten straffe kost in een restaurant met uitzicht over Semarang-stad,
die veranderd is in een wemeling van duizenden lichtjes.
En waar de lichtjes eindigen, daar begint de Oceaan.
Sprokkels:
- De eerste twee dagen worden getypeerd door dunnen dèj,
het gevolg van positieve adrenaline aangewakkerd door een portie
samen-op-reis-gevoel. Pittige oneliners en schunnige praat zijn
de kenmerken van deze fase.
- "Een kindermond heeft goud in de mond", verspreekt
Koen zich. "Een kindermond zegt de waarheid", probeert
hij opnieuw. "Nee", zegt Pol, "het juiste gezegde
is: de waarheid komt uit een kindermond". "Ja, dat
klinkt beter dan de waarheid komt uit de morgenstond",
probeer ik, totdat Roestie de onnozele discussie sluit met de
oneliner: "Een kindermond heeft melktandjes".
- Andere straffe verhalen gaan over luchtballons op mazoet en
het verbod om te schruilen tijdens trektochten.
We zullen de zever hier maar stoppen.
Dag 3 -----Vrijdag 12 mei -----Semarang
Deze voormiddag rijden we naar Koen's werk: de Deense firma Scancom.
Rijden is een verkeerd woord. Rallyrijden is beter want Koen heeft
de rijgewoontes van het land overgenomen (zie kadertje vorig bezoek
aan
Indonesië - dag 6) en ze nog verergerd. Dit
wil zeggen dat we al zigzaggend, faren trekkend, trompend,
brommerkes verwensend, door Semarang crossen. Rode lichten en
volle witte lijnen worden genegeerd. We komen toch heelhuids aan
maar hebben dikwijls ne keer elders moeten kijken.
In
Scancom zien we grote hallen vol teakhouten meubelen (foto
links). Scancom koopt ruwe meubelen in, werkt ze af, verpakt
ze, vult de containers en verstuurt wereldwijd. En als kwaliteitsverantwoordelijke
houdt Koen de klantenleveringen in de gaten.
Daarna bezoeken we Koen's woonst evenals zijn nieuw huis want
volgende week is het grote verhuis. Expats zoals Koen, wonen bijna
altijd in een beveiligd stadsdeel van Semarang. Het komieke
is dat je plots overvolle hoofdstraten verlaat om via een onooglijke
zijstraat zo'n wijk in te rijden en je er in een andere, rustigere
en op het eerste zicht veiligere wereld terecht komt. Vandaag
is de dag van Monica's (Koen's vriendin) wekelijkse massagebeurt
en ik laat me daarna heel graag verleiden tot een bijkomende sessie.
Koen trakteert vanavond op zijn verhuis van volgende week en op
zijn verjaardag van overmorgen. We komen terecht in een Duits(!)
restaurant 'Zum Anton' waar we niet-Indonesische gerechten eten.
Het wordt een lang uitgesponnen avond aan de rand van Anton's
enorme zwemkom met de nodige portie dunnen dèj.
Daarna trakteert der Anton met wodka + apfelsap en weissbieren
en de avond kan niet meer stuk.
We
besluiten na Anton's fest een stapken in de wereld te zetten in
de discotheek van ons hotel. Het live orkest speelt er een soort
pop-techno en de kortgerokte meiden zijn niet uit onze buurt te
slaan. Tijdens de rustpauze spreken we de bandleider aan maar
spijtig genoeg spelen ze geen muziek van Led Zeppelin of Guns
& Roses, de nieweirs. Uiteindelijk doen ze een toegift
in onze rockverzoeken en starten ze deel 2 van hun optreden met
'Smells like teen spirit' van Nirvana om daarna de verraste (jonge)
klanten verder techno aan te bieden. Niettemin drinken we 6 pitchers
leeg en kruipen veel te laat in ons bed. Morgen om 6u moeten we
uit ons piere voor een lange dag.--------------------------------------------------Monica
met Koen, Dian zonder Wieke
Sprokkels:
- Vandaag is dag 3 en ook de derde dag van PC's 19-letterwoord:
vl..g..de sch..t.rij Hij neemt twee soorten anti-diarree pillen
en we doen hem zwarte thee drinken. Maar tot nu toe helpt er
niets.
- "Geef een Indonesiër altijd de hand met uw rechterhand,
want in hun beleving wordt de linkerhand voorbehouden voor het
afkuisen van uw gat", vertrouwt Koen me toe. Vergeet deze
etikette niet bij uw volgende vakantie.
- Zum Anton worden weer een aantal oude (Engelse?) spreuken
te berde gebracht, als daar zijn:
------ You are me d'er onen
------ The sheep is de pussy off
maar ook serieuze nadenkers als: "It is better to have
an organized mess then a mess in your organization".
- Uiteraard wordt Dappie De Fredder ter sprake gebracht en ter
plaatse afgemaakt evenals een discussie over salamanders, hagedissen,
tokkey's en gecco's en andere tsjik tsjaks.
Dag 4 -----Zaterdag 13 mei -----Borobudur
en Prambanan
Iedereen is 'fris man' als we elkaar om 6u30 goede morgen
toewensen aan de ontbijttafel. Een uur later rijden we al met
9 man en 2 autos t'stad uit. Wieke en Koen vergezellen ons op
de trip.
De
rit richting Yogyakarta verloopt typisch Indonesisch: het
gevecht met de brommerkes, de zenuwachtigheid, het getromp
en het voorbij steken waar ge eigenlijk niet kunt. In dit laatste
geval steekt onze chauffeur een auto voorbij terwijl er één
uit de tegenovergestelde richting komt aangereden. Men toetert
en trekt zijn lichten, doch men wijkt niet en plots wordt een
tweevaksbaan efkes gebruikt als een drievaksbaan. Je hebt
een sterk hart nodig en een goed roterend hoofd om er dikwijls
mee naar de andere kant te kijken. Het was zes jaar geleden al
een drukke bedoening, het is nu nog drukker. Je kan onmogelijk
meer dan 50km/u rijden want er is teveel volk op de baan in de
vorm van brommerkes, bussen, bemo's, minibussen, auto's, fietsers,
camions en mensen met hun rijdend restaurant. Er worden inderdaad
mie-gerechten bereid in een rijdende-wok-met-duwfiets. Ook straf
zijn de fietsers langs de baan: voortdurend steil omhoog en omlaag
met een portie getoeter rond uw oren en uitlaatgassen in uw wezen.
Vandaag staan 2 ikonen van Java op het menu, een prachtig voorgerecht
vooraleer we de eilandenreeks van Nusa Tenggara gaan onveilig
maken.
1. Borobudur:
Borobudur
is de grootste boedhistische tempel op deze aardkloot en een must-see
voor iedere Indonesië-reiziger. Je kan er niet in gaan want
het is een massief stuk, uitgehouwen uit een berg. Met andere
woorden, Borobudur wordt beklauterd. En op ieder niveau van de
pyramidestructuur kan je rondgaan en de uitgehouwen beelden bewonderen.
Op de top zie je de buddhas en de stupas plus een zicht op de
palmboomwouden en op de op uitbarsten staande Merapi, een
perfect konische vulkaan. Indrukwekkend.
We worden zelf een attractie als goefelende tienermeisjes
met de joo gasten op de foto willen.
2. Prambanan:
Prambanan
is een Hindoe tempelcomplex in een volledig andere stijl als Borobudur,
met verschillende torens waarvan de middentoren de grootste is
en een aantal hindoegoden huisvest: Shiva, Brama, enz. Je kan
de torens instappen en de goden een bezoekje brengen. Het complex
is het mooist vanop een afstand. Het kan zeker de strijd aan met
Borobudur voor titel van mooiste tempel.
We rijden terug naar Yogya en landen in het Novotel waar Koen
het nieuws uit Landegem (!)
verneemt dat de Merapi-vulkaan (foto rechts) binnen
de 24 u gaat uitbarsten. Er is een algemene evacuatie aan de gang
van mensen binnen een straal van 8 km rond de vulkaan. Dit zou
één van de ergste uitbarstingen kunnen worden. Zullen
we iets zien of meemaken vanop het dak van het Novotel met een
onbelemmerd zicht op de vulkaan?
S'avonds nemen we een becak (uitgesproken als bijtzak),
een fietstaxi voortgeduwd door een pezige Indonesier, tot aan
het restaurant door Koen uitgekozen. "Zeer lekker en atmosferisch",
zegt hij. Dat eerste klopt, maar het tweede niet echt. Want we
zitten in een ongezellig deel van het restaurant met constant
enerverende pianomuziek, herinneringen oproepend van ons aller
gekende Johan Stollz
Sprokkels:
Gemeenschappelijk aan beide tempels-trekpleisters zijn de opdringerige
verkopers die als plakvliegen aan uw lijf kleven. Het typisch
scenario gaat als volgt: bij de ingang komen zwermen verkopers
op u af maar één slaagt er altijd in zich 'voor
te stellen' aan u als bvb. Agus. Agus probeert zijn waren te
slijten maar dringt nog niet te fel aan. "Maybe later",
zegt hij. "Ja", zeggen wij en we zijn er vanaf
.
denken we
.want twee uur later aan de uitgang herkent
Agus u en dan laat hij niet meer los. De prijzen dalen rap naarmate
ge de uitgang nadert en Agus daardoor denkt niets te zullen
verkopen. De beste deals maak je dus op het moment dat je uw
wagen wilt instappen en wegrijden.
FLORES EILAND

Dag 5 -----Zondag 14 mei -----Yogyakarta
- Denpassar - Maumere
We nemen een binnenlandse vlucht naar het eiland van de Nusa
Tenggara archipel die we eerst willen bezoeken: Flores.
Daarvoor moeten we om 5u opstaan want de vlieger stijgt
op om 7u05 vanuit Yogya. De piloot stuurt zijn luchtkar langsheen
de Merapi-vulkaan en we zien een rokende braverd. De aangekondigde
uitbarsting is wereldnieuws maar we gaan ze wel missen ondanks
onze aanwezigheid.
Vliegen
over de Indonesische eilanden in een bijna wolkenloze hemel geeft
immens vlieggenot. We vliegen over de Bromo vulkaan met zijn witte
rook, langs de Semeru vulkaan met zijn eeuwige rookwolk boven
zijn kratermond. We verlaten Java en zien Bali onder ons verschijnen.
En op het traject tussen Denpassar en Maumere, onze eindbestemming,
zien we Lomboc onder ons voorbijschuiven plus tientallen kleinere
eilanden met witte zandstranden, zien we de koraalriffen het oceaanwater
een turqouise kleur geven, zien we de jungle, de heuvels en de
vulkanen van Flores. Schitterende natuur vanuit de lucht.
We landen zonder ongelukken in de Waioto Airport van Maumere,
Flores' hoofdstad. Omdat er maar één vliegstrip
is, moet het vliegtuigje op het einde van de landingsbaan gewoon
rechtsomkeer maken (een U-turn nemen) en stopt het voor een groot
huis: het luchthavengebouw. De wachtenden lopen gewoon de tarmac
op om hun familie of kennissen op te wachten. Dit is in Europa
waarschijnlijk van de jaren 50 geleden dat zoiets nog mogelijk
was.
We worden opgewacht door onze gids met chauffeur die ons de komende
6 dagen via Flores, Komodo, Sumbawa naar Lomboc zullen brengen.
Het zijn supervriendelijke mensen en we mogen plaats nemen in
een ruime minibus. Deze namiddag rijden we direct door naar Moni,
4 uur verderop. Alhoewel de weg verhard is, liggen er grote putten
in of is de weg weggespoeld en blijft er enkel onverhard over.
In Flores en dus ook op dit stuk is de weg nooit recht. Kronkelen,
steil op en af en veel blinde bochten zijn de kenmerken. Maar
de streek is verbluffend mooi met jungles van palmbomen en bananenbomen,
met prachtige valleien, met verbluffende vergezichten en met rijstterrassen.
Waar er bewoning is langs de weg (en er is maar één
weg) lijkt iedereen op straat te lopen. Het doet ons terugdenken
aan Zuid-Afrika waar de zwarten ook op straat leven.
We komen aan te Moni en het is reeds een uur pekkedonker.
We logeren in Hotel Flores Sare. Nu hotel is een groot woord want
alles is er basic. Een douche is niet echt mogelijk en als alternatief
krijgen we een grote emmer met heet water die je moet mengen met
koud water tot de gewenste temperatuur. Je inzepen en dan met
een kan het lauwe water over je hoofd gieten. Maar de mensen zijn
vriendelijk, behalve de norse Chinese eigenaar, het avondeten
super en de kamers ruim en proper. En meer hebben we niet nodig.
Sprokkels:
- Met PC's diarree evolueert alles in de goede richting
- We verschieten als we onze aansluitende vlucht in Denpassar
naar Maumere nemen: een klein propellervliegtuig. "We
goan toch nie vliegen mé da moulineksken zeker?"
Maar jawel hoor. En het is lang geleden dat we de veiligheidsinstructies
aan boord zo grondig gelezen hebben.
Dag
6 -----Maandag 15 mei
-----Moni - Kelimutu - Ende - Bajama
Op
het onmogelijke uur 3u45 staan we op om een kwartier later te
rijden naar de top van de vulkaan Kelimutu die een uitzicht
geeft op drie gekleurde meren. Na een uurtje rijden, moeten we
nog een half uur klimmen naar de top van de vulkaan. Het is er
nog schemerdonker (foto links met Pillain) maar even later
meldt de zon zich en lichten de gekleurde kratermeren op. De
drie kratermonden zijn bijna perfecte cirkels en zijn gevuld met
drie meertjes met evenveel kleuren: groen turquoise (foto rechts),
donkerbruin en zwart. Dit tesamen met een fabuleus zicht op de
omringende berg- en vulkaantoppen doet iedereen stil worden. Minuten
camcorderfilm en tientallen digitale foto's zijn het gevolg.
We
keren terug naar Moni voor het ontbijt en vertrekken dan richting
Ende. Ik noteer twee redelijke extremen:
1. de strook tussen Moni en Ende ligt er machtig slecht
bij. We halen mee ruize 20 km/u gemiddeld. August, onze
gids, vertelt dat het zware verkeer en de overstromingen door
de regen de redenen zijn van de erbarmelijke staat van de weg.
We rijden een goeie drie uur over een afstand van 52 km.
2. De jungle wordt ruwer en is zeer dicht begroeid en de begroeiing
bestaat voor 80% uit palm- en bananenbomen. We rijden van de ene
berg naar de andere en de wegen zijn kronkelend, steil en smal.
De ravijnen zijn diep en de flanken zijn bezet door rijstterrassen,
de enige plaatsen zonder dichte begroeiing. Waar ze het water
vandaan halen om hun terrassen te irrigeren is een raadsel. Dichter
bij Ende komt de Indische Oceaan in het vizier. Al die natuurelementen
te samen doen ons vermoeden dat we waarschijnlijk door het mooiste
deel van Flores rijden.
Flores
lijkt toeristisch onderontwikkeld. We ontmoeten zo goed als geen
toeristen en de in-ffra-structuur is nog niet aangepast
aan een potentieel hoger toeristenaantal. De lokalen kijken u
na, zijn vriendelijk, wuiven. De kleinsten roepen 'mister,
mister, what's your name'. Allemaal leven ze op straat. En
die straat is de enige baan die het eiland doorkruist van oost
naar west, met duizenden bochten en bezaaid met vele kleine dorpjes
langs de kant van de weg. Als chauffeur moet je niet alleen het
verkeer in de gaten houden, maar ervoor zorgen dat je geen mensen
of kinderen omver rijdt.
In Wolotopo nabij Ende bezoeken we een traditioneel dorp
waar de Lio stam huist. We lopen door het dorpje die in verschillende
etages geplakt ligt op een heuvelrug die uit de Indische Oceaan
rijst. Het decor waarin die mensen leven is schitterend doch de
levensomstandigheden zijn minder. Sommige vrouwen weven sarungs
met de ikat-techniek.
We rijden verder voor een lange rit van 4,5 u naar Bajama,
in hetzelfde prachtige decor met lange tijd de Oceaan als dichte
of verre metgezel. Iedere bocht brengt iets nieuws. Nog steeds
zitten de bemo's overvol. Een bemo is een minibusje die het openbaar
vervoer verzorgt tussen dorpen. De passagiers brengen hun marktwaren,
dieren, fietsen, enz.. mee in het minibusje.
Het is terug donker als we Bajama binnenrijden. Ons hotel heet
Bintang Wirata. Het is er proper en er is warm water, weliswaar
bijna zonder druk op de kraan. We hebben wat slaap in te halen,
dus stappen we redelijk vroeg in ons bed.
Sprokkels:
- Op de top van de Kelimutu staan thee- en koffieverkopers.
Ze willen goed overkomen dus stellen ze zich voor en vragen
onze naam. Ze gaan ons groepje af en geven iedereen een hand.
Toeval wil dat de drie Stevens naast elkaar staan en de man
drie keer na elkaar Steven hoort en natuurlijk denkt dat we
hem liggen hebben. By the way, laat je niet overhalen om een
tas koffie te drinken: meer gruis dan drank.
- Verschillende keren wordt er geknikkebolt in de minibus.
Roestie is de kampioen en regelmatig knikkebolt hij tegen
het venster van de bus.
- Het opdienen in de restaurants tot nu toe is traag en ongelijkmatig.
Een groep van 8 personen als de onze kunnen ze moeilijk aan
en onze schotels komen 1 per 1 op tafel van zodra ze klaar zijn.
Het gebeurt regelmatig dat de ene nog soep slurpt als de andere
al gedaan heeft met de hoofdschotel.
Dag
7 -----Dinsdag 16 mei -----Bajama
- Bena - Ruteng
"Flores telt 15 actieve vulkanen", vertelt August ons,
"het enige eiland van Indonesië met zoveel actieve vulkanen".
Ondertussen rijden we naar het traditioneel dorp Bena.
De weg (?) ernaar toe is smal, zeer steil en in zeer slechte staat.
Harry, onze chauffeur, rijdt de 19 km tussen Bajama en Bena in
eerste, soms in tweede versnelling.
"Bena
huisvest de Ngada stam", zegt de lokale gids ons. Hij is
de chef van het dorp met 325 zielen en is 79 jaar. De man spreekt
Nederlands, gevolgen van de Nederlandse koloniale bezetting. We
zien een dorp gebouwd uit houten woningen met daken van stro in
een ovaalvorm rond een soort marktplein waarop vormloze, grote
stenen (schrijnen) staan die dienst doen als bescherming en als
graftomben. De lokale gids vertelt nog een paar eigenaardigheden
allemaal in de naam van de traditie(s). Maar Bena ligt ook in
een uniek decor, in een dal en omgeven door vulkanen (niet-actieve)
en uiteraard begroeid met palm- en andere bomen. Langs één
zijde van het dal is er een doorsteek naar de Indische Oceaan,
die we kunnen zien liggen 15 km verderop, vanaf het hoogste punt
van het dorp. We kopen een paar Ikat geweven stukken. Afbieden
is hier de boodschap. Traditioneel of niet, de kleur van het geld
kennen ze allemaal.
We keren terug naar Bajama, terug langs dit onmogelijke baantje.
Het is halftwaalf op de middag maar toch stelt onze gids voor
om nog in Bajama te eten want tussen hier en ons einddoel Ruteng
(120 km verderop) is er geen echt restaurant meer te vinden.
De
tocht naar Ruteng is anders dan de vorige dagen. Het tropische
woud is minder dicht begroeid en naast palm- en bananenbomen zien
we ook veel exotische fruitbomen (avocado, passievrucht, jackfruit,
enz.). Vooral de bamboe-bomen vallen ons op. Ze hebben zeker 50
cm stamomtrek, staan in struiken bijeen en zijn enkele tientallen
meters hoog. Zijn da kastars. Onderweg drinken we in Aimere
een verfrissing. We rijden verder door naar Ruteng en zien
onderweg prachtige rijstterrassen op de steile heuvelruggen. In
de dorpen werken ze aan de irrigatiekanalen voor deze rijstvelden.
De wegen zijn nog altijd dezelfde als de vorige dagen. Slecht
onderhouden en slingerend van de ene berg naar de andere zonder
ook maar één recht stuk die naam waardig. De klims
vandaag zijn lang en steil en we denken niet dat de Tour zulke
kalibers voor de voeten van de renners schuift.
Het is alweer avond als we in Ruteng aankomen en deze keer huizen
we in Hotel Dahlia.
Sprokkels:
- In Bena werden de doden rechtop begraven in een ronde koker,
uitgegraven in de grond, van een halve meter diameter. De dode
werd extra 'dichtgesnoerd' en dan in zijn graf geschoven. Die
praktijk nam een einde in de jaren zestig. Van dan af werd de
dode horizontaal begraven zoals bij ons.
Dag
8 -----Woensdag 17 mei -----Ruteng
- Labuanbajo - voor anker aan Rinca eiland
Om 7u rijden we Ruteng uit en we klimmen verder tot 2.000m tot
in het National Conservation Area, een natuurgebied rond
Ruteng. Het routeschema zegt dat we naar het gefluit van zangvogels
gaan luisteren. Dan verwacht je toch minstens een wandeling in
een bosomgeving om zo de vogelgeluiden op te vangen. Nee, we stappen
gewoon uit het minibusje en lopen wat langs de weg naar getsjilp
te luisteren terwijl er om de twee minuten een gesmachine
(brommerken) passeert evenals toeterende bemo's en truckbussen.
T'es belachelijk.
De landschapstrend van gisteren zet zich verder: minder dichte
begroeiing, meer ruimte maar vooral een landschap vol prachtige
en soms kunstige rijstterrassen. We zien de mooiste terrassen
van t'land met vrouwen die oogsten maar ook (weeral) vrouwen die
rijstplantjes planten. Overal en altijd vrouwen want de traditie
wil het zo. Het mooiste rijstveld ligt in Cara Village
en heeft de vorm van een spinneweb. En terug tientallen vrouwen
en meisjes die het werk doen en op de smalle greppels lopen.
We
dalen verder tot in Lubuanbajo, een vissersdorpje aan de
westkust van Flores en tevens einde van de minibusrit. We hebben
midden en west Flores doortrokken en hebben een schitterend eiland
gezien qua natuur en bevolking. Bali en Lomboc, naar mijn mening,
volgen op korte afstand. En wat de mensen van Flores betreft
De
eilandbewoners van Flores
Dat Flores weinig toeristen ontvangt, zie je aan de gedragingen
van zijn bewoners. Iedereen is vriendelijk en het lijkt niet
gespeeld. We worden bekeken, bestaard en nagekeken alsof we
rare species zijn. Een hand in de hoogte wordt altijd beantwoord
en het lachen zijn ze hier niet verleerd. Kinderen en jongeren
spreken ons aan met "hello mister", soms gevolgd door
"what's your name?" Bij wijze van grap beginnen we
hen zelf aan te spreken met 'hello mister'.
Als
we in één van de tientallen dorpjes een pauze
nemen, worden er direct groepjes rondom ons gevormd, stoppen
de brommertjes en rommelen de jonge gasten in onze buurt. Weinigen
spreken engels, dus lachen of giechelen ze, bekijken ze ons
en lachen de tanden bloot als we wuiven, hen aanspreken (ook
al verstaan ze niets) of okay? roepen. Sommigen zijn schuchter
of beschaamd; weinigen zullen u rechtstreeks aanspreken wegens
de taalbarrière.
Het is voor ons, levend in een cultuur van oppervlakkigheid
en prestatiegerichtheid ontwapenend en een beetje raar om zo'n
bevolking te ontmoeten. Maar vroeg of laat zullen ze ook verloederen
zeker
Flores is overwegend christelijk, met de moslims op de tweede
plaats. We zien dat hun doden begraven liggen in de tuin. De
mensen wonen langs de enige weg die Flores dwarst en leven op
straat. S'avonds lopen ze met tientallen langs de weg, rijden
ze op hun brommerkes, troepen ze samen, stoken vuurtjes.
En hoed af voor de vrouwen die de zwaarste klussen moeten opknappen,
in naam van de traditie. Komt goed uit voor de mannen
Adieu Flores.
In
Lubuanbajo charteren we een zeilboot met motor. Hij biedt plaats
aan 16 personen en is dus vrij ruim voor ons bende. Het is kort
na de middag als we het haventje verlaten en twintig minuten varen
naar een onbewoond eilandje-met-wit-zandstrand. Na drie dagen
daveren in de minibus over Flores' wegen wordt deze boottrip ervaren
als een zegen op aarde. We snorkelen, zonnen, lachen, ambeteren
elkaar, zwemmen in een decor van lauw water bezaaid met groene
eilandjes en in de verte de kustlijn van Flores, Komodo en Rinca.
Toch een beetje de hemel op aarde.
We zwemmen terug naar de boot die 100m verder in zee ligt. Die
vaart dan verder de Flores Zee op, laverend tussen kleine
en iets grotere groenbegroeide eilandjes (van enkele m2 tot enkele
km2) tot aan Rinca waar we morgen hopelijk de Komodo varaan
(Pol wil dat ik Komodo Dragon schrijf; klinkt iets angstaanjagender)
ontmoeten. Ondertussen zien we de zon ondergaan, liggen we op
het dek met een bintang in ons pollen, genieten we. Een
beetje magie valt ons te beurt en dan zwijgen we nog van het diner
aan boord gecombineerd met een prachtige sterrenhemel. Laat op
de avond slapen de meesten buiten op het dek onder de sterrenhemel
na een hele avond dunnen dèj in combinatie met bacardi-cola
en veel bintangs.
Sprokkels:
- Voor de derde keer op rij bestelt Pol iets van de menukaart
en komt de kelner zeggen met een brede smile: finish.
- Hamerlinksken heeft al drie dagen tereke gildig toegeslaan.
Altijd zitten er een paar te knikkebollen in de minibus
en vallen ze ofwel scheef tegen hun gebuur, of buigen voorover
en stoten hun hoofd aan de zetel van de voorganger of - zoals
Roestie - bonken met hun hoofd tegen t'venster en schieten dan
wakker.
- August legt ons uit dat de grootte van de eilanden uitgedrukt
wordt door een specifiek woord voorafgaand aan de naam van het
eiland. Small, medium en large eilanden noemen respectievelijk
Gili, Nusa en Pulau - eiland.
- Pol neemt drie maal per dag medicatie voor zijn hart. "Ik
moet die pillen met water nemen", zegt hij, steekt ze in
zijn mond en slurpt aan zijn bintang bierfles. "Bier is
90 % water", zegt hij.
RINCA EILAND
Dag
9 -----Donderdag 18 mei -----Rinca
eiland - Bima (Sumbawa eiland)
Na het ontbijt op de boot, meren we een paar honderden meter verder
aan te Loh Buaja, Rinca eiland en startplaats voor een
trek met een ranger door het savannelandschap. Na de nodige administratieve
paperassen en een zenuwachtige August die geconfronteerd wordt
met onaangekondigde prijsverhogingen, trekken we het Komodo
Nationaal Park in. Op onze tocht van een kleine twee uur zien
we 4 volwassen Komodo draken en 2 jongen. Ze zijn zwart en er
zit weinig fut in. Als koudbloedigen moeten ze eerst een halve
dag opwarmen in de zon om iet of wat in form te zijn. Op de tocht
zien we ook een wild varken in de verte, twee makakken (apen)
en ook een buffel met enorme hoornen.
De
Komodo Varaan ofte Komodo Dragon

Je
vindt deze aartslelijke beesten enkel nog op drie eilanden waarvan
Rinca en Komodo de meest bekende zijn. Hun eieren leggen ze
in holen en het wijfje beschermt ze gedurende drie maanden.
Daarna worden de jongen aan hun lot overgelaten en om niet opgeëten
te worden door hun soortgenoten (kannibalisme) leven ze de eerste
twee jaar in de bomen en voeden zich met insecten en vogels.
Daarna leven ze op de grond en ze waggelen een beetje als ze
vooruit kruipen; ze slaan hun poten een beetje uit.
Het zijn zwarte, verrumpelde beesten tot een goede drie
meter lang en ze zien er inderdaad voorhistorisch uit. Ze hebben
een gespleten slangetong, zijn stekeblind maar hebben een sterk
ontwikkeld geurorgaan en ruiken hun prooi tot op een km afstand.
Het zijn vleeseters: insecten over vogels, ratten, muizen tot
geiten en zelfs waterbuffels. In grote prooien bijten ze, waarbij
ze een giftige bacterie nalaten waardoor de prooi na een tweetal
weken ziek valt en dan verorbert wordt. Het zijn feitelijk geen
beesten meer van deze tijd.
We
keren terug naar de boot en zetten koers naar een onbewoond eiland
om te zonnen, te snorkelen, te nietsen. Maar er is weinig koraal
te zien in t'water, enkel veel zee-egels. We zetten de trip verder.
Nog 6 uur te varen in ienen trok tot in Sepa (eiland Sumbawa),
onze eindbestemming.
Iedereen
geniet op zijn manier op de boot: zonnen, slapen, sudoka invullen,
lezen en bintang drinken, onder of voor het overdekte middendek.
Roestie probeert de 'Titanic stand' uit zonder lief (foto links).
We voelen de zeedeining steeds beter aan en de boot begint meer
en meer te schommelen. Daardoor beginnen een aantal groepsleden
de horizontale ligging aan te nemen. Behalve Roestie, die slaagt
erin om op de schommelende boot een bintang uit de bak te nemen
en op te drinken. De wind komt wat opzetten en af en toe krijgen
we een gratis douche van zeewater. Het decor is nog steeds een
diepblauwe oceaan met daarin een archipel van groene eilanden
binnen zichtbereik.
Plots horen we een luide 'knak'. Tijdens de vaartocht ligt constant
een vislijn voor diepzeevissen in t'water en de knak wijst op
beette. Ze trekken de lange nylondraad naar binnen gedurende
5 minuten en op het moment dat de vis (een barracuda) aan de oppervlakte
komt, rukt hij zich los en valt terug in het water. Alle moeite
voor niets.
Het is reeds donker als we aanmeren te Sepa, Sumbawa
eiland. Onze 'cruise' zit erop en het was een meer dan aangename
afwisseling. We zwaaien de bootcrew uit: de kapitein, zijn assistent,
de kok en de ingenieur. Ondertussen is Harry, onze chauffeur,
met de publieke ferry naar Sepa gevaren en staat ons op te wachten.
We rijden dan nog 1,5 u naar Bima, een grote stad aan de
gelijknamige baai, en stappen uit aan Hotel Limbitu. We genieten
terug van een normale douche met warm water.
Sprokkels:
- PANIEK!! Na de terugkeer van de trek op Rinca eiland varen
we terug uit en ga ik naar mijn kajuit: mijn geld, paspoort,
kredietkaarten, alles weg
Alles lijkt gestolen en August
beslist om rechtsomkeer te maken terug naar de Rinca aanlegsteiger.
We zoeken koortsachtig verder in alle hoeken en kanten en vinden
niets. De stress slaat toe: hoe geraken we het land uit zonder
paspoort, gonst er door mijn hoofd. Tot La Martina alles terugvindt
in een zijzak van onze reistas. Wat een opluchting voor iedereen,
ook voor August die naar zijn zeggen een dreigend ontslag zag
aankomen bij zijn werkgever, want hij zou verantwoordelijk worden
gesteld.
- August noemt ons met een vaste naam: zo is Pol 'Mr Broessels'
en tegen PC zegt hij 'pentium 4' of hoger naarmate hij meer
bintangs of bacardi-cola's op heeft. Hij is moslim, maar niet
al te fanatiek.
- Deze keer is Roestie de pinaut bij het avondeten ten gevolge
van het Indonesisch systeem van eten serveren. Hij krijgt zijn
schotel als iedereen al gedaan heeft.
SUMBAWA EILAND

Fans
Dag 10 -----Vrijdag 19 mei -----Bima
- Jelenga Bay
Net als in Flores rijden we op de enige weg door het eiland Sumbawa,
van oost naar west. Langs hier ook lintbebouwing en mensen op
de straat. Kort na de start stoppen we in één van
die vele dorpjes op de lokale markt. We vormen dè attractie
van de markt en honderden ogen zijn op ons gericht. De 'Hello
misters' worden afgevuurd en overal zie je lachende gezichten.
Het is vooral een fruit- en groentenmarkt. Waar ze in Yogyakarta
'becak' hebben als taximiddel, gebruiken ze hier 'ben hur'-wagentjes,
genoemd naar de gelijknamige film, een soort romeins karretje
voortgetrokken door een paard(je) en waarin 4 mensen kunnen plaatsnemen.
We rijden verder voor een lange tocht van 8 uur. Het eerste gedeelte
loopt langs de kustlijn, soms op zeeniveau, soms de heuvels in.
De Oceaan maakt veel insnijdingen in het land waardoor veel inhammen
ontstaan en we in wijde halve cirkels onze weg volgen. Het doet
me terugdenken aan de kustroutes in Amerika en Australië
met dat verschil dat hier de weg verschrikkelijk slecht ligt maar
de tropische begroeiing gelukkig iets goedmaakt.
Daarna volgen een aantal uren hotsen en botsen door een saai landschap
via de hoofdstad Sumbawa Besar. Het wordt een vervelende
tocht. August sust met het feit dat we naar een toeristenvrije
en zeer rustige plaats gaan slapen in bungalows op het strand.
Het plaatsje noemt Jelenga Bay en het bungalowcomplex(je)
noemt de '3 lost amigo's'. Als we eindelijk de hoofdbaan afslaan,
zien we een pijltje: nog 6 km. We rijden een half uur over de
afstand op een baantje die naam niet waardig. De onverharde Ruta
40 in Patagonië lijkt wel een autostrade. En als we aankomen
krioelt het er van de surfers (toeristenvrij??), horen we de muziek
uit de boxen van het restaurantje galmen (rustig??) en moeten
we in de bungalows op houten britsen met een flinterdunne matras
slapen zonder dekens! Als ge een scheet laat in de ene kamer horen
onze geburen het drie kamers ver. Dit lijkt de brousse wel. Maar
we passen ons aan; we weten dat op zo'n tochten dit onvermijdelijk
is. Douchen stellen we uit tot morgen dus gaan we bintangen
in het restaurantje
maar na één rondeken
is de voorraad bier al op: finish. Ons gemor doet August
op een brommerken springen om terug via het duivelsbaantje in
t'dorp een bak bier te gaan halen, de stakker. Allé, uiteindelijk
valt alles in een plooi en gaan we 'slapen' met een muskietennet
boven ons hoofd evenals het gele gamma hagedissen van klein naar
groot. Good night
and good luck.
LOMBOC EILAND

De
heilige Rinjani vulkaan op Lomboc
Dag 11------ Zaterdag 20 mei -----Jelenga
Bay - Senggigi (Lomboc eiland)
We worden s'morgens om 6u wakker van twee dingen. Ten eerste van
de tokkey, een hagedis die tok-key keelt. Ten tweede van de surfers
die s'morgens vroeg al de zee intrekken voor hun favoriete sport.
Tijdens het ontbijt zien we er één van terugkomen,
een Australiër met zijn lichaam vol schrammen. Hij is van
zijn plank getuimeld en op een koraalrif terecht gekomen. Dit
plaatsje noemt niet voor niets Scar Reef (Scar = litteken).
S'morgens
bezoeken we een parelkwekerij een half uur verder rijden.
We zijn terug dè attractie in het vissersdorpje als we
een wiebelend bootje nemen naar de kwekerij. De oesters, een hand
groot, hangen aan een soort bekaert-draad in de zee en voeden
zich met plankton. Een oester wordt 'bevrucht' met een rond bolletje.
De inplanting is echt specialistenwerk. Daarvoor wordt de schelp
net ver genoeg geopend zodat de oester niet doodgaat, maar de
bevruchter het bolletje kan aanbrengen op de juiste plaats. Na
15 maanden vormt er zich een laagje rond het bolletje (de oester
reageert tegen het vreemde voorwerp) en een parel wordt dan uit
zijn slijmerige inboedel gehaald. Eén oester kan dit zo'n
5 keer herhalen, daarna es zijn pijpe uit. Wieke koopt
een grote parel voor zijn Dianneken, voor een vriendenprijsje.
De vrouwen van de groep, Kathy en Martine, krijgen van de eigenaar
van de kwekerij elk een oesterschelp met drie parels erin. Daarvoor
haalt hij simpelweg twee oesters uit het water, snijdt ze open,
eet het oestervlees op, kuist de schelpen en drie halve paarlen
(eigenlijk ronde parels met een plat gedeelte; te gebruiken voor
oorbellen) verschijnen. Een prachtcadeau.
We rijden nu verder naar de ferry-terminal. Al de hele morgen
zien we vanaf de weg Lomboc eiland liggen met daarop de hoogste
berg van Indonesië, de heilige Rinjani vulkaan. En na 1,5
uur op de ferry stappen we aan land in Lomboc.
Adieu Sumbawa.
Ook
nu nemen we in Lomboc de Oost-West route richting Senggigi, met
dit verschil dat dit bijlange na niet de enige baan van het eiland
is. Na de eerste kilometers rijden, valt het verschil tussen Lomboc
en de vorige eilanden al op. Lomboc's wegen zijn goed onderhouden,
het eiland geeft een properder en meer ontwikkelde indruk. Op
weg naar Senggigi, een goede 2 uur rijden van de ferry terminal,
vallen ons de vele en verzorgde rijstvelden op. Niet de spectaculaire
bergterrassen van Flores weliswaar, maar uitgestrekte vlakke velden.
We komen toe in Senggigi en rijden naar het - ik durf het
bijna niet zeggen - eerste vijfsterrenhotel in Lomboc: de Sheraton.
Na de brousse-ervaring van deze morgen, belanden we dezelfde dag
in de overbodige luxe van een Sheraton. Maar we krijgen die kans
aan 50 € per kamer (met twee) per nacht. Daar heeft Koen
voor gezorgd evenals voor de overnachtingen van de volgende dagen.
Ons vuil en stinkend lijf wordt hier kraaknet gedoucht. En we
komen te weten dat alle kamers bezet zijn want overmorgen is de
president van Indonesië op bezoek!! Wij, dutskes van
Landegem, in hetzelfde hotel als de president.
Vandaag wordt de groep uitgebreid met 4 personen: de ouders van
Koen, Koen zelf en zijn Monica. S'avonds eten we vis op het strand
voor het hotel zonder La Martina die een darmprobleem heeft en
te bed ligt.
Sprokkels:
- Onze nieuwe samenleving van communicatie, mobiliteit laat
ook hier zijn sporen na. In de groene gordels van de eilanden
zie je fel afstekende, grote rood-witte GSM masten verschijnen.
- Tijdens het avondeten op het strand komt een viertal de 'avond
opvrolijken' met gezang. 2 klassieke gitaren, een contrabas
en een tam tam spelen tamme muziek, stijl Indonesisch levenslied.
Maar dan gaan ze tafel per tafel af en de tafels mogen een verzoeknummer
vragen. Als ze aan onze tafel komen, kijkt iedereen in mijn
richting en weten mijn tafelgenoten dat ik een nummer van Led
Zeppelin zal vragen. Maar dat aan dit groepje vragen is belachelijk,
is een beetje het lot tarten, een beetje die mensen voor schut
zetten. Maar de drang is groter dan de rede en ik vraag Stairway
to Heaven aan. De mannen kijken 2 seconden naar elkaar en zonder
een spier te vertrekken starten ze het lied in een nog nooit
vertoonde en gehoorde combo-stijl. Uniek en Schitterend.
Dag 12 -----Zondag 21 mei -----Gili
eilanden - Senggigi
We
hebben samen met Wieke een wagen-met-chauffeur gecharterd naar
de onooglijke Gili eilanden. De chauffeur is
August
die we opnieuw hebben ingehuurd. De anderen verkiezen het zwembad/strand
van het hotel. De weg van Senggigi naar Bangsal, waar we
de boot nemen naar de eilanden, is fenomenaal mooi want hij volgt
de kuststrook (foto links), dan op zeeniveau en de volgende
km's hoog in de heuvels, die uit de zee oprijzen. We zien baaien,
rotsformaties, holes in the rock en een diepblauwe oceaan met
langs de overzijde Bali met zijn hoogste berg, Gunung Agung (zie
reisverslag
Indonesië 2000 - dag 12). We kiezen in Bangsal
de boot naar Gili Trawangan (foto rechts). De drie
Gili eilanden dat staat gelijk met de foto's uit de brochuurkes:
witte
zandstranden, uitermate helder water, veelkleurige vissen, snorkelen,
duiken, palmbomen en zonnen en dit op een steenworp van Lomboc.
Wij installeren ons op een beruga, een houten plateau op poten
met dak erop. We kiezen voor snorkelen en herontdekken de onderwaterwereld.
Tijdens het snorkelen ziet La Martina een zeldzame reuze zeeschildpad.
De koraalriffen zijn echter niet meer als weleer: stormen, dynamietvissen
en mensen hebben ze gedeeltelijk naar de vaantjes geholpen.
We keren terug en rond 15 u vervoegen we de anderen aan de bar
van het hotel. Vandaar stappen we met een deel van de groep naar
August's huis in Senggigi, amper 500m van ons hotel, om zijn parelcollectie
te bezichtigen. Zijn vrouw designt de parelsnoeren, oor- en nekhangerkes.
Het feit dat je gisteren een parelkwekerij bezocht hebt, wekt
natuurlijk interesse op. Ik kan u zeggen dat onze August goede
zaken gedaan heeft.
Na pizza bij Alberto zakken we af naar het Marina Café,
waar een live band het goede weer maakt. De drie zangeressen zijn
sexy, zeer sexy en de caféklanten mogen, na een inleidend
setje, verzoeknummers indienen. Alhoewel ze de helft niet kunnen/kennen
komt de ambiance er geleidelijk in. Bintangs en Sweet Child o'
mine van Guns & Roses steken het vuur aan de lont. Het wordt
één van die memorabele uitgangsavonden waar iedereen
zich sterk toont in drank en dans maar s'anderendaags de prijs
betaalt met kleine oogjes en ziere in zijn hoar.
Sprokkels:
Sheraton staat voor luxe. In de vooravond wordt er op de deur
geklopt en legt men uw bed open. Als je eet (ontbijt of dinner)
dan staat een legertje indonesiers klaar om de stoel onder uw
gat te schuiven en daarna uw bavette op uw schoot te
vouwen. Iedere keer dat je naar het buffet stapt en terug keert
naar uw tafel hetzelfde scenario. T'es ter over.
BALI EILAND
Dag 13 -----Maandag 22 mei ------Kuta
Beach
Zoals
hierboven aangegeven is iedereen redelijk kalm deze morgen. Vandaag
nemen we op de middag een vlucht naar Bali waar we onze laatste
drie dagen zullen rondmaken. De veiligheidschecks op de luchthaven
van Mataram, de hoofdstad van Lomboc, zijn een lachertje.
Tweemaal worden we gecontroleerd, tweemaal piept het metaaldetectie
toestel en tweemaal is er niemand beschikbaar om mij te controleren.
De boarding procedure betekent gewoon dat de passagiers vanuit
de vertrekzaal de tarmac van het vliegveld opstappen naar het
vliegtuig die 200m verder geparkeerd staat. Dit lijken nog pre-terroristische
tijden. De vlucht duurt slechts 15 minuten (!), terug in een Fokker,
type Moulinex. De zichten op Lomboc en Bali zijn prachtig.
We checken in te Kuta aan het strand in het Harry's Resort.
Dit is ons derde bezoek aan Bali (mei 1991, mei 2000) en het stadje
Kuta wordt alsmaar voller en voller gebouwd. Dit is het Benidorm
van Bali, zeer commercieel, grote witte zandstranden, sterke golfslag
van de Oceaan waar vooral beginnende surfers hun plezier zoeken.
De sjieke resorts hebben allemaal hun plekje langs Kuta Beach.
We slenteren in de late namiddag door de winkelstraten; we zien
de herdenkingsplaat van de terroristische aanslag in 2002 met
meer dan 200 doden. 95% van de winkelkes verkopen hetzelfde en
we vragen ons af hoe die mensen overleven. Je wordt er ook bijna
constant lastig gevallen door opdringerige straatverkopers. We
keren terug langs Kuta strand en zien tientallen surfers de golven
bedwingen.
Sprokkels:
Een straatverkoper van massage-olie probeert zijn olie te slijten
maar het lukt niet totdat hij bij Roestie een gemakkelijk slachtoffer
vindt. Roestie is net ietsje te geinteresseerd, krijgt plots
een armmassage met de olie en voor Roestie het weet zit de verkoper
al zijn nek te masseren. Maar Roestie wil helemaal geen massage-olie
en het wordt een hele opgave om de man af te wimpelen.
Dag
14 -----Dinsdag 23 mei -----Kuta
Beach
S'morgens volgen de joo gasten initiatie in surfen. Eerst
de basisbewegingen in het zwembad van het hotel en daarna volgen
we ze naar het strand alwaar de ene al schoner van zijn plank
tuimelt dan de andere. Maar één voet zetten op het
strand van Kuta betekent
Het
strand van Kuta (Kuta Beach)

Kuta Beach is het commerciële uithangbord van Bali zoals
wij Benidorm en Blankenberge kennen. De wijd verspreide commerce
en het enorme witte zandstrand zijn gelijk maar er zijn ook
een aantal verschilpunten. In plaats van zwemmers zie je tientallen
surfers; je hebt er hoge golven in plaats van de rollerkes
bij ons; het water is lauw. Maar hèt grote verschilpunt
is dat je geen seconde en ik herhaal - geen seconde - gerust
gelaten wordt. Als de strandleurders nen witten één
voet op het strand zien zetten, komen ze in zwermen naar u gevlogen,
als vliegen naar een confituurpot. Een rustig namiddagje strandzonnen,
zwemken doen, babbelken slaan, is uitgesloten. Ik begrijp waarom
er veel toeristen aan het hotelzwembad blijven steken.
Ze verkopen kranzekes, ringen, zilverwerk, houtsnijwerk,
henna tattoos, horloges, sigaretten, replicas van zeilboten,
blaaspijpen, boog en pijlen, fruit en sarungs. Dan zwijgen we
nog van de manicures, de pedicures en de massages. Als fervente
massagefan laat ik me een uur bepotelen, wat ook Kathy, Jan
en Monica doen. Maar dan ligt ge pas neer en denk je van 'oef,
nu een uurken genieten'. Vergeet het! De pedicure-madam komt
aan uw tenen trekken: "Boss, twenty thousand and I give
you new feet". Dan komt de manicure-madam aan uw vingers
trekken: "Boss, twenty thousand; your fingernails are in
bad shape". En als ge op uw buik ligt terwijl er een massa
ouwe madammekes-zonder-tanden aan uw lijf trekken, komt er nog
een horlogeverkoper langs: "Boss, look look cheap watch".

Monica
laat mooie henna tattoo zetten. De rest is ook mooi.
S'namiddags
charteren we twee wagens om met zijn twaalven naar de best gekende
tempel van Bali te rijden: Tanah Lot. Tijdens het rijden
ernaar toe zien we prachtige en uitgestrekte rijstterrassen. Ze
zijn door hun verzorgdheid en uitgestrektheid bijna even mooi
als de bergterrassen in Flores. Tanah Lot is spectaculair gelegen
op een rotspin in de zee. De weg ernaar toe vanaf de parking leidt
door tientallen winkeltjes met allemaal dezelfde waar. Tracht
een stevige tred aan te houden en uw hoofd in de stand 'no' te
zetten.
Tanah Lot is een kleine hindoe zeetempel en één
van de meest gefotografeerde, voortgaand op de massa toeristen
die we tegenkomen. Je kan er enkel naar toe wandelen bij eb, wat
we dan ook gedaan hebben. De tempel tekent af tegen de hemel en
de spectaculaire zonsondergang zal voor een andere keer zijn want
wolken gooien roet in het eten.
Tanah Lot tempel ----------------------------------------------Rijstterrassen
in Bali
S'avonds
gaan we eten in een zeer luidruchtige Hard Rock Café
ter gelegenheid van Wieke's verjaardag. Bij de ingang worden we
afgetast met een metaaldetectie toestel zoals in een luchthaven.
Het gevolg van de terroristische aanslag in 2002. Om één
na middernacht wordt Wieke 32 jaar!! Het personeel van het HRC
is op de hoogte en verrast met een typisch Balinees optreden waarbij
Wieke uitgenodigd wordt tot een dansken. Nietsvermoedend slaan
ze een slagroomtaart in zijn gezicht, de linkoars. Gelukkig
is dit een welgekomen intermezzo want de live band, verder op
de avond, kan ons niet bekoren.
Sprokkels:
Een lief hebben kost geld. Dat is niets nieuw. Maar op reis
gaan zonder lief en dan nog geld kosten, dat is redelijk raar.
Pillaintjen, PC en Roestie waren vrijgezel op het moment van
de beslissing om op reis te gaan, 9 maanden terug, maar niet
meer bij vertrek! En hun lieven weten ook dat de Indonesische
vrouwen 'gewillig' zijn. Dus worden de drie gasten alle dagen
bestookt met de nodige portie SMS'kes waarop telkens moet geantwoord
worden. En ontvangen zowel als versturen kost geld aan die gasten!
SMS'en is natuurlijk niet voldoende. Een liefdesrelatie vereist
dat er ook getelefoneerd wordt; vanuit het hotel omdat het blijkbaar
goedkoper is dan met de GSM. Tot PC voor 8 minuten bellen zijn
rekening krijgt: 360.000 roepies (35 €). Ook Pillain deelt
van de brokken in zijn lange telefoongesprekken met t'liefken.
En dan zwijgen we van de kadootjes, de dure (parel)kado's!
Liefde is blind èn kostelijk.
Dag 15 -----Woensdag 24 mei -----Kuta
Beach
Het wordt een luie voormiddag met een lang ontbijt. Daarna splitst
de groep zich in drie: één naar de rafting, één
op slentertocht door de nauwe winkelstraatjes van Kuta (foto
links) en één om inkopen te doen.
Samen
met Pillaintjen gaan we op slentertocht door de winkelstraatjes
en zoeken Martine en ik onze slaapplaats op van 15 jaar geleden
(mei 1991). En ondanks de metamorfose die Kuta ondergaan heeft
in die tijdsperiode, vinden we de Lily Cottages terug.
Het is een blij weerzien en vele herinneringen flitsen door ons
hoofd toen we in '91 bij mijn broer Bart en zijn vriendin Ann
op bezoek kwamen, toen op wereldreis voor een jaar. Daarna volgen
nog de verplichte kado-aankopen en slepen we ons naar het strand
voor nog maar eens een massage. Deze keer geen hectische toestanden
zoals gisteren maar een reeds gisteren gemaakte afspraak met 'mijn
masseuse' om onder een palmboom de andere vrouwen en verkopers
op afstand te houden. Het is redelijk goed gelukt.
S'avonds eten we in Jimbaran op het strand van restaurant
Sharkey's. We kiezen zelf onze vis uit grote aquariums. Op het
strand zakken onze stoelen 20 cm in het zand. We zitten dicht
bij de landingsbaan van Denpasar luchthaven en zien menig vliegtuig
landen. Daarna rijden we terug richting Kuta alwaar we onze laatste
avond opfleuren met een discotheekbezoek aan The Bounty.
House muziek voert de toon en de tientallen klanten zijn surfers,
sexy meiden en ons bendeken. De ambiance is stomend en de koppels
geilen elkaar op. Er zijn twee danseressen die hun ding doen:
soms aan een paal, soms in een kooi, soms op het podium. Ik zie
Kathy het podium betreden en het beste van haar zelf geven. En
waar hangen Pillain en PC ergens uit?
Rond 1u in de morgen keren we terug naar ons hotel, terwijl de
joo gasten verder feesten. In de terugkeer naar het hotel,
langs Legian Rd, horen we een kakafonie van live orkestjes, waaronder
ik 'Bed of Roses' van Jon Bovi en 'Highway Star' van Deep Purple
herken.
Sprokkels:
- Eigenlijk moet je maar drie Engelse woorden kennen in Bali.
Ze worden meerdere keren per dag op u afgevuurd telkens je het
hoteldomein verlaat. Het zijn: Boss (en niet 'Mister' zoals
in Flores), Transport, Very cheap (cheap uitgesproken als 'tsjiep').
- In The Bounty botsen we op de Australiër uit dag 11 die
met zijn geschaafd vel veiliger oorden heeft opgezocht en in
Kuta is terecht gekomen. PC en Pillaintjen zijn in vorm en vervoegen
de dansers (-essen) op het podium. Pillain springt zelfs in
de danskooi. Ze zijn uitgelaten en mijn camcorder filmt rustig
verder
Dag 16 -----Donderdag 25 mei -----Denpassar
- Kuala Lumpur
Vandaag is onze laatste dag in Bali. De familie van Tornhout keert
terug naar Semarang, Java en vliegt daarna voor de rest van hun
vakantie terug naar Senggigi, Lomboc.
De voormiddag wordt opgevuld met winkelen, slenteren en afzien
van de hitte. Het is nog drukkender warm dan de andere dagen.
S'middags is de fut eruit en de aangekondigde tocht naar de apentempel
Ulu Watu wordt afgeblazen. Het wordt nog een beetje eten, zwemkomspelen,
bagage maken en vertrekken naar het vliegveld. We vertrekken vanuit
Denpasar naar Kuala Lumpur, Maleisië alwaar we
Dag
17 -----Vrijdag 26 mei -----Kuala
Lumpur - Landegem
om middernacht doorvliegen naar London Heathrow en verder
naar Brussel. En als we om 10 u vanuit Zaventem de trein nemen
naar Landegem en daar de lieven zien verschijnen van de joo
gasten weten we dat onze vakantie erop zit. Op onzen buik:
gien sanse.
Of toch wel een beetje geluk want s'anderendaags,
zaterdag 27 mei, meldt het VRT-nieuws dat een aardbeving met
een kracht van 6 op de schaal van Richter plaats vond met het
epicentrum in Yogyakarta. Het gevolg is 5.000 doden, 10.000
zwaar gewonden en 300.000 daklozen. De tempelsite Prambanan
is serieus geraakt.
Dat maak je dus best niet mee op het moment dat je daar zelf
bent. En dan zou de Merapi vulkaan, ook in de buurt van Yogya,
nog tot een echte uitbarsting moeten komen wat ook al wekenlang
wereldnieuws is.
Onze gedachten en sympathie gaan uit naar de mensen uit deze
streek.
KATERN
Zoals
6 jaar geleden, leert het jonge volkje ons ook nu een aantal wijsheden.
Daarbij wordt de Engelse taal lichtjes verkracht.
Spreuken: in het Nederlands en in het Engels (English with
hair on):
-
Beter een haar in de soep dan in de boter
- Beter een vlieg in de soep dan geen soep
- Een ridder uit de bruine dreef (homo)
- Even on the dyke
- Mati and a leg off (dood en een been af)
- She is as foolish as a backdoor (z'es zu zot of een achterdeure)
- Don't overdrive (niet overdrijven)
- It sits as gotten (het zit u gegoten)
- Overstreaming (overstromen)
- It is not bacon for my mouth (het is geen spek voor mijn bek)
- The roads were badder (de wegen waren slechter)
- Throw it in the gang (smijt het in de groep)
-
We are standing brown (we staan bruine)
Versprekingen:
Om
veiligheidsredenen en om te vermijden dat de auteurs van de versprekingen
levenslange spot te verwerken krijgen, worden geen namen vernoemd.
Men
wou zeggen --- Maar men zei:
Merapi --- Merpati,Meranti
Weinig bomen verliezen hun bladeren --- Weinig bladeren verliezen
hun boom
Huizen met golfplaten daken --- Huizen met golfdaken platen
Temperaturen --- Trempraturen
Trekpleisters --- Treikpletsers
PC --- Bassé
Definitie --- Definititie
King size --- Sings kize
Trakteren --- Trekteuren
Hoe
leer je best Arabisch?
Wel,
maak rekensommen en spreek ze op zijn arabisch uit, van achteraan
uit de keel.
8 x 8 - 8. Achmaalachminach.
't is eigenlijk ook een beetje limburgs.
De
bende, getrokken in twee keer:

Roestie,
Kathy, PC, Pillain, Wieke -------------------------Pol,
Martin, La Martina
|