WERELD > AZIË > Citytrip Guangzhou - Kaiping > Reisverhaal

Citytrip Guangzhou - Kaiping (nov 2009)

 

INLEIDING TOT CHINA


Beide steden bevinden zich in de provinice Guangdong, één van China's rijkste. Hun voornaamste bezienswaardigheden kunnen in een drietal dagen bezocht worden.

Om ergens de belangrijkheid van een stad te plaatsen, gebruiken de Chinezen een soort stedenklassificatie:
Toppers: > 20 M inwoners (o.a. Kaiping, Shangai)
Subtoppers: tussen 10 en 20M inwoners (tientallen steden)
Allé vooruit: tussen 1 en 10 M inwoners (honderden steden)
Dorpen: < 1 M inwoners

Maar eerst een soortement van beschrijving van mijn eerste indrukken van de modale "Chinees", van Ping-met-de-pet laat ons zeggen:


De Chinezen zijn aardige, lieve en gedisciplineerde mensen, behalve als ze achter het stuur kruipen (zie hieronder). Ze zijn meestal klein en tenger van constitutie. Ze antwoorden overal 'ja' op en reiken je altijd de dingen aan met de twee handen tegelijk. Ze zijn zeer bijgelovig. Je moet hoegenaamd geen talen kennen als je naar China reist, want ze verstaan u toch niet. Er wordt heel weinig engels gesproken. Dus heb ik een handig woordenboekje via mijn collega John op de kop getikt waar enkel foto's instaan van de meest courante dingen des levens. Ik wijs ze gewoon de foto aan. Dit gecombineerd met het adreskaartje van je hotel, brengt je al heel ver in de communicatie met de modale Chinees.
Roken is overal toegestaan, ook op plaatsen waar dit al lang verboden is bij ons zoals openbare plaatsen en restaurants. Boeren en spuwen is toegestaan maar wordt niet overdadig toegepast. Wij tonen cijfers met de twee handen: het aantal vingers die we omhoog steken is het getal dat we wensen te tonen. De Chinees toont alle cijfers met één hand: vanaf 6 gebruiken ze speciale tekens met de vingers.
Als ze met elkaar spreken, spreken ze luid en komt de taal redelijk agressief over. Je hebt de indruk dat ze elkaar afbijten. Als ze de GSM opnemen doen ze dat ook heel luid en zonder gêne, met 'wèèj' (= alloo).


Chinezen en het eten
Het eten in China is een ander interessant onderwerp. Rare soepen, rare groenten, vis, varken en kip zijn de voornaamste schotels. Het eten met de stokjes beperkt de mogelijke bereidingswijzen. Zo krijg je nooit een lap vlees zoals een biefstuk of een kotelet voorgeschoteld. Alles is in stukjes gehakt en dan gekookt. Aan iedere brok vlees hangt steeds het bot en een vel of een vetlaag. Dus de Chinees neemt het brokje vlees met zijn stokjes, peuzelt het van het bot en spuwt het bot in zijn bord. Als ze zich een beetje inhouden, nemen ze het bot met de stokjes uit de mond. De soep wordt uitgeslurpt en de pot rijst wordt dicht tegen de kin gehouden om de rijst een korte afstand te laten afleggen naar de mond en het zo geen kans te geven om van de stokjes te vallen. Varkensmagen, buikvet, kippekop, kippehersens, andere organen en kikkers vallen onder 'specialiteit van de Chef'. Kippegerechten worden steevast opgediend met de intacte kippekop erbij.
Het eten is levende vers: meestal mag je als klant de vis aanwijzen in het aquarium of de kikker in de emmer water. Het bier is er lauw. Er wordt gerookt als turken en als de GSM belt:'wèèj' voor gans t'restaurant.
China is een zeer goedkoop land. Buiten de grootsteden, eet je er voor 3 euro een normale maaltijd, een Chinese wel te verstaan. Zoals die keer op een buitenterras aan een ronde tafel met in het midden een grote kom water op een gasbrander. Je kiest je vlees en groenten van een legplank en laat alles dan maar koken in uw 'barbecue'. Of die keer in een 'Westers restaurant': een club sandwich met een 600ml pint voor 2 euro. Maar ja we weten allemaal dat de lonen die in dit land betaald worden niet toelaten om veel meer te betalen aan voeding. Eén keer heb ik hen verwonderd doen opkijken: door het eten van een rauwe oester. Bij hen wordt elke oester gegratineerd en nooit rauw geëten.


Chinezen in het verkeer
Buiten de hele grote steden, staat het autoverkeer in China nog in zijn kinderschoenen. Ik bedoel daarmee dat het straatbeeld tussen 10 jaar geleden en nu totaal veranderd is. Van karren, ezels, fietsen naar brommerkes, auto's en vrachtwagens. Op die korte tijd kan een volk niet echt goed leren rijden. En het is er aan te zien. Er lijken geen regels te zijn in het verkeer. Voorrangsregels bestaan enkel op papier maar niemand houdt er zich aan. De wet van de sterkste geldt met als hiërarchie: vrachtwagen, autobus, auto, brommer of scooter, fiets, voetganger. Alles rijdt door elkaar en er wordt getrompt veur een schete. Ze zijn zeer ongeduldig achter het stuur. Als westerling is het erg stresserend om in zulk verkeer mee te rijden. Trouwens als vreemdeling mag je niet zelf rijden tenzij je een medische proef en een rij-examen aflegt. Vooral de vele brommers, scooters en nog wat fietsen schieten zich overal tussen en door. Mensen steken overal de weg over en de zebrapaden lijken enkel wegdecoratie of verfverspilling. Fietspaden zijn onbestaande, dus de resterende fietsers vormen ook bewegende doelen op de openbare weg. En toch zie ik weinig ongelukken in deze mierenhoop en dit is te danken aan maar één ding: de Chinees rijdt traag, of beter gezegd, wordt geforceerd om traag te rijden. En ze blijven rustig; nooit wordt er een middenvinger opgestoken zelfs niet voor de meest rare kapriolen op de weg.
Op de snelwegen hebben ze allemaal de neiging om op het linkse rijvak te rijden, zelfs camions en bussen. Iedereen steekt er links en rechts voorbij. S'avonds wordt er voortdurend met de grote pharen op gereden of er nu tegenliggers zijn of niet.
Met de Chinees in een auto: het is geen geschenk.

 


CITYTRIP GUANGZHOU

… is de hoofdstad van de Guangdong provincie en telt de bevolking van Belgie: 11 miljoen inwoners. Het is dus een subtopper in China en wordt als stad serieus genomen. In het Westen is de stad beter bekend onder de naam Canton. De vrij bekende Cantonese keuken met zijn Dim Sum (met kip of varkensvlees gevulde deegbollen) zijn hier uitgevonden. Maar of het lekker is, betwijfel ik nog altijd. Ik hou liever van de Cantonese rijst.

De eerste ontmoeting met Guangzhou is redelijk apart. Het begint al op de luchthaven bij aankomst. Na een kilometer lange wandeling in een futuristisch ogende luchthavenhal moeten we de hoek om en zien een eerste controlepost: de gezondheidscheck. Talloze gemuilkorde medemensen - een gevolg van dat Mexicaans griepje - wachten ons op met de blik schuchter naar beneden gericht. Met een handgebaar, maar zonder oogcontact, worden we één voor één geroepen en moeten we ons gezondheidspapiertje afgeven die we op de vlieger ingevuld hebben. Alles wordt grondig doorgelezen en met een handbeweging worden we aangemaand onze weg te vervolgen. Dit alles zonder één oogcontact, alsof oogcontact een soort griepvirus-geleider is.
Ik ga verder naar controlepost 2: de paspoortcontrole. De rijen met aanschuivende mensen groeien, want blijkbaar zijn er meerdere internationale vluchten toegekomen. Dit is het sein voor de Chinezen om een aantal bijkomende controlehokjes te bemannen. Maar hoe … Uit een zijdeur komen plots 7 gemuilkorfde controleurs te voorschijn; ze gaan netjes op een rij staan.
Hun baas roept iets van 'ingerukt mars' en zoals in het leger (of destijds op school) gaan de 7 controleurs, in gestrekte draf en op één lijn mooi na elkaar, naar hun controlehok en zetten zich pas neer als hun baas iets roept van 'beschik'. Ik zie alle Europeanen in de wachtrij met een lachje op het gezicht zich afvragen: What the hell is going on here?
Elk hokje wordt bemand door 2 controleurs, meestal vrouwen overigens. Het is mijn beurt. Alle bladzijden van mijn paspoort worden bekeken. Dat vrouwmens kijkt secondenlang naar mij, telkens vergelijkend met mijn paspoortfoto. Het voelt aan alsof ze mijn ogen scant. Ze lijkt te twijfelen en haalt plots een vergrootglas boven om nog eens extra mijn foto te keuren. Ik begin zowaar een beetje te zweten en Jeddah-toestanden vullen mijn geest (zie reisverslag Saoedie-Arabië, dag 1). Maar het komt toch goed. Gelukkig. Van achter haar muilbandje, zegt ze 'OK'.

Eénmaal in ons hotel kiezen we voor een citytour formule. Richard en ikzelf blijken de enige twee klanten te zijn en vertrekken met chauffeur en gids naar onze eerste stopplaats: de Temple of the Six Banyan Trees. Het is een Boeddha tempel met een eigenaardige vorm: alsof er 9 pagodes boven elkaar gebouwd zijn. Het is er redelijk druk met biddende pelgrims.

We rijden verder naar het Yuexiu Park. Deze parknaam correct uitspreken is niet mogelijk. Dit enorm stadspark huisvest Guangzhou's trots: het uit steen gebeeldhouwd standbeeld van de vijf rammen. Er is - zoals bij alles in China - een legende en veel bijgeloof aan verbonden.

We rijden nu naar het Mausoleum van de Nanyue Koning. Wiedadde? hoor ik jullie vragen. Awel, het is de verrrassing van de dag geworden. Er zijn graven gevonden van Nanyue koningen, een beschaving van voor Christus. Je kan in die grafkelders wandelen, die per ongeluk - bij het bouwen van een appartementsgebouw - ontdekt werden in de jaren 80. Na 2000 jaar is het redelijk bizar om in zo'n omgeving rond te lopen. Want naast de koning, werd een deel van de hofhouding (tuinier, kok, dienaren) mee de dood in gejaagd om hun meester bij te staan in het hiernamaals. Er staat te lezen dat die mensen allen een gebroken schedel hadden en waarschijnlijk met een hamer de kop werden ingeslagen.

 

 

 

 

JOEPIE MIJN BAAS STERFT

Als dat geen risicoberoep is: uw baas sterft en ge 'moogt' mee in zijn graf.
Ik kan me de gesprekken voorstellen:
- Hé Ping, de koning is gestorven!
- Leve de Koning! En? mag ik mee?
- Wel, we moeten nog overleggen want ook Dong, Mao en Tsjang maken kans.
En dan beslist het Hiernamaals-Comité: het wordt Ping. Ping trekt zijn zondags kostuum aan en stapt de grafkelders binnen aan de zijde van zijn (dode) Koning.
- Wacht Ping, eerst nog nen klop op uwen kop.
En zo wordt het leven van die brave zielen ingekort, ter ere van hun baas.
Verder worden er allerlei potten en pannen, juwelen en veel jade getoond want in het hiernamaals moet er ook geëten worden en geshowd.

De volgende stop is een Chinese keramiek winkel waar de verkopers er op gebrand liggen om veel aan de toeristen te verkopen. Maar dat lukt niet met ons (Richard is een Nederlander en ik versta geen Chinees). Dus zijn we na een kwartier al terug buiten. Van daar rijdt de gids ons naar de autovrije Bejing Street, een winkelparadijs waar letterlijk alles te koop is. We lopen er door en zien toe hoe de huidige Chinese generatie jongeren graag modieus gekleed loopt. En dat leggings de mode zijn, hebben we ook hier gezien. We slaan een zijstraat(je) in, een uitloper van Bejing Street. De ganse lengte van dit winkelstraatje, zeker 500m lang, zijn exclusief winkels voor vrouwenondergoed en -lingerie. Beste lezeressen, ze smijten er met BH's naar uwe kop.
S'avonds bestellen we een 2 uur durende cruise op de Pearl River, diezelfde rivier met Hong Kong en Macau aan zijn monding in Zuid-Chinese Zee. De cruise doet denken aan de Seinevaarten in Parijs. De bruggen zijn echter minder mooi dan in de lichtstad. De historische gebouwen langs de Seine-oever zijn hier vervangen door neon verlichte wolkenkrabbers.


Sprokkels:
- We eten in een visrestaurant zonder vismenu. We worden verzocht om de vis te gaan kiezen uit één van de tientallen aquariums. Een moeilijke job als ge niet weet om welke vissoorten het gaat. Onze keuzes vallen nog redelijk mee.
- In Guangzhou zijn de voornaamste avenues en belangrijke straten ontdubbeld om het groeiend verkeer te absorberen. De Chinezen hebben er niet beter op gevonden om gewoon een nieuwe weg boven de andere te bouwen. Als je toevallig op de zevende verdieping van uw appartementsblok woont, ziet ge een drukke straat passeren.
Het is trouwens typisch dat veel autosnelwegen, andere drukke banen en spoorwegen op peilers gebouwd zijn, boven de hoofden/huizen van de originele bewoners. Het zal u maar overkomen als de overheid beslist het tracé van een autostrade boven uw hoofd aan te leggen.

 


CITYTRIP KAIPING

is een dorp - naar Chinese normen - in Guangdong provincie want het telt amper 680.000 inwoners. Het bezit twee wolkenkrabbers, de ene de administratieve zetel van de Bank of China en de andere het vijfsterrenhotel Pan Towers. Het is moeilijk te geloven maar een overnachting in dit luxehotel kost amper … 30 euro per nacht. En mijn werkgever heeft een onderhandelde rate van 25 euro per nacht. Spotgoedkope luxe noemen ze dit. En de zichten over Kaiping en de rivier krijg je er gratis bij.
Kaiping zelf is een slaperig stadje aan de Tangjiang rivier met veel marktjes en winkeltjes en een 'Golden Mile', een toeristische, autovrije winkelstraat waar de gebouwen Europese gevels aangemeten kregen. Verder bestaat de stad grotendeels uit honderden appartementsblokken van zo'n 7 verdiepingen hoog. Dus niet meteen een stad om naar uit te kijken. Wat ook opvalt zijn de appartementsblokken op fabrieksterreinen waar de arbeiders wonen. Zoiets is bij ons uitgeroeid.
Kaiping ligt temidden een ruraal gebied met tal van kleine landbouwdorpjes lukraak verspreid in het heuvelachtig landschap. Hetzelfde geldt voor zijn "Diaolous" of wachttorens, erkend sinds 2007 als Werelderfgoed en dè reden waarom Kaiping aandacht krijgt. Met de bus is het 2 uur rijden van Guangzhou (140 km).
De "Diaolous" zijn bizarre bouwwerken, 100 jaar oud en gebouwd door rijke Chinezen om hun familie te beschermen tegen bandieten en invasies. Alle Diaolous dateren van voor 1930 (Qing dynastie). Het is een soort blokappartement van vier verdiepingen hoog met dikke muren en ijzeren poorten en op het dak een uitkijkpost. Van de 3000 staan er nog 1800 recht in Kaiping en omstreken.
De mooiste collectie staat in Zili Village. Vanuit de groene rijstvelden rijzen 15 wachttorens omhoog. Het lijken Westerse hoge herenhuizen afgewerkt met een tintje Chinees. Twee ervan zijn open voor het publiek en je kan een kijkje nemen hoe de mensen daarin leefden. Elk verdiep heeft zijn living en slaapkamer(s). Op de top is een 'uitkijkterras' en kan je het rijstvelden-landschap bewonderen. In Li Garden (foto rechts) staan een paar opgeknapte en herschilderde exemplaren. Verder is ook de oude stad Chikan een bezoek waard als je toch in de buurt bent. Je ziet er straten met vreemde koopmanshuizen op pilaren en met afgesloten balkons.
Speciaal naar Kaiping afzakken voor de wachttorens is eigenlijk niet nodig tenzij je architect of fotograaf bent of malgré alle Werelderfgoed-sites wilt bezoeken of gewoon in de buurt bent/werkt zoals in mijn geval.

 

De toeristenstroom komt geleidelijk op gang in Kaiping maar dat vertaalt zich in amper een vijftal Westerse restaurants, één Kentucky Fried Chicken en één McDonalds. En verwacht niet dat er iemand Engels spreekt alhoewel sommige menu's wel in het Engels zijn, allé toch een soort Engels (zie verder 'Uitsmijter')

 

FOTOREEKS GUANGZHOU - KAIPING

 

 

Uitsmijter

In één van de betere restaurants/hotel van Kaiping krijgen we een sjiek, Engelstalig menu in onze handen gestoken … Of hoe de Chinezen in hun beste Engels, klanten trachten te winnen in hun 'Westers' restaurant.

Eénmaal de Chinese menu's doorgebladerd, komen we bij de Westerse - of beter - de International Pishes ...

Uiteraard wordt hier 'International Dishes' bedoeld. En een moeilijk woord zoals 'Characteristics' wordt dan wel juist gespeld.

 

 

 

 

En op het menu staat 'CalmChowder'. Maar ik verkies Clamchowder.

De 'Soup of Medical Materials' hebben we toch maar niet geproefd.
De overige twee soepen hebben we ook zo gelaten want wat zijn Cordyceps? En de laatste soep lijkt ons tè exotisch: Harbor Coconut Meat Stewed Crocodile.

 

 

 

Alles is 'Fired' bij de Chinezen. Gelukkig bedoelen ze het goed en maken ze hun gerechten 'Fried'.
Maar de 'r' is bij de Chinezen al altijd een probleem geweest. We hadden eigenlijk 'Flied Lice' verwacht.

 

 

 

 

 

En hier gebruiken ze dan expliciet de voor hen moeilijke 'r', maar toch wel verkeerd gebruikt/gespeld zeker.
Geen chance voor die mannen.