Citytrip
Bangkok (mei 2011)
De naam Bangkok is maar een afkorting van de officiele naam:
Krung Thep Mahanakhon Amon Rattanakosin Mahinthara Ayuthaya Mahadilok
Phop Noppharat Ratchathani Burirom Udomratchaniwet Mahasathan
Amon Piman Awatan Sathit Sakkathattiya Witsanukam Prasit.
Deze hapklare brok wordt vertaald als (bron: Wikipedia):
De stad van engelen, de grote stad, de woonplaats van de Smaragdgroene
Boeddha, de ondoordringbare stad (in tegenstelling tot Ayutthaya)
van de god Indra, de grote hoofdstad van de wereld die met negen
kostbare edelstenen is begiftigd, de gelukkige stad, rijk aan
een enorm Koninklijk Paleis dat de hemelse woonplaats gelijkt
waar de gereïncarneerde god regeert, een stad die door Indra
is gegeven en die door Vishnukarn is gebouwd.
Ik stel voor dat we hierna gewoon over Bangkok spreken.

Dag 1 -----Aankomst in Bangkok
We
(John en ikzelf) landen in de late namiddag op de luchthaven van
Bangkok met de moeilijk uitspreekbare naam: Suvarnabuhmi.
We nemen een taxi naar het hotel. De kleur van de taxis is niet
eenvormig: we zitten in een roze exemplaar, maar zien ook blauwe
en groene en zwarte. De snelweg is één betonnen
affaire op pijlers tot diep in het stadscentrum en we maken meteen
kennis met de beruchte verkeersopstoppingen. Het is daarom vrij
laat als we in het hotel toekomen. Maar een Starbucks en een McDonald
in ons gezichtsveld, doen ons meteen thuis voelen.
Middenin de laan waar ons hotel ligt, rijdt de Skytrain
- openbaar vervoer op hoge betonnen pijlers - een cirkel in het
stadscentrum. Een verdiep lager, vastgeklonken aan diezelfde betonnen
pijlers, hangt de Skywalk - voor voetgangers alleen - met links
en rechts trappen naar de winkelcentra of naar de begane grond.
Zo vermijden we gelukkig de oversteken van de ultradrukke kruispunten.
Na een km wandelen op die Skywalk, nemen we de trap naar beneden
om langs een stoepmarktje te gaan tot aan Siam square
Wat
doet ne mens op een vrijdagavond op Siam Square in Bangkok?
Hij gaat naar de Hard Rock Café. Het exemplaar in
Bangkok is van het modernere type, zonder Harley in de gevel en
zonder Cadillac boven de toog of omgekeerd. Maar de menu, de muziek
en de live band blijven uitstekend. Mijn 37e T-shirt wordt een
feit. Verder maken we gemakkelijk kennis met twee Thaïse
vrouwen die verbouwereerd opkijken als we rond middernacht opstappen
en naar ons hotel vertrekken. Die hadden blijkbaar meer verwacht.
Sprokkels:
- De geschreven taal (het Thaïs) valt meteen op door zijn
vorm. Het zijn allemaal ronde letters aan elkaar geweven/geschreven
in ellenlange woorden/zinnen. Totaal onbegrijpbaar en het lijkt
eerder op decoratie dan op een taal.
Dag
2----- Drijvende Markt en Brug over
de Kwai Rivier
Reeds om 7u15 staat de gids van de tour die we besteld hebben,
in de lobby van t'hotel. Vandaag wordt een lange dag met 3 bezienswaardigheden
op t'menu.
Eerst rijden we 110 km uit Bangkok (Krung Thep
Mahanakhon Amon Rattanakosin Mahinthara Ayuthaya Mahadilok Phop
Noppharat Ratchathani Burirom Udomratchaniwet Mahasathan Amon
Piman Awatan Sathit Sakkathattiya Witsanukam Prasit) naar
de
Drijvende Markt van Damnensaduak. Dit is vooral een voedingsmarkt
maar ook, wellicht door de toeristen, uitgebreid naar kledij en
prullaria. Hier komen we te weten dat de Thai vooral kokos, banaan
en pomelo (soort sinaasappel) gebruiken in hun eten. Op deze markt
kan je te voet gaan maar neem je bij voorkeur de boot en vaar
je langs de kramen die zich vast op de oever bevinden of vaar
je langs kraampjesboten. En of een markt nu drijft of niet, ze
trachten je allerhande waren op te solferen, doen de boot stoppen
met hun handen en trachten je te overhalen. Veel toeristen maar
ook veel lokalen doen de markt aan.
Filmpje
over de drijvende markt
We
rijden een half uur verder naar Kanchanaburi. Hier bezoeken
we het museum over de aanleg door de Japanners van de Brug over
de Kwai Rivier tijdens WOII. Het is een redelijk wreed verhaal:
die Jappen waren geen gewone. Aansluitend bezoeken we het
aangrenzende oorlogskerkhof waar gesneuvelde Autraliers,
Nieuw-Zeelanders, Engelsen, Thai en Nederlanders begraven liggen.
Een ingetogen moment op deze citytrip.
Vanuit
het stadje, varen we de Kwai Rivier stroomopwaarts naar de legendarische
brug. Beide oevers zijn bezaaid met drijvende huizen, restaurants,
disco's en nog veel meer. We zien zelfs een compleet huis verhuizen/drijven
naar de andere oever. Na een kwartiertje varen, zien we een verweerde
ijzeren brug op 8 betonnen pijlers over de rivier: de Brug
over de Kwai Rivier. De ijzeren overspanning van het gebombardeerde
deel tussen 2 pijlers is anders dan de originele. De spoorlijn
ligt er nog en dagelijks rijdt er een toeristentrein over. Wij
verkiezen om te wandelen over de brug.
The
Bridge over the Kwai River
Dit is een staaltje van hoe een minzaam volk als de Japanners
zo brutaal kan tewerk gaan. Ze kiezen de kant van Duitsland
tijdens WOII en vallen zowat alle landen binnen van Oost-Azie:
van Noord-China tot Indonesië. Ter bevoorrading en vervoer
van hun troepen die ook nog Indië willen binnenvallen,
leggen ze de spoorlijn Thailand-Birma aan. Een traject van
450 km door de jungle en karstgebergte over 680 teak-houten
bruggen. Ze moeten ook een brug bouwen over de brede Kwai
Rivier. Vanwege het belang, bouwen ze er twee: een houten
en een ijzeren brug, met de hulp van duizenden krijgsgevangenen,
die als beesten behandeld worden. De spoorlijn krijgt de bijnaam:
Death Railway.
Pas in 1945 vinden en bombarderen de geallieerde troepen de
brug en geven de Japanners een eerste (dood)steek. Pas enkele
maanden later dwingen twee atoombommen van de Amerikanen hen
tot kapitulatie.

De
laatste stop vooraleer we terug Bangkok binnenrijden is een 120m
hoge Boeddhistische Stupa, de hoogste in Z-O-Azie zeggen ze. We
zien monniken maar we zien vooral een bouwwerf want de plek ondergaat
een grondige renovatie.
We
zijn terug in t'stad rond 18u. We beslissen om ons een keertje
te laten gaan. We trekken naar een dakrestaurant genaamd Vertigo
Bar (Banyan Tree toren). Niet zo maar eentje. Het ligt letterlijk
boven op de toren, op de 59e verdieping van de tweede grootste
wolkenkrabber van Bangkok. T'is nog niet gedaan: er is geen dak
we eten onder de blote hemel
op 196m hoogte! De
prijzen zijn echter evenredig met de hoogte, maar het uitzicht
verbluffend. Er is een dresscode en ze lenen me lange broek die
ik boven mijn driekwartertje trek. Die 'lange' broek is
gemaakt voor de doorsnee Thai-met-de-pet want ze komt amper 5cm
langer dan mijn driekwart-broek. Maar toch moet ik ze aanhouden
en als een clown stap ik in het restaurant met zo'n blik van:
mensen, dit is de laatste mode.
Met de typische Tuk Tuk, een soort overdekte brommer die
drie mensen kan vervoeren, vliegen we naar een nachtmarkt,
een aanrader van onze tourgids. Die Tuk Tuk's worden bestuurd
door jonge gasten die er een soort racewedstrijd van maken met
hun wendbaar machien. We komen gelukkig heelhuids aan op de markt,
een straat lang met kraamkes. De markt staat in het midden
van de straat en een handig toeval of niet, maar vele bars-met-paaldanseresjes
flankeren diezelfde straat. En we blijken plots over vele Thaïse
vrienden te beschikken: 'Come here my friend'; 'Come in my
club my friend' of 'Special for you my friend'. Deze ongevraagde
uitingen van plotse vriendschap beroeren ons wel maar we bezwijken
niet. De volgende Tuk Tuk brengt ons braafjes naar het hotel.
Het is inmiddels weeral middernacht voorbij.
Sprokkels:
- Een verkoper op de drijvende markt tracht John een masker
te verkopen. John's reactie: I don't need a mask, I am ugly
enough.
- ALLE
auto's in Thailand rijden met een bloemhangertje in hun auto
die ze om de 3 dagen verversen. Volgens hun geloof (Boeddhisme)
worden de inzittenden daardoor beschermd. De gids zijn woorden
zijn nog niet koud, of we overrijden een hond die op straat
ligt. We horen zo'n een korte, droge knak en het beest is er
geweest. Maar die bloemen gelden niet voor dieren, zegt de gids
rap
- De bussen zijn ongelooflijk creatief beschilderd. Of beter:
bestickerd. Naar men ons vertelt, tekenen computerprogramma's
allerlei figuren en decoraties gaande van een groene hulk naar
stripfiguren. Deze worden afgedrukt op levensgrote stickers
en dak, deuren, zijkanten van de bus worden daarmee beplakt.
Dag
3----- Het Grand Palace en drie van
de belangrijkste tempels
Met
dezelfde touroperator en met dezelfde gids van gisteren, maken
we vandaag een uitstap van een halve dag naar de belangrijkste
tempels en naar het Grand Palace. Een halve dag vinden we meer
dan genoeg om te vermijden dat we tempel-itis opdoen, een
soort virale aandoening die u depressief maakt telkekere
je tempels ziet. Hier gaan we:
Tempel 1: Wat Trai Mit.
'Wat' betekent 'tempel' in het Thai's. Hier zien we een 700 jaar
oude, 5m hoge en 5,5 ton wegende Boeddha uit massief goud! En
het is een Thaïse Boeddha, dit wil zeggen slank, in kleermakerszit
en met een lach op zijn gezicht. Dat in tegenstelling tot bevoorbeeld
Nepal of Tibet, waar de Boeddha's met dikke buiken afgebeeld staan.
Tempel
2: Wat Pho of volledig als Wat Phra Chetuphon Vimolmang Krararh
Rajwara Mahavihari.
De voornaamste trekpleister van dit tempelcomplex is de Liggende
Boeddha. De kerel is 15m hoog en 46m lang en is één
betonnen stuk omhuld met bladgoud. De 50 potten langs de muur
dienen om geld in te zamelen van de bezoekers en zo een deel van
de onderhoudskosten mee te betalen. Iedere boeddhist geeft in
elke pot een centje, zodat de ganse duur van ons bezoek opgeluisterd
wordt door kletterend geld in de ijzeren potten, net pispotten.
Tempel
3: Wat Phra Kaew en het Royal Grand Palace.
Beide complexen grenzen aan elkaar en worden tesamen bezocht.
Ik zal maar meteen met de deur in huis vallen en toegeven dat
het sinds mijn bezoek aan het Tibetaanse Potala Paleis geleden
is (Zie
reisverhaal China Tibet Nepal, dag 7), dat
ik nog zo'n prachtig complex heb gezien.
In het Grand Palace wonen al lang geen koningen meer. Maar
we zien een verbazingwekkende overdaad aan galerijen, stupas,
torens, beelden, ornamenten en andere gebouwen. De buitenkant
van deze bouwsels is allemaal belegd met veelkleurige pannen,
mozaiek-tegels, bladgoud en nog veel meer soorten versieringen
in alle mogelijke pastelkleuren. We kijken de ogen uit onze kop.
Je stapt van het ene kwartier naar het andere, en terug verschijnen
de prachtig versierde torens, stupas enzovoort. Het is overweldigend
en een aanslag op onze zintuigen.
En dan terug die Boeddhistische verhalen in verband met hun geloof.
Alles wat ge maar ziet, heeft een bepaalde betekenis in die mensen
hun geloof. We moeten onze gids wat intomen want onze harde schijf
geraakt vol.
In één wandeling, stappen we over naar de Phra
Kaew tempel. En ik kan eigenlijk maar herhalen van wat we
zien uit de vorige paragraaf. Elke cm2 gebouw is versierd met
goud, tegels, mozaiek, glas of porcelein. Dit complex is een must-see
voor iedere bezoeker aan deze stad.
Nadat we de wissel van de wacht hebben gezien (en ik maak daar
deel van uit; zie foto boven), een dagelijkse ceremonie van een
kwartier lang, stappen we ons busje in terug naar het hotel. Onderweg
passeren we Chinatown, de uitermate belangrijke bloemenmarkt (voor
de bescherming; zie dag 2) en het Ministerie van Defensie die
een verzameling kanonnen showt in zijn voortuin uit WOII.
 
Van
namiddag houden we nog een traditie in ere. In elke citytrip tot
nu toe, beklimmen we de hoogste toren van de stad. Hier is dit
de 309m hoge Baiyoke Tower. Vanop het ronddraaiend observatieplatform
op het dak van de toren en van achter een soort betonnet, zien
we een uitgestrekte stad (16 miljoen inwoners) met relatief weinig
hoge wolkenkrabbers maar veel verkeerswisselaars en brede autostrades.
We sluiten onze dag in schoonheid af: een pint drinken in het
HRC en nachos eten. Dan nog efkes zot doen op het podium voor
het HRC-logo en om 18u de taxi in richting luchthaven. Bye Bangkok.

Sprokkels:
De Tuk Tuk kerel die ons van de Baiyoke Toren naar HRC brengt,
stopt plots langs een bar. De HRC is nu gesloten en pas open
om 20u, zegt hij. Je kunt hier ook iets drinken. We voelen dat
dit niet juist is en vragen hem toch maar naar de HRC te rijden.
Hij stopt verderop een tweede keer en toont ons een flyer van
een naaktbar. En of we daar niet naartoe willen want de HRC
is toch gesloten, herhaalt hij. We hebben zijn taktiek door
en bevelen hem bruutweg ons af te zetten waar WIJ willen.
FOTOREEKS
BANGKOK
|