WERELD > AZIË > CHINA TIBET NEPAL 2010 > Reisverhaal


CHINA - TIBET - NEPAL: april 2010

 

DEEL 1: PEKING


1 Euro = 9 Chinese Yuan
Inleiding tot China: Wie is Ping-met-de-pet? Zie reisverslag Guangzhou

Dag 1----- Zaterdag 3 april -----Aankomst Peking

Deze keer wordt China opgeschrikt door mijn broer en schoonzus, mijn vrouw en mezelf of respectievelijk Bart en Ann, Martine en Martin. Bart en Ann komen uit een werkweek in België en vlogen vrijdag (dag -1) met China Southern rechtstreeks op Beijing of Peking. Ik had er een werkweek opzitten in onze gelatinefabriek in Cangnan, een satelietstad van Wenzhou, terwijl Martine er een hotelweek ervoer. Wenzhou en omstreken is niet direct een toeristische trekpleister want een bezoek aan de winkelstraten van Cangnan door Martine, maakte haar meteen tot rariteit van t'stad. Ze werd bestaard, nagekeken, nagewezen en soms aangesproken ... in het Chinees want 99,9% is engels onkundig. Het nakijken bleef niet zonder gevolgen: een meisje-op-fiets keek eventjes te lang na en reed de vuilnisbakken omver.
Een intercontinentale vlucht vanuit Amsterdam en een binnenlandse vlucht vanuit Wenzhou, brengen ons na de middag rond 14u tesamen in de luchthaven van Peking. Van daaruit voert de gids ons naar ons hotel, Courtyard nr 7, temidden het oude centrum van de stad in de Hutong wijken, in traditionele stijl. Hutongs zijn smalle straten die kriskras door de stad lopen en het oude hart van Peking vormen. De huizen zijn laagbouw met maximum één verdieping en velen hebben binnentuinen of -koeren (courtyards). In zo'n huis-met-binnenkoer slapen we. De stadsuitbreiding en de hoogbouw hebben menige Hutong wijken gesloopt maar gelukkig is nu ingegrepen en een deel is gevrijwaard.
We lopen in Nanluogu Xiang, een extra smalle straat met een aaneenschakeling van bars en restaurants, vooraleer de Drum- en Belltowers te bereiken. Deze twee torens werden vroeger gebruikt om het volk de tijd door te geven: s'morgens de drums en s'avonds de klokken. Dit is dus te vergelijken met onze kerktorens waarvan om het uur de klokken luidden.
Het is zeer druk in de Hutong straten met massa's jong volk (Pekingnaars en Chinese toeristen) maar weinig Westerse toeristen. Aan het plein tussen de Drum- en Belltowers stappen we onze eerste café binnen en belanden op het dakterras met een mooi uitzicht op de torens. We drinken er zowaar Braziliaanse Caipirinha (Duvel en Hoegaarden staan ook op de bierlijst) gevolgd door een rijstschotel en zeer pikante 'special noodle'. Zelfs Bart krijgt er een rood kleurken van op zijn wezen.
S'avonds wandelen we langs de met rode lampionnetjes verlichte Hai-meertjes: Houhai, Qianhai en Xihai. Het Chinese jong volksken is weeral van de partij. De boorden van de meertjes zijn afgelijnd met bars en restaurants waar live-bandjes makke Chinese schlagers brengen. Met 16° warm is het net te koud om een buitenterrasje te doen.
Wat mij vooral opvalt is dat deze stad zeer westers aandoet met Chinezen die niet staren of nakijken, met cafés en terrassen, met alle voedingsopties. Wat een contrast met het binnenland.

Sprokkels:
- We geraken s'morgens bijna niet weg uit Wenzhou want de check-in bediende herkent onze vliegtuigboeking niet. We worden doorverwezen naar zijn manager die na 10 minuten bellen alsnog onze boekingen erkent.
- Uitgerekend in een stad van 17 miljoen inwoners lopen we op het dakterras van de Drum- en Belltowers café een Vlaming tegen het lijf: Vincent Mottrie. Hij is een ondernemer met een eigen zaak in natuursteen in Peking en in Waregem. Van geografische spreiding gesproken. De man woont in Luchteren-Drongen. Hij voegt eraan toe dat hij wel 1000 maal het toneelstuk 'Tryphon en Imelda' gespeeld heeft in een amateurgezelschap voor het goede doel (Moeders voor Moeders) waaronder ook in Landegem, Zomergem, Bellem, Lovendegem. Allé, we smijten ons in de Hoegaarden en andere Lokale bieren en vertellen elkaar een stuk van ons leven.
- Tal van binnenkoertjes kenmerken ons hotelletje en overal heb je op- en afstapjes wat zeer ongelukkig uitkomt voor het rollen van de bagage. Aan elke deuringang ligt een balkje van 10cm hoog ... om de kwade geesten buiten te houden.
- Ann en Martine steken even het hoofd binnen in een publiek toilet aan de Drum- en Klokketorens. Ze zien vijf vrouwen gehurkt naast elkaar zitten over een greppe, zonder tussenschutsel, zonder enige vorm van privé. Ze waren rap weer buiten en t'was plots niet dringend meer …

Dag 2 -----Zondag 4 april -----Peking

Vandaag haalt de gids ons op om de must-see toeristische trekpleisters te bezoeken, inclusief een chauffeur om de afstanden tussenin de bezienswaardigheden te overbruggen.
1. Lamatempel
Dit is de grootste Boeddhatempel buiten Tibet. Via een grote toegangsdreef van 550m lang gaan we één voor één door de zes rode tempelgebouwen-met-kruldaken waar ons telkens 3 Boeddha's opwachten. Behalve in het laatste gebouw. Daar staat één ellenlange houten Boeddha van 18m hoog, met een bronzen harnas rond zijn houten lijf. Er zijn veel biddende pelgrims die sandelhout ontsteken ter ere van hun God en we lopen door de wierook binnen en buiten. En dan al die verhalen, al die bijgeloven die verbonden zijn aan al die beelden. Onze gids Harry schudt er zo zonder verpinken een massa uit zijn mouw. De Chinees moet zowat de meest bijgelovige mens zijn op deze planeet.


2. Temple of Heaven - Tempel van de Hemelse Vrede
Deze tempel ligt in een stadspark en bestaat uit drie bouwwerken op een enorm terrein tussenin tuinen, bomen en picknickplaatsen. Elk gebouw had een betekenis voor de Chinese keizers van destijds en hun middelpunt is verbonden door de Emperor Lane (Keizerlijke Laan) van toch een kilometerken lang en niet meer dan 2 meter breed. Enkel de Keizer mocht erop lopen. Van een voorrangswegske gesproken. De Keizer had nog een aantal privileges. Zo hadden die kerels tot 2000 vrouwen, vertelt de gids, waarvan ik toch vermoed dat hij er een paar amper kende. En zoals gebruikelijk in die tijd - als de Keizer stierf - werden tientallen vrouwen vermoord om hem te vergezellen naar het hiernamaals. Om de Emperor toe te laten zijn geneugten bot te vieren tijdens zijn tweede leven. Het zal u maar overkomen als jongedame van 20 jaar.
Bovenop het tweede bouwwerk nemen Bart en Martine plaats op de 'Hot Stone' waardoor alle negatieve geesten verjaagd worden voor de rest van hun leven. Oef.

3. Theeceremonie
Een ieffrouwken legt ons de geheimen uit van hoe je thee moet klaarmaken en drinken. Ze jongleert met alle soorten Chinese thee gaande van groene over zwarte, van jasmijn over roos tot ginseng en litchi. We mogen allemaal eens proeven maar als we te vroeg drinken vooraleer ze haar verhaal beëindigd heeft, wordt ze een beetje vies. Op t'laatst besprenkelt ze ons met water vanuit Boeddhake-Pis' edel deel, duidelijk gecopieerd van ons Manneke Pis.
De ceremonie wordt ons gratis aangeboden door de touroperator maar de aap komt uit de mouw als ons ieffrouwken ons naar buiten begeleidt via de theewinkel waar alle geproefde thee wordt verkocht aan veel te dure prijzen.

4. The Forbidden City - De Verboden Stad

Afgeschermd van het gewone volk, was dit in de 15e en 16e eeuw de grote speeltuin van de Chinese Keizers. De stad was inderdaad verboden terrein voor alle niet familie- en hofleden van de 24 Keizers die er woonden. Je kan twee weken ronddolen in deze 'stad' maar zoals de meeste toeristen, doen we het in twee uur. Het is onmogelijk om deze enorme plek in een paar lijnen te beschrijven. Wat ik wel zie en weet is dat de kleine Chinees in staat is om grote bouwwerken neer te zetten. De paleizen zijn machtig, de pleinen evenzeer. Het domein is immens en we gaan langs het ene gebouw naar het andere, steeds in een noord-zuid richting of omgekeerd. Naar het schijnt kwamen de Keizers zelden uit hun stad.


5. Tian'anmen Plein - Plein van de Hemelse Vrede


S'werelds grootste plein met een omtrek van 550m op 820m ligt naast de Verboden Stad verderop de Noord-Zuid as. Iedereen herinnert er zich de beelden van de student en de tank. Je stapt dit volledig geplaveide plein zomaar niet op: het is volledig omheind en aan de toeganspunten is er scancontrole van je (rug)zak plus een bodycheck. Je zal niet op het Plein geraken met voetzoekers, vlaggen, leuzen op spandoeken en dergelijke. Op het Plein zelf is er veel politie en leger aanwezig. De goesting komt in mij op om 'Free Tibet' te roepen of 'Free Google', maar ik hou me toch in.
We zetten ons op ons gat en genieten van de zon (vandaag 22°), van de passerende mensen en politie, van het momentum. Aan/rond het Plein liggen Mao's Mausoleum waarop een kanjer van zijn foto prijkt evenals het Nationaal Museum en andere regeringsgebouwen. Wie herinnert zich Mao niet, kijkend vanop de tribunes naar de militaire défilés op 'zijn' plein en zijn slaapverwekkende urenlange speeches.
We sluiten onze dag perfect af met een diner in de Hard Rock Café van Beijing. Het interieur is a-typisch, modern en een beetje te hip in vergelijking met andere cafés. Maar de menukaart is - zoals overal elders ter wereld - hetzelfde en we laten ons verleiden tot de Famous Fajitas en de BBQ ribs.


Sprokkels:
- Bart eet een reuzeontbijt en proeft alle Chinese uitgezette eetwaren. We beginnen terug over 'Tryphon', de man van Luchteren. Maar zegt Bart plots: Tryphon dat is toch de naam van een beest? Wij staren hem onbegrijpend aan: een beest, welk beest? Ja, uit de boekskes van de Rode Ridder! Ge bedoelt een 'Griffioen' zeker, antwoord ik en meteen is de toon gezet: Bart Griffioen.
- We zijn getuige van een incident op het Tian'anmen Plein tussen de politie en een Chinese vrouw. Maar we kunnen niets opmaken uit de discussie. In alle geval staat er een horde Chinezen te kijken en te meesmuilen.


Dag 3----- Maandag 5 april -----Peking - De Chinese Muur

Mao heeft ooit gezegd: He who has not climbed The Great Wall, is not a true man.


Spijtig genoeg spreekt de Grote Leider niet van de vrouwen zodat strict genomen, hij vanavond slechts twee Vlamingen kan bijschrijven in zijn rood boeksken onder het hoofdstuk 'True Men'.
De bouw van de Muur is begonnen in 200 VC onder de Qin en Ming Dynastie en heeft honderdduizenden arbeiders (en gevangenen) tientallen jaren aan de klap gehouden. Als je weet dat toedertijd alles met mankracht moest gebeuren, val je achterover van wat die Chinezen daar gerealiseerd hebben. Als een slang slingert de Muur zich op de heuvelrug (dus telkens op het hoogste punt) door het gebergte dat de grens vormde met Mongolië. Om de 4 à 500m staat een wachttoren. Grote brandputten staan op strategische punten waar met rookpluimen de komst van de vijand werd aangekondigd. Ja want de bedoeling van de Muur was om de vijanden uit China te houden. Maar dat is niet gelukt want de Mongolen en Djengis Khan hebben lange periodes overheerst.
Vandaag is het grootste deel van de Muur tot stof herleid en zijn er maar enkele delen meer gerenoveerd voor de toeristen. We kiezen voor de sectie Jinshaling - Simatai, een achteraf bezien zwaar onderschatte trektocht van 10km over de Muur en 22 wachttorens ver. Vier uur hebben we erover gedaan en onze knieën, spieren en gewrichten hebben zwaar afgezien.
Een normale muur bewandel je. Niet in China. Deze muur beklim je en daal je af. Er is bijna geen enkele vlakke strook op deze tocht want de Muur volgt de glooiingen van de heuvelruggen. Dus het is constant stijgen en dalen en bepaalde stukken zijn zo steil dat je je handen vrij moet hebben om te klauteren. Het is soms alsof je een ladder moet bestijgen/afdalen. Sommige delen zijn niet-gerenoveerd en soms moet je op een pad naast de Muur lopen omdat hij volledig afgebrokkeld is. Maar de aanblik van zo'n kunstwerk, zo ver als je oog reiken kan, doet veel kommer en kwel vergeten. En wat ik zo contrasterend vind is de slingerende Muur op de toppen van de heuelruggen met in de verte een autosnelweg op hoge peilers kronkelend door de valleien.
Esther, onze gidse, verdient een apart hoofdstukje. Het is de allereerste tocht met toeristen voor dit jonge veulen van vooraan in de twintig op onze bus met een 25-tal toeristen. De rit naar dit deel van de Muur, een goede 100 km ten noorden van Peking, duurt drie uur enkel! Ze is duidelijk nerveus en weet niet goed wat en wanneer ze dingen moet zeggen door de micro. Maar haar lach, haar oprechtheid en haar eerlijke bekommerdheid over onze groep is zo echt dat het bijna hilarisch wordt. Ze verovert de sympathie van de groep en iedereen steekt een handje toe om haar job wat te verlichten.
In elke wachttoren op het traject staan lokalen te leuren met water, coca cola, bier, T-shirts en fotos, tot vervelens toe. Misschien wel moedig van die mensen maar de meeste toeristen hebben water en snacks mee in hun dagrugzak. En na nog maar eens een klimpartij naar zo'n wachttoren is ne mens niet direct geneigd om naar fotoboeken te kijken of een T-shirtje te kopen.
En weet je dat we GSM connectie hebben op de Muur!? Het thuisfront informeert ons over de Ronde van Vlaanderen met Cancelara als winnaar en Boonen als tweede.
Bij aankomst in Simatai, het eindpunt, stappen we op een hangbrug over een diepgroen bergmeer. Vandaar is het nog een eind stappen naar de parking tenzij je je naar beneden laat slieren gegespt aan een roller over een stalen kabel. Martine en ik kiezen voor deze optie. We zoeven een halve minuut boven het bergmeer naar beneden. Trouwens Martine's knie staat rood gezwollen en zou geen km verder gekund hebben. Het was een heftige trektocht, eentje dat een tijdje zal bijblijven.

Sprokkels:
Op de terugweg naar Peking tracht Esther ons te entertainen met een liedje en nodigt andere passagiers uit hetzelfde te doen. Maar het lukt haar niet. Dan tracht ze ons allen op het goede pad te brengen door het voorbeeld aan te halen van de pessimist die een halfleeg glas ziet en de optimist die een halfvol glas ziet. I hope you are all optimists, besluit ze. Ongezien jeugdig enthousiasme.
S'avonds aangekomen in Peking moesten we als eerste groep van de bus, terug naar ons hotel. Ze riep onze namen door de busluidspreker en eindigde abrupt met 'get off'. De bus schoot in de lach van de ruwe taal uit haar mond, terwijl ze zich afvroeg of ze iets verkeerds had gezegd. Ik hoop dat ze nog lang op die manier mag en wil doorgaan.


Dag 4 -----Dinsdag 6 april -----Peking - Olympisch Park & Kung Fu

Vandaag is een dag zonder gids en mogen we ons goesting doen. We kiezen deze voormiddag voor een bezoek aan het Olympisch Park. Vooraleer we de metro induiken, laten we euros wisselen in de ICBC Bank. Een vol uur moeten we wachten met aanschuiven en administratie. Verdorie de helft van onze voormiddag naar de vaantjes. Het is de schuld van de Grieken dat we zo weinig chinese munt (Yuan) krijgen voor onze euros.
Dus we duiken uiteindelijk toch de metro in waar een kaartje slechts 2 Yuan kost of 20 eurocent. We moeten tweemaal overstappen maar deze moderne metro is tevens een gebruiksvriendelijke. We stappen uit het metrogat en zien onmiddellijk het majestueuze Vogelnest stadion. We zijn zo verrast door dit meesterwerk dat we pas tien minuten later - aan de overkant van het plein - de al even indrukwekkende zwembadhal zien met zijn muren van blauwe waterbubbels.
We stappen het Olympisch plein op en stellen ons voor dat hier twee jaar geleden alle topatleten rondliepen: 'dag Usin, alles kits man' of 'Ah Tia, smaken de pizza's?' Het plein is reuzegroot en we moeten zo'n 500m lopen tot aan de ingang van het Vogelnest. Ondertussen kunnen we zijn typische aluminiumkleurige, naar buiten hellende peilerstructuur bewonderen waardoor het stadion de vorm van een volgennest krijgt.
Binnenin wordt de sfeer van weleer overgedaan op 2 enorme flatscreens. Er worden stukken uit de openingsceremonie getoond plus atletiekhoogtepunten. Er zijn drie ringen met zitplaatsen en de bovenste is glooiend. We klimmen tot de bovenste ring en hebben de indruk dat het atletiekveld toch dichtbij blijft. De arbeiders beneden, die sneeuw ruimen (!), zijn geen minuscule mensjes maar lijken relatief dichtbij. Zo'n immens stadion en toch alles compact: we krijgen kiekevlees. In de catacomben van het stadion bezoeken we de wassen beelden van alle IOC voorzitters en zien onze Jacques Rogge blinken als huidig voorzitter.
We keren op onze stappen terug over het Olympisch Plein en begapen ons aan de sculpturen, de zwembadhal en de andere gebouwen en conferentiecentra.


Het is inmiddels 15u als we terug in ons hotel zijn waar ik een fiets huur om de drie anderen te volgen op hun riksjatocht doorheen de Hutong wijk. Op dag 1 hebben we slechts één straat bewandeld maar deze keer laten we ons een uur gidsen doorheen de volledige wijk. Alhoewel de Chinezen voor de Olympische Spelen nog eens grote kuis gehouden hebben in deze wijken, is een deel niet platgegooid. De rijtocht gaat doorheen allerlei smalle straten langs de typische laagbouw. Plots stoppen we halverwege het traject aan een soort ingangspoort: als we geen zin hebben in een Kung Fu voorstelling, vraagt de riksja-rijder. Tja waarom niet. We worden geleid naar een klein openluchtzaaltje waar we samen met 50 leden van de lokale bond van gepensionneerden een voorstelling bijwonen van een half uur. Wat ik mij voorstel bij een Kung Fu optreden zijn twee mannen die een soort karate-act opvoeren. Ja, amaai. Het wordt iets totaal anders:

  • we zien een man, een soort John Massis, die een ijzeren zwaard tegen zijn voorhoofd krom slaat ... en dan terug recht slaat
  • een collega, met kwade blik en stoom uit zijn neusgaten, roept een kleine uit het publiek en zet hem op een platte binnenband van een auto. Dan steekt hij plots een dunne darm in zijn neus en 'pompt' de band op met de lucht uit zijn neusgaten.

Ondertussen liggen we al te creveren van t'lachen.

  • nog een andere 'Kung Fu' vechter steekt een ijzeren zwaard door zijn slokdarm tot gans beneden in zijn maag totdat enkel het handvat nog uit zijn mond komt (foto boven)
  • diezelfde man, steekt dan twee reuzenaalden (of -nagels) door zijn neus richting hersenen
  • diezelfde kerel krijgt dan nog 'honger' want hij slikt een ijzeren tennisbal in die hij na 5 minuten - en na wat gegesticuleer dat zijn maag pijn doet - terug uitspuwt.

    En zo eindigt een Kung Fu show, Chinese versie. Komedie van de hoogste plank (voor ons Westerlingen).

Sprokkels:
- We kunnen Peking natuurlijk niet verlaten zonder Peking Duck te eten. We krijgen een volledige eend met intacte kop en vel en al geserveerd. Smakelijk. De serveerster blijft constant bij ons tafel als soort waakhond, schenkt onze tas thee vol van zodra we een zeup drinken en bestudeert onze lichaamstaal bij het eten van de Pekingeend. Zou dit een teken aan de wand geweest zijn van Bart's misselijkheid (en gekots) de volgende morgen?
- Ann heeft een boekskescomplex en kan geen boekenwinkel voorbij lopen zonder te stoppen. Gelukkig zijn ze allemaal in het Chinees zoniet zat ze waarschijnlijk nu nog ergens in een hoeksken te lezen.

 


DEEL 2: LHASA (TIBET)


Dag 5 -----Woensdag 7 april -----Aankomst Lhasa (3600 m)

De dag begint vroeg om 5u30 met een taxirit naar Terminal 3 van de luchthaven, weeral één van die futuristische en oogstrelende glas- en aluminiumconstructies. We krijgen een grondige check-in controle van zowel onze Tibet permit, van onze koffers als van alles wat op ons lichaam hangt. Tibet en de Chinezen: het blijft een moeilijk gegeven.
De vlucht heeft twee uur vertraging en maakt bovendien een tussenlanding in Chengdu. We landen in vrij turbulent weer en tussen witgesneeuwde Himalayatoppen rond 17u in Lhasa. We zijn dus terecht gekomen in het mysterieuze Lhasa, een beetje een geisoleerde stad op deze planeet, diep spirtueel boeddhistisch en omringd door Himalayatoppen.
Onze gids wacht ons op en legt witte sjaaltjes rond onze nek: Welcome in Tibet. We rijden dan 60 km en een uur en half verder tot in t'stad langsheen de Lhasa rivier, kleine dorpjes en overal gebedsvlaggetjes in vijf kleuren: blauw, wit, rood, groen en geel We zijn pas om 18u30 in ons hotel en zijn eigenlijk de volledige dag op tramar geweest.
We voelen direct de gevolgen van de grote hoogte als we vier verdiepingen naar onze hotelkamer moeten stijgen. Ons hart bonkt in onze keel en we hijgen alsof we net een stevige vrijpartij achter de rug hebben. Hou je kalm en drink veel water, raadt de gids ons aan tegen de hoogteziekte.


TIBET

De Dalai Lama is de geestelijke en politieke leider van dit diep Boeddhistisch land.
De Chinese politie en leger is in grote getale aanwezig in het straatbeeld van Lhasa. Gewapend met de stok en mitraillettes stappen ze in kleine peletons van 10 man rond in de stad. Aan elke kruispunt en op elk plein hebben ze een checkpoint. We zien ze op daken zitten naast cameras. Het is alsof er elk ogenblik een revolutie gaat uitbreken. De Tibetanen lijken er zich niet te veel van aan te trekken maar voor ons Westerlingen is dit ongezien en confronterend.
En de reden daartoe is te vinden in de geschiedenis van Tibet die na een periode van 'bijna onafhankelijkheid' van China vanaf wilde en in 1959 revolteerde. Maar de People's Liberation Army, het Chinese leger, sloeg keihard terug en ontvoerde/ verbande/ verjaagde de Dalai Lama naar Indië.
Sindsdien is Tibet 'bevrijd' volgens de Chinezen, 'geannexeerd' volgens de Tibetanen. Feit is dat China zijn stempel drukt op Tibet, het leger overal posteert, een treinroute aanlegt vanuit Peking en een soort kleinere versie van het Tian'anmen plein aanlegt voor het Potala Paleis.
Het Tibetaans Plateau, ook wel het dak van de wereld genoemd, is te vergelijken met de Zuid-Amerikaanse Altiplano en ligt gemiddeld tussen de 4500 en 5500 meter boven de zeespiegel. Dit wil zeggen dat de hoofdstad Lhasa met zijn 3600m het laagste punt van Tibet is.


Sprokkels:
- Bij aankomst in de luchthaven van Peking deze morgen heb ik een incident met de taxichauffeur die me een vaste (dus veel te hoge) prijs aanrekent dan hetgeen op zijn meter staat. Ik ben het al een tijdje zat met dat soort gesjoemel en ik weiger te betalen. Er komt wat duw- en trekwerk bij te pas maar we pakken onze bagages - hij probeert ons tegen te houden - en lopen de vliegtuighal binnen. We krijgen een Chinese scheldpartij over ons hoofd heen.
- Langs de binnenzijde van de WC-deuren op de luchthaven hangt: Please lock the door for your convenience. ???
- De Tibet permit - een officieel document dat u toelaat om Tibet binnen te trekken - werd deze morgen om 1u aan onze receptie afgeleverd, vier uren vooraleer we vertrokken naar de luchthaven. Op de valreep noemen ze dat.
- Tibetanen zijn handelaars. In de hoteldirectory, een soort handboek met de geleverde diensten van het hotel, staat dat je alles kan kopen wat in de kamer staat: gaande van het TV-toestel (200 euro) over de muurampliekskes (20 euro) tot de asbak (5 eurocent).


Dag 6 -----Donderdag 8 april -----Lhasa - acclimatisatie

De gevolgen van de hoogteziekte zijn verschillend voor ons allemaal:

Martin en Bart: hoofdpijn vannacht en ook deze morgen. Voorraad paracetamol aangesproken.
Martine: voelt zich OK, verslecht plots naar de avond toe.
Ann: voelt zich goed nadat ze ook paracetamol heeft genomen.

Het wordt vandaag een kalme acclimatisatiedag, van nie beter keun.

We ontbijten op het dakterras van het hotel op de vijfde verdieping. Veel hoger wordt er niet gebouwd in Lhasa waardoor we een mooi overzicht hebben van de stad. Het is een overzichtelijke, compacte stad met het Potala Paleis die er echt uitspringt. Niet moeilijk want het staat op een heuvel temidden de stad. Morgen bezoeken we het. Het is ook geen al te drukke stad waar het blijkbaar nog mogeljk is om autos, fietsen, karren en voetgangers door elkaar te gedogen zonder al te veel problemen. Uiteindelijk blijven we tot de middag hangen op het dakterras in de zon onder een strakblauwe hemel om ons lichaam nog wat rust te gunnen.


Na de middag bezoeken we eerst en vooral Tibet's meest heilige plek: de Boeddhistische Jokhang Tempel. Er wordt ons verteld dat pelgrims vanuit het hele land en daarbuiten honderden kilometers te voet afleggen om hier aan te komen. Ze bidden, prevelen en draaien hun privé gebedsmolen. Op een circuit van 800m rond de tempel, een soort Ommegang of Kora, knielen ze om de paar meter en strekken zich uit met de buik plat op de grond. Die rituelen blijven voor ons westerlingen een beklijvend zicht zeker als het circuit afgelijnd is met honderden kraampjes en je tussen de biddende pelgrims de peletons van het Chinese leger ziet marcheren.
In de tempel is het stil en we worden net niet misselijk van de straffe geur van de yakboterkaarsen. Op het dak van de tempel heb je een mooi uitzicht op de stad en de Potala. Er zijn grote renovatiewerken bezig. Het dak krijgt een nieuwe laag, een mengeling van klei en steentjes. Het prachtige is dat tientallen arbeiders, zingend en op de maat van muziek, elk met hun stamper die laag aanstampen.
Daarna verzwelgen we in het stratenblok rond de tempel, de Barkhor. Naast de biddende pelgrims die rondjes draaien rond de tempel, staan er honderden kraampjes opgesteld om ze meteen aan hun nodige inkopen te helpen. Naast souvenirs, zie je ook veel verse groenten en fruit en ook grote vleescarrés van de yak en de koe. Allemaal in openlucht. Ze hebben hier duidelijk geen last van de voedselinspectie. We slaan ook een paar kados in.
Alle vier blijven we last hebben van hardnekkige hoofdpijn. Een sein dat ons lichaam nog altijd niet geacclimatiseerd is. Bij valavond lopen we nog door een paar winkelstraten in een ander deel van de stad maar beslissen om toch vlug te gaan eten (Yak biefstuk, Tibetaanse patatjes) en terug vroeg in ons bed te kruipen al dan niet met het slikken van paracetamol-pijnstiller.

Sprokkels:
- We moeten telkenkere 4 verdiepingen hoog naar onze hotelkamer. Het blijft een opgave die trap te beklimmen om dan - met de hartslag in uw keel - uw kamer binnen te gaan. Het is alsof onze conditie weggesmolten is.
- We hebben al dicht bij het hotel ons stamcafé/restaurant gevonden met lekker Tibetaans eten. Op de drankkaart prijken tevens Hoegaarden, Chimey en Duvel. Stel u voor Duvel en Trappist in Lhasa, Tibet, op het Dak van de Wereld, op één van de meest geïsoleerde plekken van deze planeet.

Dag 7 -----Vrijdag 9 april----- Lhasa - Potala Paleis

Vandaag moet het hoogtepunt worden met een bezoek aan het wereldbefaamde Potala Paleis maar echter zonder Martine die te bed blijft met schele hoofdpijn veroorzaakt door de hoogteziekte. Al vanaf de eerste dag in Lhasa kon je niet naast het Paleis kijken, maar nu gaan we het effectief bezoeken.
Het is 9u en ondertussen zijn de pelgrims al begonnen met 'rondjes draaien' (kora) rond het paleis, steeds dezelfde rituelen toepassend zoals we gisteren zagen. En als de pelgrim bij wijze van spreken de full monty doet, met rechtstaand bidden en dan gestrekt op de buik, terug rechtop staan en bidden en twee meter verder herbeginnen, je een paar uur zoet bent met één ronde rond het Paleis. De meesten wandelen gewoon tientallen rondjes, draaiend met hun persoonlijke gebedsmolen.
We staan een half uur in de wachtrij om dan dit magnifiek, door de Unesco bijgeschreven op de werelderfgoedlijst, complex binnen te stappen.
Er zijn weinig toeristen in deze periode en in de wachtrij hebben we tijd om de Tibetanen te observeren. De jongere generatie speelt met zijn GSM'metje, maar de meesten zijn gezinnen van middelbare en oudere leeftijd die vanuit heel Tibet hierheen komen om hun geloof te belijden (zoals Lourdes en Mekka voor de Christenen en de Moslims). Ze zijn van het Indiaanse type met bruine huid en rode wangen. Het zijn echte karakterkoppen met verweerde hoofden waarvan ge u afvraagt: waar hebben ze die gevonden. Als ge die mensen zo bekijkt, vraag ik me altijd af wat er zoal in hun hoofd omgaat, welk verhaal er achter schuilt.
Maar het is tijd om onze dagrugzakskes te laten scannen en het Paleis binnen te stappen. Ik ga trachten om in een paar punten de grootsheid van dit bouwwerk te schetsen:

  • Het Paleis is de winterresidentie van de Dalai Lamas (waarvan de huidige nr 14 in ballingschap woont in Noord-Indië). De Dalai Lama is de geestelijke leider van de Tibetanen. De huidige structuur dateert uit de 17e eeuw en bestaat uit een Wit Paleis waar de Dalai Lamas woonden en een Rood Paleis waar de religieuze rituelen plaatsvonden.
  • Het eerste wat ik me afvraag is hoe ze zo'n complex kunnen bouwen op een steile heuvel van 130m. Die Tibetaanse ingenieurs van destijds moeten geen uilen geweest zijn. Het Paleis is 13 verdiepingen hoog en het telt meer dan 1000 kamers, vertrekken, kapellen, pleintjes, tombes en noem maar op.
  • De pelgrims schuiven door de vertrekken, prevelen gebeden en offeren geld in de vele offerblokken evenals vloeibare yakboter in speciale pannen.
  • Maar voolareer we in al die vertrekken geraken, klimmen we tientallen tredes naar omhoog, een zeer zware opgave op deze hoogte. Er worden dan ook vele stops ingelast om op adem te komen.
  • Onze gids vertelt alle verhalen in de vele vertrekken en kapellen die we bezoeken. Teveel informatie in ene keer want we slaan een brokke tilt. Het bezoek duurt twee uur want het is buiten-seizoen. In de zomer komt er zoveel volk op af dat er maar één uur mag bezocht worden. De Chinese militairen zorgen er wel voor dat het vooruit gaat ...
  • De Chinese militairen zijn inderdaad omnipresent. Binnenin is het verboden om foto's te trekken of te filmen. Dus gaan al onze foto's naar de onvergetelijke voorkant van het tegen de heuvel geplakte Paleis.
  • Vanop het dak hebben we een fantastich uitzich op Lhasa stad

We worden teruggebracht naar ons hotel waar we ons lichaam laten rusten en een lange siesta nemen. Martine is ondertussen aan de beterhand. Bart heeft een goede ochtend, maar krijgt terug hoofdpijn. Hoogteziekte, het is me wat.
We worden vanavond om 19u opgehaald door onze gids voor een gratis diner aangeboden door het reisbureau. We lopen 10 minuten van ons hotel naar het restaurant en het valt me al een tijdje op dat veel Tibetanen een mondmasker dragen. Overblijfselen van de Mexicaanse griep, denk ik. Maar volgens de gids is het bescherming tegen U/V licht en stof. We gaan het restaurant binnen en zien zowat alle 30 toeristen zitten die vandaag in Lhasa aanwezig zijn. Het buffet wordt gevolgd door een lokaal showtje met typische liederen en dansen. Vooral optreden nr 5 toont de gelijkgezindheid aan tussen Vlamingen en Tibetanen. Het folderken zegt dat ze een liedje zingen over wat ze het meest liefhebben, namelijk 'drinking with their relatives and friends during festivals'. Ik heb hen meteen uitgenodigd om volgend jaar Werchter mee te vieren.

Tip:
Wil je van je schoonmoeder vanaf? Bezoek het Potala Paleis en verdwijn ongemerkt. Ze geraakt er nooit meer uit.

Dag 8 -----Zaterdag 10 april -----Lhasa - Hospitaalbezoek en Sera Klooster

Deze morgen lichte paniek als Martine's kloppende hoofdpijn van deze nacht amper over is, ondanks pillenwerk. Het reisagentschap raadt ons aan om de dokter te bezoeken. Dit doen we dan maar om erger uit te sluiten en in gezelschap van een kantoorbediende, rijden we (per riksja) naar het hospitaal. Bart en Ann doen de geplande tour naar het Drepang Klooster.

Hospitaal in Tibet: het wilde westen

In China is de regel om uzelf te verplaatsen naar het hospitaal en daar de dokter te consulteren. We komen aan in het enige hospitaal van Lhasa en lopen eerst een paar gebouwen en gangen door vooraleer we de inschrijvingsloketten bereiken. Het hospitaal lijkt me een opgesmukte legerkazerne waar alles tweetalig ... Tibetaans/Chinees is. Dus onze 'gids-vertaler' van het reisbureau komt hier al goed van pas. Hij schuift een half uur aan en dan zijn we geregistreerd en krijgt Martine een ziekenboekje. Tijdens het aanschuiven, nemen wij plaats in de wachtzaal. Plots moet de baby van een moeder pipi doen: dan doe je dat toch gewoon in de wachtzaal. Niemand die opkijkt, enkel wij kijken wat verontwaardigd naar elkaar en naar de spetters op ons broek. Niets aan de hand.
We lopen achter onze gids/vertaler aan naar de dokter. Het medisch sekretariaat, om een volgnr te krijgen, is volgelopen met patienten die elkaar trachten voor te steken rondom twee arme secretareskes. Zoals al eerder vermeld, heeft de modale Chinees geen geduld, noch discipline. Onze man is een meester in het voorsteken en 'onderhandelen' met de administratieve staf en misbruikt ons waarschijnlijk want hij wijst altijd in onze richting en krijgt daardoor misschien voorrang. We belanden bij de dokter. Hij gunt ons geen blik en stelt de medische vragen via onze man. Hij steekt een apparaatje over Martine's wijsvinger maar het werkt niet behoorlijk en begint eerst met zijn afgebeten nagels en daarna met een schaartje de nagellak af te krabben van Martine's vinger. Uiteindelijk meet het toestelletje een soort zuurstofgehalte (76%). Is OK zegt hij tegen onze man. Hij schrijft een voorschrift voor longfoto en oogonderzoek (ja ja in verband met de hoogteziekte). Ondertussen is zijn kantoortje gevuld met andere patienten die gewoon meekijken en -luisteren zodat van privacy geen sprake is ... zelfs niet als Martine haar bloes moet openen om de longen te controleren!
Op naar de volgende vleugel voor een longfoto. Weeral steekt onze man voor en vooraleer we het goed beseffen staat Martine al voor het röntgenapparaat. Er komen op die moment - in het lokaal waar de röntgenfoto wordt genomen - gewoon drie andere patienten binnen gewandeld en blijven staan om het gebeuren eens goed te bekijken. De dokter van dienst moet ze echt wegjagen en uitleggen dat die röntgenstralen schadelijk zijn. Ik knijp in mijn vel want dit moet een droom zijn. Na minder dan een minuut krijgen we mondeling de uitslag: geen water in de longen; alles is goed.
Onze man snelt naar de volgende vleugel naar de oogarts. Zelfde scenario: onze man onderhandelt in het medisch sekretariaat een voorrangsregeling tussen alle ander chinezen. Dan naar het dokterskabinet waar de ogen gecontroleerd worden, uiteraard tesamen met andere patienten. Verdict: geen probleem met de ogen.
De dokters noteren alles netjes in Martine's ziekenboekje. Nu keren we terug naar de allereerste arts die de uitslagen bekijkt en nu medicatie voorschrijft, Hij gunt ons terug geen blik en alles verloopt via onze man, die ons ditmaal de weg wijst naar de apotheek van het ziekenhuis. Daar kan hij niet voorkruipen en moet in de rij wachten. Een Tibetaan met bebloede hand vraagt of hij voor mag. Maar dat pakt niet bij onze man. Vijf minuten later heeft hij de medicatie. Er wordt per pil verkocht en geen doosjes. We krijgen vier papieren zakjes mee met een precies aantal pillen voor de komende drie dagen. Elke dag driemaal twee pilletjes maal vier zakjes betekent dat Martine in totaal 24 pilletjes per dag moet nemen!! Maar het is dat of schele hoofdpijn, dus doet Martine precies wat haar opgedragen wordt. Verder wordt ons sterk aangeraden 15 zuurstofflessen (soort spuitbussen) te kopen. Ik wil wel de lokale economie steunen, maar dit gaat net iets te ver: ik koop er vijf.
Tijdens onze zwerftochten door de gangen van dit hospitaal zien we honden rondlopen, wordt er gespuwd en gerookt dat het een lieve lust is. We zien terug plassende babys in andere gangen waar de urinegeur soms niet te harden is. Hygiëne? Wablief, k'versta u nie goe.
In minder dan 2 uur heeft onze man-met-onderhandelingstalent de klus geklaard. Een wonderbaarlijk bezoek aan een Tibetaans hospitaal is afgerond.

Op de middag keren Bart en Ann terug van hun bezoek aan het Drepung Klooster uit de 15e eeuw. Ze vertellen ons dat dit klooster de titel van grootste klooster ter wereld draagt waar vroeger tot 7000 monniken huisden. De eerste vier Dalai Lamas hadden er hun residentie vooraleer naar Potala te verhuizen. Het klooster ligt tegen een rotswand geplakt en mooie rotspartijen, sommigen beschilderd, sieren het geheel. Er worden heel wat monniken gespot die te pas en te onpas de offergelden tellen in het zicht van iedereen. Misschien wel nodig want grote renovatiewerken zijn er bezig. Er zijn opvallend geen militairen aanwezig. Dat denk je, zegt de gids, ze zijn in burger en undercover. Verder hebben Bart en Ann lange tijd aan de gebedsmolens gedraaid om de genezing van Martine te bevorderen. Maar of de goede medische uitslagen daaraan te wijten zijn, weten we nog niet. Ik denk eerder dat het het aantal te slikken pilletjes de hoogte heeft ingejaagd.
Na de middag vervoeg ik de tour met Bart en Ann. Zonder Martine want die moet zich rustig houden, veel drinken, licht eten en vooral veel pillen nemen. Op onze vraag rijden we naar het treinstation in Lhasa waar de fameuze spoorlijn vanuit Peking toekomt, een tocht van 3 dagen. Het is de hoogste commerciele spoorlijn ter wereld en gaat over bergpassen van boven de 5000m door de onmetelijke landschappen van Tibet. We hebben geluk want er komt net een dieseltrein toe (het net is niet geëlektrificeerd) en zien alle reizigers uitstappen door het enorme treinstation buiten wandelen.




We rijden verder naar het Sera Klooster dat vooral bekend is voor zijn debatsessies tussen de monniken: over levensvraagstukken en ander filosofische onderwerpen, lezen we in onze documentatie. Maar als we de tuin instappen en die kerels bezig zien, vraag ik me echt af of het showelement niet de bovenhand neemt. Zeker als tientallen toeristen en Tibetanen de 'discussies' volgen langs de zijlijn. Daarna bezoeken we de kapel en zien veel jonge gezinnen met babys de kora (rondgang) doen. Onze gids verklapt ons dat er een speciale nis is waar genezing kan afgedwongen worden voor babys die s'nachts te hard huilen of te lang plassen. Al die verhalen, al die bijgeloven, het is me wat.
S'avonds blijkt Martine aan de beterhand. Van al die pilletjes natuurlijk. Nu de nacht afwachten en de volgende ochtend want we moeten vertrekken per jeep naar nog hoger gelegen oorden ergens in de Himalaya op weg naar Kathmandu.

 

DEEL 3: LHASA - KATHMANDU

Dag 9 -----Zondag 11 april -----Lhasa (3600 m) - Gyantse (3950 m) -----260 km

Het is 10u als we beginnen aan het meest avontuurlijke deel van de reis: de overtocht naar Kathmandu, dwars door de Himalaya. We zijn allemaal fit, inclusief Martine dankzij de 24 pilletjes. Eindelijk zijn we iet of wa geacclimatiseerd. Met een 4 x 4 Toyota Landcruiser zullen we de volgende 6 dagen de Himalaya trotseren.
Lhasa is met Kathmandu verbonden door de Friendschip Highway over een afstand van 865 km. Onze route wijkt daar geregeld van af om alle toeristische spots en de mooiste stukjes natuur aan te doen. Als we Lhasa uitrijden worden we 'geëscorteerd' door twee legertrucks vol met Chinese militairen, alsof ze blij zijn dat ze van die Westerlingen verlost zijn. Het parcours van 260 km van vandaag loopt over een gloednieuwe baan (van 2007), netjes geasfalteerd met aangelegde irrigatiekanaaltjes naast de weg evenals de onvermijdelijke electricteitspalen en -masten.
Tot aan de eerste bergpas rijden we door een vallei en zien dorpen, kloosters, schaapherders, wegenarbeiders en woonkampen.

Dan starten we een lange en steile klim naar de Kamba-La bergpas (4795 m). Op de top hangen duizenden gebedsvlaggen en we zijn pas de afdaling begonnen als iedereen tegelijk 'oooh' zucht bij het zien van het turquoise Yamdrok-Tso (Tso = Meer). Dit enorm hooggelegen meer (4600 m) is een heilig meer in Tibet en heeft de vorm van een schorpioen. Vanaf een uitkijkpunt begapen we dit prachtig gekleurd meer.


Daarna rijden we tientallen kilometers langs de boorden van Yamdruk-Tso om dan te gaan luchen in een klein dorpje onderweg. Het is 14u als we verderrijden naar de Kora-La pas (5045 m). Inmiddels is het landschap grondig veranderd en zien we de eerste besneeuwde zevenduizenders. We rijden door enorme valleien en de bergwanden hebben oranje als overheersende kleur. We stoppen aan een gletsjer waarvan de naam te ingewikkeld is om te noteren. Maar de laatste stop van de middag is aan een stuwmeer. We zitten hoog boven het meer en zien de verschillende vertakkingen tussen de bergwanden. Ik heb me op een prima plekje geposteerd, op een rotspunt in de vorm van een stoel en aanschouw de smaragdgroene kleur van dit grillige, kunstmatige meer.

 

Dit meer levert trouwens electriciteit voor de derde stad van Tibet: Gyantse (3950 m), waar we tegen 17u toekomen We lopen voor en na het diner eventjes door de stad en er vallen me twee dingen op:
- het fort, gebouwd op een heuvel in de stad.
- geen Chinese militaire aanwezigheid. Alles wat je ziet is authentiek Tibetaans en in de kleinere straatjes en op de overdekte markt zie je een klein beetje het echte leven in dit land (ik moet eigenlijk zeggen: … in deze Chinese provincie). De straten zijn nogal vuil; overal kleine winkeltjes waarvan je je afvraagt hoe ze overleven en kleine kinderen die 'hello' roepen, het enige Engelse woord dat ze kennen.

Sprokkels:
- Dan laat ik me overhalen om op de rug van een Yak te kruipen en een toerke te doen voor 10 yuan. De Yak lijkt net een voorhistorisch, langharig monster met enorme hoornen. Wat de koe is voor de Vlaming is de Yak voor de Tibetaan: hij ploegt er zijn veld mee, prepareert melk, boter en kaas en maakt er biefstukken van.
- Ann zit aan de zonnezijde van de jeep en klaagt over haar 'gekookte hersenen'. Bij aankomst in het hotel neemt ze pillen en een siesta. Ze heeft nu ook een valling opgedaan. Sterke Ann begint een beetje te haperen.


Dag 10 -----Maandag 12 april -----Gyantse (3950 m) - Shigatse (3900 m) -----100 km

Als we gisteren authentiek Tibetaans leven dachten gezien te hebben, dan weten we nu beter. Kelsang, onze gids, neemt ons te voet mee naar uiteraard een klooster. Maar er naar toe, loodst hij ons door de achterwijken van Gyantse, door smalle en stofferige, onverharde straatjes. We zien mannen met paard en kar, vrouwen die sleuren met kannen water uit een centraal punt waar kraantjeswater is. Gedroogde koestronten 'sieren' de gevels en de koeien liggen op straat aan de voordeur. Maar bijna iedere Tibetaan lacht zijn witte tanden bloot naar ons of roept hello. Dit uurtje wandelen heeft ons veel meer verteld over het alledaagse Tibetaanse leven dan alle dagen samen tot nu toe.



We bezoeken terug een klooster met veel verhalen over allerhande Boeddhas. Als je hier een foto wil trekken in de kapel moet je 10 yuan betalen (1 €). Maar naast het klooster staat een bouwwerk dat me de aandacht trekt. Het is de Kumbum Stupa van acht verdiepingen/ringen hoog, gewoon een prachtig gebouwtje om naar te kijken.
Het is middag als we onze jeeptocht voortzetten en na twee uur al toekomen op onze eindbestemming van vandaag: Shigatse. Dit is de tweede stad van Tibet, na Lhasa. We zijn deze middag vrij en maken van de gelegenheid gebruik om er een kadootjes-koopdag van te maken. We ontdekken een grote openluchtmarkt en t'spel kan beginnen. Iedereen begaapt ons, velen roepen iets of zeggen hello. In de kraampjes staan geen mannen maar vrouwen. En Tibetaanse vrouwen zijn beruchte verkopers en harde onderhandelaars. Als je interesse toont in de koopwaar hebt t'het aan uwe schreper. Ze goochelen met prijzen, halen het onderste uit de kan, volgen u en trekken u terug naar hun kraam. Lachen, gesticuleren en mouwtrekken leiden de aandacht af. Maar het werkt en ondanks dat we die truken allemaal kennen, verkopen ze ons (met de goesting) onder andere een thermos-met-flokhout, gebedsvlaggen, armbanden van 'oude' koralen en een masker met doodshoofden.


KALSANG

Kalsang is onze gids (rechts op de foto) en heeft vijf jaar ervaring. Hij is bij ons sinds we landden in Lhasa. Hij studeerde in Indië en kwam terug in Lhasa wonen om zijn uitgebreide kennis van het Boeddhisme te gelde te maken als gids. Hij is een twintiger, getrouwd en zijn vrouw is 4 maanden zwanger.
Al van in de luchthaven valt ons zijn speciaal engels accent op: hij voegt aan bijna ieder woord een 's' toe. Waar woon je Kalsang? I live in the Lhasas, in Tibets. Allright, we live in the Landegems and the Zomergems. Oh really? En hij spreekt altijd over 'the Bouddhisms'. Hoogst merkwaardig om hem bezig te horen.
Zoals vele Tibetanen is hij een minzaam persoon en goedlachs. Zijn soortgenoten hebben een huidskleur die varieert van licht- tot donkerbruin met rode wangen. Ze zijn van het Indiaanse type. Er zijn soms echte karakterkoppen bij en ze zijn diep gelovig. De man links op de foto is onze chauffeur en stuurt altijd met een witte handschoen aan.

Sprokkels:
- Ann's hersenen zijn bekoeld en ze functioneert terug normaal. Sterke Ann is terug.
- Op de lunchmenu staat: Fried Yoghurt (Gebakken Yoghurt). Ik wil dit raar gerecht wel eens proeven: het blijkt een soort oliebol te zijn met yoghurt binnenin. Best lekker.

Dag 11----- Dinsdag 13 april -----Shigatse (3900 m) - Sakya (4280 m) -----200 km

Deze ochtend bezoeken we in Shigatse het Tashilhunpo Klooster. Alweer één, denk ik, maar het zal het boeiendste bezoek worden dusver. En dit om uiteenlopende redenen:

  • Van buiten de muren lijkt dit Klooster wel een klein dorp, een beetje Potala-stijl, met een wit en een bruin-rood gedeelte
  • De gids doet terug zijn uiterste best om alles piekfijn uit te leggen. Op een bepaald moment spreekt hij over de 'Red Hats' en de 'Yellow Hats'. Hij heeft het over baseball teams, denk ik, maar het blijken monniken-ordes te zijn binnenin het Boeddhisme.
  • In één van de vele kapellen is een eredienst bezig. We zien een dertigtal monniken gebeden lezen uit hun manuscripts opgeluisterd door een paar trompetisten en één drum met bediening-langs-achter. Ik heb de indruk dat ze een tandje bijsteken als we passeren. En ze trekken aan elkaars mouw als ze me notas zien nemen. Ze lijken meer afgeleid dan ingetogen. Ondertussen is één monnik in slaap gevallen.
  • Je weet al dat er enorm veel geofferd wordt: tonnen yakboter en hele hopen geld. Dit laatste is letterlijk te nemen want in een andere ruimte, in het zicht van iedereen, zijn monniken bezig om hele hopen briefjesgeld te tellen. Er worden ook pennen 'geofferd', bemerken we, van studenten die daarmee goede examens afsmeken, verklaart onze gids.
  • Kloosters bezoeken is big business: vooreerst de entreegelden en daarna 15 € per foto per kapel en 150 € als je wil filmen.
  • We zouden nog vergeten te vermelden: de luxueuze gouden graftombe van een Panchen Lama (luitenanten van de Dalai Lama) en een enorm beeld van 27m hoog die de toekomstige Boeddha voorstelt. Je kan je meteen de hoge zolderingen voorstellen van de zalen waarvan alle muren beschilderd zijn, uiteraard met een bepaalde betekenis.
  • We horen luid gebabbel uit een andere zaal. Daar melden pelgrims hun privé- en andere problemen aan de monniken. Eén opper-monnik geeft een gepersonaliseerd antwoord al dan niet vergezeld van teksten uit hun scripturen. Gepersonaliseerd is niet het juiste woord want de monnik, en plein public en met luide stem, geeft zijn advies. En alle andere pelgrims kunnen meeluisteren naar de aangevoerde oplossingen. Er wordt voor dit 'advies' blijkbaar grof geld betaald want het aantal belangstellende pelgrims is beperkt en in het ander deel van de zaal zitten minstens 10 monniken het geld te tellen. Soms wordt het geldtellen onderbroken voor een GSM gesprek.
  • Maar uiteindelijk blijft de doolhof aan kapellen, pleintjes, zalen en smalle steegjes een aparte belevenis evenals al die religieuze taferelen van de pelgrims. Dit kunnen niet anders dan diepgelovige mensen zijn waar we respect moeten voor opbrengen.

 

 

 


Het is ondertussen middag geworden en het weer - zoals alle vorige dagen in Tibet - is uitzonderlijk mooi met helblauwe hemel en een temperatuur van een eind in de 20°. De gevoelstemperatuur, ten gevolge van de wind, is een stuk lager.
We rijden richting Sakya, drie uur verder. Het wordt een prachtige natuurrit van 200 km over een bergpas en door schitterende hoogvlakten. Op deze tocht rijden we langs en over vijf-duizenders en die hebben merkwaardig genoeg geen besneeuwde toppen. De valleien worden afgeboord door een soort bergen in de vorm van de wreef van een voet met daaraan opgezwollen tenen. Ze varieren van kleur gaande van bruin over geel en groen. Onderweg zien we duidelijk minder dorpjes.
We rijden Sakya binnen, een redelijk grote gemeente in deze contreien. Wat meteen opvalt zijn de grijze muren-met-rode-en-witte-strepen van de huizen en het vrij grote Gompa Klooster. We brengen een blitzbezoek aan dit Klooster en trekken daarna in in ons hotel, het laatste met eigen toilet en badkamer. Vanaf morgen wordt het zeer basic.

Sprokkels:
- We zijn al een stuk uit Shigatse als onze frank valt: we moeten nog pinnen want vanaf nu zijn er geen ATM's meer beschikbaar. En de Nepalese visa + drinkgeld voor de gids/chauffeur moeten nog betaald worden. Rechtsomkeer gemaakt en de Bank of China speelt reddende engel.
- Bovenop de bergpas - terug bedolven onder de gebedsvlaggen - stappen we uit voor een fotosessie van de vallei beneden. Er staat een harde wind. Bart koopt een Boeddhistisch tekstboekje waarvan het gebruik wil dat je de bladen eruit scheurt en in de lucht smijt. Alzo doet Bart en verjaagt daarmee de kwade geesten (geholpen door de straffe wind).
- Bart bestelt een Yaksteak bij het avondeten, een dagelijkse gewoonte van hem. Ze brengen hem een schotel vlees, overgoten met groentjes en saus. Halverwege zijn maaltijd, brengt de garçon een bord met een groot yaksteak op en vraagt voor wie het is. We begrijpen meteen de fout: de eerste schotel was voor een andere tafel bestemd. Bart's eerste schotel bleken ... kippebrokjes te zijn. We krijgen de slappe lach van Bart die het onderscheid niet door had tussen kippebrokjes en yakvlees.

Dag 12 -----Woensdag 14 april -----Sakya (4280 m) - Rombuk (4980 m) -----250 km

Vannacht hebben blaffende en vechtende straathonden onze nachtrust verstoord. Het is barkoud deze morgen en er is geen warm water maar gelukkig wel een WC-pot om nog eens op een normale manier ... ge weet wel. Trouwens luxueuze Tibetaanse WC's zijn Franse WC's, terwijl de normale Tibetaanse toiletten - zowel bij mannen als vrouwen - een greppe of een veure zijn waar je over zit met je ene been links en je ander rechts, op uwen'uk.
We vertrekken om 9u. De eerste 150 km zijn verhard. Het landschap wordt ruwer en ruiger. We naderen onze eerste bergpas van 5100m. De dorpjes langs de weg worden kleiner en liggen meer verspreid. Maar het is opvallend hoe mooi de huizen zijn van alle dorpen die we passseren: mooi wit gekalkte muren en steeds twee verdiepingen. Ze lijken groot en ruim en zijn bestemd voor grootouders, ouders en kinderen.
Bovenop de pas, terug gemarkeerd door wapperende gebedsvlaggetjes, hebben we uitzicht op weidse hoogvlakten en enkele besneeuwde toppen.
Nadat we afgedaald zijn, stoppen we voor de lunch in zo'n onooglijk dorpje waar we een 'restaurant' binnengaan. In feite zitten we in de living van lokalen en eten mee met de keuken. Na de lunch begint het echte werk: nog 102 km te gaan naar het Everest Base Camp (EBC). Maar eerst moeten we in het stadje Shegar langs Chinese checkpoints met paspoortcontrole en administratief werk. Sinds het EBC doelwit geweest is van Tibetaanse nationalisten, zijn de Chinezen zeer waakzaam.


De laatste 102 km onverharde weg naar het EBC zijn subliem. Eerst beklimmen we onze tweede bergpas aan 25 km/u gemiddeld want de baan ligt er slecht bij. De zichten zijn immens en in een lang haarspeldbochten-circuit bereiken we eindelijk de top. Daar wacht ons een eerste grote verrassing: de horizon is afgelijnd met een hoop 7- en 8 duizenders waaronder de Mt Everest. We zijn sprakeloos en staren naar dit magnifiek tafereel. Het weer is daarbij uitzonderlijk mooi. We komen superlatieven tekort. Tientallen foto's en meters film later vervolgen we onze tocht. We rijden verder richting de Mt Everest en wat we onderweg zien is indrukwekkend mooi. Valleiwanden in alle kleuren, ruwe rotspartijen, alle besneeuwde toppen van daarnet continu in ons vizier. Dit traject komt met stip mijn topdrie binnen van schoonste natuur op deze planeet.
De Mt Everest komt steeds dichter en verslindt terug tientallen fotos en filmmeters. Op de eindbestemming in Rongbuk op 4980 m schitteren zijn 8.848 m in volle glorie tegen een blauwe hemel. Dit is ons geluksmoment want in zo'n wolkenvrij weer kunnen weinigen hem bewonderen.
We gunnen het Rongbuk Monastery geen blik alhoewel het het hoogst gelegen klooster ter wereld is. We laten onze bagage in het hotelletje rechtover het Klooster en rijden verder naar een Nomadenkamp. Van hieruit moeten we betalen om met een shuttlebusje naar het Base Camp te rijden op 5200 m hoogte. De gele en blauwe tentjes van het Mt Everest Base Camp - Tibetaanse zijde (er is ook een Nepalees Everest Base Camp) - versieren de voet van de hoogste berg ter wereld. We kijken op de noordzijde van de berg waar ook diverse gletsjers op zijn wand 'plakken'. We geraken er maar niet op uitgekeken.
Er is weinig beweging in het basiskamp. Ofwel zijn de die-hards van deze planeet op weg naar de top ofwel moeten ze nog toekomen. Het kost trouwens 70.000 dollar om een klimlicentie te krijgen. De zon schuift achter een andere berg en het koelt sterk af, sein om terug te keren. In het nomadenkamp drinken we tee in hun verwarmde tenten waarin ook overnacht wordt. Spijtig genoeg moeten wij terugkeren naar ons saai hotel. Ondertussen zijn Bart en Ann te voet van het nomadenkamp naar ons hotel gestapt (één uur, 5200 m hoog).
Het is vanavond inmiddels zo koud geworden dat we met kledij en al in bed kruipen inclusief buff en tsjoep.


Daar is'em ------------------------------------------------------------------------Everest Base Camp

 

Sprokkels:
- Bij het ontbijt vraagt Bart koffie met melk en krijgt een glas zwarte koffie en een apart glas warme melk.
- Deze morgen klaagt Ann van bevroren hersenen vanwege de vrieskou. Eerst gekookte hersenen die daarna vervriezen: dat komt niet meer goed.
- Onderweg zien we talloze herders met hun kudden schapen. De herders zijn alleen zonder herdershond en enkel hun katapult houdt de schapen in het gareel. Hoezo? Awel op twee manieren. Of ze katapulteren een kei net achter hun poten en ze mikken heel precies zegt onze gids. Of ze zwieren met een vlecht van Yakhaar rond in de lucht wat het geluid van een wolf nadoet.
- Tijdens onze lunch vanmiddag zien we de dienster gedroogde yakmest in het vuur smijten. En ons daarna gewoonweg bedienen (zonder de handen te wassen).
- Bart vraagt of de Mt Everest s'avonds verlicht is? Bart, de arme kerel, heeft duidelijk last van hoogteziekte.
- We horen van een aardbeving op de Tibetaanse hoogvlakte via een SMS van John en via een telefoontje van Kim. Gelukkig voor ons ligt het epicentrum op zo'n 1500 km van ons. De volgende dagen lezen we in de kranten dat de dodentol oploopt tot 2000! De Chinezen steken een grootse reddings- en opvangoperatie in gang.
- In de auto zingen we het refrein van een Tibetaanse hit mee: Achala (meisjes). Onze chauffeur en gids hebben de meeste leute.

Dag 13 -----Donderdag 15 april -----Rombuk (4980 m) - Zhangmu (2300 m) -----370 km

Deze ochtend zien we vanuit onze hotelkamer de Mt Everest in volle glorie in de morgenzon tegen een blauwe hemel. Geen wolkje aan de lucht maar wel fris aan de vis.
Beste lezers, ik zal mijn superlatieven van gisteren moeten herhalen voor vandaag. Wat we vandaag onder de wielen geschoven krijgen, is het summum voor de natuurliefhebber. Tesamen met gisteren vormt deze tweedaagse het beste van wat ik persoonlijk al gezien heb:

DEZE MORGEN


Om 9u rijden we de onverharde weg terug van waar we gisteren gekomen zijn maar al gauw schiet de chauffeur zich in een zijweg. Ge kunt het moeilijk een weg noemen, eerder een piste. We worden opgeslorpt door het Himalaya-voorgebergte. De 7 en 8-duizenders kijken in de achtergrond (soms voorgrond) neer op hun collega 5 en 6-duizenders waar wij tussenrijden. Letterlijk want de piste slingert zich tussen steen- en zandplateaus. De begroeiing is haast nihil maar toch zien we yaks en herders met hun kudden de gronden afschuimen naar grassen. Ver weg van de beschaafde wereld rijden we drie uur door deze fenomenale natuur om nog maar te zwijgen van de rode en groene kleurschakeringen die de bergwanden ons showen. We stappen regelmatig uit om het vanuit stilstand te kunnen bewonderen. In de verte lachen de grote jongens-met-besneeuwde-toppen ons uit.
De piste ligt er extreem slecht bij en we schokken en wiebelen ons vooruit. We rijden door steenpartijen, zand, gravel, langs enorme bergwanden met loerende, diepe ravijnen en over bergbeken. We komen een tweetal dorpjes tegen met die typische, witgekalkte huisjes. Plots moet de chauffeur kiezen tussen een stukje zeer slechte weg of een bevroren pad. Hij kiest voor het ijspad en natuurlijk zakt hij door het ijs en zit vast in de ijsmodder. Iedereen eruit, zijn 4x4 aangezet en hij sleurt zijn Toyota er gemakkelijk uit.

 

 

Het is middag als we aankomen in Tingri (old city) op 4340 m. Vanuit het restaurant zien we de line-up van Mt Everest en zijn buren. Het is tevens onze laatste stop op de Tibetaanse hoogvlakte.


DEZE NAMIDDAG

Tingri ligt op de Friendship Highway die Lhasa met Kathmandu verbindt. We volgen deze 'autostrade' 200 km tot aan het eindpunt van de dag: Zhangmu. Tot voor kort was dit nog een ruwe baan maar nu ligt hij er mooi geasfalteerd bij. In tegenstelling tot deze morgen rijden we over weidse plateaus en zien we veel opwaaiend zand want het is winderig. En zoals steeds zijn naast de weg irrigatiekanalen aangelegd. Er zal geen druppel regenwater verloren gaan in deze dorre gebieden. De bergen zijn nu zandkleurig en lijken soms reuzeduinen. We stijgen naar de Tong La pas (5120 m). De stijging is geleidelijk en op een bepaald moment rijden we op een plateau en zien we enkel nog de besneeuwde 7 en 8-duizenders. We rijden nu echt wel op het dak van de wereld.
En zoals bij alle vorige bergpassen zien we nu ook in de verte de gebedsvlaggen wapperen die de top aankondigen. Eénmaal daar aangekomen, hebben we een laatste en spectaculair 180° zicht op een andere rij Himalaya pieken, waaronder de nr 2. Deze keer lijken de pieken op veel kortere afstand te staan als de vorige zichten. Het ziet er allemaal wat woester uit en enorm contrasterend met de weidse plateaus van daarnet. Het is koud daarboven. Een oude monnik met 5 tanden verkoopt er gebedsvlaggetjes.





IN DE LATE NAMIDDAG

Vanaf nu gaat het in dalende lijn naar het grensstadje Zhangmu op 2300 m. En het gaat snel. Via tientallen haarspeldbochten verlaten we het droge Tibetaans plateau en komen terecht in een groene, jungleachtige omgeving. Dit stuk Friendschip Highway is spectaculair. We rijden voortdurend langs een diep ravijn uitgesleten door een rivier van smeltwater uit de Himalaya. De snelweg is letterlijk uitgehouwen uit de bergwand en aan de haarspeldbochten komt geen einde. De bergwanden langs de weg zijn loodrecht en soms zijn de overhangende rotsen zo laag dat ik vrees dat er geen trucks onderdoor kunnen. Maar dat zal wel optisch bedrog zijn. We passeren en houden even halt in het stadje Nyalan (3750 m). Daarna kronkelen we verder langs de bergwand en het blijft maar dalen. En plots eindigt de snelweg in een modderpoel. Een tiental km voor het grensstadje Zhangmu moet er nog een onverhard stuk geasfalteerd worden. Putten, modder, wegarbeiders, bulldozers, tegenliggers maken van dit deel een avontuur op zijn eigen. Daarenboven is het beginnen regenen, de eerste maal sinds we in China zijn.
Na getoeter, gemanoevreer en discussie, rijden we het grensstadje Zhangmu (2300 m) binnen. Dit stadje ligt opeengestapeld op de bergwand want er is anders geen plaats en de Friendship Highway ... is de enige straat van het dorp. Het wordt een gelaveer op dit steil stuk weg naar beneden tussen geparkeerde trucks, bouwwerken, renovaties, betonmolens en voetgangers. En de 'highway' is maar twee rijstroken breed! De auto met de luidste tromper haalt het meestal. Onze chauffeur doet zijn best ...en we geraken aan ons hotel.

 

 

Sprokkels:
- Ann is ziek deze morgen, waarschijnlijk het gevolg van haar tochtje gisterenavond op 5200 m hoogte van het Base Camp naar het hotel. Hoofd- en maagklachten of de typische hoogteziekte symptonen. Een halfuurtje aan de zuurstoffles doet wonderen en Ann is er terug bovenop. De rest van het A-team doet het zeer goed. Alhoewel Martine zich de piste naar Tingri nog lang zal herinneren. Haar rug kan de schokken niet aan.
- De Friendship Highway in Zhangmu is zo steil dat het gelijkvloers (daar waar we het hotel binnengaan) als 4e verdieping aangeduid staat. Onze kamer is op de derde verdieping en we moeten dus ... dalen.
- Op onze tocht door Tibet hebben we voortdurend GSM connectie gehad, zelfs in de meest afgelegen plekken of ergens temidden de Himalaya. Zouden daar politieke motieven achter zitten?

Dag 14 -----Vrijdag 16 april -----Zhangmu (2300 m) - Kathmandu (1300 m)

Precies om 9u15 verlaten we Zhangmu om 7 km verder te stoppen aan de grenspost Kodari. En dan moet een ganse procedure gevolgd worden vooraleer je Nepal binnen mag.

Grenscontrole China - Nepal

Kodari is een tegen de ravijnwanden geplakt grensdorp, waarvan een stuk geplakt langs Tibetaanse zijde en een stuk langs Nepalese zijde. De Friendship Bridge verbindt beide ravijnwanden en meteen ook beide landen. Het ruime Chinees immigratiegebouw tov het stoffig Nepalees immigratiegebouwtje toont meteen de waardeverhouding van beide landen aan.
Eerst passeren we de Chinese immigratie. Alles gaat vlot totdat iedereen zijn dagrugzak moet openen. De Chinese beambte heeft veel oog voor onze reisgidsen van Lonely Planet over Tibet en China. Elke pagina met fotos wordt bekeken; we vermoeden dat ze afbeeldingen van de Dalai Lama zoeken. Maar die zijn er niet en dus worden onze reisgidsen niet geconfisceerd.
Daarna nemen we afscheid van gids en chauffeur en overhandigen hen zeer officieel, in een rode envelop, hun fooi en hun evaluatieformulier. We zijn zeer tevreden geweest van het duo. Daarna moeten we met onze bagage te voet over de Friendship Brug van China naar Nepal. We stappen tussen om ter viest kijkende douaniers uit beide landen, gewapend met de stok of met een geweer. Na dit toch wel licht zenuwslopend tochtje over de brug staat aan de overzijde, in Nepal, onze volgende chauffeur te wachten om naar Kathmandu te rijden. Maar eerst moeten we bij de Nepalese immigratie een visum laten plaatsen in ons paspoort (2500 rupees of 25 €). En dan kunnen we uiteindelijk de 4 x 4 instappen en vertrekken.
1 Euro = 100 Nepali Rupee

De Friendship Highway op Nepalees grondgebied ligt er zeer slecht bij. Onverhard, putten, versleten tarmac en grondverschuivingen hebben deze snelweg gedegradeerd tot een boereslag. Wat normaal twee uur rijden is, daar doen we nu vijf uur over. Het landschap en de dorpen zijn totaal verschillend van Tibet. Het wordt groen, zeer groen met veel rijstplantages en bananenbomen. Enkel de steile ravijnwanden en de kolkende bergrivier zijn gebleven met hangbruggen die beide kanten verbinden. De mensen zijn totaal anders van uitzicht en klederdracht. De mensen leven op straat. De temperatuur is inmiddels gestegen tot 28° en straks in Kathmandu is het 32°, vertelt onze gids. Hij voegt eraan toe dat ze wachten op het regenseizoen. De droge berglucht van Tibet maakt plaats voor vochtige warmte. We zijn duidelijk in een ander land beland: dit is Nepal.
Nepal is een beetje thuiskomen voor ons allemaal. Bart en Ann hebben het 19 jaar geleden bezocht (Kathmandu, Annapourna trek) en ikzelf twee jaar geleden (zie reisverslag Nepal 2008). Ann wordt helemaal emotioneel bij het overschrijden van de grens. Verhalen van toen worden opgedist.
De rit naar Kathmandu is niet zonder gevaar. Blinde bochten, oversteken, mensen op straat in de dorpen maken dat we veel bijna-aanrijdingen hebben of risicovolle situaties. Er wordt net als in Tibet getoeterd dat het een lieve lust is. Maar uiteindelijk komen we toch aan in het door wegenwerken geteisterde en chaotische Kathmandu.
Na een deugddoende douche verkennen we de stad. Ann is zenuwachtig en wil alles herkennen terwijl Bart een blackout heeft en zich niets meer kan herinneren. We bezoeken Durbar Square, het Middeleeuwse centrum van Kathmandou met alle tempels, Freak Street en Thamel. Enorme drukte, enorm getoeter, riksjas, taxis, toeristen, autos krioelen door elkaar. Om nog te zwijgen van de toeristische valstrik Thamel. Wat een schok in vergelijking met Tibet.

Sprokkels:
- Een aantal merkwaardige oneliners: 'Life is today and not tomorrow', 'My dad is an ATM'.
- Nepal is het TATA-land. Elke bus, camion, truck is van het Indiase merk TATA.

Dag 15 -----Zaterdag 17 april----- Kathmandu

We hebben last van laagteziekte: we zijn moe en kunnen niet uit ons bed. Maar het moet en s'morgens bezoeken we de Monkey Temple. Het is een plaats waar Boeddhisme en Hindoeïsme elkaar ontmoeten.
Maar vooraleer we alle trappen bestijgen en de heuveltop bereiken, worden we belaagd door plakkerige en niet loslatende verkopers van alles en nog wat. Het duurt een uur vooraleer we boven zijn, nadat we iedereen hebben kunnen afschudden en na intense 'onderhandelingen' (lees: afbieden). Als we dan die tweehonderd treden bestegen hebben, worden we tegengehouden door de politie: de ingang is 200 rupees pp. De slavendrijvers.
Maar eens op de heuveltop bekijken we de enorme witte stupa met gouden dak, de Hindoe-ceremoniën en het fantastische uitzicht op Kathmandu stad. Maar de meeste tijd wordt ingenomen door het bezoeken van al die standjes, het kopen van kadootjes en het afbieden. Bart is blij als een kind als hij een schilderij koopt 'met alles erop wat ik deze week gezien heb': de besneeuwde Mt Everest, een yak en herders.
We besluiten geen andere tempels meer te bezoeken want we krijgen symptomen van tempel-itis. We gaan integendeel op zoek naar een goed restaurant en een goede liveband. De meeste livebands in Thamel coveren goede rock.
Vandaag horen we voor het eerst over een aswolk uit een IJslandse vulkaan en gesloten luchthavens in Noord-Europa. We stellen ons nog geen vragen.

Sprokkels:
- Je berekent ongeveer hoeveel je zal uitgeven de komende drie dagen: eten, drinken, taxi, kadootjes, enz. en je rondt af naar boven. Dit bedrag haal je uit de muur. Na één dag moet je vaststellen dat het geld op is en je terug een ATM moet opzoeken.
- Ann heeft een rode stip op haar voorhoofd laten zetten, een typisch Hindoe-kenteken en geluksbrenger. Na een tijdje vergeet je dat natuurlijk. Op een bepaald moment ging Ann aan het denken (een hobby van haar) en maakt daarbij de typische wrijfbeweging met duim en wijsvinger op haar voorhoofd. Het gevolg was een gans rood voorhoofd van een verbauwereerde Ann en een schaterende Martine.


Dag 16 -----Zondag 18 april -----Kathmandu

Vandaag staat het klassieke zondagvoormiddagritje gepland. Ik heb afgesproken met Rajeev Rai, de mountainbikegids die ons in 2008 gedurende drie dagen door de Kathmandu vallei geloodst heeft (zie reisverslag Nepal 2008, dag 18+19). Rajeev herkent me van ver en roept me. Het weerzien is hartelijk. Hij is Nepalees kampioen mountainbike. Tyler, de Amerikaan die in 2008 op een VN-project zat/nu nog zit en ons destijds één dag vergezelde, is ook van de partij. En ditmaal is ook Rajeev's lief mee, Linn, een Noorse schone die hier werkt. Met zijn vieren starten we. Het wordt een speciale rit:

Een zondagvoormiddagritje rond Kathmandu

Zondag is een werkdag in KTM, dus de stad uit geraken is een opgave. We laveren tussen alles wat beweegt en er beweegt veel in deze stad: auto's, brommers, karren, bussen, koeien en mensen. Als fietser sta je vrij laag op de hiërarchie-ladder. Eenmaal buiten de stad, begin je te klimmen want KTM ligt in een put. Het gaat vrij gesapig:niet te steil en niet te rap. Na enkele km bereiken we de top en stijgen we door op onverhard terrein tot we stoppen. Dan legt Rajeev me uit dat volgende week zaterdag hier de Aziatische Mountainbike Kampioenschappen gereden worden. Hij heeft dus niet beter gevonden om met mij naar het circuit te rijden en het te verkennen. Het is een rit langs oude, verlaten rijstterassen. En meteen valt de techniciteit van het circuit op. Enorm steile klimmetjes, smalle tracks en supergevaarlijke afdalingen. Ik val in zo'n afdaling zonder erg en moet telkens te voet naar omhoog bij de klimmetjes. Dit ding is veeeel te technisch voor mij en enkel bestemd voor de Finols van deze wereld. Na één ronde verlaten we het circuit (het Kampioenschap gaat over 7 ronden) en we rijden verder door het achterland en door de heuvels rond KTM. We passeren kleine dorpjes, worden aangemoedigd door kinderen en worden bekeken. Een meter plat bestaat niet in deze contreien en het is ofwel dalen of stijgen. We rijden voortdurend off-road. Rajeev last gelukkig een stop in om even te bekomen. Daarna rijden we terug naar KTM. Gestart om 8u30 komen we aan om 11u45. Een prachtig ritje.


Zoals beloofd ben ik rond 12u15 terug in ons hotel om Bart en Ann uit te wuiven. De aswolk uitgestoten door een IJslandse vulkaan, is blijkbaar wereldnieuws en creëert een chaos in het luchtverkeer. Bart en Ann lezen op de website van Jetairways dat alle vluchten omgeleid worden naar Athene omdat in Centraal en Oost Europa nog gevlogen wordt. In Europa geraken is belangrijk en vanuit Athene zien ze wel hoe ze in België geraken. Om 13u30 nemen we afscheid van elkaar want wij vliegen terug naar China, voor mijn werk. Ze nemen een taxi naar de luchthaven.
Dan wordt het een luie namiddag wat absoluut niets te maken heeft met de rit van deze morgen.
Rond 16u hoor ik plotseling mijn naam roepen door een bekende stem. Ik zie mijn broer verschijnen, teruggekeerd van de luchthaven!!?? Alle vluchten naar Europa gaan niet door, ook deze niet naar Athene. Er wordt hen aangeraden naar het bureau van Jetairways in Kathmandu stad te gaan en daar verder te zien. 'Only God knows' is daar het antwoord van de bediende op de vraag wanneer ze zouden wegkunnen. Bart en Ann hebben een dubbel gevoel. Enerzijds is er extra vakantie in een stad die hen nauw aan het hart ligt gezien het verleden maar anderzijds moet opvang voor de kinderen geregeld worden, de familie verwittigd evenals de werkgever. Maar voooral de onzekerheid van een vertrekdatum knaagt.
En in Katmandu valt met de regelmaat van een klok de electriciteit uit, internet wordt onbeschikbaar evenals telefoneren en SMS'en. Dus krijgen we te weinig soliede informatie binnen. Tussen de uitvallen door kunnen Bart en Ann rap de familie rondbellen en berichtjes sturen naar de kinderen en de werkgever. Het is zondag en de reisagent in België is niet bereikbaar. Het wordt een avond vol vragen zonder antwoorden.

Dag 17 -----Maandag 19 april -----Katmandu - Bangkok - Shanghai

Lang slapen en een luie voormiddag waarbij de discussie over de aswolk en thuiskomen centraal staan. Gelukkig is het geluk aan onze zijde want wij kunnen wel vliegen. Ik moet namelijk terugkeren naar Wenzhou, China om te gaan werken en die aswolk zal China wel niet bereiken zeker. In plaats dat wij langer blijven dan Bart en Ann zijn de rollen nu omgekeerd. Zij nemen rond 11u afscheid van ons en zullen verder moeten wachten op nieuws over hun terugkeer naar Brussel. Wat zo'n vulkaan ergens op IJsland kan veroorzaken! De wereld staat op zijn kop.
Nog éénmaal mogen we het verkeer in KTM trotseren richting luchthaven. In KTM vind je geen verkeerslichten. Ik vermoed dat de Nepalezen ze toch niet zouden respecteren. Op de voornaamste en drukste kruispunten staan flikken die de aartsmoeilijke job hebben om het verkeer min of meer te regelen. Maar al toeterend bereiken we toch de internationale luchthaven.
Via Bangkok en Shanghai, vliegen we naar Wenzhou waar we woensdag morgen zullen toekomen. Ik stuur een SMSje naar Bart: 'Boarding naar Bangkok is OK'. Hij stuurt eentje terug: 'Goed voor u, hier ziet het er niet goed uit'. Vier uur later, in Bangkok luchthaven, probeer ik Bart te bellen om meer nieuws te weten. Hij en Ann zijn onbereikbaar...

 

Wij zijn goed en wel woensdagmiddag in Wenzhou (China) aangekomen. Bart en Ann hadden minder geluk. De vliegtuigmaatschappij Jetairways waarmee ze naar Brussel terugkeren, kan hen niet eerder een vlucht aanbieden dan 29 april en dan nog via tussenstops in Dehli en Bombay (Indië). Een paar dagen later kopen ze echter een nieuw ticket bij een andere luchtvaartmaatschappij voor terugkeer op 26 april. Uiteindelijk komen ze 8 dagen later thuis dan gepland en zelfs nog 1 dag later dan ons, ondanks mijn werkweek in Wenzhou.

 

 

FOTOREEKS