WERELD > AZIË > Borneo 2011 > Reisverhaal

REISVERSLAG BORNEO (maart 2011)

Borneo is het derde grootste eiland ter wereld na Groenland en Nieuw-Guinea (Australië is geen eiland maar een continent). Iets minder dan de helft van de oppervlakte is Maleisisch terwijl de andere helft Indonesisch is. Kuching is de hoofdstad van Borneo. Naar Borneo ga je om te duiken of om Mt Kinabalu te beklimmen (de hoogste in Z-O Azië) of om jungletochten te stappen/grotten te bezoeken.
Ik ben daar voor reden 3.

Hieronder is een kaartje van Mulu Nationaal Park, op de werelderfgoedlijst van de Unesco, met vermelding van de grotten en de Headhunter Trail:



Dag 1 -----Transfert naar Borneo-Gunung Mulu Nationaal Park -----Zondag 27 maart

Om 4u30 uit mijn piere om persoonlijk te gaan ontdekken waar die oer-regenwouden liggen, die wilde stammen zich schuilhouden, de criminele houtkappers en de plaatsen zonder GSM-bereik op het tot de verbeelding sprekende eiland Borneo. Althans in mijn fantasie, want het gaat er dezer dagen veel beschaafder aan toe.
Ik vlieg vanuit Kuala Lumpur (hier overal KL genoemd) naar het stadje Miri op Borneo. Om u een idee te geven over de grootte van de luchthaven: er is één start/landingsbaan en het vliegtuig maakt op het einde van de landingsbaan een U-turn om terug te keren naar het luchthavengebouw, een soort vergrote villa. Na vier uur wachten doen ze mij in een vliegende sigaar-met-propeller stappen richting Mulu Nationaal Park waar ik een half uurtje later landt op een boomvrij gemaakte strip temidden de jungle. Je kan Mulu enkel bereiken via de boot of het vliegtuig(je). Het luchthavengebouw is een soort propere schuur. We zijn hier wel degelijk temidden de brousse. Tijdens de vlucht vlieg je over niets anders dan regenwoud, doorklieft met geelbruine, kronkelende rivieren. Tot mijn ergernis zie ik ook kale plekken.
Floria, de medewerktster van het Mulu NP, legt me piekfijn de mogelijkheden uit voor de komende dagen. Ik slaap in Tiger Cave, een longhouse, de typische lange houten vertrekken, waar families van de lokale stammen in wonen en slapen. Alle vertrekken staan op houten palen, minimaal een meter boven de grond. Er wordt hier nog in termen van 'stammen' gesproken.
Je hebt post, zegt Floria. Ik denk aan een goedbedoeld grapje, maar ze toont me inderdaad een handgeschreven papierken van ene Jeremy, Canadees. Hij zoekt een compangnon om me later op de week te vergezellen op de headhunter trail, een driedaagse tocht door het oerwoud, en zo de kosten te kunnen delen. We sluiten de deal.
Het is broeierig heet en vochtig en ik verdoe de rest van de avond in de Café van het Nationaal Park waar iedere trekker met de anderen een klapken slaat. Veel Australiers - hi mate - zijn aanwezig.

Het Regenwoud



Technisch gezien, spreek je van een regenwoud (oerwoud, jungle) als er per maand minstens 200mm regen valt (Mulu: 400mm), gelijk verdeeld over het jaar (Mulu: 280 op 365 dagen regenval). Er moet constante zon zijn in een verhouding van 50/50 (nacht/dag). Ook de temperatuur moet constant zijn en tropisch warm. Het regenwoud moet in een zone van 22° boven en onder de evenaar liggen (Mulu: 4°). De Polen zijn de andere uitersten.
In Mulu's regenwoud vallen 10 ton bladeren per ha/per jaar op de grond. Wandelen in de jungle is dan ook alsof je op een spons loopt en de overvloedige regenval maakt vele delen moerassig en doet vele rivieren ontstaan.


Sprokkels:
- Het is 17u en het begint te regenen, een uur lang.



Dag 2 -----Bezoek aan grotten -----Maandag 28 maart

Ik word s'morgens wakker met de junglegeluiden die verder zoemen in mijn hoofd.
Deze voormiddag wordt gewenning aan de jungle. Ik doe een gemakkelijke tocht op mijn alliene, van 6km H/T naar de Paku Waterval. De waterval blijkt maar een klein piesserke te zijn.
S'namiddags bezoeken we de eerste grotten en meteen de sterren van het lot: Deer Cave en Lang Cave. Maar eerst les scheikunde:

 

 

Hoe komt zo'n grot tot stand?

Hier in het oerwoud bevinden zich veel kalksteenbergen en kalk bevat Calciumcarbonaat: CaCO3. Regenwater rijk aan CO2, reageert chemisch met de kalk en doet deze oplossen. Zo vallen er gaten in de kalkrotsen en uiteindelijk over een heel lange periode, 'graven' rivieren hele grotten uit. De gidsen goochelen met miljoenen jaren als ne boer over zijn kleine patatjes. Maar het resultaat is indrukwekkend. Mulu's grotten behoren tot de grootste en schoonste op deze aardbol.

We bezoeken eerst de kleinere en intiemere Lang Cave met zijn massa's stalagmieten die als gedraaide sjaals vanuit de zoldering naar beneden hangen. Na een half uur gaan we door tot de 100m verder gelegen Deer Cave. Ieder park heeft graag een wereldrecord: deze grot(kamer) heeft de langste doorgang (> 2km) ter wereld. De grot is dus 2 km lang en ook 200m hoog. Een immens gat in deze karstberg (foto links) vormt de ingang. Aan de zoldering hangen drie miljoen (!) vleermuizen en hun uitwerpselen geven een indringende stank af. De grootte en het immense van deze grot maakt het indrukwekkend. Na een 2-tal uren staan we terug aan de ingang en in het terugkeren, zien we dat de immense grotingang de contouren aanneemt van Pres. Lincoln's hoofd (zie foto hieronder). Een gril en eerbetoon van de natuur?


Ingang Deer Cave: Lincoln Head------------------------------------------Lang Cave

Na deze twee bezoeken leidt de gids ons naar het vleermuizen-uitkijkpunt. Elke avond tussen 17u en 18u verlaten 3 miljoen exemplaren de grot om onderweg alle insecten en vlinders op te eten die ze tegen komen. Deze vleermuizenexodus is niet te missen. Om hun vijanden te verschalken (arenden en andere roofvogels) ontvluchten ze de grot in peletons. Ze draaien eerst letterlijk rondjes gedurende 5 minuten in een perfecte luchtcirkel en schieten dan plots de jungle in in een slangbeweging. Dit duurt zo verder totdat alle hongerige beestjes de grot uit zijn. We zien zo'n tiental peletons dit tafereel opvoeren.


S'avonds is het terug gezellig babbelen in de Café van het Park. Een collega trekster (Zoë) vliegt hierna verder naar Australië met een werk-vakantie vergunning, net als Kim en Daan gedaan hebben. In een kleine straal rond de Headquarters van het Park is er GSM-bereik, wat me toelaat het thuisfront eventjes op te bellen.
En die junglegeluiden van kwakende kikkers, fluitende vogels en zoemende insecten houden nooit op.

Sprokkels:
- De gids bevestigt nogmaals dat het regenwoud een apotheek is, een bergruimte van allerhande medicijnen en voedingssupplementen. Zo ook van de Tongkat Ali plant, een natuurlijke testosteron booster. Dit onderdeel heeft onmiddellijk mijn interesse. Niet voor mij persoonlijk natuurlijk maar voor mijn maten.
Verkoopt ge dat niet in zakskes, vraag ik? Moar wa soenze, de nieweirds.
- Het is 16u30 en het begint te regenen, een uur lang.


Dag 3 -----Bezoek aan grotten -----Dinsdag 29 maart

Vandaag gaan we verder de grotten bezoeken maar deze voormiddag doen we eerst de Canopy Walk. Dit is een hangbrug gespannen op 20m boven de grond doorheen of langs de boomkruinen van de junglebegroeiing. Het parcours is 450m lang in een cirkel en is redelijk indrukwekkend. Als je hoogtevrees hebt, doe je dit best niet. Al wiebelend stappen we door de boomkruinen. Zo'n boomreus 'verdampt' 1000 liter water per jaar. Of 180.000 liter per hectare wordt jaarlijks in de lucht gepompt. Daar komen dan regenwolken van en zo voorzien ze in 70% van hun eigen regen. Met naamplaatjes staan de namen van de bomen aangeduid. Ik stap voorbij een Meranti-boom: half-hard wood. Destijds veel gebruikt in onze contreien voor ramen. Spijtig genoeg hoor maar zie ik geen dieren.
In de namiddag schrijf ik me in op de 'koplamptour' in de Lagang Cave. We nemen de longboat (een lange, smalle boot in hout waar 4 personen in zitten) en stappen een kwartier later de jungle in naar de ingang van de grot. In deze grot wordt 1,5km gestapt op een aangelegd pad in het pikkedonker. We krijgen wel allemaal een LED-koplamp want je ziet geen steek als iedereen het licht uitdoet. Je ziet je eigen vingers voor je ogen niet bewegen. Eigenlijk wel best beangstigend. Ik stel me dan de ergste dingen voor: je sukkelt/valt in zo'n grot en je geraakt er nooit meer uit. Maar niet deze keer want na een uurtje zijn we terug boven. In de pletsende regen stappen we door het woud naar de longboat en varen terug naar het Parkdomein.

Sprokkels:
Het is 15u30 en het begint te regenen, een uur lang.


Dag 4 -----Start van de Headhunter Trail (Koppensnellers Trek) -----Woensdag 30 maart

Na de grotten, nu de trek in het oerwoud. Toch niet helemaal want eerst gaan we en passant - op weg naar de start van de Trail - nog twee grotten bezoeken. Ik verlaat het Park domein, neem afscheid van de vriendelijke Floria en met drie andere trekkers nemen we de longboat stroomopwaarts naar Kuala Litut waar de start is van de Headhunter trail. Maar zoals gezegd meren we halverwege aan bij de ingang van twee grotsystemen: Cave of the Winds en Clearwater Cave.
Cave of the Winds heeft één hoogtepunt: The King's Chamber ofwel De Kamer van de Koning. Het is een grotkamer waar de natuur ervoor gezorgd heeft dat de kalkafzettingen omgevormd zijn tot grote pilaren in alle mogelijke vormen. De aanwezige verlichting zorgt voor een mooi spektakel.
Langs de boorden van de rivier, over een verhoogd plankenpad, lopen we naar Clearwater Cave waar we eerst 100 trappen mogen bestijgen vooraleer we een enorm gat zien in de rotswand. Hier is de ingang en hier hoor je al de donderende rivier die deze grot gevormd heeft.
Als je naar de kaart kijkt van deze grotten dan zien je tot je ontsteltenis dat je als toerist slechts een paar km in de grot gewandeld hebt. In totaal is het gangenstelsel in de Clearwater Cave 750km lang (nr 1 in Azie, nr 7 in de wereld). We zien dus maar het topje van de ijsberg.
Het is al middag als we het grottenbezoek afronden. We nemen de longboat en varen verder naar Kuala Litut waar we met zijn vieren beginnen aan een jungletrek van 9km naar onze overnachtingsplaats Camp 5. Het is niet zomaar bootje varen. De bootman en zijn gast moeten constant vechten tegen stroomversnellingen, ondiep water en schurende keien.
Ik dacht een dorpje te zien in Kuala Litut want dat klinkt toch als een plaatsnaam. Maar we stappen uit de boot aan een soort aanlegsteiger en beginnen onmiddellijk aan de trek van 9km zonder enig spoor van bewoning. In mijn gezelschap een dertiger uit UK en twee zestigers (!) uit Duitsland. Na 1 ½ uur zwoegen door een heet en vochtig woud zijn we halfweg en nemen een rustpauze aan de hangbrug over een rivier. De Duitse zestiger neemt daar een duik in het water, poedelnaakt. T'was geen zicht. Na nog 1 ½ uur verder stappen, arriveren we in Camp 5, net voor het begint te regenen. We springen in het water van de Melinau rivier die door het kamp loopt, want mijn lichaam lijkt oververhit.
Camp 5 is een overnachtingsplaats waar je slaapt in gemeenschappelijke kamers (dormitorium). Het biedt plaats aan 50 trekkers maar vannacht zijn we maar met zijn elven. Je moet je eten zelf koken in een goed uitgeruste keuken.
Hier ontmoet ik terug Jeremy, de Canadees die me vanaf morgen gaat vergezellen op de rest van de Headhunter trail. Hij is een dag eerder aangekomen om de Pinnacles te beklimmen. Mijn drie maten van vandaag beklimmen morgen ook de uiterst steile Mt Api om de Pinnacles te gaan bekijken, een serie van messcherpe kalksteenpieken op 1750m hoogte. Lonely Planet omschrijft het schoon als 'de slechtste plaats ter wereld om als valschermspringer neer te komen'. Spijtig genoeg te hoog gegrepen voor mijn labiele knie. Die zou de afdaling niet aankunnen.

Sprokkels:
- Het is 17u en het begint te regenen, een uur lang.
- Ik heb zowaar tijdens de tocht naar Camp 5, drie liter water gedronken. En dit op een halve dag. Dat moet een record zijn.
- Ik en koken zijn twee dingen die moeilijk samen gaan. Maar in Camp 5 moet het. Dus heb ik een voorraad noedels gekocht in Mulu Park die je eenvoudig in kokend water moet strooien, een sausje erin en dan 2 min wachten. Klaar. Dit is mijn maaltijd voor de komende drie dagen: s'morgens, s'middags en s'avonds. En ja, plus nog een paar repen, van thuis meegebracht.


Dag 5 -----Dag 2 van de Headhunter Trail Donderdag -----31 maart

De groep van de Pinnacles beklimming is al op van 6u s'morgens. Tja in zo'n gemeenschappelijke ruimte is iedereen dan wakker. We ontbijten (noedels) en om 8u staan Jeremy en ikzelf klaar met de rugzak om dag 2 van de HH-trail aan te pakken.
De tocht is 12 km lang. We voelen de hitte opkomen naarmate het later wordt op de middag. Bloedzuigers zijn een echte pest en we controleren elkaar regelmatig op die smeerlapkes die tot 15 keer hun eigen lichaamsgewicht kunnen opzuigen met bloed waardoor ze tussen 6 en 12 maanden geen eten meer nodig hebben. De lafaards. Ze geven gelukkig geen ziekten af. Zie ook reisverslag Maleisië, dag 14.
Het pad trekt door de diepe jungle en is gelukkig goed aangeduid en goed onderhouden. We zien een verscheidenheid aan flora, gaande van kleine mossen, alover lianen tot kolossen van bomen. We horen veel vogels en beesten, maar zien er geen! En alhoewel het plat is, is de trek afmattend door de hitte en de vochtigheid. Waar het oerwoud te sompig wordt, zijn verhoogde houten paden aangelegd. Het is niet zo dat we hier met de machete onze weg moeten kappen.
Ongeveer halverwege rusten we uit aan een hangbrug over de rivier. Deze hangbrug is wel speciaal want ze is enkel gemaakt uit touwen, zeer smal en redelijk wiebelachtig (zie foto hieronder). We geraken toch aan de overzijde, ondanks een 10kg wegende rugzak.
Aan het einde van de trek over land - 5 uur later - staan we voor een rivier: Kuala Terikan. En zoals afgesproken met de mensen van Mulu Park, staat daar inderdaad een longboat klaar om ons verder te varen naar onze slaapplaats van vandaag. En terug geen dorp, geen nederzetting, enkel een aanlegsteigertje.


We varen gedurende een uur, over een riviertje waar de oevers onzichtbaar geworden zijn door de overhangende junglebegroeiing. Er zijn een paar fameuze stroomversnellingen bij, veel ondiep water en terug stuurmanskunst van de bootman en zijn gast.
Ze zetten ons af aan Mentawai Ranger Station, waar Josep, the Ranger himself, ons opwacht. We zijn vandaag zijn enige klanten. Josep is een kleine man, van de Iban stam, die drie weken alleen op het station werkt en dan één week naar huis gaat. Hij voert controles uit per boot (als de toeristen wel betalen; tegen houtkappers; of de trails nog in goede toestand zijn, enz), maar we vermoeden dat zijn dagen nogal rustig verlopen. De ganse sfeer op dit domein ademt rust en stilte uit, als je eventjes de junglegeluiden op mute zet.
Vanavond eten we noedels. Om 10u valt de electriciteitsgenerator uit en wij vallen in bed.

 

Filmpje met de longboat door het oerwoud


Sprokkels:
- Het is 17u en het begint te regenen, een uur lang.
- Gelukkig vraagt Josep niet van welke stam ik ben. Wat had ik daarop moeten antwoorden? Zeker niet beginnnen over Vlamingen of Walen want dat begrijpen ze zelfs in onze beschaafde wereld niet meer. Alhoewel, de Vlaamse Stam, dat lijkt me wel wat.
- Tijdens de boottocht naar het Rangers Station, vaart ons een longboat tegemoet met twee trekkers aan boord die waarschijnlijk de Koppensnellerstrail in de omgekeerde richting gaan doen. We horen s'avonds van Josep dat ze met hun longboat gekapseisd zijn in één van die stroomversnellingen wegens een te roekeloze bootman. Tja, die longboats zijn smal en nogal wiebelachtig en het is soms echt vechten tegen de rivier.

Dag 6 ----- Dag 3 van de Headhunter Trail -----Vrijdag 1 april

Josep zwaait ons hoogstpersoonlijk uit, nadat we kort na het noedel-ontbijt, om 6u30 de longboat instappen en vertrekken. Hij blijft zwaaien totdat we hem niet meer zien. Minzame maar toch een rare kerel: zo weigerde hij gisterenavond samen met ons te eten. Hij wil blijkbaar toch een zekere afstand bewaren.
Vier uur varen we door de dichte jungle, een belevenis apart. We stoppen even aan de oevers van een Iban stam nederzetting. Alle huizen staan op palen. Als alternatief hadden we ook hier kunnen slapen in een Iban longhouse ipv bij Josep. We stappen even uit en zeggen dag tegen de bewoners. We vragen een ontbijt (de noedels komen mijn keel uit) maar dat hebben ze hier niet.
Hoe dichter we ons einddoel naderen, hoe meer open het woud wordt en hoe breder en dieper de rivier wordt. De bootman kan hier vol gas geven. Tot ik in de verte een GSM-mast zie. Dan weet ik dat we na drie dagen GSM-zonder-blokjes, Medemit naderen, een echt stadje ditmaal met huizen en levende mensen. We lijken terug in een soort beschaafde wereld.
Een bestelbusje staat ons op te wachten om Jeremy naar de grens met Brunei te brengen want hij neemt vandaar een vlucht naar Tokyo en zo verder naar Calgary in Canada waar hij woont. We nemen afscheid aan de grenspost Maleisië - Brunei. Brunei is een olierijk emiraat en de Emir van Brunei is één van de rijkste mensen op deze planeet.
Bestelbusje-met-chauffeur brengt me verder naar Limbang, de eindbestemming. Limbang is een klein stadje op Borneo dicht bij de grens met Brunei en gelegen aan de rand van het Mulu Park. Hier kan ik terug een vliegende sigaar-met-propeller nemen tot in Miri, waar mijn aansluiting is naar Kuala Lumpur. Maar eerst heb ik in het kleine luchthavengebouwtje van Limbang, het restaurantje leeg geëten … behalve de noedels.

 

Sprokkels:
- Het is 15u en het begint te regenen, een uur lang.
- Op Limbang Airport staan in de namiddag twee vluchten vermeld. Een aankomst vanuit Miri en een vertrek naar Miri … met hetzelfde vliegtuigje.
- Ik ben ontgoocheld in de Koppensnellers Trek. Ik had speciaal mijn harnasken aangedaan maar kreeg geen enkele gifpijl in mijn lijf geschoten. En ik had minstens gerekend op de onthoofding van mijn wandelgenoot Jeremy door de oorlogszuchtige Iban stamleden, maar niets hoor.

 

 

 

FOTOREEKS BORNEO