REIS
NAAR ZUID-AFRIKA: 26 april 1998 - 17 mei 1998
We
huurden een auto voor 3 weken en doorkruisten het land van zuid-west
naar noord-oost, van Kaapstad via de Drakensbergen naar Johannesburg.
In totaal reden we 5.622 km. Het is dan herfst in Zuid-Afrika,
een droge periode met milde temperaturen: we hebben geen druppel
regen gehad en steeds temperaturen tussen 20° (zuiden) en 30°
(noorden, Krugerpark) met een almaar diepblauwe hemel. Om 17h30
est pekkedonker.
Het
bibberende groene lijntje vertrekt
links onder en eindigt rechts boven.

KAAPSTAD
EN OMGEVING
Na
een nachtvlucht vanuit Londen van 11 uur, arriveren we in Kaapstad
om 9h s'morgens, zelfde tijd als bij ons. Geen jet lags deze keer,
wel een moeilijke nacht: slapen op 10.000 m hoogte in een beperkte
ruimte, gekneld tussen rijen zetels is niet ideaal. Maar we laten
de stress voor wat ze was en stappen om 11h de luchthaven uit,
na douane controle en omwisseling van onze BEF's in Randen (1
Rand = 0.20 € om gemakkelijk te rekenen). Het is pas in onze
auto dat we ons realiseren dat links rijden toch niet zo handig
is op het eerste gezicht: stuurkolom zit rechts(vooraan) in de
auto en de versnellingsknuppel links van u. De combinatie van
links rijden en een verkeerde afrit in Kaapstad maken dat we ongeveer
2 u verloren rijden vooraleer we ons Guesthouse vinden: Auberge
Le Cap, een huis in Victoriaanse stijl.
GUESTHOUSES,
GASTEHUISE
We hebben gedurende de reis voornamelijk in Guesthouses B&B
geslapen. B&B staat voor Bed & Breakfast en deze particuliere
woningen hebben meestal een 5-tal gastenkamers. Te vergelijken
met 'Zimmer Frei' of andere dergelijke formules. De prijzen
zijn redelijk, de kamers heel verzorgd en de 'kotmadam' altijd
vriendelijk.
Met de kotmadam spreken we Afrikaans: baai schone taal. Die stelt
voor om onmiddellijk de Tafelberg te bezoeken want het
is helder weer en windstil. En in deze contreien kan het weer
plots veranderen. We beklimmen de Tafelberg via het kabelspoor
en zitten plots 1000 m boven de zeespiegel.  Daar
staan we dan, met ons eerste prachtig uitzicht: Kaapstad en de
Atlantische Oceaan aan ons voeten (foto links). Tegen valavond
rijden we dan naar het Blaubergstrand aan de overkant van
de baai. Dit is de plek van waar Kaapstad en zijn Tafelberg het
meest gefotografeerd worden (foto rechts).
S'avonds eten we in het HRC en vanaf het terras krijgen we terug
een geweldig zicht op de Tafelberg en op de gerenoveerde havenbuurt.
De
volgende dag staat in het teken van Kaap de Goede Hoop.
We vertrekken via de Kirstenbosch Botanische tuinen, die
zelfs in de herfst prachtig zijin; wat moet dat zijn in de lente!
Deze tuinen liggen geplakt op de 'achterkant' van de Tafelberg.
Je kan er gemakkelijk een volledige dag in rondwandelen.
Rond 11h vertrekken we naar Kaappunt en Kaap de Goede
Hoop via de kustweg langs de Indische Oceaan. De foto links toont
een gedeelte van de kustweg vanaf de Tafelberg. Onderweg stoppen
we even te Boulder waar een pinguinkolonie woont (het is
broedtijd). We rijden verder naar Kaappunt van waaruit je Kaap
de Goede Hoop ziet en de "samenvloeiing" van de Indische
en de Atlantische Oceaan. 6000 km dieper ligt Antarctica. We staan
nu op het uiterste puntje van Zuid-Afrika en tientallen meter
onder ons beuken de golven zwaar tegen de kliprotsen. Dit onophoudelijk
beuken van een ruwe zee, de vuurtoren en de loodrechte klippen
van Kaap de Goede Hoop zelf, doen ons de stoere zeemansverhalen
geloven. Het moet destijds geen pretje geweest zijn om dit punt
per galjoen te ronden.
 ---Zicht
vanop de Tafelberg richting Kaappunt -----Kaap
de Goede Hoop-
Kaappunt
(Cape Point): met de samenvloeiing van "links" de Indische
Oceaan en "rechts" de Atlantische Oceaan
We rijden terug naar Kaapstad via de Chapman's Peak Drive,
een
15 km lange weg uitgeslepen in de
klippen, met rotswanden langs de ene kant en 100 m lager de Oceaan
aan de andere kant (foto rechts). Spectaculair en zeker
één van de mooiste routes in Zuid-Afrika. Onderweg
moeten we stoppen voor Baboons (Bobbejanen), een apesoort die
langs de weg zit te zonnen (Bobbejaanland = Apenland?).
S'avonds eten we vis in Houtbaai, een van die prachtige
vissersdorpjes tussen Cape Point en Kaapstad (foto links).
De
volgende dag staat in het teken van de Kaapse wijnen en het Kaaps
fruit in de streek ten noorden van Kaapstad: de driehoek Stellenbosch,
Paarl, Franschoek. De wijnroute trekt via 4 kloven (kloof
= canyon = bergpas) door het prachtige berg- en valleilandschap
die de wijnstreek zo kenmerkt. In Franschoek (foto links) hebben
we geaperitiefd en oesters geëten met een fles witte
wijn. Franschoek
noemt zo vanwege de Franse hugenoten die destijds dit deel van
het land innamen. Er wordt echter geen woord frans meer gesproken.
Onderweg proeven we wijn in Boschendal. We rijden het kasteeldomein
op en mogen 10 glaasjes verschillende soorten wijn proeven: de
wijnen zijn uitstekend. We lopen nog even met één
van de knechten langs de wijngaarden van het domein, vooraleer
af te zakken naar
onze volgende bestemming: Stellenbosch. Langs de baan zien we
tientallen fruitkraampjes met keuze uit Kaaps fruit. Voor 5 R
koop je er een zak vol met fruit. S'namiddags hangen we rond in
Stellenbosch, de 2e oudste stad van Zuid-Afrika (na Kaapstad)
met een Afrikaanstalige universiteit en met Oom Samie se winkel:
waar je alles kan kopen van nuttige dingen tot kitsch (foto
rechts) .
S'avonds rijden we terug naar Kaapstad om nog eens Victoria
Wharf & Waterfront te bezoeken, de totaal gerenoveerde
havenbuurt van Kaapstad. Ginds een witsjen en een krieksken
gedronken in Den Anker, een café uitgebaat door Gentenaren,
joajei meine joegne.
KAAPSTAD
vs SAN FRANCISCO
Ge hebt altijd neiging om te vergelijken
met uw vorige reizen, wat we dan ook constant doen. Maar tussen
Kaapstad en San Francisco zijn er toch een aantal merkwaardige
gelijkenissen:
-
Robbeneiland en Alcatraz, beide wereldbekende eilandgevangenissen.
- Victoria
Wharf & Waterfront en Fisherman's Wharf, beide gerenoveerde
havancoté's: in Kaapstad toch iets gezelliger.
-
Blaubergstrand en Sausalito, beide aan de overzijde van de
baai met prachtig zicht op de stad
-
Woningen en wijken in Victoriaanse stijl.
-
Chapman's Peak Drive en Highway nr 1, beide in de rotsen uitgesneden
kustwegen.
Kaapstad
heeft echter geen Golden Gate bridge en San Francisco geen Tafelberg.
DE KLEINE KAROO EN DE TUINROUTE
Vaarwel Kaapstad en op weg naar Oudtshoorn, bekend om zijn
struisvogelkwekerijen, de Kango-grotten en de onverharde Swartenbergpas.
We moeten daarvoor 400 km rijden door de Kleine Karoo, een half-woestijngebied
te vergelijken met Painted Desert in Arizona, met kaarsrechte
banen en afgesleten heuveltoppen (foto rechts). Eenzaam
en stil. S'avonds eten we in Oudsthoorn struisvogel- en springbok
biefstuk. Voor herhaling vatbaar. Geslapen in het Bisibee Guesthouse.
Vandaag
zoeken we ruige natuur op. We rijden een loop via de Meiringspoort,
Prince Albert (jawel), de Swartenbergpas, Kango grotten en zo
terug naar Oudtshoorn. Door de Meiringspoort rijdt ge op
de bodem van een kloof; links en rechts staan loodrechte rotsmuren.

Daarna
komen we aan bij een onooglijk dorpje, Prins Albert, en
draaien af naar de Swartenbergpas (foto links),
ongetwijfeld één van de meest spectaculaire bergpassen
die we ooit bereden hebben. Het is ongeveer 20 km stijgen en evenlang
dalen langs totaal onverharde wegen. Meestal is er geen wegberm
en iedere draai is blind (Martine zat mee n'ejken op). De weg
slingert en kronkelt zich door de Swartebergen. Gelukkig is er
geen verkeer (we zijn geen enkele wagen tegengekomen onderweg).
De berg- en valleizichten zijn pure klasse. Terecht omschreven
als waarschijnlijk de mooiste bergpas van Zuid-Afrika.
Op de terugweg naar Oudtshoorn, een kort bezoek gebracht aan de
Kango-grotten, warme en droge grotten, waar de stallagmieten
en -tieten 2 cm per eeuw groeien. Na de middag rijden we voort
van Oudtshoorn naar Knysna, via de Outeniqua bergpas (foto
rechts) . Daar logeren we bij John, in de 4 Acres Guest House
op de flanken van een heuvel met een ongebreideld uitzicht op
Knysnastad(je) en vooral op de laguna waarvan de uitgang naar
de Indische Oceaan geflankeerd wordt door twee zandklifrotsen
(the Heads, die Koppe). We logeren hier 3 nachten om van hieruit
de Tuinroute te verkennen:
1.
S'avonds eten we in een locale, zeer luidruchtige bar aan de
haven in Knysna, de hoofdstad genoemd van de Tuinroute en ideaal
gelegen aan zee.
2. S'anderendaags maken we een excursie per boot naar de overkant
van de laguna naar het Featherbed reservaat. Dan met
de 4x4 naar de top van de westelijke Head en dan te voet
naar beneden. Vanop de Head een magnifiek uitzicht op de natuurlijke
in- en uitgang van de laguna van Knysna. S'namiddags uitgerust
op de stranden van Plettenberg baai.
3. S'anderendaags verkennen we de Tuinroute verder en brengen
een bezoek aan het Tsitsikamma natuurpark: een zeekustpark
van 8 km breed (3 km zeeinwaarts en 5 km landinwaarts) en 100
km lang. De laverende hangbrug over de monding van de Stormsrivier
en de Ottertrail (een 5-daagse trek met gids, 1 jaar op voorhand
te boeken) langs de ruwe kustlijn, zijn de hoogtepunten. Het
Visitor Center ligt aan de monding van de Stormsrivier en onze
eerste wandeling ging naar de wiebelende, kriebelende voetgangershangbrug.
Martine zat were mee n'ejken op. De namiddagwandeling
ging over een gedeelte van de Ottertrail, 6 km heen en terug,
langs de steeds beukende golven op de rotsen gecombineerd met
delen door beboste heuvels die onmiddellijk aansluiten aan de
kust. De bebossing zijn inheemse struiken en bomen, fijnbos
genaamd, die nergens anders ter wereld te vinden is dan op de
Tuinroute. Het klimaat zorgt hier tevens voor een soort regenwoud-achtige
begroeiing en dit gecombineerd met de ruwe kustlijn, vormen
het decor van dit park op de Tuinroute. Dit park is niet te
missen!!
Tsitsikamma zeekustpark vanop de Otter
trail
TRAILS-WANDELPADEN IN ZUID-AFRIKA
Zuid-Afrika is een land van meerdaagse wandelpaden. De reisgids
staat vol van de trails en allen moeten op voorhand geboekt
worden via de Zuid-Afrikaanse toeristische dienst. De zeer populaire,
zoals de Otter Trail, moeten tot 1 jaar op voorhand geboekt
worden. Het is hier een paradijs voor wandelaars. Onderweg wordt
geslapen in hutten zonder electriciteit en stromend water. Zo
is de Otter trail 41 km lang, 5 dagen en 4 nachten, verplicht
met gids en niet meer dan 1 groep per dag tegelijk mag op pad.
Ze volgt de ruwe kustlijn, passeert watervallen en laguna's,
komt via de stranden waar het kan of volgt op de heuvel een
pad door het fijnbos.
DE GROTE KAROO EN DE DRAKENSBERGEN
We verlaten de Tuinroute en vandaag staat een overgangsrit op
het programma dwars
door de Grote Karoo. De bedoeling is te slapen zo dicht mogelijk
bij de Drakensbergen. Die dag rijden we 923 km, net onder ons
record van vorig jaar toen we 963 km reden tussen Florence (bij
Phoenix) en San Diego. In het begin van de dag rijden we door
onverharde wegen in een prachtig decor van de uitlopers van de
Drakenbergen. Het is terug eenzaamheid troef: we zijn alleen op
deze wereld (foto rechts).
De
Grote Karoo is hetzelfde als de Kleine Karoo maar dan in
t'groot... Kenmerken zijn: woestijn, lange rechte banen, heet,
verlaten, windwijzers, afgeronde heuvels, tafelbergen (Monument
Valley in t'lang en t'breed), cactussen, termietheuvels, verkeersborden
met kogelgaten, lange valleien. We rijden tijdens de lange rit
een lang stuk over de autostrade nr 1 tussen Johannesburg en Kaapstad.
Je denkt waarschijnlijk aan een drukke, dubbele drievaksbaan,
maar integendeel. Deze kaarsrechte "autostrade" is in
de Grote Karoo niet meer dan een tweevaksbaan (één
richting heen en één richting terug) waar je gerust
een uur kan rijden zonder één auto tegen te komen!
(foto links).
De
volgende ochtend krijgen we de slappe lach bij het ontbijt. De
dienster is een zwarte, nie zwart moar pekkezwart, met
zo'n dwaas wit kapje scheef op haar hoofd. Toen ze mij in onverstaanbaar
engels iets vroeg (volgens Martine over hoe de eieren moesten
gebakken zijn) en ik antwoordde dat ik geen granen met melk lustte,
was het helemaal zover: slappe lach, buikkrampen en nen rooie
kop.
Tijdens de voormiddag komen we dan uiteindelijk aan bij de Drakensbergen,
s'lands hoogste bergketen (de
hoogste pieken meten 3500 m). Op het programma staat een dagwandeling
naar het dak van het Drakensplateau, de Sentinel Trail,
alwaar ons een dramatisch zicht op 3000m over de vallei en de
omliggende bergen te wachten staat. Eerst moeten we wel 40 km
klimmen met de wagen over bochtige, onverharde wegen naar het
startpunt van de Sentinel trail op 2540m. Na inschrijving van
onze namen in het logboek van de rangers, vertrekken we mee 'n
gruut herte. Met een azuurblauwe hemel en de zon als metgezel
wandelen we ongeveer 4 km langs het pad totdat we het laatste
stukje tot op het plateau via ladders moeten overbruggen. Toen
we zien dat die ladders bijna loodrecht tegen de bergwand hangen
(foto rechts) en toch minstens 30m lang of hoog waren,
slikken we even en besluiten het lot niet te tarten en het toch
maar niet te wagen. We zitten alletwee mee 'n ejken op.
Daarmee hebben we niet genoten van hèt dramatische vergezicht
bovenop het plateau, maar niettemin zien we toch spectaculaire
vergezichten tijdens de beklimming en de afdaling.

Vergezichten
van de Drakensbergen vanaf
de Sentinel Trail
We
overnachten in een sjiek en duur hotel - alle jaren loaten
w'ons ne kier goan - met een vlaming als
hotelmanager: Mark Verfaillie uit het Aalsterse. De volgende dag
lopen we een wandeling, maar ditmaal aan de andere kant van de
noordelijke Drakensbergen: het Amfitheater (foto links).
Inderdaad, langs deze kant heeft het Drakensplateau de vorm van
een amfitheater. Het pad noemt de Tugela Gorge Trail en is 14
km lang. De Tugela is de naam van een rivier en de Gorge een nauwe
doorgang door de rotsen door watererosie. Op de wandeling zie
je constant het Amfitheater en het plateau waarop we gisteren
hadden moeten staan, natuurlijk gerekend zonder die stomme lieren.
Ge raadt het nooit: aan het einde van de Tugela trail terug een
ladder. Maar deze keer laten we ons niet kennen - hij is minder
lang en minder steil. Daarna klimmen we nog een steil stuk naar
omhoog via stalen pinnen in de rotsen, als voetsteunen. Het is
reeds in de late namiddag als we terugkeren naar ons startpunt.
Een lange en lastige wandeling maar moe en tevreden vallen we
s'avonds in ons bed, ergens in een hotelletje midden de stikken.
DE
ZWARTE ZUID-AFRIKANEN
Het was ons al opgevallen: een zwarte Zuid-Afrikaan leeft op
straat. Langs de autosnelwegen, in
de dorpen, overal waar er gewoond wordt, lopen, spelen, joggen,
liggen, wandelen, fietsen, staan, zitten, hangen ze op straat.
Ze worden naar hun werk vervoerd in open pick-ups of in minibus-taxi's.
Maar velen gaan km's te voet. Velen lopen nog op hun blote voeten
met vanalles op hun hoofd en met de klein mannen op de rug gebonden.
De autostrades zijn te vergelijken met de onze tot 10 km buiten
een grootstad, dan veranderen ze in een tweevaksbaan, één
vak heen, één vak terug. Alle mogelijke boerewegels
sluiten erop aan. Kudden koeien en schapen (siep) steken
over. Uitkijken is de boodschap. Voorbij steken of laten voorbij
steken gebeurt door op de pechstrook te rijden. Diegene die
voorbij steekt, laat efkes zijn vier pinklichten branden
als blijk van contentement.
De leerlingen zijn gemakkelijk te herkennen: ze gaan allen te
voet naar school en zijn in uniform. Jongelingen verkopen alles
en nog wat langs straat. We kochten appelen, ananas, kranzekes.
DE
OOSTKUST EN ZOELOELAND (KWAZULU NATAL)
S'anderendaags
bezoeken we efkes het centrale gedeelte van de Drakensbergen (er
is een noordelijk, centraal en zuidelijk gedeelte) en rijden s'middags
door naar de oostkust via Pietermaritzburg en de 1000 hills route:
een landschap van rollende, groene heuvels. We komen in de late
namiddag aan te Durban, de derde stad van Zuid-Afrika en
een year-round mondaine vakantiestad met temperaturen die niet
onder de 20° duiken. De Indische Oceaan ligt er onder de invloed
van de Golfstroom en dat geeft warme waterstromingen. Na een hectisch
eerste gedeelte van de reis rusten we 2 dagen uit in Durban: wen't
verdiend. Tijdens die twee dagen doen we twee dingen: (I)
we wandelen op den dijk in Durban, de Golden Mile genaamd
en (ii) we bezoeken een typisch Zoeloedorp met optreden: zoeloedansen.
Voor de rest doen we niets, behalve in de jacuzzi zitten, op t'strand
liggen, kado's kopen, eten en slapen.
DE
ZOELOES
Een
fier volk die een sterke aanwezigheid heeft in Zuid-Afrika.
In Botha's Hill bezochten we een typisch Zoeloedorp.
De hutten zijn rond omdat de geesten zich dan niet kunnen verstoppen
achter een hoek. Bigamie is de algemene regel .... als je per
vrouw 11 koeien kunt leveren aan de schoonfamilie. De zoeloegids
bracht ons in een eerste hut bij de 'chief'. Den chief (foto
links) had reeds 3 vrouwen en voegde er fijntjes aan toe
dat hij een vierde zocht, ondertussen lonkend naar Martine.
Toen ik even fijntjes antwoordde: "watch your butt pall,
she's mine" was t'sebiet gedaan. Daarna volgde een
(geacteerde) danspartij met halfnaakte vrouwen en mannen. De
dansen waren mooier dan de vrouwen. Aan de (zoeloe)bar proefden
we van een Zoeloepils: nogal zuur bier.
 Na
2 +/- rustdagen trekken we verder langs de kust, noordwaarts.
We rijden Swaziland binnen. Swaziland
en Lesotho vormen onafhankelijke enclaves binnen het territorium
van Zuid-Afrika. Dus douaneformaliteiten te vervullen aan de grens
en een stempel in ons paspoort. Van Swaziland onthouden we de
suikerriet-, hout- en bananenplantages, de gecontroleerde bosbranden
en vooral de handwerkmarktjes langs de baan. We hebben daar o.a.
een zoeloemand gekocht veur ochiere 15 R. We hebben de
hoofdstad Mbabane, een stad te vergelijken met Aalter, bezocht
op een zondag. Dat geeft hetzelfde gevoel als Pol zijnen café
bezoeken op maandag: alles gesloten en niets te beleven. S'avonds
pool gespeeld in de bar van t'hotel tegen een swazi-zwarte: op
zijn duze.
S'anderendaags verder door Swaziland gereden richting Krugerpark.
Aan de grens terug formaliteiten, koffer open, stempels. Langs
de kant van Swaziland wordt alles met de hand in het logboek geschreven;
50 meter verder in de Zuid-Afrikaanse grenspost gebeurt alles
met de barcode lezer en de computer.
DE WILDPARKEN EN OOST-TRANSVAAL
We spenderen een namiddag in het Hluhluwe wildpark (spreek
uit als 'schlu schlu wé') en
doen daar onze eerste ervaring op met wilde beesten, en niet van
de minste: het allereerste wat we zien zijn impala's, een hertensoort
en geliefkoosd voer voor leeuw en luipaard. Daarna, in die volgorde:
giraffe, kudu's, buffels, warthog (wrattenzwijn, en lelijk!),
leeuw en leeuwin. Toen we de leeuw en de leeuwin plots vanachter
een draai pertig op het pad zien wandelen, slaat dat beeld toch
efkes aan ons hart. Plots zijn camera en fotoapparaat zoek, draaien
we onmiddellijk alle ruiten toe en hopen we dat ze nog even voor
ons blijven uitlopen. Maar een zenuwachtig manoever met mijn voet
op het gaspedaal doet hen eventjes schrikken, genoeg om in de
bushes te verdwijnen. --------------------------------------------------------'Bah,
weeral toeristen'
Maar w'en n'em gezien, onze eerste leeuw in het wild
(foto rechts).
S'anderendaags
rijden we het Krugerpark binnen via het meest zuidelijke
hek: Malelane hek. Krugerpark is natuurlijk het meest gekende
wildpark ter wereld. We hebben 2 dagen op eigen kracht het park
doorkruist en hebben 1 dag met een ochtend- en avondsafari meegereden.
We hebben geslapen in 3 verschillende kampplaatsen: Skukuza, Satari
en Notten's. Op eigen tempo en kracht door het park rijden vereist
een portie geluk om de dieren te zien, de Big 5 dan. Andere dieren
zie je courant: bovenop de dieren uit Hluhluwe zagen we zebra's,
wildebeest, klipspringer, nijlpaard, vogels in alle maten en kleuren,
hyena's, krokodil, baboon-apen, jakhals, wilde hond, waterbok.
Ergens onderweg komen plots uit de bushes 2 leeuwinnen in onze
richting gestapt. Remmen dicht en afwachten: op hun dooie gemak
passeren ze onze auto, op 1 m van mijn deur. Onze hartslag stijgt
snel.
Tijdens
de safaritochten worden we in een open jeep 'geladen' en krijgen
twee rangers mee: een chauffeur en een spoorzoeker. De spoorzoeker
zit linksvooraan op de bumper: op zoek naar de Big 5. Tijdens
de namiddagrit zien we de witte neushoorn en rijden we tot in
het midden van een kudde. Bij zonsondergang stopt de jeep, wordt
de motor afgelegd en wordt een skemerkelkie (sundowner,
zonsonderganger) gedronken. De absolute stilte wordt enkel gebroken
door geluiden van de bushes. Daarna wordt met een straffe lichtspot
verder gezocht naar dieren. Deze keer zien we olifanten en een
nest hyena's (foto rechts). Rond 21h is t'gedaan. De volgende
ochtend om 5h30 worden we gewekt voor de ochtendsafari en wordt
de maagdelijke grond werkelijk afgetast met de ogen en worden
de sporen gevolgd. Ondanks het feit dat ze een luipaardspoor vinden,
vinden we de bieste zelf niet. Spijtig want het is het
enige dier van de Big 5 die we niet gezien hebben. Om 9h30 ontbijten
we en daarna gaan we nog eens gedurende een uur te voet in de
bushes met een gewapende ranger.
DE
WILDPARKEN
Je rijdt alle wildparken binnen via een hek, dat bij zonsondergang
onherroepelijk dicht gaat. Dan kan je niet meer in of uit het
park, want het park zelf is volledig omheind. Zit je nog in
het park dan ben je verplicht te gaan overnachten in één
van de omheinde kampen en betaal je een boete bovenop uw overnachting.
Eens in de parken is de snelheid beperkt tot 50 km/u en is het
verboden uit de wagen te komen. Aan de visitor centers hangen
fotocopijen van krantenartikels die berichten over gedode toeristen
die efkes samen met de leeuw of de olifant op de foto wilden
staan. Meestal blijft er slechts een bril, schoen, ...over.
Die beesten doen hun werk grondig.
Iedereen komt om de Big 5 te zien: leeuw, olifant, luipaard,
neushoorn, buffel. Bijna alle autopaden zijn onverhard en lopen
kris kras door het park. Een plannetje laat u toe niet verloren
te rijden. Krugerpark is 500 km lang en 100 km breed en het
landschap varieert van savannne tot lichte bebossing en struiken.
De regens vallen tijdens de zomerperiode.
Het wild wordt omschreven als "game" en niet als wild
animals, of zo. Men spreekt van gamereserves ipv animal parks
en een safari is een game drive.


Vier van de Big 5: buffel, leeuw, olifant, neushoorn
De buffel schijnt te zeggen: 'allé
kom, kgoa ui ne kier spiesen'. De leeuwin en de olifanten lijken
te trots om ook maar enige aandacht te tonen. En de neushoorn
roept ons toe: 'èk iets aan van ulder misschien'
FILMFRAGMENT
KRUGER PARK
Na
een weekske game trekken we het Krugerpark uit langs het Orpenhek
richting Oost-Transvaal. Dit is het laatste hoogtepunt uit onze
reis en we trekken 2 dagen uit om er de Panoramaroute te
verkennen. In Oost-Transvaal steken de Drakensbergen terug de
kop op: de Hoogvlakte. Beneden ligt de Laagvlakte (Kruger ligt
in de Laagvlakte). Er is geen overgang van hoog naar laag: er
is een soort afgrond naar beneden. Er zijn dan ook verschillende
viewpunten om vanop de Hoogvlakte, 1000m dieper het Laagveld te
bewonderen: God's Window en Wonder View. Op de route bezoeken
we verder verschillende watervallen, de Blijde Rivier Canyon,
Bourke's Luck Potholes, Pelgrim's Rest. We bewonderen rare
rotsformaties zoals de drie Rondavels. Hier heeft de natuur drie
hutten gecreerd in de rotsen. We slapen ergens in perdoezen,
namelijk in Graskop. Maar dat technologie zelfs in Zuid-Afrika
aanwezig is, bewijst het feit dat ik daar 500 R uit de muur haal.
De
Panoramaroute---------------------------------De
drie Rondavels
Blijde Rivier Canyon ---------------------------God's
Window
De
voorlaatste dag gaat de tocht onvermijdelijk naar Johannesburg,
waar onze vlieger wacht. We rijden via de Long Tom pass,
de hoogste geasfalteerde baan in zuidelijk
Afrika. Op 2250 m stoppen we
en hebben een prachtig zicht op de vallei (foto links).
S'avonds overnachten we in Dullstroom, naar t'schijnt gekend door
elke forelvisser als het mekka van de forelvisserij. S'anderendaags
rijden we verder richting Johannesburg waar vanavond onze terugvlucht
vertrekt. Maar last but not least, bezoeken we Monica (foto
rechts) in een voorstad van Johannesburg. Monica is
een pennevriendin van mijn moeder, gedurende reeds 50 jaar. Monica
heeft onszelf één maal bezocht, nl. in 1958 tijdens
de wereldexpo (ik was toen 3 jaar). Exact 40 jaar later zie ik
haar terug. Een ontroerend moment. Tijdens de 4 uren dat we tesamen
zijn, eten we fish&chips en gaan daarna à l'improviste
de Elandskring goudmijn bezoeken, waar een kennis werkt van haar.
Dan keren we terug naar de luchthaven en zoeken we de juiste uitritten
vinden in een onwaarschijnlijk complex labyrint van wegen.
DE
BLANKE ZUID-AFRIKANEN (anno 1998)
De blanke Zuid-Afrikanen zijn er niet gerust in. De afgestane
macht aan de zwarten, de hoge criminaliteit en de onzekerheid
speelt hen parten. De schrik zit er duidelijk in.
Ze werken nog altijd met zwart personeel. Hun huizen en tuinen
zijn omheind, liefst met prikkeldraad erbovenop. Monica woont
in een gemeentelijk woonpark met kleine huizen voor gepensioneerden.
Het volledig park is omheind + prikkeldraad. Ik dacht eerst
dat het een gevangenis was. Alle blanken hebben een GSM.
Er is nog een zekere rivaliteit tussen de Boeren (roots = Nederland)
en de Rooinekken (Britten), die destijds heroïsche oorlogen
uitgevochten hebben. Ze drinken allemaal Katemba met ijsblokjes,
dit is een mengsel van 50% rode wijn en 50% cola.
OPMERKELIJKE TAAL
Slower
- Gestadiger
School - Skool
Speed limit - Voorgestelde spoed
Traffic light - Robot
Airport - Lughawe
No road marks - Geen padmerke
Gazstation - Vulstatie
Push - Stoot
No cheques - Geen tjeks
Closed - Gesluit
Stay in correct lane - Blijf in korrekt baan
Drive carefully - Bestuur versigtig
Fire rescue - Brandredding
Detour - Ompad
No fence - Geen heining
Official vehicles only - Slegs amtelijke voertui
Thank you - Dankie
Wrong way - Gaan terug
Road works ahead - Padwerke voor
Residents only - Inwoners aleenlijk
No dumping - Geen storting
___________________________________________________________________
|